Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019072623 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV WINVEST Holding met als contactadres Oever 21 te 2000 Antwerpen (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Cecilianenstraat 1 te 2040 Berendrecht Zandvliet Lillo (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 19sectie C nrs. 440H en 440G |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
herontwikkelen van de site van het voormalig postkantoor tot 15 appartementen, 3 grondgebonden woningen en een ondergrondse parkeergarage |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 02/06/1975: vergunning (18#57444) voor de bouw van een postgebouw.
Vergunde en huidige toestand
- postgebouw bestaande uit gedeeltelijk 1 en 2 bouwlagen onder plat dak met volume van 3.416m³;
- garageboxen bestaande uit 1 bouwlaag onder plat dak met volume van 462m³;
- verharding rondom de gebouwen van ca. 1.000m².
Gewenste toestand
- 15 appartementen in volume 1;
- 3 grondgebonden woningen in volume 2 (woningen 006, 007 en 008):
- 16 ondergrondse parkeerplaatsen en 50 fietsstalplaatsen;
- inrit parking ter hoogte van de Antwerpsebaan;
- gevels:
Inhoud van de aanvraag
- nieuwbouw twee volumes met gemeenschappelijke en private buitenruimtes;
- gevels in beige steenstrips met buitenschrijnwerk in aluminium champagnekleur.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
AQUAFIN NV |
17 juli 2019 |
22 augustus 2019 |
Ongunstig |
AQUAFIN NV |
8 november 2019 |
5 november 2019 |
Ongunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
17 juli 2019 |
8 augustus 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
8 november 2019 |
9 december 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator |
17 juli 2019 |
9 september 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator |
8 november 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) |
17 juli 2019 |
25 juli 2019 |
Gunstig |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) |
25 oktober 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
PROXIMUS |
17 juli 2019 |
31 juli 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
PROXIMUS |
8 november 2019 |
15 november 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij, grondwaterbeheer |
17 juli 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
17 juli 2019 |
17 juli 2019 |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
25 oktober 2019 |
4 november 2019 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
17 juli 2019 |
19 juli 2019 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
25 oktober 2019 |
4 november 2019 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
17 juli 2019 |
26 juli 2019 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
25 oktober 2019 |
4 november 2019 |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten |
17 juli 2019 |
7 augustus 2019 |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten |
25 oktober 2019 |
28 oktober 2019 |
Stadsontwikkeling/ beheer en onderhoud |
17 juli 2019 |
18 juli 2019 |
Stadsontwikkeling/ beheer en onderhoud |
25 oktober 2019 |
4 november 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
17 juli 2019 |
26 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
25 oktober 2019 |
24 december 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
17 juli 2019 |
2 augustus 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
25 oktober 2019 |
13 november 2019 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
17 juli 2019 |
29 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
25 oktober 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
17 juli 2019 |
6 augustus 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
25 oktober 2019 |
30 oktober 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woonuitbreidingsgebied. De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
(Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Vóór elke deur waarop dit besluit van toepassing is, moet voor een vrije en vlakke draairuimte worden gezorgd, alsook voor een opstelruimte van 50cm.
Het deurblad van de toegangsdeuren van alle appartementen liggen op 30cm diep tov. de hal, hierdoor kan geen degelijke opstelplaats gegarandeerd worden.
Appartement 102 op de 1ste verdieping wijkt af, geen opstelruimte van 50cm.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 (goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014) en herzien op 1 maart 2018.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
het gelijkvloers van een gebouw dat aan de openbare weg grenst, moet aan de straatzijde een verblijfs-, horeca-, kantoor- of handelsruimte bevatten met een raamopening aan de straatzijde zodat een regelmatig contact tussen de gebruiker(s) van het gebouw en de straat mogelijk is. De 3 grondgebonden woningen zowel als het appartementsgebouw worden aan beide straatzijden niet voldoende voorzien van een levendige plint;
er werden geen 50 fietsen opgetekend zoals beschreven, wel 37 stuks in de ondergrondse laag van het appartementsblok.
Bijkomend werd per woning 1 fiets te weinig opgetekend. (3 slaapkamers => 4 fietsen per woning nodig)
De helling is 22%. Indien de stal- en parkeerplaatsen ondergronds gerealiseerd worden moeten deze via een goed toegankelijke helling, een trap met fietsgoot of een lift bereikbaar zijn.
Vanaf 30 fietsstal- of fietsparkeerplaatsen dient er minimaal 1 elektrisch oplaadpunt aanwezig te zijn. Indien het aantal te voorziene fietsstalplaatsen van 30 of meer fietsplaatsen opgedeeld wordt in verschillende ruimten dient in elk van deze ruimten een elektrisch oplaadpunt aanwezig te zijn. Er werd geen oplaadpunt getekend op de plannen.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
De aanvraag valt onder bijlage III van het project-MER-besluit. Uit de project-MER-screening blijkt dat rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het project is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Het advies van Aquafin dient stipt nageleefd te worden.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat afbraak van een postkantoor met één appartement, dat wordt vervangen door nieuwbouw van één- en meergezinswoningen. De nieuwe woonfunctie is inpasbaar in de omgeving. De omgeving wordt namelijk gekenmerkt door hoofdzakelijk eengezinswoningen, en sporadisch meergezinswoningen. In de directe omgeving bevindt zich tevens het Districtshuis en een school.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag voorziet in totaal 18 woongelegenheden, waarvan 3 grondgebonden woningen en 15 appartementen.
Een wijzigingsverzoek werd aangevraagd met betrekking tot de ondergrondse parkeergarage. De parkeergarage wordt uitgebreid tot onder de grondgebonden woningen. De omgevingsaanleg komt hierdoor niet in het gedrang en de toegangen worden niet gewijzigd. Het aantal autostalplaatsen wijzigt volgens de aanvrager van 16 naar 22.
Bouwcode artikel 6 harmonie en draagkracht:
De omgeving wordt gekenmerkt door gezinswoningen met 1 à 2 bouwlagen en daarboven een zadeldak.
Echter wijkt het ontwerp af van de omgevingskenmerken. De appartementen worden namelijk vormgegeven als 3 volwaardige bouwlagen, en de grondgebonden woningen als 2 lagen met teruggetrokken daklaag.
De Welstandscommissie onderzocht verschillende voorgaande ontwerpen die wel volgens de omgevingskenmerken werden vormgegeven. Ze aanvaardden een afwijking op de harmonie als volgt:
“De rijwoningen hebben een zadeldak waardoor de richting dwars op de straat versterkt wordt en vreemd overkomt. Een volume met twee bouwlagen en een teruggetrokken daklaag zou beter aansluiten op het volume van de meergezinswoning.” Ze stelden als voorwaarde voor de woningen: “twee lagen en teruggetrokken daklaag in aansluiting op meergezinswoning”.
De aanvraag voldoet aan het Welstandsadvies, bijgevolg is de aangevraagde volumetrie ruimtelijk aanvaardbaar.
Bouwcode artikel 12 levendige plint:
Zowel bij de kopse gevel van het appartementsgebouw als bij de straatgevel van de grondgebonden woningen zijn de ramen klein in verhouding tot de gelijkvloerse voorgevelbreedte. Daardoor daalt het contact met de straat.
Echter staan de ramen in lijn met de daarboven gelegen ramen waardoor een evenwichtig gevelbeeld ontstaat. Bijkomend omvatten de achterliggende verblijfsruimtes voldoende licht en lucht door ramen in de andere gevels. Ook versterkt de zichtbare groene tuin op de hoek de levendigheid op het volledige terrein, waardoor de kleinere ramen niet als nadelig beschouwd worden in de optiek van een levendig en veilig openbaar domein.
De Welstandscommissie onderzocht het ontwerp en gaf gunstig advies, bijgevolg is de aangevraagde vormgeving ruimtelijk aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
Het gevelbeeld voldoet aan het advies van de Welstandscommissie en is ruimtelijk aanvaardbaar. De gevels worden vormgegeven in beige steenstrips, met champagnekleurig aluminium buitenschrijnwerk, balustrades en dorpels. Accenten zoals de horizontale uitkragende belijning wordt in witkleurig beton vormgegeven. De platte daken worden groen aangelegd.
Cultuurhistorische aspecten
Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatief gebied met een oppervlakte onder 3000 m² (2194 m²) en een ingreep in de bodem boven 1000 m² (1 580 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht.
Het perceel bevindt zich op de site waar vroeger een 18de-eeuwse historische hoeve stond. Hiervan worden mogelijk restanten aangesneden tijdens de geplande graafwerken. De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4).
Daarom wordt als voorwaarden opgelegd:
Bodemreliëf
Met uitzondering van grondwerken, funderingswerken en tuinaanleg in verschillende niveaus wijzigt het bodemreliëf niet.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 22 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw. Er worden in totaal 18 woningen voorzien. Het projectgebied ligt in ‘overig gebied’.
De totale parkeerbehoefte bedraagt 22 (5,25+6+10,8).
|
De plannen voorzien in 21 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Parkeerplaats 10 dient 2m80 breed te zijn omdat het een hoekplaats is.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 21.
Dit perceel betreft een hoekperceel in de dorpskern. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.
Er kunnen geen bijkomende parkeerplaatsen op het maaiveld aangelegd worden, vermits dit het kwalitatieve landschappelijk ontwerp van de buitenaanleg teniet zou doen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsenbedraagt 1.
Dit is het verschil tussen het aantal parkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren parkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Bijkomend wordt opgemerkt dat er weinig uitwijkmogelijkheden zijn ter hoogte van de toegang tot de parkeergarage. Er mogen geen conflicten ontstaan tussen verkeer dat de parkeergarage uitrijdt en verkeer dat de garage inrijdt.
Daarom wordt als voorwaarde opgelegd te zorgen voor extra beveiliging door middel van een lichtensysteem.
Bouwcode artikel 29 fietsstalplaatsen:
De totale fietsparkeerbehoefte bedraagt 49 fietsstalplaatsen. De aanvraag voorziet in totaal 37 stalplaatsen, dus principieel onvoldoende. Echter kunnen fietsen dubbelhoog gestapeld worden, en kunnen minstens 49 fietsen gestald worden. De hoogte van de ondergrondse laag laat dit ook toe.
Daarom wordt als voorwaarde opgelegd dat de fietsen dubbelhoog moeten gestapeld worden in hiertoe voorziene fietsrekken om te voldoen aan de fietsparkeerbehoefte.
Bijkomend wordt opgemerkt dat per grondgebonden woning slechts 3 inpandige fietsstalplaatsen voorzien worden. De bouwcode vereist 4 stalplaatsen voor een woning met 3 slaapkamers. In totaal ontbreken er dus 3 (voor elke woning 1).
De ontbrekende stalplaatsen kunnen wel voorzien worden in de ondergrondse parking van het appartementsgebouw. Daarbij wordt positief ervaren dat de voetgangerstoegang tot de ondergrondse fietsparking voldoende dichtbij de grondgebonden woningen is gelegen (via het erf waaraan de woningen grenzen).
Daarom is het aanvaardbaar om in de woningen slechts 3 fietsstalplaatsen te voorzien, en de 3 ontbrekende stalplaatsen in de ondergrondse fietsstalling.
Bijkomend wordt opgemerkt dat voor elektrische fietsen minstens 1 elektrisch oplaadpunt per 30 fietsstalplaatsen moet voorzien worden, dit staat niet op de plannen getekend. Dit wordt als voorwaarde opgelegd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Deze voldoen alle aan de vereiste woninggroottes en het nodige wooncomfort volgens de Bouwcode.
De twee bouwvolumes overschrijden de kenmerkende bouwhoogte niet, en houden rekening met lichten en zichten naar de aanpalers.
Elke wooneenheid wordt voorzien van een ruime buitenruimte.
En middels een groen aangelegde tuin met zitmeubilair wordt het perceel een aangename plek om te vertoeven.
Wat betreft de verordening Toegankelijkheid artikel 22 toegangen en deuropeningen, artikel 24 draairuimte en artikel 25 vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast de deur: De inkomdeuren vanaf de hal naar de appartementen beschikken niet alle over een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van minstens 50cm. Ook liggen de deurenklinken dieper dan 20cm achter het muurvlak, waardoor de draaicirkels van rolstoelpatiënten de deuren niet raakt. Daardoor wordt onvoldoende toegankelijkheid voor mindervaliden geboden.
Ondanks het gunstige advies van Inter wordt opgelegd dat elke toegangsdeur tot de appartementen moet voldoen aan de verordening toegankelijkheid. Daarbij moet de deurklink op maximaal 20cm diep ten opzichte van het muurvlak liggen, en moet de vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast de deur minstens 50cm zijn.
Langsheen de Cecilianenstraat bevindt zich een strook eigendom van AG Vespa (perceel 0438B). Dit is gelegen tussen het perceel en de straat. De ontwikkeling ontsluit over dit perceel.
De voorwaarden vanuit het standpunt Vespa worden opgelegd bij de vergunning:
Bijkomend groeien bomen aan beide straatzijden van het perceel.
De bijhorende voorwaarden vanuit het standpunt Groen en Begraafplaatsen worden opgelegd bij de vergunning:
Omtrent de randen van het perceel worden de voorwaarden vanuit het standpunt Ontwerp en Uitvoering bij de vergunning opgelegd:
Vanuit milieutechnisch oogpunt zijn er geen bezwaren ten overstaan van het voorliggende bouwproject. Wel wordt volgend advies gegeven:
- Een beschrijving van de resultaten van het vooronderzoek (o.b.v. DOV, bodemkaarten, hydrogeologische kaarten, studie ABO 2015 infiltratiegevoeligheid, …);
- Een beschrijving van het uitgevoerde grondonderzoek (sonderingen, boringen, metingen grondwaterpeil, pompproeven, doorlatendheidsproeven, …);
- een risico-inschatting (wat betreft verdroging, verzilting, verontreiniging en zettingen);
- een motivatie van de hydraulische parameters (via pompproef, putproef of bestaande literatuurgegevens);
- een beschrijving van het bemalingsconcept;
- een beschrijving van de afschermende maatregelen
- verticale waterremmende wanden (bv. berlinerwand, bentonietwand, secanspalen, …), al dan niet tot in een waterremmende grondlaag
- horizontale waterremmende laag
- retourbemaling of oppervlakte-infiltratie
- beperken duur van de bemaling;
- als geen retourbemaling mogelijk is: grondige motivatie en alternatief voorstel, een aanduiding van het lozingspunt, lozing op oppervlaktewater, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10m³/u;
- berekende grondwaterstanden voor en tijdens bemaling, inclusief de invloedstraal van de bemaling (op plan getekend - formule van Sichardt mag niet gebruikt worden voor de berekening van de invloedsstraal) en de bemalingsdebieten;
- een beschrijving van het monitoringprogramma.
De aansluiting op het openbare net in beheer van de rioolbeheerder wordt vanuit standpunt Aquafin/Waterlink ongunstig beoordeeld (bijlage), om onder andere volgende redenen:
- Er wordt voorzien om de infiltratievoorziening uit te voeren als infiltratiekratten. Mogelijk komen deze onder de geplande wegenis te liggen of in de nabijheid van bomen. Beide zijn niet aangewezen voor dit systeem. Bijkomend is dit systeem aanslibbingsgevoelig en moeilijker te onderhouden. Aquafin adviseert in dit dossier een open infiltratiesysteem;
- In het gebied is er mogelijk sprake van een hoge grondwaterstand. Er dienen infiltratieproeven uitgevoerd te worden om aan te tonen of infiltratie mogelijk is.
Bijkomend deelt Aquafin nog enkele aandachtspunten mee met betrekking tot de aansluiting hemelwater (RWA).
Echter nadat het ongunstig advies werd gegeven, voegde de aanvrager tijdens de procedure een open infiltratiebekken van 24.2m² toe op aangepaste plannen. Dit infiltratiebekken voldoet aan de verordening hemelwater en aan het advies van Aquafin/Waterlink.
Wel blijven daarmee de overige aandachtspunten van Aquafin/Waterlink gelden. Daarom wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd dat de aanvrager conform het advies van Aquafin/Waterlink de aandachtspunten met betrekking tot de aansluiting hemelwater (RWA) moet naleven. Met betrekking tot hoge grondwaterstand dienen infiltratieproeven uitgevoerd te worden om aan te tonen of infiltratie mogelijk is. Indien daardoor bijkomende vergunnings- of meldingsplichtige werken zouden plaatsvinden, dan is de aanvrager er uiteraard toe gehouden een correcte vergunning of meldingsakte aan te vragen en te bekomen.
Met betrekking tot brandveiligheid worden de voorwaarden van de brandweer bij de vergunning opgelegd (bijlage). Als voorwaarde wordt onder andere opgelegd:
Dit houdt in dat de aanleg van de oprit en tuin mogelijk licht wijzigt. Omdat de gebouwen en de tuin één ontwerpgeheel vormen, wordt daarom vanuit ruimtelijk standpunt als bijkomende voorwaarde opgelegd:
De aansluiting op het openbare net voor elektriciteit, aardgas en televisie wordt door Fluvius voorwaardelijk gunstig geadviseerd. Voor telefonie geeft Proximus eveneens voorwaardelijk gunstig advies. De voorwaarden worden bij de vergunning opgelegd (bijlage).
Vanuit het standpunt Verkeerspolitie wordt gunstig advies verleend.
Mits voldaan aan de voorwaarden voldoet de aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven; met het oog op voldoende toegang voor brandweervoertuigen kan het ontwerp van de tuin gewijzigd worden, maar moet het concept van de tuinaanleg bewaard blijven naar vergund model (zo min mogelijk verharding, zoveel mogelijk beplanting en bruikbaar groen, combinatie van laag- en hoogstammige beplanting);
2. de bijgevoegde voorwaarden van Fluvius zijn strikt na te leven;
3. de bijgevoegde voorwaarden van Proximus zijn strikt na te leven;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
5. met oog op voldoende toegankelijkheid voor auto’s moet bijkomend de toegang tot de ondergrondse parking voorzien worden van een lichtensysteem;
6. conform bouwcode artikel 29 moeten de voorziene fietsstalplaatsen in de ondergrondse laag dubbelhoog voorzien worden om te voldoen aan de fietsparkeerbehoefte van 49 fietsstalplaatsen. Bijkomend moet voor elektrische fietsen minstens 1 elektrisch oplaadpunt per 30 fietsen voorzien worden;
7. conform de verordening toegankelijkheid moet elke toegangsdeur tot de appartementen voldoen aan de artikel 22, 24 en 25. Daarbij moet de deurklink op maximaal 20cm diep ten opzichte van het muurvlak liggen, en moet de vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast de deur minstens 50cm zijn;
8. met het oog op mogelijke vondsten van een 18e-eeuwse hoeve in de ondergrond geldt bij graafwerken:
9. met het oog op een strook eigendom in eigendom van AG Vespa (perceel 0438B) moet de aanvrager een regeling treffen met de stad Antwerpen over de aankoop van deze grond. AG Vespa treedt op als contactpersoon;
10. met het oog op de bomen aan beide zijden van het perceel geldt:
11. met het oog op de randen van het perceel geldt:
12. met het oog op de aansluiting op het openbare net moet de aanvrager conform het advies van Aquafin/Waterlink de aandachtspunten met betrekking tot de aansluiting hemelwater (RWA) naleven. Met betrekking tot de hoge grondwaterstand dienen infiltratieproeven uitgevoerd te worden om aan te tonen of infiltratie mogelijk is. Indien daardoor bijkomende vergunnings- of meldingsplichtige werken zouden plaatsvinden, dan is de aanvrager er uiteraard toe gehouden een correcte vergunning of meldingsakte aan te vragen en te bekomen;
13. de studio’s 001, 003, 104, 105 en 202 moeten worden ingericht als studio, m.a.w. met slechts één verblijfsruimte die dienst doet als woon- en slaapkamer, met schrapping van de vaste binnenwand tussen slaapkamer en leefruimte.
Lastvoorwaarden
14.De aanpassingen aan het openbaar domein zullen worden uitgevoerd via het retributiereglement “herstellingen openbare ruimte na werkzaamheden (vanaf 1/1/2018)” en uitgevoerd onder begeleiding en toezicht van de stad. Alle noodzakelijke aanpassingen aan het openbaar domein zoals opgelegd in de voorwaarden en als gevolg van deze voorwaarden (boven- en ondergronds), zijn integraal ten laste van de aanvrager.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
19 juni 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
17 juli 2019 |
Start 1e openbaar onderzoek |
25 juli 2019 |
Einde 1e openbaar onderzoek |
23 augustus 2019 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag |
23 oktober 2019 |
Start 2e openbaar onderzoek |
8 november 2019 |
Einde 2e openbaar onderzoek |
7 december 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
29 december 2019 |
Verslag GOA |
19 december 2019 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
Wijzigingslus
De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke aanvraag te wijzigen.
Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de wijzigingen mee beoordeeld worden. De wijzingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
25 juli 2019 |
23 augustus 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
8 november 2019 |
7 december 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven; met het oog op voldoende toegang voor brandweervoertuigen kan het ontwerp van de tuin gewijzigd worden, maar moet het concept van de tuinaanleg bewaard blijven naar vergund model (zo min mogelijk verharding, zoveel mogelijk beplanting en bruikbaar groen, combinatie van laag- en hoogstammige beplanting);
2. de bijgevoegde voorwaarden van Fluvius zijn strikt na te leven;
3. de bijgevoegde voorwaarden van Proximus zijn strikt na te leven;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
5. met oog op voldoende toegankelijkheid voor auto’s moet bijkomend de toegang tot de ondergrondse parking voorzien worden van een lichtensysteem;
6. conform bouwcode artikel 29 moeten de voorziene fietsstalplaatsen in de ondergrondse laag dubbelhoog voorzien worden om te voldoen aan de fietsparkeerbehoefte van 49 fietsstalplaatsen. Bijkomend moet voor elektrische fietsen minstens 1 elektrisch oplaadpunt per 30 fietsen voorzien worden;
7. conform de verordening toegankelijkheid moet elke toegangsdeur tot de appartementen voldoen aan de artikel 22, 24 en 25. Daarbij moet de deurklink op maximaal 20cm diep ten opzichte van het muurvlak liggen, en moet de vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast de deur minstens 50cm zijn;
8. met het oog op mogelijke vondsten van een 18e-eeuwse hoeve in de ondergrond geldt bij graafwerken:
9. met het oog op een strook eigendom in eigendom van AG Vespa (perceel 0438B) moet de aanvrager een regeling treffen met de stad Antwerpen over de aankoop van deze grond. AG Vespa treedt op als contactpersoon;
10.met het oog op de bomen aan beide zijden van het perceel geldt:
11. met het oog op de randen van het perceel geldt:
12. met het oog op de aansluiting op het openbare net moet de aanvrager conform het advies van Aquafin/Waterlink de aandachtspunten met betrekking tot de aansluiting hemelwater (RWA) naleven. Met betrekking tot de hoge grondwaterstand dienen infiltratieproeven uitgevoerd te worden om aan te tonen of infiltratie mogelijk is. Indien daardoor bijkomende vergunnings- of meldingsplichtige werken zouden plaatsvinden, dan is de aanvrager er uiteraard toe gehouden een correcte vergunning of meldingsakte aan te vragen en te bekomen;
13.de studio’s 001, 003, 104, 105 en 202 moeten worden ingericht als studio, m.a.w. met slechts één verblijfsruimte die dienst doet als woon- en slaapkamer, met schrapping van de vaste binnenwand tussen slaapkamer en leefruimte.
Lastvoorwaarden
14.De aanpassingen aan het openbaar domein zullen worden uitgevoerd via het retributiereglement “herstellingen openbare ruimte na werkzaamheden (vanaf 1/1/2018)” en uitgevoerd onder begeleiding en toezicht van de stad. Alle noodzakelijke aanpassingen aan het openbaar domein zoals opgelegd in de voorwaarden en als gevolg van deze voorwaarden (boven- en ondergronds), zijn integraal ten laste van de aanvrager.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.