Terug
Gepubliceerd op 23/09/2019

2019_CBS_07529 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2019096843. Scheldelaan 420. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/09/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_07529 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2019096843. Scheldelaan 420. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_07529 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2019096843. Scheldelaan 420. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2019096843

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV ELECTRABEL met als adres Simon Bolivarlaan 34 te 1000 Brussel

Ligging van het project:

Scheldelaan 420 te 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 16sectie F nrs. 241Z2 en 241G3

Inrichtingsnummer:

20190703-0071 (Engie Electrabel WKK Covestro)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

WKK-installatie: verandering door wijziging, uitbreiding en toevoeging.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

-          Op 20 augustus 1998 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1998/AN5/1998/B/0247) voor het bouwen van productiegebouwen voor een cogeneratie-eenheid, gelegen Scheldelaan 420 te Antwerpen.;

-          Op 27 januari 2017 verleende de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar een stedenbouwkundige vergunning (8.00/11002/244322.163) voor het plaatsen van een ketel voor de verbranding van BPA-resthars.

 

Voorgeschiedenis milieu

Op 20 oktober 2005 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren van een warmtekrachtkoppelingseenheid (WKK), voor een termijn verstrijkend op 20 oktober 2025. Er werden sindsdien nog diverse vergunningen voor veranderingen verleend door de deputatie.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft de bijstook met een restgas en de uitbreiding met enkele toestellen.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

39.1.3°

stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van meer dan 5.000 liter;

+4.000 liter

39.2.1°

stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van 300 liter tot en met 5.000 liter;

+1.700 liter

43.1.3°

stookinstallaties zonder elektriciteitsproductie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW;

-5.000 kW

43.3.2°

het stoken in installaties, inclusief stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer;

-5 MW

43.4.

installaties voor het verbranden van brandstof met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW, met uitzondering van installaties voor het verbranden van gevaarlijke afvalstoffen of huishoudelijk afval.

-5 MW

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

De bemonstering en analyse van de verontreinigende stoffen in kwestie en de metingen van procesparameters, alsook de referentiemeetmethoden om de geautomatiseerde systemen te ijken, worden uitgevoerd volgens de meetmethoden, vermeld in bijlage 4.4.2. Als er geen meetmethoden zijn opgenomen in deze bijlagen, worden de volgende methoden toegepast:

1° de methoden, vermeld in de toepasselijke bepalingen in de wetten, decreten en besluiten die van toepassing zijn in het Vlaamse Gewest;

2° de methoden, vermeld in Belgische normen die uitgegeven zijn door het NBN;

3° de methoden, vermeld in normen die uitgegeven zijn door het Comité Européen de Normalisation (CEN);

4° de methoden, vermeld in normen die uitgegeven zijn door de International Organisation for Standardization (ISO);

5° de methoden van een in die materie onderlegde instelling of erkend laboratorium, die door het referentielaboratorium van het Vlaamse Gewest, vermeld in artikel 4, §1, 36°, van het VLAREL, en de afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning, geschikt bevonden zijn.

 

De volgorde, vermeld in het eerste lid, is bepalend. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, kan de methoden, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, nader bepalen. In de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit kan worden toegestaan dat de meetmethoden, vermeld in het eerste lid, vervangen worden door andere controles die de emissiewaarden met een gelijkwaardige nauwkeurigheid kunnen bepalen, met goedkeuring door een erkend MER-deskundige in de discipline lucht als vermeld in artikel 6, 1°, d), van het VLAREL. Als de voormelde andere controles komen in aanmerking:

1° de continue vaststelling van de doeltreffendheid van de installaties tot emissievermindering;

2° de continue vaststelling van de samenstelling van de brandstoffen of van de verwerkte stoffen of van de procesomstandigheden;

3° enige andere gelijkwaardige controle;

4° het opmaken van massabalansen.

 

Voorgestelde bijstelling:

Voor de berekening van de totale emissie van de WKK wordt de mengregel toegepast. Hiervoor dient een debietgewogen concentratie berekend te worden en is het dus nodig om ook de debieten van beide rookafvoeren (recuperatieketel + combustor) te meten of berekenen.

De bijstook van het restgas zal op de bestaande branders in de recuperatieketel gebeuren. Deze bijstook werd aan de bestaande berekeningen toegevoegd en geattesteerd door een erkend MERdeskundige in de discipline lucht (zie bijlage). De bijstook van het restgas zorgt niet voor een wijziging van het vermogen van de recuperatieketel.

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen - milieu

8 augustus 2019

5 september 2019

Gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond het project is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Kanaaldok B1 – Gebied voor waterweginfrastructuur. Ten zuiden van het project en evenwijdig met de Scheldelaan lopen twee overdrukken met als aanduiding Leidingstraat. De Scheldelaan op circa 310 meter ten westen van het project heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Aan de overzijde van de Scheldelaan geldt voor de Scheldedijk het bestemmingsvoorschrift Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’.

 

Ten westen van de Scheldelaan, op circa 410 meter, is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen Natuurgebieden (N) en Bijzondere Natuurgebieden (NH).

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Toegankelijkheid: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Het voorwerp van de aanvraag betreft het aanpassen van de procesbeschrijving en een bijstelling van de milieuvoorwaarden. Tevens worden er een stoomvat met een inhoud van 1.700 liter en een verdamper van 4.000 liter bijgeplaatst.

De aanvraag lijkt enkel van vergunningsplicht vrijgestelde stedenbouwkundige handelingen te omvatten. Volgens het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, is de plaatsing van constructies binnen het gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven met een grondoppervlakte kleiner dan 200 m² en hoogte lager dan 20 meter, binnen bepaalde randvoorwaarden vrijgesteld van stedenbouwkundige vergunningsplicht. Aan deze randvoorwaarden lijkt voldaan.

De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Electrabel nv baat een WKK uit op de terreinen van Covestro nv. Met onderhavige aanvraag wenst men de procesvoering van de WKK te veranderen. Bij Covestro wordt er een spui geproduceerd die momenteel nog in de eigen reformer oven verbrand wordt, maar in de toekomst (2020) naar de WKK zal geleid worden.

In dit kader vroeg Covestro recent een omgevingsvergunningsaanvraag (OMV2019060012) aan voor de uitbreiding met een compressor in functie van het doorpompen van de spui naar de WKK.

 

De spui, voornamelijk bestaande uit waterstof en stikstof, zal dus dienen als restbrandstof. De te verbranden hoeveelheden van deze restbrandstof zal maximaal 1.500 Nm³/uur bedragen. Dit debiet komt overeen met maximaal 2,3 % van het totaal thermisch vermogen. In hoofdzaak zal nog steeds aardgas als brandstof voor de WKK worden gebruikt. In het aanvraagdossier wordt gesteld dat reeds in de basisvergunning werd opgenomen dat waterstof kan worden bijgestookt. In het MER werd dit eveneens opgenomen.


De spui wordt beschouwd als restbrandstof, niet als afval. De WKK is niet vergund voor de verbranding van afvalstoffen.

 

Er wordt BPA-restbrandstof van Covestro meeverbrand in de WKK (reeds vergund). Voor de bijstook met BPA-restbrandstof wordt een gedeelte van de rookgassen van de gasturbine naar een extra verdamper (BPA combustor) afgeleid en niet naar de recuperatieketel. Er worden emissiemetingen uitgevoerd op de rookgasafvoer van de BPA-combustor. De bestaande metingen van op de schouw van de recuperatieketel bleven behouden. De rookgassen van de combustor en recuperatieketel worden via één emissiepunt geëmitteerd. Voor de berekening van de totale emissie van de WKK wordt de mengregel toegepast. Hiervoor dient een debietgewogen concentratie berekend te worden en is het dus nodig om ook de debieten van beide rookafvoeren (recuperatieketel en combustor) te meten of berekenen.

 

Men vraagt een bijstelling van artikel 4.4.4.2§2 van titel II van het VLAREM aangaande meetmethoden. Het gebruik van debietsberekeningen is volgens dit artikel toegelaten, mits goedkeuring door een erkend MER-deskundige in de discipline lucht. Het aanvraagdossier bevat een attestatierapport van een erkend MER-deskundige lucht waarin wordt weergegeven dat de H2/N2 samenstelling zal berekend worden op basis van een continue volumetrische debietsmeting en de opvolging van de netto calorische waarde van de bijkomende gasstroom (spui). Op basis hiervan kan het bijkomende afgasdebiet afkomstig van de verbranding van de extra processtroom bepaald worden.

 

Verder wenst men een bijkomend stoomvat met een individuele inhoud van 1.700 liter en een verdamper (stoomgenerator) met een individuele inhoud van 4.000 liter te laten vergunnen.

Er wordt opgemerkt dat de exploitant de verdamper indeelt in indelingsrubriek 39.1.3, maar 39.1.2 eerder van toepassing is aangezien de individuele inhoud van de verdamper minder dan 5.000 liter bedraagt.

 

Ten gevolge van de installatie van de BPA-combustor werden een aantal branders van de recuperatieketel buiten dienst genomen. Door het uit dienst nemen van deze branders vermindert het vergund vermogen voor de stookinstallaties, inclusief gasturbines, met 5 MW.

 

Met onderhavige aanvraag wordt het kadastrale perceel 16-F-241/G3 ook toegevoegd aan de vergunning van de ingedeelde inrichting of activiteit. De bestaande BPA combustor staat gedeeltelijk op dit perceel.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

39.1.3°

stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van meer dan 5.000 liter;

+4.000 liter

39.2.1°

stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van 300 liter tot en met 5.000 liter;

+1.700 liter

43.1.3°

stookinstallaties zonder elektriciteitsproductie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW;

-5.000 kW

43.3.2°

het stoken in installaties, inclusief stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer;

-5 MW

43.4.

installaties voor het verbranden van brandstof met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW, met uitzondering van installaties voor het verbranden van gevaarlijke afvalstoffen of huishoudelijk afval.

-5 MW

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

5 augustus 2019

Start openbaar onderzoek

13 augustus 2019

Einde openbaar onderzoek

11 september 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

24 september 2019

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

13 augustus 2019

11 september 2019

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 3

Dienst Taak
SW/V Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.