Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019061312 |
Gegevens van de aanvrager: |
VZW VZW Centraal Katholiek Schoolcomité van Antwerpen met als adres Otto Veniusstraat 22 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Sint-Erasmusstraat 1, Zonstraat 71, Reuzenpoort 5 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 24sectie A nrs. 493K, 494E en 495M |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en uitbreiden van een school |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 03/04/2009: vergunning (2009495) voor het verbouwen van een parochiezaal tot kinderdagverblijf;
- 07/04/2017: vergunning (20162852) voor het renoveren van een gebouw en het bijbouwen tot school.
Vergunde/vergund geachte toestand
- terrein met verschillende, deels gekoppelde, gebouwen afgebakend door de Sint-Erasmusstraat, Reuzenpoort en Zonstraat;
- alle gebouwen, met uitzondering van het magazijn Sint-Erasmusstraat 1, werden vergund als school (gemeenschapsvoorziening);
- variërende gevelafwerking, bouwhoogte en volume.
Huidige toestand
- vergunning 20162852 in uitvoering.
Gewenste toestand
- Zonstraat 71:
- Reuzenpoort 5:
- Sint-Erasmusstraat 1:
- terreininrichting:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigingsaanvraag vergunning 20162852;
- interne herindeling van de verschillende functies behorende tot de school over de verschillende gebouwen;
- Zonstraat 71:
- Reuzenpoort 5:
- Sint-Erasmusstraat 1:
- verbinden van de bebouwing tussen de Reuzenpoort en Sint-Erasmusstraat met een overkapping die dienst doet als speelplaats;
- inrichten van het binnengebied als speelplaats;
- gedeeltelijk wijzigen van de scheidingsmuren na isoleren van de daken.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer |
7 juni 2019 |
20 juni 2019 |
Gunstig |
AQUAFIN NV |
7 juni 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
7 juni 2019 |
4 juli 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie |
7 juni 2019 |
18 juni 2019 |
Gunstig |
lokale politie/ centrale preventie (LP/CP) |
7 juni 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) |
7 juni 2019 |
14 juni 2019 |
Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
7 juni 2019 |
27 juni 2019 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
6 augustus 2019 |
12 augustus 2019 |
stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen |
7 juni 2019 |
3 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
7 juni 2019 |
1 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
7 juni 2019 |
3 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
7 juni 2019 |
19 juni 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
de trappen naar de mezzanines voldoen niet aan artikel 18 betreffende niveauverschillen
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
er worden toestellen van ventilatiesystemen geplaatst op daken welke niet het hoogst gelegen dak zijn;
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
{MER-screening: schrappen wat niet past}
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het aangevraagde betreft het uitbreiden van een kleuter- en basisschool in een woongebied. Het is eigen aan de stedelijke context dat er zich binnen het woonweefsel scholen situeren, de ene functie ondersteunt de andere functie en deze hinderen elkaar niet.
Deze functie is verenigbaar met de woonfuncties van de omgeving en is daarmee in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Voorliggende aanvraag betreft een wijziging ten opzichte van een eerdere vergunning met dossiernummer ZBO/B/school/20162852.
De afbraak en herbouw van de woning gelegen aan de Zonstraat en de herbouw van een sanitairblok en overdekte/verhoogde speelplaats worden niet uitgevoerd.
In voorliggende aanvraag wordt het aanpalende magazijn aan Sint-Erasmusstraat toegevoegd aan de school en wordt een functiewijziging naar klaslokalen opgenomen. De extra bouwlaag met een bouwdiepte van 15 m brengt de kroonlijsthoogte op 11,69 m, aansluitend met de rechts aanpalende. Het volume is niet storend in de omgeving.
Het gebouw aan de Zonstraat, een voormalig parochiehuis, wordt ingericht met een fietsstalplaats en bergingen. Het volume blijft ongewijzigd.
Visueel-vormelijke elementen
In de voorgevel van het gebouw aan de Zonstraat worden transparante deurgehelen geplaatst waardoor de achterliggende functie duidelijk afleesbaar wordt.
De voorgevels aan de Reuzenpoort en Sint-Erasmusstraat worden op elkaar afgestemd waardoor ze als een geheel afleesbaar worden. Zowel het voorzien van voldoende raamopeningen als het openmazig hekwerk zorgen voor een levendig straatbeeld.
De voorgestelde materialisatie, betonpanelen, witte bepleistering en aluminium buitenschrijnwerk met houten kepers, is aanvaardbaar gezien de stedelijke context van het gebouw.
Bij de uitwerking van de gevels is voldoende aandacht besteed aan de geveldetaillering en geleding zodat de voorgevel zich integreert in de bestaande omgeving. Bijgevolg is de geveluitwerking verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gezien de herinrichting van de speelplaats niet bestaat uit het supprimeren van bestaande bomen maar wel de aanplanting van nieuwe bomen betreft werd er een voorwaardelijk gunstig advies verleend door de stedelijke groendienst. De nieuwe verharding, groenzones, bomen en een podium voldoen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande verbouwingswerken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Op basis van het beoordelingskader luchtkwaliteit en geluidshinder (2018_CBS_04164) wordt gunstig geadviseerd door de stedelijke dienst energie en milieu Antwerpen.
De dienst milieuvergunningen merkt op dat een eerdere milieuvergunning voor deze school of op deze locatie niet werd teruggevonden. De school rekent zelf een watergebruik van 1.960 liter per dag uit. Ze balanceren dus net rond de ondergrens van 600 m³/jaar voor wat betreft het lozen van huishoudelijk afvalwater wat meldingsplichtig is. In het dossier wordt geen informatie teruggevonden over verwarming, koeling, opslag gevaarlijke producten, …, wat IIOA’s zijn die eventueel in een omgevingsvergunning van een school opgenomen kunnen zijn.
De aanvrager van dit bouwdossier wordt aangeraden ook deze aspecten van de school te bekijken en zich – indien nodig – in regel te stellen met de wetgeving.
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Voorafgaand aan het indienen van de aanvraag werd het project voorgelegd aan Inter die een toegankelijksnota opstelde. Deze nota is opgenomen in de aanvraag en bevat een gunstig advies onder voorwaarden. Als voorwaarde wordt aan de vergunning gekoppeld dat het advies van Inter strikt dient te worden nageleefd.
Er wordt een afwijking aangevraagd voor artikels 21 en 24 van de bouwcode. Omdat verblijfsruimtes ruimtes zijn voor langdurig verblijf van mensen kunnen bepaalde lokalen in het schoolgebouw bezwaarlijk verblijfsruimtes worden genoemd. In het personeelslokaal wordt slechts voor korte tijd verbleven. Daarnaast wordt waar mogelijk een dakkoepel met ventilatievoorziening of een balansventilatie systeem voorzien waardoor voor deze lokalen van deze artikels kan worden afgeweken.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De aanvraag betreft de verbouwing van een magazijn tot schoolgebouw. De nieuwe aanvraag voor verbouwing magazijn heeft géén impact op de mobiliteit van het geheel. Het leerlingenaantal en personeelsaantal blijft ongewijzigd.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit aantal is toereikend.
|
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Dit is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen: Er worden voor dit project 56 fietsstalplaatsen voorzien. Deze worden geplaatst in 2 lagen boven elkaar. De bovenste helft van de fietsstalplaatsen is niet bruikbaar voor kinderen zonder hulp van volwassenen. Dit type fietsstallingen lijkt ons dus niet ideaal voor een school. Er zullen steeds voldoende begeleiders aanwezig dienen te zijn om de boven elkaar geplaatste fietsen naar beneden te halen. Het is aangewezen een eenvoudiger type fietsstalplaatsen te voorzien.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de voorwaarden opgenomen in het advies van Inter strikt na te leven;
3. raam 11 en 13 ondoorzichtig te voorzien;
4. alle technische installaties te plaatsen conform artikel 16 van de bouwcode;
5. inheemse loofbomen van eerste grootte met een minimale stamomtrek 18/20 cm te voorzien met voldoende ondergronds wortelvolume.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
15 mei 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
7 juni 2019 |
Start openbaar onderzoek |
18 juni 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
17 juli 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
20 september 2019 |
Verslag GOA |
4 september 2019 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
18 juni 2019 |
17 juli 2019 |
1 |
0 |
0 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Ramen nabij perceelgrens: bezwaarindiener merkt op dat ramen worden geplaatst nabij de perceelgrens en vreest inkijk op zijn perceel.
Beoordeling:
Het klopt dat ramen worden geplaatst nabij de perceelsgrens. Het klopt ook dat vanuit raam 11 en 13 onaanvaardbare inkijk is gelet op de ligging ten opzichte van de achterkanten van de panden in Reuzenpoort.
Het bezwaar is gegrond.
Geluidsoverlast sportzaal: bezwaarindiener vreest geluidsoverlast bij de invulling van de sportzaal en bij eventueel polyvalent gebruik na de schooluren.
Beoordeling:
Vanuit een goed nabuurschap is het evident dat overlast, van welke aard dan ook, niet aanvaardbaars.
De vraag om bepaalde geluidsisolatie te plaatsen lagen om eventuele geluidshinder te voorkomen betreft uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend dossier.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de voorwaarden opgenomen in het advies van Inter strikt na te leven;
3. raam 11 en 13 ondoorzichtig te voorzien;
4. alle technische installaties te plaatsen conform artikel 16 van de bouwcode;
5. inheemse loofbomen van eerste grootte met een minimale stamomtrek 18/20 cm te voorzien met voldoende ondergronds wortelvolume.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.