Terug
Gepubliceerd op 29/12/2019

2019_CBS_10755 - Omgevingsvergunning - OMV_2019126718. Thisiusstraat 27. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 27/12/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_10755 - Omgevingsvergunning - OMV_2019126718. Thisiusstraat 27. District Deurne - Goedkeuring 2019_CBS_10755 - Omgevingsvergunning - OMV_2019126718. Thisiusstraat 27. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019126718

Gegevens van de aanvrager:

Joke en Sam Heymans - Verhaert met als adres Richardstraat 19 te 2060 Antwerpen

Ligging van het project:

Thisiusstraat 27 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 30sectie A nr. 557N7

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

inrichten van twee slaapkamers onder het zadeldak

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          19/07/2019: vergunning (20191412) voor het uitvoeren van interne verbouwingswerken en het wijzigen van de achtergevel.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          gesloten eengezinswoning van twee bouwlagen onder een zadeldak;

-          achterbouw over 2 bouwlagen tegen de rechter perceelgrens tot 18,55m diepte;

-          kamers onder het zadeldak zijn uitgesloten als verblijfsruimtes.

 

Huidige toestand

 

-          gesloten eengezinswoning van twee bouwlagen onder een zadeldak;

-          achterbouw over 2 bouwlagen tegen de rechter perceelgrens tot 18,55m diepte;

-          werken in uitvoering onder het zadeldak.

 

Gewenste toestand

 

-          2 slaapkamers onder een zadeldak.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          inrichten van twee slaapkamers onder het zadeldak;

-          de overige verdiepingen en gevels blijven ongewijzigd ten opzichte van de vergunning met referentie 20191412 en maken geen deel uit van de aanvraag.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    slaapkamer 2 heeft een hoogte van 2,41 m, terwijl een minimale vrije hoogte van 2,60 m vereist is;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    de lichtdoorlatende oppervlakte van de dakvlakramen is volgens de plannen kleiner dan 1m². Bovendien is het niet duidelijk of de volledige dakvlakramen zich tussen 1 en 2 m.
     

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Thisiusstraat.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De werken beperken zich binnen het bestaande en vergunde volume en beogen geen aanpassing van het aantal woongelegenheden waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De gevels blijven ongewijzigd ten opzichte van de laatst vergunde toestand en zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Voorliggende aanvraag betreft een beperkte wijziging ten opzichte van de vergunning met referentie 20191412. De voorwaarden die werden gesteld bij deze vergunning blijven echter onverminderd van kracht aangezien de wijzigingen geen betrekking hebben op deze voorwaarden. Bijgevolg worden ze voor de volledigheid opnieuw opgenomen in deze vergunning.

 

Slaapkamer 2 heeft een hoogte van 2,41 m, terwijl een minimale vrije hoogte van 2,60 m vereist is volgens artikel 21 van de bouwcode. Met de voorgestelde vrije hoogte kan onvoldoende verblijfskwaliteit voor een verblijfsruimte worden geboden. Bijgevolg wordt de onderdakse ruimte vooraan uitgesloten als verblijfsruimte (slaapkamer).

 

De lichtdoorlatende oppervlakte van de dakvlakramen is volgens de plannen kleiner dan 1m². Bovendien is het niet duidelijk of de volledige dakvlakramen zich tussen 1 en 2 m boven het loopvlak van de verblijfsruimte bevinden, zoals bepaald in artikel 24 van de bouwcode. De bovenzijde van de kroonlijst bevindt zich op 1,70 m boven de vloerpas van de tweede verdieping. De dakvlakramen kunnen voor de ruimte vooraan dus niet begrepen worden tussen deze 1 en 2 m. Voldoende licht, lucht en uitzicht worden gezien als basiskwaliteiten voor verblijfsruimtes. Ook omwille van deze reden wordt de onderdakse ruimte vooraan uitgesloten als verblijfsruimte.
 

De slaapkamer achteraan beschikt slechts over 1 dakvlakraam dat in aanmerking kan worden genomen. Om te voldoen aan de bepalingen van dit artikel wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd dat een bijkomend dakvlakraam naast het voorgestelde moet worden aangebracht en dat beide dakvlakramen dienen begrepen te zijn tussen 1 en 2 m boven de vloerpas, conform artikel 24 van de bouwcode. Alleen mits toepassing van deze voorwaarde kan de slaapkamer over voldoende verblijfskwaliteit beschikken.
 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de scheidingsmuren met de aanpalende eigendommen moeten ter hoogte van de achterbouw uitgevoerd worden volgens de onderstaande mogelijkheden:

-          de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium " brandgedrag aan de buitenzijde " te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak op de eerste verdieping wordt een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm;

2.      er moet een septische put met een minimale inhoud van 2.000 l voorzien worden;

3.      in de slaapkamer achteraan op de tweede verdieping moet een bijkomend dakvlakraam naast het voorgestelde worden aangebracht, conform artikel 24 van de bouwcode;

4.      beide dakvlakramen dienen begrepen te zijn tussen 1 en 2 m boven de vloerpas van de tweede verdieping, conform artikel 24 van de bouwcode;

5.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Uitsluitingen

De onderdakse ruimte vooraan op de tweede verdieping wordt uitgesloten uit de vergunning als verblijfsruimte, zoals in rood aangeduid op de plannen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

14 oktober 2019

Volledig- en ontvankelijk

12 november 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

11 januari 2020

Verslag GOA

17 december 2019

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de scheidingsmuren met de aanpalende eigendommen moeten ter hoogte van de achterbouw uitgevoerd worden volgens de onderstaande mogelijkheden:

-          de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium " brandgedrag aan de buitenzijde " te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak op de eerste verdieping wordt een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm;

2.      er moet een septische put met een minimale inhoud van 2.000 l voorzien worden;

3.      in de slaapkamer achteraan op de tweede verdieping moet een bijkomend dakvlakraam naast het voorgestelde worden aangebracht, conform artikel 24 van de bouwcode;

4.      beide dakvlakramen dienen begrepen te zijn tussen 1 en 2 m boven de vloerpas van de tweede verdieping, conform artikel 24 van de bouwcode;

5.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Uitsluitingen

De onderdakse ruimte vooraan op de tweede verdieping wordt uitgesloten uit de vergunning als verblijfsruimte, zoals in rood aangeduid op de plannen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.