Artikel 56, §3, 5° van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip dagelijks bestuur.
De geschiktheid van de inschrijver wordt beoordeeld aan de hand van minstens drie referenties per perceel uitgevoerd in de afgelopen drie jaar. De ingediende referenties hebben betrekking op vergelijkbare opdrachten en dienen samen minimaal 20.000 euro inclusief btw per perceel en per jaar te bedragen.
De opdracht wordt gegund aan de inschrijver die de economisch meest voordelige offerte heeft ingediend, rekening houdend met de volgende gunningscriteria voor alle percelen:
In toepassing van artikel 35, eerste lid, 1° van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, zal deze opdracht worden gegund bij openbare procedure.
In toepassing van artikel 36, §4 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, kan de aanbestedende overheid de in artikel 36, §1, tweede lid bepaalde termijn van ten minste 35 dagen voor de ontvangst van de offertes met vijf dagen verkorten indien de offertes langs elektronische weg worden ingediend overeenkomstig de door en krachtens artikel 14, §1, tweede lid en §§5 tot 7 bepaalde regels betreffende de elektronische platformen.
Overeenkomstig en binnen de grenzen van artikel 71 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten legt de aanbestedende overheid aan de kandidaten of inschrijvers selectiecriteria op als voorwaarde voor deelname.
In toepassing van artikel 81 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, baseert de aanbestedende overheid de gunning van de overheidsopdracht op de economisch meest voordelige offerte. De economisch meest voordelige offerte uit het oogpunt van de aanbestedende overheid wordt vastgesteld rekening houdend met de gunningscriteria. Ze vermeldt de gunningscriteria in de aankondiging van de opdracht of in een ander opdrachtdocument.
In toepassing van de artikelen 2, 6° en 47 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, zal de stad Antwerpen optreden als aankoopcentrale in die zin dat ze gecentraliseerde aankoopactiviteiten en aanvullende aankoopactiviteiten verricht die bestemd zijn voor andere aanbesteders die in de opdrachtdocumenten zijn aangeduid.
De stad Antwerpen wil een goed onderhouden openbaar domein, ook op extensief beheerde grazige terreinen. Daarbij streeft ze naar ecologisch waardevolle grasvelden en –bermen die aangepaste maairegimes en machines of technieken vereisen. Deze opdracht is opgedeeld in drie percelen:
Hiervoor werd in het verleden de raamovereenkomst GAC/2015/3122 afgesloten. Deze overeenkomst liep af op 09/09/2019.
Om de continuïteit van de dienstverlening te vrijwaren wenst de stedelijke bedrijfseenheid Stadsbeheer hiervoor een nieuwe raamovereenkomst in de markt te plaatsen.
De Gemeenschappelijke Aankoopcentrale stelt voor om deze opdracht in de markt te plaatsen via een openbare procedure met Europese bekendmaking onder GAC_2019_00896.
Bij deze raamovereenkomst treedt de stad op als aankoopcentrale voor de aankoopgroep Antwerpen. Indien andere entiteiten dan de stad afnemen op deze raamovereenkomst, zal dat gebeuren in eigen naam en voor eigen rekening. De vastleggingen voor die deelopdrachten zullen dan ook op de eigen budgetten gebeuren.
Het college keurt bestek GAC_2019_00896 voor het afsluiten van de raamovereenkomst voor het maaien van bermen, extensieve graslanden en hooilanden in Antwerpen goed en keurt eveneens goed dat:
De financieel directeur verleent zijn visum en regelt de financiële aspecten als volgt:
Omschrijving |
Bedrag |
Boekingsadres |
Bestelbon |
Raamovereenkomst voor het maaien van bermen, extensieve graslanden en hooilanden in Antwerpen |
- |
budgetplaats: 5377000000 |
met orderbons |