Terug
Gepubliceerd op 29/12/2019

2019_CBS_10778 - Omgevingsvergunning - OMV_2019076506. Paardebloemlaan 35 en 37. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 27/12/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_10778 - Omgevingsvergunning - OMV_2019076506. Paardebloemlaan 35 en 37. District Ekeren - Goedkeuring 2019_CBS_10778 - Omgevingsvergunning - OMV_2019076506. Paardebloemlaan 35 en 37. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019076506

Gegevens van de aanvrager:

BVBA Bouwwerken Versnel met als adres Merksemsebaan 264 te 2110 Wijnegem

Ligging van het project:

Paardebloemlaan 35 en 37 te 2180 Ekeren

Kadastrale gegevens:

afdeling 35sectie F nr. 223K

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van twee eengezinswoningen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          09/07/1998: vergunning (199841) voor het verkavelen van gronden in 53 loten.

Vergunde en huidige toestand

-          braakliggend, waarbij de percelen worden gebruikt als groetentuin – er zijn momenteel een serre en een tuinhuis op de gronden aanwezig;

-          de eengezinswoningen rondom beschikken over twee bouwlagen onder zadeldak en op het gelijkvloers een bouwdiepte die varieert tussen 9 meter en 13 meter;

-          de bouwdiepte op de verdieping en de dakbasis bedragen 9 meter;

-          de gevels zijn doorgaans opgetrokken in grijsbruin tot roodbruine gevelsteen.

Gewenste toestand

-          2 nieuwbouw eengezinswoningen, in rijbebouwing, volgens de voorschriften van de van kracht zijnde verkaveling.

Inhoud van de aanvraag

-          afbraak van de serre en het tuinhuis;

-          het bouwen van twee eengezinswoningen, binnen de goedgekeurde verkaveling, dewelke beschikken over twee bouwlagen onder hellend dak en gelijkvloers voorzien zijn van een inpandige garage;

-          de gevels van de woningen worden opgetrokken in lichtgrijs genuanceerde gevelsteen en het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in antracietkleurig aluminium.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

3 oktober 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied dat op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het Romeinse cijfer II overdrukt is.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 17C De Bist, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 15 juli 1997. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: plaatsen bestemd voor gekoppelde, aaneengesloten, gegroepeerde en vrijstaande bebouwing bepaald door de in de zone 'b1'aangegeven coefficienten en voorschriften en plaatsen bestemd voor openbare gebouwen en voor gebouwen met publieke functies.

 

(Bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt in de verkaveling EK/1994/V/0010, goedgekeurd op 9 juli 1998, meer bepaald in lot(en) 2 en 3.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden op het volgend punt:

-          artikel 0.03 – Afwijking van de bebouwingsvoorschriften, dewelke stellen dat indien reeds een bestaand gebouw op de site aanwezig is, zonder meer dient aangesloten te worden qua voorgevelhoogte, de kleur van het gevelmateriaal en dakvorm en –bedekking. Betreffende is hier niet het geval inzake voorgevelhoogte en kleur van gevelmateriaal.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

De  percelen zijn gelegen volgens de watertoetskaarten in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

Mogelijke schadelijke effecten voor het water zouden kunnen ontstaan door wijziging van de kwaliteit van het oppervlaktewater of het grondwater, wijziging van infiltratie naar het grondwater, wijziging van de grondwatervoorraden en het grondwaterstromingspatroon, wijziging van het overstromingsregime, het afvoergedrag of de structuurkwaliteit van de waterloop, en wijziging van waterafhankelijke natuur.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de BGO Wonen.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag vertoont afwijkingen inzake artikel 0.03 van de geldende verkaveling, dat onder andere stelt dat dient aangesloten te worden qua voorgevelhoogte en kleur van gevelmaterialen met reeds bestaande gebouwen op de site. De voorgevels worden in deze ± 95 cm hoger uitgevoerd dan het bestaande en links aanpalende gebouw, terwijl voor materialen in een grijstint werd gekozen, daar waar het buurgebouw eerder in bruine schakeringen werd uitgevoerd.

De visuele afwijking inzake kleurtint is zeer beperkt te noemen en geenszins contrasterend; algemeen gezien kan er in deze buurt voor betreffende kleuren wel degelijk gesproken worden van een harmonieus geheel, aangezien nog andere gebouwen in dit straatdeel hierover beschikken.

Ook de afwijking qua hoogte, slechts 95 cm, is beperkt te noemen, mede door het feit dat de voorgestelde hoogte, 6,90 m, geenszins vreemd is aan een typologie van 2 bouwlagen onder hellend dak. Bovendien valt vermelde kroonlijsthoogte binnen het maximum dat binnen de verkaveling wordt gestipuleerd, waardoor kan besloten worden dat deze in overeenstemming is met op zijn minst de geest van vermeld voorschrift.

Gelet op bovenstaande wordt geadviseerd aan het college om de  afwijkingen te bekrachtigen.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt het optrekken van 2 nieuwe eengezinswoningen, in rijbebouwing, en gelet op de overeenstemming van de woonfunctie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van de geldende verkaveling, is er sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

 

Voor projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeerbehoefte 1 parkeerplaats per unit; gelet op het feit dat de aanvraag de nieuwbouw van slechts 2 eengezinswoningen betreft, is de werkelijke parkeerbehoefte in deze dan ook 2.

 

De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2 – 2 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 2 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De volumetrie van beide op te trekken nieuwbouwwoningen is grotendeels in overeenstemming met de specifieke voorschriften opgenomen in de geldende verkaveling, uitgezonderd het artikel dat stelt dat dient aangesloten te worden bij de hoogte van reeds bestaande gebouwen. Gelet echter op het feit dat het verschil in hoogte beperkt blijft tot ongeveer 95 cm, dat de voorziene hoogte van 6,95 m zonder meer aanvaardbaar is voor een typologie van 2 bouwlagen onder hellend dak en deze bovendien binnen de opgelegde grenzen valt van wat dienaangaande in de verkaveling is opgenomen, kan gefundeerd gesteld worden dat de afwijking ruimtelijk aanvaardbaar is. Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

De te hanteren materialen, lichtgrijze gevelsteen, donkergrijze dakpannen en antracietkleurig schrijnwerk, zijn niet geheel conform het artikel dat stelt dat de kleurtint van bestaande en aangrenzende bebouwing dient te worden overgenomen; in dit geval is dat een bruine gevelsteen. Er zijn echter reeds voldoende gebouwen aanwezig in de onmiddellijke omgeving, waarvan zelfs een aantal gelegen binnen dezelfde verkaveling, die over een gelijkaardige tint beschikken. Er is dus alleszins sprake van een degelijke visuele inpassing in het bestaande straatbeeld. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg gunstig.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 september 2019

Volledig- en ontvankelijk

3 oktober 2019

Start openbaar onderzoek

11 oktober 2019

Einde openbaar onderzoek

9 november 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

16 januari 2020

Verslag GOA

19 december 2019

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

11 oktober 2019

9 november 2019

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.