Terug
Gepubliceerd op 29/12/2019

2019_CBS_10774 - Omgevingsvergunning - OMV_2019127074. Vosstraat 304 . District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 27/12/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_10774 - Omgevingsvergunning - OMV_2019127074. Vosstraat 304 . District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_10774 - Omgevingsvergunning - OMV_2019127074. Vosstraat 304 . District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019127074

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Hedwige Van Rymenam met als adres Vosstraat 304 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Vosstraat 304 te 2100 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 22sectie A nr. 313Z10

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          01/01/1948: vergunning (626#10993) voor het oprichten van een woning.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          eengezinswoning met 2 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;

-          hoofdvolume met een uitbouw rechts achteraan;

-          de voorgevel werd afgewerkt met rode baksteen in horizontaal en verticaal metselverband.

 

Huidige toestand

 

-          de voorgevel bevat buitenschrijnwerk in metaal en PVC in beige kleurstelling;

-          uitbreiding op het gelijkvloers en de eerste verdieping achteraan met een extra uitbouw / veranda (keuken).

 

Gewenste toestand

 

-          eengezinswoning met 3 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;

-          een derde bouwlaag afgewerkt in hout onder plat dak;

-          het nieuw schrijnwerk wordt voorzien in aluminium in donkere kleurstelling;

-          de extra ruimte wordt ingericht als extra leefruimte en inpandig terras.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          verbouwen van een eengezinswoning;

-          voorzien van een extra bouwlaag;

-          plaatsen van een interne trap.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart

9 november 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    nieuwe scheidingsmuren dienen minstens een brandweerstand van Rf 2 uur te hebben;

het gedeelte van de scheidingsmuren dienen een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak te hebben. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden;

  • artikel 38 Groendaken:
    het nieuw plat dak wordt niet als groendak voorzien.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

 

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

 

De betreffende woning is onderdeel van een rijbebouwing bestaande uit woningen met twee en drie bouwlagen onder een plat of hellend dak. Voorliggende aanvraag betreft het voorzien van een derde bouwlaag met leefruimte en een inpandig terras van ongeveer 11 m². De geplande werken passen in het gabarit van de naastliggende bebouwing. De voorgestelde bouwhoogte en bouwdiepte van de nieuwe laag is in overeenstemming met de hoogtes en dieptes van de hoofdbouwen in de straat. De werken zijn dan ook verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

In de aanvraag wordt vermeld dat het gelijkvloers en de eerste verdieping ongewijzigd blijven. Echter zijn er in de bestaande toestand werken gebeurd tegenover de laatst vergunde toestand. Op het gelijkvloers en de eerste verdieping werd de bestaande rechtse uitbreiding perceel breed uitgevoerd tot op een bouwdiepte van respectievelijk 10 m en 9,18 m. Gelet op het feit dat de bestaande koer, volledig omringd door scheimuren, over weinig kwaliteit beschikt en een meer kwaliteitsvolle buitenruimte voorzien wordt in de nieuwe bouwlaag kunnen de wijzigingen tegenover de laatst vergunde toestand stedenbouwkundig aanvaard worden.

 

In voorliggende aanvraag wordt het plat dak van de nieuwe verdieping niet voorzien van een groendak. Dit is in strijd met artikel 38 van de bouwcode. Het nieuw plat dak van ongeveer 45 m² moet worden voorzien van een groendak. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De nieuwe daklaag wordt afgewerkt met houten gevelbekleding en voorzien van donker aluminium buitenschrijnwerk. De voorgevel ter hoogte van het gelijkvloers en de eerste verdieping blijft ongewijzigd. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan niet ingestemd worden met de voorgestelde houten afwerking aan de voorgevel omdat dit atypisch is voor een daklaag en niet kenmerkend in de omgeving van het pand. Bijkomend wordt er geen kroonlijst voorzien aan de voorgevel.

 

Als voorwaarde wordt opgelegd een kroonlijst te voorzien ter hoogte van de tweede verdieping en de nieuwe daklaag boven de kroonlijst af te werken met donkergrijze of zwarte leien.

 

Veiligheid in het algemeen

 

Volgens de plannen worden de scheidingsmuren op de linkse en rechtse perceelgrens ter hoogte van de nieuwe verdieping niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Aangezien het dak moet voorzien worden van een groendak, kan afgeweken worden van een minimale opstand van 30cm wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed aanwezig is. Dit wordt eveneens opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot

 

De beperkte scheimuurwijziging op de eerste verdieping tegenover de laatst vergunde toestand resulteert niet in een hinder die in een stedelijke omgeving de gangbare normale burenhinder zal overschrijden. De nieuwe daklaag wordt voorzien binnen de bouwdieptes van de hoofdbouwen in de straat.

 

In de nieuwe daklaag wordt aan de achtergevel een inpandig terras voorzien. Het terras is niet in overeenstemming met artikel 678 tot 680 van het Burgerlijk Wetboek inzake schuine zichten op het naastliggend goed. Om de privacy van de naastliggende percelen te garanderen moet de gevelopening van het inpandig terras op een afstand van 0,60 m van de linkse en rechtse perceelgrens worden voorzien, zoals in het rood aangeduid op de plannen. Dit wordt als voorwaarde opgenomen in de vergunning.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot en is de aanvraag in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het nieuw plat dak als groendak voorzien, conform artikel 38 van de bouwcode;

2.      ter hoogte van de dakopstand van de aangepaste scheidingsmuur een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) te voorzien van minstens 30 cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;

3.      een kroonlijst voorzien aan de voorgevel en de nieuwe daklaag daarboven afwerken met donkergrijze of zwarte leien;

4.      de gevelopening van het inpandig terras op een afstand van 0,60 m van de perceelgrenzen voorzien, zoals op de plannen in het rood aangeduid;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 oktober 2019

Volledig- en ontvankelijk

8 november 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

7 januari 2020

Verslag GOA

19 december 2019

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Er werd 1 bezwaarschrift ingediend.
Dit bezwaar laat zich als volgt samenvatten:

1.      Vrees voor schade: het bezwaar tegen mogelijke schade aan het huis van bezwaarindiener;

Beoordeling:

Het bezwaar tegen mogelijke schade van het aangrenzend eigendom betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke afspraken vóór en tijdens de uitvoer der werken.

Het bezwaar is ongegrond.

 

2.      Schenden van de privacy: het bezwaar tegen verlies van privacy door inkijk in de woning van de bezwaarindiener en inkijk in de tuin;
Beoordeling:

Het Burgerlijk Wetboek verplicht een minimumafstand voor het creëren van rechtstreekse en schuine zichten op een aanpalend erf. De aanvraag voldoet inderdaad niet aan artikel 678 tot 680 van het Burgerlijk Wetboek inzake schuine zichten op het naastliggend goed. In voorwaarde wordt opgenomen de gevelopening van het inpandig terras te voorzien op een afstand van 0,60 m van de perceelgrens, zoals in het rood aangeduid op de plannen.

Het bezwaar is gegrond.

 

3.      Daling rendement zonnepanelen: het bezwaar dat door de realisatie van het project mogelijks zonlicht wordt weggenomen op de toekomstige zonnepanelen van de bezwaarindiener, waardoor de opbrengst van deze panelen zakt;

Beoordeling:

Het is correct dat het geplande project hoger reikt dan de kroonlijst van de aanpalende woning, waardoor het niet uitgesloten is dat rechtstreeks zonlicht weggenomen wordt van de zonnepanelen gedurende een moment van de dag. Toch is er geen sluitend verband tussen de wegname van zonlicht en de financiële gevolgen aangetoond. De bouwhoogte in voorliggend project is inpasbaar in het straatbeeld en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het nieuw plat dak als groendak voorzien, conform artikel 38 van de bouwcode;

2.      ter hoogte van de dakopstand van de aangepaste scheidingsmuur een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) te voorzien van minstens 30 cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;

3.      een kroonlijst voorzien aan de voorgevel en de nieuwe daklaag daarboven afwerken met donkergrijze of zwarte leien;

4.      de gevelopening van het inpandig terras op een afstand van 0,60 m van de perceelgrenzen voorzien, zoals op de plannen in het rood aangeduid;

5.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.