Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019125280 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Bart Plattiau met als adres Keizerstraat 35 te 1740 Ternat en VZW INFANO met als adres Keizerstraat 35 te 1740 Ternat |
Ligging van het project: |
Leopoldlei 114 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 38sectie B nr. 275Y22 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
uitbreiden van de gelijkvloerse achterbouw en het plaatsen van een helling in de voor- en achtertuin |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 20/07/2016: vergunning (2016943) voor een bestemmingswijziging van eengezinswoning naar kinderopvang;
- 27/06/2019: proces-verbaal (11002_2019_9714_VPV) van vaststelling met overtreding voor het uitvoeren van werken in strijd met de in 2016 verleende vergunning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: gemeenschapsvoorziening;
- volume: gesloten bebouwing van 2 bouwlagen onder een plat dak;
- inrichting: kinderopvang;
- gevelafwerking: rode baksteen gevelmetselwerk met antraciet PVC buitenschrijnwerk en blauwe hardstenen plint, dorpels en trappen.
Huidige toestand
- functie en gevelafwerking: conform laatst vergunde toestand;
- volume:
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie en gevelafwerking: ongewijzigd;
- volume:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- het regulariseren van een helling aan de voor- en achtergevel;
- het regulariseren van de uitbreiding van de achterbouw.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
7 november 2019 |
26 november 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
talentontwikkeling en vrijetijdsbeleving/ jeugd/ regie kinderopvang |
7 november 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
§1 de uitbreiding van de leefruimte achteraan het gelijkvloers heeft een vrije hoogte van slechts 2,51 meter. De verlenging van de leefruimte betreft een verlenging van een bestaande vergunde constructie waarvan de interne hoogte 2,51 meter bedraagt. Met toepassing van artikel 3 van de bouwcode kan een afwijking toegestaan worden;
- artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
§2, 2° de opening van de keuken mondt niet direct uit in de open lucht. In de vergunning wordt opgenomen dat de opening tussen de keuken en de leefruimte open moet zijn en niet mag ingevuld worden met glas of een ander materiaal;
- artikel 35 Afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen:
§4 de uitlaat van kanalen voor de afvoer van schadelijke gassen moet zich situeren minstens boven de kroonlijst van het eigen gebouw en in ieder geval twee meter boven de bovenrand van alle deur-, venster en ventilatieopeningen die zich binnen een straal van 4 meter bevinden, horizontaal gemeten vanaf de uitlaat van het afvoerkanaal. Dit wordt als voorwaarde toegevoegd aan de vergunning.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden is de aanvraag verenigbaar met de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft de regularisatie van verbouwingswerken aan een vergund kinderdagverblijf in een bestaande woning. De aanvraag heeft geen bestemmingswijziging tot gevolg en blijft inpasbaar in de bestaande woonomgeving als een lokale woonondersteunende voorziening.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De onmiddellijke omgeving van de woning uit de aanvraag wordt gekenmerkt door eengezinswoningen met 2 bouwlagen en een plat dak. Een bouwdiepte van ca 15 meter op het gelijkvloers kan als kenmerkend worden beschouwd voor deze woningen. De uitbreiding van de laatst vergunde toestand met een leefruimte tot een diepte van 15,16 meter kan bijgevolg gunstig worden beoordeeld.
De aanvraag bevat geen wijzigingen aan de voorgevel. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid is bijgevolg niet van toepassing waardoor een helling tot het kinderdagverblijf niet moet worden opgelegd. Artikel 27 van de bouwcode verbiedt constructies in de voortuin. In de voortuin wordt echter meer dan 1/3 van de oppervlakte ingenomen door een helling. Toegang geven tot de woningen in de Leopoldlei via een helling is niet in harmonie met het referentiebeeld van de omgeving. Deze helling is echter gewenst voor een goede en gemakkelijke bereikbaarheid van het kinderdagverblijf. De voortuin moet worden hersteld in de oorspronkelijke vergunde toestand met een trap in blauwe hardsteen, gemetste plantenbakken en een toegangspad tot de voordeur met een maximale breedte van 1,50 meter op het moment dat de uitbating van het kinderdagverblijf wordt stopgezet. Dit zal als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
De helling in de achtertuin wordt gunstig geadviseerd en kan behouden blijven.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
In de vergunning (2016943) voor een bestemmingswijziging van eengezinswoning naar kinderopvang werd als voorwaarde opgenomen dat er in de voortuin een zone moet voorzien worden voor het korttijdig stallen van fietsen. In het proces-verbaal (11002_2019_9714_VPV) van vaststelling met overtreding voor het uitvoeren van werken in strijd met de in 2016 verleende vergunning wordt beschreven dat deze zone niet is voorzien. Op de huidige plannen van de te regulariseren toestand wordt deze zone wel ingetekend. De uitvoering van deze zone zal als voorwaarde bij de vergunning worden opgenomen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de opening tussen de keuken en de leefruimte moet open zijn en mag niet ingevuld worden met glas of een ander materiaal;
3. de uitlaat van kanalen voor de afvoer van schadelijke gassen moet zich minstens boven de kroonlijst van het eigen gebouw situeren en in ieder geval twee meter boven de bovenrand van alle deur-, venster en ventilatieopeningen die zich binnen een straal van 4 meter bevinden, horizontaal gemeten vanaf de uitlaat van het afvoerkanaal;
4. de helling in de voortuin dient bij de stopzetting van het kinderdagverblijf verwijderd te worden. Op dat moment moet de voortuin in oorspronkelijke staat hersteld worden met een trap in blauwe hardsteen, gemetste plantenbakken en een toegangspad tot de voordeur met een maximale breedte van 1,50 meter;
5. in de voortuin moet de zone voor het korttijdig stallen van fietsen ingericht worden.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
17 oktober 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
7 november 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
6 januari 2020 |
Verslag GOA |
17 december 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de opening tussen de keuken en de leefruimte moet open zijn en mag niet ingevuld worden met glas of een ander materiaal;
3. de uitlaat van kanalen voor de afvoer van schadelijke gassen moet zich minstens boven de kroonlijst van het eigen gebouw situeren en in ieder geval twee meter boven de bovenrand van alle deur-, venster en ventilatieopeningen die zich binnen een straal van 4 meter bevinden, horizontaal gemeten vanaf de uitlaat van het afvoerkanaal;
4. de helling in de voortuin dient bij de stopzetting van het kinderdagverblijf verwijderd te worden. Op dat moment moet de voortuin in oorspronkelijke staat hersteld worden met een trap in blauwe hardsteen, gemetste plantenbakken en een toegangspad tot de voordeur met een maximale breedte van 1,50 meter;
5. in de voortuin moet de zone voor het korttijdig stallen van fietsen ingericht worden.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.