Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019085288 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Saief Almagdy met als contactadres Waterleliestraat 21 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Deurnsebaan 45 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 40sectie C nr. 294S8 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
vermeerderen van het aantal woonentiteiten van 2 naar 3 door het toevoegen van een extra bouwlaag
|
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- geen relevante voorgeschiedenis.
Huidige toestand
- besloten meergezinswoning van twee bouwlagen onder en zadeldak;
- de voorgevel bestaat uit rode gevelbaksteen;
- op de gelijkvloerse verdieping bevindt zich een doorrit en één woonentiteit;
- op de eerste verdieping en de zolder bevindt zich een tweede woonentiteit.
Gewenste toestand
- vermeerderen van het aantal woonentiteiten van twee naar drie door het toevoegen van een extra bouwlaag.
Inhoud van de aanvraag
- het toevoegen van een extra bouwlaag zodat 3 volwaardige bouwlagen ontstaan onder een plat dak;
- het vermeerderen van het aantal woonentiteiten van 2 naar 3 met een netto vloeroppervlakte van ca. 65 m² met een terras van 10,65 m²;
- de nieuwe kroonlijsthoogte bedraagt 10,32 m;
- de voor- en achtergevel worden voorzien van grijskleurige crepi met schrijnwerk in wit pvc.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer |
31 juli 2019 |
19 augustus 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
31 juli 2019 |
14 augustus 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator |
31 juli 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
31 juli 2019 |
5 augustus 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
31 juli 2019 |
1 augustus 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund |
31 juli 2019 |
19 augustus 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 (goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014) en herzien op 1 maart 2018.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het Rooilijndecreet op volgend punt:
°art. 16: de werken komen voorbij de rooilijn, maar het advies van de wegbeheerder is voorwaardelijk gunstig.
Beleidsrichtlijnen
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de BGO Wonen.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. Op basis van bewonerskaarten is vastgesteld dat er 2 wooneenheden in het pand aanwezig zijn. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Deurnsebaan.
Mobiliteitsimpact
Parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal woningen. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 per woning. Er komt 1 woning bij dus de parkeerbehoefte bedraagt 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Voorliggende aanvraag heeft betrekking op het bovenliggend residentieel gedeelte en niet op de gelijkvloerse handelszaak. Hierdoor kan er geen extra plaats worden aangeboden.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Fietsvoorzieningen
De fietsparkeerbehoefte wordt bepaald op het aantal slaapkamers per woning vermeerderd met 1. De fietsparkeerbehoefte bedraagt 2 gezien er 1 slaapkamer is. In de inkomhal wordt een ophangsysteem voorzien.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag maakt deel uit van een aaneengesloten bebouwing bestaande uit overwegend 3 bouwlagen met zowel platte als hellende daken. De Deurnsebaan biedt de mogelijkheid om 3 bouwlagen toe te laten. Door het verwijderen van het hellend dak en het toevoegen van een derde volwaardige bouwlaag, past het gebouw in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving. De aanvraag is voor vergunning vatbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wijkt af van artikel 21 van de bouwcode. Op de eerste verdieping heeft de keuken in de huidige toestand een plafondhoogte van 2,65 m en in de nieuwe toestand 2,45 m. In de aanvraag wordt geen reden aangehaald waarom de dakconstructie (of het plafond) moet worden verlaagd. Echter is het verlagen van de dakconstructie stedenbouwkundig niet wenselijk. Een ruimte die langdurig gebruikt wordt als woonplaats voor haar bewoners moet voldoende kwalitatief te zijn. Een voldoende vrije hoogte voor verblijfsruimten en andere ruimten garandeert dat elk vertrek over een minimale verblijfskwaliteit beschikt. Daarom is een afwijking stedenbouwkundig niet aanvaardbaar. Daarom wordt het verlagen van de dakconstructie uit de vergunning uitgesloten.
Verder voldoet de aanvraag aan actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
De bouwheer wenst de voorgevel te isoleren en te bepleisteren. Het na-isoleren van de gevels is vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar. Door het energiezuinig renoveren van woningen wordt er bijgedragen aan de klimaatambities, wat wordt gestimuleerd.
Bij het plaatsen van buitengevelisolatie dient aandacht te worden besteed aan een aantal voorwaarden in functie van het inpalmen van het openbaar domein. In dit kader is er advies gevraagd aan het Agentschap Wegen en Verkeer en zij adviseren voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:
“Het Agentschap adviseert gunstig aangezien er een vrije doorgang van minimum één meter wordt gegarandeerd. Het Agentschap kan de gevraagde gevelisolatie tot 14 centimeter toestaan en adviseert bijgevolg GUNSTIG.”
Echter hanteert de stad Antwerpen een strengere norm. Zo dient de loopzone van het trottoir obstakelvrij te zijn en minstens 1.5 m breed, zodat twee mensen er comfortabel naast elkaar kunnen lopen en een rolstoelgebruiker er gemakkelijk kan draaien. Deze 1,5 m (exclusief boordsteen) wordt gehanteerd als absoluut minimum. Dit impliceert dat wanneer men zijn buitengevel langs de buitenzijde wenst te isoleren, er voor de aanvang van de werken een minimale obstakelvrije ruimte van 1,64 m (1,5 m obstakelvrije ruimte moet er overblijven na het uitvoeren van de werken over 0,14 m) moet zijn, van aan de rooilijn tot aan de boordsteen.
Het voetpad en fietspad liggen op hetzelfde niveau. Van voorgevel tot boordsteen bedraagt de breedte 2,8 m. Zowel het voetpad als het fietspad zijn ca. 1,3 m breed waarnaast een schrikstrook van 0.2 m ligt. Omwille van de verkeersdrukte op de Deurnsebaan is het verkeerskundig niet veilig om de voetgangers nog minder loopzone aan te bieden of te laten uitwijken op het fietspad.
Hierdoor kan de minimum breedte ter hoogte van de Deurnsebaan niet gehaald wordt en is het plaatsen van gevelisolatie niet mogelijk. Echter kan de gevel nog wel worden afgewerkt met bepleistering.
Visueel-vormelijke elementen
De feitelijke toestand van de omgeving wijst uit dat de Deurnsebaan gekenmerkt wordt door gevels in gevelbakstenen afgewisseld met gepleisterde gevels. Er is een verscheidenheid aan gevelmaterialen. De gevelbepleistering wordt in licht grijs uitgevoerd, wat stedenbouwkundig aanvaardbaar is.
De arrière corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.
Het toepassen van bepleistering leidt tot een vervlakking van het straatbeeld door een verlies aan detaillering. Om een verarming van het materiaal tegen te gaan, wordt er bij een gunstig advies opgelegd dat bestaande elementen in natuursteen (raamdorpel, plint, deksteen…) behouden blijven of worden vervangen door nieuwe elementen in natuursteen. Deze details hebben immers ook een functie. Zo beschermt de plint tegen beschadigingen. Indien er voor het uitvoeren van de werken een plint aanwezig is, moet deze behouden blijven. Dit kan door de bestaande plint naar voren te plaatsen of de bestaande plint te vervangen door een nieuwe plint. Bij pleisterwerk is het noodzakelijk om een plint te plaatsen, ook al is deze niet aanwezig in de bestaande toestand.
Wanneer er pleisterwerk is voorzien als gevelmateriaal, worden de randen van bijvoorbeeld raamopeningen voorzien van hoekprofielen. Dergelijke hoekprofielen moeten onzichtbaar worden uitgevoerd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het bijgevoegde advies van het Agentschap Wegen en Verkeer strikt na te leven;
3. de gevelafwerking enkel uitvoeren met bepleistering, zonder gevelisolatie, zodat de loopzone van ca. 1,3 m behouden blijft;
4. de arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal;
5. de bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen;
6. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;
7. wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein;
8. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
9. het verlagen van de dakconstructie van de keuken op de eerste verdieping wordt uit de vergunning uitgesloten.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
2 juli 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
31 juli 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
29 september 2019 |
Verslag GOA |
13 september 2019 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het bijgevoegde advies van het Agentschap Wegen en Verkeer strikt na te leven;
3. de gevelafwerking enkel uitvoeren met bepleistering, zonder gevelisolatie, zodat de loopzone van ca. 1,3 m behouden blijft;
4. de arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal;
5. de bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen;
6. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;
7. wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten ten allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de dienst openbaar domein;
8. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
9. het verlagen van de dakconstructie van de keuken op de eerste verdieping wordt uit de vergunning uitgesloten.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.