Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019130951 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
BVBA PPG COATINGS met als contactadres Haachtsesteenweg 1465 te 1130 Brussel |
Ligging van het project: |
Tweemontstraat 104 te 2100 Deurne-Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 27 sectie A nr. 125T9 |
Inrichtingsnummer: |
20191018-0018 (PPG Coatings Deurne) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
wijzigen en uitbreiden van een inrichting voor de productie van verven, vernissen en aanverwante producten |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 8 januari 2009 verleende de deputatie een milieuvergunning aan PPG Coatings bvba voor de fabricatie van verven, vernissen en aanverwante producten (MLAV1/08-337). Op 13 januari 2011 werd de vergunning beperkt uitgebreid (MLVER/10-18). Op 7 november 2013 besliste de minister een gevraagde uitbreiding en wijziging van de exploitatie voorwaardelijk toe te staan in beroep (kenmerk AMV/7408/1008). In 2015 en 2017 werden nog aanpassingen en beperkte uitbreidingen van de vergunning goedgekeurd door de deputatie (MLVER/14-142 en MLVER/15-177).
Inhoud van de aanvraag
De exploitant wenst bijkomend een installatie te voorzien voor het recupereren van solventen die in het productieproces ontstaan.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
4.1.3° |
productie van lak, verf, drukinkten en/of pigmenten en het bereiden van bedekkingsmiddelen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; |
+115,53 kW |
7.1.1° |
niet elders ingedeelde inrichtingen, voor de productie of behandeling van organische of anorganische chemicaliën waarbij, gebruik gemaakt wordt van alkylering, aminering met ammoniak, carbonylering, condensatie, dehydrogenering, verestering, halogenering en fabricage van halogenen, hydrogenering, hydrolyse, oxidatie, polymerisatie, ontzwaveling, synthese en omzetting van zwavelhoudende verbindingen, nitrering en synthese van stikstofhoudende verbindingen, synthese van fosforhoudende verbindingen, distillatie, extractie, solvatie en/of menging, met een jaarcapaciteit tot 1.000 ton; |
240,00 ton/jaar |
12.1.1.1°a) |
inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 800 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; |
-150,00 kVA |
12.3.2° |
accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; |
-19,98 kW |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
+3 voertuigen |
16.3.2°b) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; |
+13,15 kW |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
+250,00 l |
29.5.2.1°a) |
smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied. |
+4,43 kW |
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Het project omvat in de eerste plaats de installatie van een ‘solvent recycling unit’ (SRU) die vrijgekomen solventen zal recupereren. Momenteel worden spoelsolventen integraal als afvalstof afgevoerd. De solventen zijn afkomstig van het reinigen van de reactorkuipen en de apparatuur. De spoelcycli worden al maximaal beperkt door middel van aanpassen van productieplanning (kleur, type verven). Indien mogelijk worden spoelsolventen meermaals gebruikt voor verschillende spoelingen. Spoelsolvent dat niet langer gebruikt wordt, wordt opgeslagen in IBC’s in afwachting van hun afvoer. Op jaarbasis wordt zo circa 210 ton afvalsolvent geproduceerd, dat door de erkende verwerker werd gevaloriseerd met energierecuperatie. Deze verwerking wordt echter niet langer aangeboden door de verwerker, waardoor de exploitant op zoek ging naar een alternatief. Hieruit kwam naar voor dat via destillatie de solventen intern verwerkt en hergebruikt kunnen worden. De solvent recyclage werkt batch-gewijs volgens het principe van vacuümdestillatie. Het vervuilde solvent wordt aangezogen uit een IBC-container (1 m³). Via elektrisch opgewarmd water in de dubbele wand rond de ketel wordt het te zuiveren solvent opgewarmd. Het verdampte solvent wordt geëvacueerd, terug gecondenseerd en opgeslagen in een IBC. De condensor is voorzien van een extra koeling. De hoeveelheid verdampte solvent wordt in de ketel automatisch aangevuld. De ketel is uitgerust met een roterende schraper om de wand vrij te houden van vervuiling en een elektrische verwarming. Het restant (de sludge), wordt opgevangen in een vat van 200 liter. Per uur kan tot maximaal 160 liter afvalsolvent behandeld worden. Op jaarbasis vraagt de exploitant maximaal 240 ton te verwerken. De installatie heeft een geïnstalleerd vermogen van 38 kW, voornamelijk nodig voor het opwarmen van het water.
Enkel de overblijvende sludge wordt nog als afval afgevoerd. Hierbij kan uitgegaan worden van een restsludge die 30% van het oorspronkelijke solventvolume zal bedragen, zodat 147 ton solventen op jaarbasis gerecupereerd worden. De installatie zal onmiskenbaar een positief effect hebben op de solventboekhouding van het bedrijf. Er ontstaan geen bijkomende emissies of lozingen als gevolg van de exploitatie ervan en het afvaltransport wordt verminderd. De diffuse solventemissies ter hoogte van de vacuümpomp en de aansluitpunten van de IBC’s worden gecapteerd en afgeleid naar de bestaande VOC-2 filterinstallatie (actief koolfilter – emissiepunt 67), waarop nog voldoende capaciteit vrij is. De filter heeft een verwijderingsrendement van 90%.
Daarnaast wordt een nieuwe ‘tinting area’ ingetekend naast magazijn J. In de tinting area worden afgewerkte basisverven aangekleurd alvorens ze naar de klant vertrekken. Een beperkte toename van de opslag van kleurpasta’s in kleine verpakkingen wordt bijkomend gevraagd.
De exploitant maakt van deze aanvraag ook gebruik om de vergunde hoeveelheden en vermogens aan te passen aan de actuele toestand. Deze verschillen van elkaar onder andere als gevolg van het vervangen van oude toestellen door nieuwe. Voor de noodstroomgroep is de halvering van het vermogen een gevolg van de toepassing van de 50%-regel in de betreffende rubrieken. De toestellen zelf wijzigen niet. Volgende aanpassingen aan de vergunning worden gevraagd:
rubriek |
vergund |
gewenst |
4.1.3 – productie van bedekkingsmiddelen |
2.988,47 kW |
3.104 kW |
7.1.1° - recuperatie van solventen via destillatie |
- |
240 ton/jaar |
12.1.1 – noodstroom met elektriciteitsproductie |
300 kW |
150 kVA |
12.3.2 – batterlijladers |
121,48 kW |
101,50 kW |
15.1.1 – stallen van voertuigen |
5 voertuigen |
8 voertuigen |
16.3.2 – compressoren en koelinstallaties |
409,41 kW |
422,56 kW |
17.4 – opslag in kleine verpakkingen |
4.600 liter |
4.850 liter |
29.5.2.1 – metaalbewerking |
10,2 kW |
14,63 kW |
31.1.1.a) – dieselgroep in functie van noodstroom |
509, kW |
n.l.v.t. |
De gevraagde actualisatie is niet van dien aard dat de hinder en risico’s voor mens en milieu ten opzichte van de vergunde situatie beïnvloed wordt.
Advies van het college
De risico’s voor mens en milieu als gevolg van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de gevraagde uitbreiding zijn aanvaardbaar. Er wordt gunstig advies gegeven de vergunning uit te breiden.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
4.1.3° |
productie van lak, verf, drukinkten en/of pigmenten en het bereiden van bedekkingsmiddelen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; |
+115,53 kW |
7.1.1° |
niet elders ingedeelde inrichtingen, voor de productie of behandeling van organische of anorganische chemicaliën waarbij, gebruik gemaakt wordt van alkylering, aminering met ammoniak, carbonylering, condensatie, dehydrogenering, verestering, halogenering en fabricage van halogenen, hydrogenering, hydrolyse, oxidatie, polymerisatie, ontzwaveling, synthese en omzetting van zwavelhoudende verbindingen, nitrering en synthese van stikstofhoudende verbindingen, synthese van fosforhoudende verbindingen, distillatie, extractie, solvatie en/of menging, met een jaarcapaciteit tot 1.000 ton; |
240,00 ton/jaar |
12.1.1.1°a) |
inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 800 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; |
-150,00 kVA |
12.3.2° |
accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; |
-19,98 kW |
15.1.1° |
al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; |
+3 voertuigen |
16.3.2°b) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; |
+13,15 kW |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
+250,00 l |
29.5.2.1°a) |
smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied. |
+4,43 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
5 december 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
4 januari 2020 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/Vergunningen | het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |