Terug
Gepubliceerd op 23/09/2019

2019_CBS_07511 - Omgevingsvergunning - OMV_2019088456. Oudebareellei 36. District Merksem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 20/09/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_07511 - Omgevingsvergunning - OMV_2019088456. Oudebareellei 36. District Merksem - Weigering 2019_CBS_07511 - Omgevingsvergunning - OMV_2019088456. Oudebareellei 36. District Merksem - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019088456

Gegevens van de aanvrager:

Vladimir en Thanas Gogu - Gogu met als contactadres Oudebareellei 23 bus 3 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Oudebareellei 36 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 41sectie B nr. 312K5

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          20/02/1992: vergunning (1974#285) voor het verbouwen van een gevelpui;

-          15/06/1995: vergunning (199593) voor het verbouwen van de polyvalente ruimte;

-          28/10/1999: vergunning (19992575) voor het overdekken van de leeggoedruimte.

 

Vergunde en huidige toestand

 

-          het gebouw heeft vier bouwlagen waarvan één in het zadeldak;

-          het gebouw bevat een handelsruimte op het gelijkvloers, een woonentiteit op de eerste verdieping met een deel op de tweede verdieping en een woonentiteit op de resterende tweede verdieping, de derde verdieping is een zolderverdieping;

-          de gevels van het gebouw zijn bepleisterd in een witte kleur.

 

Gewenste toestand

 

-          verbouwen van een meergezinswoning;

-          de bestaande twee woongelegenheden in het gebouw worden naar vijf woongelegenheden gebracht;

-          de winkelruimte op de gelijkvloerse verdieping blijft behouden en er worden geen verbouwingswerken aan uitgevoerd;

-          ophogen scheimuur en aanpassen van de dakhelling;

-          interne constructieve werken;

-          bouwen van een nieuwe kelder voor fietsen- en vuilnisberging;

-          bouwen van terrassen aan de voorgevel;

-          de gevels van het gebouw blijven bepleisterd in een witte kleur;

-          door het opsplitsen van het meergezinsgebouw in 5 woningen is de gemiddelde nettovloeroppervlakte van alle woningen 73,87 m².

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          verbouwen van een meergezinswoning;

-          de bestaande twee woongelegenheden in het gebouw naar vijf woongelegenheden brengen;

-          de winkelruimte op het gelijkvloers behouden en er worden geen verbouwingswerken aan uitgevoerd;

-          uitvoeren van interne constructieve werken waaronder het verlagen van de vloeren en het plaatsen van een nieuwe trapkoker;

-          bouwen van een nieuwe kelder voor fietsen- en vuilnisberging;

-          ophogen scheimuur en aanpassen van de dakhelling;

-          wijzigen raamopeningen en bouwen van terrassen aan de voorgevel;

-          de gevels van het gebouw blijven bepleisterd in een witte kleur;

-          door het opsplitsen van het meergezinsgebouw in 5 woningen is de gemiddelde nettovloeroppervlakte van alle woningen 73,87 m²;

-          met betrekking tot de oppervlakte van de aangevraagde zelfstandige woningen zijn volgende gegevens beschikbaar:

  • 1 drie-slaapkamerappartementen met een netto-oppervlakte van ca. 117 m²;
  • 4 één-slaapkamerappartementen met een netto-oppervlakte van ca. 63 m².

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer

7 augustus 2019

6 september 2019

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

7 augustus 2019

6 september 2019

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

7 augustus 2019

19 augustus 2019

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

7 augustus 2019

7 augustus 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

7 augustus 2019

9 augustus 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gemengd woongebied en industriegebied. De gebieden die als gemengd woon- en industriegebied zijn aangeduid, zijn bestemd voor wonen en voor de andere in artikel 5.1.0. van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. Bedoelde functies alsmede voor de instandhouding en de gerechtvaardigde uitbreiding van de bedrijven die er gevestigd zijn. Wanneer die bedrijven hun huidige bedrijfsactiviteit niet meer voortzetten en geen andere activiteiten die tot dezelfde bedrijfssector behoren, uitoefenen, krijgt het betrokken gebied uitsluitend en definitief de bestemming van woongebied.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 (goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014) en herzien op 1 maart 2018.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op de volgende punten:

 

  • artikel 19 Tuinafsluitingen: de voortuin moet afgesloten worden door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter. Er wordt geen afsluiting voorzien op de grens met het openbaar domein;
  • Artikel 27 Open ruimte: voortuinen zijn vrij van constructies. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen (een pad van max 1,5 m breed) zijn toegelaten. De voortuin is volledig verhard;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: in de kelder is een stalplaats voorzien voor zes fietsen terwijl er minimum een stalplaats moet voorzien worden voor negen fietsen;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: in het gebouw zijn er geen parkeerplaatsen voorzien voor de bijkomend woongelegenheden.

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)

Het perceel wordt getroffen door een rooilijn (KB 21.10.1912). Uit het advies van AWV blijkt dat de wegbeheerder een afwijking toestaat op het principieel bouwverbod. In dit dossier is voldaan aan de voorwaarde dat de rooilijn niet binnen vijf jaar na de afgifte van de vergunning zal worden gerealiseerd. De volgende voorwaarden dienen te worden opgelegd:

 

  • Aangezien de terrassen voorzien worden voor de rooilijn, kan er enkel een gunstig advies afgeleverd worden mits de opmaak van een notariële akte van afstand van meerwaarde voor de terrassen;
  • Het perceel moet afgesloten worden op de grens met het openbaar domein volgens bovenstaande voorwaarden.

 

Beleidsrichtlijnen

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de BGO Wonen op het volgend punt:

 

  • De vijf woongelegenheden in het gebouw hebben een gemiddelde netto-vloeroppervlakte van 73,87 m².

 

-          VMSW-normen: de ontwerpleidraad sociale woningbouw van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (verder genoemd VMSW-normen).
(De VMSW-normen kan u raadplegen via www.vmsw.be, ga naar IK BEN PROFESSIONEEL > Woningbouw en renovatie > SNEL NAAR > Normen en richtlijnen sociale woningbouw (opvolger C2008))

De woningen die afwijken van de BGO Wonen zijn in overeenstemming met de VMSW-normen.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Oudebareellei. Het betreft een gemengde omgeving waarin zowel eengezins- als meergezinswoningen of handelspanden voorkomen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding. Bij projecten tot 5 wooneenheden bedraagt de parkeernorm 1 per woning. Er komen 3 woningen bij dus de parkeerbehoefte bedraagt 3.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3.

 

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein. De aanvraag dient te worden geweigerd.

 

Het aantal ontbrekende parkeerplaatsen bedraagt 3.

 

 

Door de aanvraag wordt de draagkracht van het perceel en van de omgeving overschreden. Het bijkomend creëren van 3 woongelegenheden op dit perceel waar er nu al geen parkeerplaatsen bestaan, langs een gewestweg, kan stedenbouwkundig niet aanvaard worden.

Fietsvoorzieningen

De fietsparkeerbehoefte wordt bepaald op het aantal slaapkamers per woning vermeerderd met 1. De meergezinswoning zal bestaan uit 5 wooneenheden: 1 woning met 2 slaapkamers en 4 woningen met 1 slaapkamer. De fietsparkeerbehoefte bedraagt dus 1x(2+1)  + 4x(1+1) = 11.

Er wordt een fietsenberging voorzien op de kelderverdieping met plaats voor 6 fietsen. Dit is onvoldoende is voor het nodige aantal en dus stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

In de voorgevel worden uitkragende terrassen voorzien. De raamopeningen worden verlaagd en afgestemd op de nieuwe interne deling. De bouwheer wenst de voorgevel opnieuw te bepleisteren. Opgemerkt wordt dat de kleur van de gevelbepleistering niet meegedeeld wordt op de plannen. Omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de inpassing in het straatbeeld moet de voorgevel bepleisterd worden in een lichte kleur.

Het buitenschrijnwerk wordt in grijs aluminium uitgevoerd.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid – hinderaspecten – gebruikskwaliteit

De aanvraag maakt deel uit van een aaneengesloten bebouwing. De woningen in de omgeving variëren in het aantal bouwlagen (3 of 4 bouwlagen) en in dakvorm (platte of hellende daken).

Het optrekken van de scheimuren en het wijzigen van de dakhelling, is een minieme aanpassing in het volume van de woning. Het gebouw past nog steeds in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving.

De vloerplaten tussen de eerste, tweede en derde verdieping worden verlaagd waardoor de twee bovenste wooneenheden voldoende vrije plafondhoogte bekomen. Dit is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

Echter, de verwevenheid van functies is een essentieel kenmerk van een binnenstedelijk gebied. Maar een te grote mix van verschillende functies of een te grote concentratie van één bepaalde functie kan tevens voor conflicten en overlast zorgen. Voorbeelden van overlast hierbij zijn geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie, laden en lossen, dag- of nachtactiviteiten. Ook is er een verschil tussen typologieën die niet via de functiebeperkingen kunnen opgevangen worden. De impact van een appartementsgebouw is bijvoorbeeld heel anders dan dat van een rijhuis voor één gezin. De typologie en schaal kunnen overlast genereren door middel van concentraties.

Om een mix op vlak van stedenbouwkundige, maatschappelijke en woonkwaliteitseisen te garanderen is het noodzakelijk de juiste verhoudingen te zoeken tussen verschillende woningtypes enerzijds en de juiste oppervlakteverhoudingen tussen de functies binnen deze woningen anderzijds. Om de kwaliteit van een appartementsblok te garanderen dient er een mix van verschillende slaapkamerappartementen te zijn. 4 een-slaapkamerappartementen en 1 drie-slaapkamerappartement vormen geen aanvaardbare mix.

De vijf woongelegenheden in het gebouw hebben een gemiddelde netto-vloeroppervlakte van 73,87 m². Deze dient minstens 80 m² te bedragen.

Hieruit kunnen we concluderen dat door het omvormen van 2 grote woongelegenheden naar 4 kleinere en 1 grote entiteit de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt. Dit verhoogt de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden. Dit blijkt eveneens uit het feit dat er geen autoparkeerplaatsen en onvoldoende fietsenstalplaatsen kunnen worden gecreëerd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van geen voldoende mix van verschillende type wooneenheden aan te bieden met onvoldoende auto- en fietsstalplaatsen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

6 juli 2019

Volledig- en ontvankelijk

7 augustus 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

3 oktober 2019

Verslag GOA

11 september 2019

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.