Terug
Gepubliceerd op 23/09/2019

2019_CBS_07522 - Omgevingsvergunning - OMV_2019071095. Cornelis Schutstraat 45. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/09/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_07522 - Omgevingsvergunning - OMV_2019071095. Cornelis Schutstraat 45. District Deurne - Goedkeuring 2019_CBS_07522 - Omgevingsvergunning - OMV_2019071095. Cornelis Schutstraat 45. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019071095

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Satenik Zalibekyan met als adres Cornelis Schutstraat 45 te 2100 Deurne (Antwerpen) en de heer Vardan Khachatryan met als adres Cornelis Schutstraat 45 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Ligging van het project:

Cornelis Schutstraat 45 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 29sectie A nr. 577H7

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 -          05/02//1952: toelating (626#13864) voor het oprichten van een woning.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

-          een eengezinswoning met drie bouwlagen onder plat dak waarvan de kelderverdieping half ondergronds gesitueerd is;

-          de bouwdiepte van de woning bedraagt op het gelijkvloers 12,35 meter;

-          achter de woonkamer is een terras aangelegd van 1,70 meter diepte met een trap naar de tuin;

-          de gevels van de woning zijn opgetrokken in rode gevelsteen.

 

Huidige toestand

-          conform aan de vergunde toestand met als verschil dat op het terras een veranda werd gebouwd;

-          de veranda heeft een bouwhoogte van 2,90 meter en heeft een hellend dak dat afloopt naar 2,45 meter;

-          het raam achteraan de woonkamer is vervangen door een deur en een raam.

 

Gewenste toestand

-          het aanleggen van een grotere terras achter de veranda en de keuken over de gehele breedte van het perceel;

-          aan het terras wordt een buitentrap voorzien naar de tuin;

-          het regulariseren van de reeds geplaatste veranda.

 

Inhoud van de aanvraag

-          het aanleggen van een enigszins verhoogd terras achter de veranda en keuken, over de gehele breedte van het perceel;

-          aan het terras wordt een buitentrap voorzien naar de tuin op voldoende afstand van de perceelsgrenzen (minstens 1,90 m);

-          het regulariseren van de reeds geplaatste veranda;

-          de veranda heeft een bouwhoogte van 2,90 meter en heeft een hellend dak dat afloopt naar 2,45 meter.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

      -          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).

(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).

(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.

(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

       -          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.

(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 (goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014) en herzien op 1 maart 2018.

(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op de volgend punt:

 

  • artikel 21 – Minimale hoogte van ruimten: minder dan de helft van de vloeroppervlakte van de veranda heeft een vrije hoogte van minimum 2,60 meter.

 

Sectorale regelgeving

       -          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

 Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

      -          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.

(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.

(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)

Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt louter een beperkte verbouwing en uitbreiding van een vergunde eengezinswoning en wat gelet op de ligging daarvan in een woongebied functioneel inpasbaar is.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De nieuwe volumetrie van de woning, met een totale bouwdiepte van 13 m, inclusief terras, op wat in principe een opgetilde gelijkvloerse bouwlaag is, is geheel in overeenstemming met de voor dit type van bebouwing gehanteerde richtlijnen en zorgt niet voor enige nadelige hinder bij de buurpercelen.

 

Visueel-vormelijke elementen

De werken situeren zich geheel aan de achterzijde van de woning en zijn bijgevolg niet zichtbaar vanop het openbaar domein. Desalniettemin zijn de materialen voor het nieuwe gedeelte, grijze kunstleien en staal en groen-grijs schrijnwerk, visueel aanvaardbaar in deze gebouwde omgeving en in harmonie met de bestaande gebouwdelen.

 

Woonkwaliteit – gebruiksgenot - hinderaspecten

De aanvraag voldoet niet aan artikel 21 van de bouwcode, aangaande de vrije plafondhoogtes. Deze minimum hoogte wordt niet gehaald in de te regulariseren veranda. Indien echter leefruimte en veranda als één doorlopende ruimte worden beschouwd, waarbij het schrijnwerk tussen veranda en woonkamer wordt verwijderd, dan kan worden geoordeeld dat gemiddeld wel de minimale hoogte van 2,60 m wordt bereikt en deze leefruimte voldoende woonkwaliteit heeft.

Onder deze voorwaarde wordt dan ook voldaan aan alle voorschriften van de bouwcode.

Ter hoogte van het einde van de scheidsmuren van het terras dient aan elke zijde een ondoorzichtig paneel te worden geplaatst, loodrecht op de scheidsmuur, en dit tot op minimaal 60 cm van de perceelsgrens en minimaal 1,90 m hoog.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het schrijnwerk tussen leefruimte en veranda dient verwijderd te worden zodat leefruimte en veranda als één doorlopende ruimte kunnen beschouwd worden en hierdoor de veranda voldoet aan artikel 21 van de bouwcode inzake minimale plafondhoogtes;

2.      ter hoogte van het einde van de scheidsmuren van het terras dient aan elke zijde een ondoorzichtig paneel te worden geplaatst, loodrecht op de scheidsmuur, en dit tot op minimaal 60 cm van de perceelsgrens en minimaal 1,90 m hoog;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 juli 2019

Volledig- en ontvankelijk

31 juli 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

29 september 2019

Verslag GOA

12 september 2019

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

1

 

Bespreking van de bezwaren

 

Er werd binnen de looptermijn van de bevraging 1 digitaal bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:

 

1.      Belemmering van lichtinval: het verlengen van de bestaande scheidsmuur met 1,65 m en tot een hoogte van 2 m zal de lichtinval in de woonvertrekken van het belendende pand danig beperken. Een verhoging tot maximaal 1,90 m is voldoende.

Beoordeling:

De gehanteerde bouwdiepte, inclusief verhoogde terrasmuren, blijft beperkt tot in totaal 13 m, hetgeen een doorgaans gebezigde maatvoering is voor dit type van bebouwing en in een gelijkaardige aan deze ruimtelijke context. Dit geldt eveneens voor de voorgestelde verhoging tot 2 m, ook al is het correct dat 1,90 m voldoende zou geweest zijn om te voldoen aan de regelgeving uit het burgerlijk wetboek. Desalniettemin zou een volwaardige binnenruimte kunnen worden gecreëerd tot op vermelde bouwdiepte waardoor principieel een verhoging tot 3 m aanvaardbaar is; er is dus geen reden om een verlaging tot 1,90 m op te leggen.

Het bezwaar is ongegrond.

2.      Schending van de privacy:het nieuwe terras zal onaanvaardbare inkijk in de aanpalende tuin veroorzaken. Er dient minimaal een ondoorzichtige omslag met een hoogte van 1,90 m te worden voorzien loodrecht op de scheidsmuur en dit tot op minimaal 60 cm van de perceelsgrens. Bijkomend dient een reeks leibomen met een hoogte van minimaal 4 m tot een diepte van 12 m in de tuin te worden voorzien.

Beoordeling:

Het is inderdaad correct dat ter hoogte van het einde van de scheidsmuur een ondoorzichtige omslag met een hoogte van minimaal 1,90 m ten opzichte van de terrasvloer vereist is en dit met tot op minimaal 60 cm van beide perceelsgrenzen, om te voldoen aan de regelgeving inzake privacy. Dit zal dan ook als minimum worden opgelegd in de voorwaarden van een eventuele vergunning. Het al dan niet aanplanten van vermelde leibomen is geen aspect dat deel uitmaakt van vermelde wetgeving en dient bovendien deel uit te maken van een burgerrechterlijke overeenkomst tussen de betrokken burgers onderling en behoort niet tot een ruimtelijke beoordeling in het kader van een procedure tot omgevingsvergunning.

Het bezwaar is ten dele gegrond.

3.      Onduidelijkheid inzake afwerking scheidsmuur:deze dient te worden uitgevoerd in dezelfde materialen, structuur en kleur als de bestaande scheidsmuur.

Beoordeling:

De afwerking van betreffende scheidsmuur dient deel uit te maken van een burgerrechterlijke overeenkomst tussen de betrokken burgers onderling en behoort niet tot een ruimtelijke beoordeling in het kader van een procedure tot omgevingsvergunning.

Het bezwaar is ongegrond.

4.      Noodzaak plaatsbeschrijving:om risico’s bij de uitvoering van de werken te vermijden dient vermelde plaatsbeschrijving voorafgaand aan de start van de werken plaats te vinden op kosten van de bouwheer.

Beoordeling:

Vermelde plaatsbeschrijving is een puur burgerrechterlijk aspect dat niet onderhevig is aan een stedenbouwkundige beoordeling en dus geen onderwerp kan uitmaken van deze procedure.

Het bezwaar is ongegrond.

5.      Te wijzigen plaats ontluchting:door het verhogen van de tuinmuur dient de ontluchting van het afvoerstelsel op het buurperceel te worden verhoogd en dit op kosten van de bouwheer.

Beoordeling:

De eventuele verhoging van vermelde ontluchting dient deel uit te maken van een burgerrechterlijke overeenkomst tussen de betrokken burgers onderling en behoort niet tot een ruimtelijke beoordeling in het kader van een procedure tot omgevingsvergunning.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het schrijnwerk tussen leefruimte en veranda dient verwijderd te worden zodat leefruimte en veranda als één doorlopende ruimte kunnen beschouwd worden en hierdoor de veranda voldoet aan artikel 21 van de bouwcode inzake minimale plafondhoogtes;

2.      ter hoogte van het einde van de scheidsmuren van het terras dient aan elke zijde een ondoorzichtig paneel te worden geplaatst, loodrecht op de scheidsmuur, en dit tot op minimaal 60 cm van de perceelsgrens en minimaal 1,90 m hoog;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.