Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019128699 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA blowUP media Belgium met als adres Leopold de Waelplaats 6 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Desguinlei 84 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 10sectie K nr. 26H2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
plaatsen van tijdelijke gevelreclame op een steigerdoek |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 04/03/2005: vergunning (20043515) voor het verbouwen van een kantoor met garages tot een winkel;
- 07/10/2016: weigering (20161528) voor het regulariseren van het verbouwen van een appartement naar twee appartementen.
Vergunde en huidige toestand
- hoekpand met winkel op het gelijkvloers en 1 woonentiteit op de verdiepingen;
- volume van 3 bouwlagen onder een plat dak.
Gewenste toestand
- plaatsen van steigerdoeken aan de voorgevel.
Inhoud van de aanvraag
- plaatsen van gevelreclame op steigerdoeken:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer |
4 november 2019 |
29 november 2019 |
Ongunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de ramen van de gelijkvloerse winkelruimte zijn afgeplakt waardoor het contact met de straat verdwijnt;
door de ramen van het gelijkvloers af te plakken en het reclamedoek voor de ramen te hangen krijgen de verblijfsruimtes geen licht en lucht;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is in strijd met artikel 12, 24 en 32 van de bouwcode.
Tevens werd er advies gevraagd aan het Agentschap Wegen & Verkeer. Het advies is ongunstig omwille van strijdigheden met direct werkende normen binnen de beleidsvelden waarvoor het Agentschap bevoegd is en omdat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten van het Agentschap. Conform artikel 4.3.3. VCRO moet de vergunning worden geweigerd.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De aanvraag omvat het plaatsen van publiciteit tegen de voorgevels van het hoekgebouw. Er werd geen omgevingsvergunning aangevraagd en/of afgeleverd voor gevelwerken aan het gebouw en er werd bovendien geen bewijs voorgelegd voor meldingsplichtige of niet-vergunningsplichtige gevelwerken. De functionele inpasbaarheid kan in dat opzicht niet verantwoord worden.
Tevens bevindt de aangevraagde constructie zich op het openbare domein van de gewestweg. Dit is niet toegelaten zonder een domeinvergunning ervoor te bekomen van het Agentschap Wegen & Verkeer. Er werd nog geen vergunning aangevraagd voor de ingebruikneming van het openbaar domein. Dergelijke domeinvergunning kan ook niet toegestaan worden omdat het gevraagde niet verenigbaar is met het beleid inzake het beheer van het domeingoed zodat het Agentschap Wegen en Verkeer de domeinvergunning zou moeten weigeren. Ook de omgevingsvergunning moet dus geweigerd worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat deze aanvraag betrekking heeft op zaakgebonden / niet-zaakgebonden publiciteit.
Visueel-vormelijke elementen
Publiciteit mag geen afbreuk doen aan de globale beeldkwaliteit van een straat en moet dus om evidente reden beperkt en discreet blijven in omvang en uitstraling.
De gewenste reclame aan de gevel langs de Desguinlei heeft een afmeting van 11,75 op 8 meter. Aan de gevel langs de Karel Oomsstraat heeft de reclame een afmeting van 7 op 8 meter. De publiciteit bedekt de gevels zo goed als volledig.
De grootte (breedte, hoogte, doorlopend of uitgesneden letters of logo, ...) van de publiciteit is bijgevolg niet in verhouding met de maat van het gebouw. Bovendien verstoort de publiciteit de beeldkwaliteit van de omgeving op onaanvaardbare wijze.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Publiciteit mag geen hinder veroorzaken voor de verblijfsruimtes van een gebouw en mag om die reden niet voor raamopeningen geplaatst worden. Een levendige straat is een aangename straat om in te wonen of te wandelen. Met het oog op het creëren van levendige straten is het belangrijk dat de gebouwen in de straat een levendige plint hebben. Het beplakken van de ramen op het gelijkvloers zorgt ervoor dat de levendige plint verdwijnt waardoor het contact tussen de verblijfsruimtes en de straat onmogelijk wordt. Tevens krijgen de verblijfsruimtes door het beplakken van de ramen en het plaatsen van steigerdoeken aan de gevel geen licht en lucht. Ook daarom wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.
Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met uitzicht en voldoende ventilatie van de woning met verse lucht zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de bewoners en voor een minimum verblijfskwaliteit van elke woning. Bovendien betreft het hier een hoekpand dat in vergelijking met de andere panden op de R10 naar voor komt. Het staat dus dichter bij de weg. Vlak voor het pand ligt het zeer drukke kruispunt R10 Desguinlei met de Karel Oomsstraat en de Gerard Le Grellelaan. Er ligt hier eveneens een dubbelrichtingsfietspad. Publiciteitsinrichtingen langs de wegen hebben net het doel om de aandacht van de weggebruiker te trekken waardoor deze afgeleid wordt. Het Agentschap komt na toetsing van de risico’s op het vlak van de verkeersveiligheid tot het besluit dat de aangevraagde publiciteitsinrichting ontoelaatbaar is.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van de strijdigheden met de goede ruimtelijke ordening en direct werkende normen binnen de beleidsvelden van het Agentschap Wegen en Verkeer.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
14 oktober 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
4 november 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
3 januari 2020 |
Verslag GOA |
11 december 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.