Terug
Gepubliceerd op 23/09/2019

2019_CBS_07655 - Omgevingsvergunning - OMV_2019095521. D'Herbouvillekaai ZN . District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 20/09/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_07655 - Omgevingsvergunning - OMV_2019095521. D'Herbouvillekaai ZN . District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_07655 - Omgevingsvergunning - OMV_2019095521. D'Herbouvillekaai ZN . District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019095521

Gegevens van de aanvrager:

Havenbedrijf Antwerpen met als adres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

D'Herbouvillekaai ZN te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 9sectie I nr. 2665/2 A

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van een loods

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van een loods met een bouwvolume van 76.560m² (240m x 30m);

-          slopen van de boven- en ondergrondse constructies;

-          verwijderen van ondergrondse rioleringen en leidingen.

Relevante voorgeschiedenis

-          12/03/1970: opmetingsplan voor een afdak Schelde 9.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          loods (gekend als de voormalige ‘Mexiconatie’);

-          goed is gelegen tussen de D’Herbouvillekaai en de Schelde en ligt boven (het caisson van de) Kennedytunnel.

Huidige toestand

-          conform vergunde toestand.

Gewenste toestand

-          afbraak van de loods in functie van een herbestemming als ‘Zone voor Publiek domein’, volgens RUP Nieuw Zuid.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer

29 augustus 2019

17 september 2019

Voorwaardelijk gunstig

AQUAFIN NV

29 augustus 2019

9 september 2019

Geen advies

De Vlaamse Waterweg nv

29 augustus 2019

5 september 2019

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

29 augustus 2019

12 september 2019

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen

29 augustus 2019

5 september 2019

Gunstig

Onroerend Erfgoed

29 augustus 2019

30 augustus 2019

Geen advies

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen

29 augustus 2019

10 september 2019

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

29 augustus 2019

2 september 2019

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

29 augustus 2019

11 september 2019

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

5 september 2019

5 september 2019

stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers

29 augustus 2019

10 september 2019

stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen)

29 augustus 2019

3 september 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Nieuw Zuid, goedgekeurd op 17 juli 2014. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 5 zone voor publiek domein (pu1).

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De bouwcode is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 30/07/2019.
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De sloop van de loods wordt gunstig beoordeeld gezien de afbraak kadert in de heraanleg van de Scheldekaaien en de toekomstige bestemming als publieke ruimte.

 

Het autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen (AG VESPA) bracht een volgend advies uit:

“Deze aanvraag wordt door AG VESPA positief geadviseerd, dit gelet op:

-          het feit dat de geplande sloop past binnen de werkafspraken voor zone Scheldekaaien die Havenbedrijf en stad de afgelopen periode maakten;

-          de toekomstplannen voor dit deel van de kaaizone, met de aanlanding van een nieuwe Scheldebrug en heraanleg van de kaaivlakte.

Gelet op enige onduidelijkheden in het aanvraagdossier worden evenwel volgende randvoorwaarden meegegeven:

-          omwille van onduidelijkheid in het dossier over welke funderingen aanwezig zijn (paalfunderingen of funderingsbalken): in geval paalfunderingen worden aangetroffen, stelt Havenbedrijf dat deze af te breken zijn tot 2 meter onder de paalkop. Er wordt gevraagd in overleg te treden met AG VESPA en de stad over de afbraak van het resterend deel van de paalfunderingen (wijze, timing, kostprijs), dit in relatie tot de heraanleg van de kaaizone.

-          Omwille van onduidelijkheid in het dossier over de staat waarin de site na sloop wordt achtergelaten: Havenbedrijf geeft aan dat in afwachting van aanvatting van de werkzaamheden voor de heraanleg van de Scheldekaaien maatregelen zullen worden genomen om eventuele stofhinder te vermijden. Er wordt echter nergens in het dossier gespecifieerd welke deze maatregelen zijn. Aan het Havenbedrijf wordt gevraagd om in overleg te treden met AG VESPA en De Vlaamse Waterweg over deze maatregelen, zodat correcte afstemming kan gebeuren op de tijdelijke aanleg die zal worden voorzien bij afronding van de kaaimuurstabilisatiewerken in de naastgelegen kaaizone van Nieuw Zuid én op de timing van het vervolg van kaaimuurstabilisatiewerken in de zone waar de te slopen loods zich bevindt.”

 

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag louter afbraak betreft.

 

Cultuurhistorische aspecten

De dienst monumentenzorg heeft geen bezwaar tegen de afbraak van de loods:

“De loods is niet opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed en ligt niet in CHE-gebied.

Cultuurhistorische waardebepaling:

Het betreft een langgerekte hoge loods van 240 meter lang en 30 meter breed. De nok bevindt zich op 13m80. De loods is opgebouwd uit 52 stalen spanten met vrije overspanning en met diagonaal stabiliteitsverband in de gevels. Rondom is de loods voorzien van plinten in baksteenmetselwerk tbv waterkering. Dak en zijden zijn afgesloten met metalen golfplaten en zij- en daklichten in gewapend glas.

Door het grote volume en de centrale plaatsing boven op de Kennedytunnel is de loods beeldbepalend voor de omgeving van de d’Herbouvillekaai, de Antwerpse rede en de Antwerpse Ring ter hoogte van de Kennedytunnel. Intrinsiek bevat de loods echter geen noemenswaardige architecturale, historische of industrieel-archeologische waarden.

Afweging

Op basis van bovenstaande argumenten heeft de stedelijke dienst monumentenzorg geen bezwaar tegen de sloop.”

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

In het kader van voorliggende aanvraag werd advies gevraagd aan Vlaamse Waterweg. Het advies is voorwaardelijk gunstig:

Integraal Waterbeheer

Het project is volgens de watertoetskaarten niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

De gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is niet van toepassing op dit dossier omdat het om het slopen van een gebouw gaat.

Er worden dan ook geen schadelijke effecten op het watersysteem verwacht.

Ruimtelijke Ordening

De loods bevindt zich in de werfzone van de werken ‘Scheldekaaien Antwerpen - Kaaimuurstabilisatie Nieuw Zuid’. Hier zijn de werken momenteel lopende. Er dient

dus dringend afstemming te gebeuren over:

- de timing van de afbraakwerken

- de precieze zone die voor de werken zal worden ingenomen

- de interferentie met de werken van DVW.

De werken van DVW mogen niet gehinderd worden door de afbraak van de loods. Gelieve hiervoor contact op te nemen met projectingenieur Reinhilde Vanhooydonck (via e-mail

Reinhilde.Vanhooydonck@vlaamsewaterweg.be of telefoon 03 224 67 51).  

Aangezien de werkzone in de buurt van de waterkering gelegen is, moeten alle noodzakelijke maatregelen genomen worden om de integriteit en de stabiliteit van de waterkering te vrijwaren. De verkrijger is aansprakelijk voor alle verzakkingen, incidenten en ongevallen die kunnen voortvloeien uit de aanleg, het bestaan, onderhoud, verandering of schorsing van de werken. Eventuele gebreken die optreden aan de waterkering na het beëindigen van de werken moeten onmiddellijk aan DVW gerapporteerd worden en in voorkomend geval direct hersteld worden tot de volledige voldoening van DVW, zo niet zullen deze herstellingswerken van ambtswege op kosten en risico’s van de verkrijger worden uitgevoerd.”

De voorwaarden worden integraal overgenomen en gekoppeld aan de vergunning.

 

Ook Fluvius bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit:

“Er is een laagspanningskabel naast de loods van de Mexiconatie gelegen. Zie plan in bijlage. Deze leiding is echter buiten dienst en mag desgevallend verwijderd worden. Wij vragen u dan wel ons hiervan op de hoogte te brengen. U kan hiervoor contact op nemen met Jan Segers op het nr. 0478/58 28 60 of per mail: jan.segers@fluvius.be.”

Ook deze voorwaarde wordt integraal overgenomen en gekoppeld aan de vergunning.

 

Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is eveneens voorwaardelijk gunstig:

“Verkeersveiligheid - Kennedytunnel

De loods is gelegen vlak boven de Kennedytunnel. Onderstaande voorwaarden moeten strikt worden nageleefd. Gezien de complexe situatie in de ondergrond tot vlak onder het maaiveld, de leeftijd (Kennedytunnel is 50 jaar oud) en de daarbij horende ongekende staat van bepaalde onderdelen van de onderliggende constructies (voegen, verbindingen, damwanden, -kamers,…) en het belang van de Kennedytunnel dient te allen tijde zeer omzichtig gewerkt te worden bij de afbraak van de loods, zodat geen rechtstreekse of onrechtstreekse schade (bv door trillingen) wordt veroorzaakt. Daarom moet er voorafgaand aan de aanbesteding van de werken een overleg plaats vinden tussen het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en de aanvrager om dwingende afspraken te maken betreffende de in het bestek op te nemen bepalingen over de afbraak van de loods. Van dit overleg wordt een verslag opgemaakt dat door AWV moet goedgekeurd worden. Alvast kunnen volgende bepalingen meegegeven worden: Voorafgaand aan de uitvoering van de werken moet een overleg plaatsvinden tussen AWV, de aanvrager en de uitvoerder om dwingende afspraken te maken betreffende de uitvoering van de afbraak van de loods.

 

Voorafgaand de uitvoering van de werken moet een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opgemaakt worden van de toegankelijke en zichtbare ondergrondse constructies (delen daarvan kunnen enkel tijdens nachtelijke sluiting van de tunnel gebeuren) door een beëdigd landmeter. Tijdens de uitvoering van de werken moet er met een systeem van (on-line) monitoring ten behoeve van de opvolging van vervormingen en trillingen van de onderliggende constructies gewerkt worden teneinde te kunnen aantonen dat deze aanvaardbaar blijven. De aannemer dient op voorhand een werkplan ter goedkeuring voor te leggen aan Tunnelorganisatie Vlaanderen (TOV). Hierin moet volledig beschreven worden op welke wijze de afbraakwerken zullen uitgevoerd worden per onderdeel, wat de mogelijke risico’s van de afbraakwerken zijn voor de integriteit van de ondergrondse structuren van de Kennedytunnel, welke preventieve maatregelen genomen worden om schade te voorkomen en welke maatregelen voorzien worden in geval er toch (on-)rechtstreekse schade wordt veroorzaakt. In het werkplan moet ook duidelijk beschreven worden welke belastingen de gebruikte machines en werkwijzen veroorzaken op de onderliggende constructies en moet aan de hand van nota’s aangetoond worden dat deze aanvaardbaar zijn. TOV krijgt minstens 8 weken tijd om dit werkplan na te kijken (intern, door Experta, studiebureau, veiligheidsbeambte, afdeling EBS…). De afbraak dient zeer omzichtig te gebeuren. Gewoon neerhalen van de bestaande gebouwen wordt onder geen enkel beding toegestaan. De loods moet VOLLEDIG en omzichtig ONTMANTELD worden, zonder dat de afgebroken/ontmantelde elementen op de vloer vallen, aangezien dit mogelijks trillingen kan veroorzaken die nefast zijn voor de bestaande dichtingen in de voegconstructies van de tunnel en andere ondergrondse leidingen, verbindingen en doorvoeren. Indien de uitvoerder voor een andere, gelijkwaardige uitvoeringsmethode zou kiezen moet dit steeds in overleg met AWV gebeuren en kan enkel mits een goedgekeurd uitvoerings-/werkplan. De bewijslast dat zijn uitvoeringsmethode geen onaanvaardbare trillingen/schade aan de onderliggende constructies zal veroorzaken ligt ook dan bij de uitvoerder. Momenteel zijn er geen zichtbare lekkages in de rijwegkokers en vluchtkoker van de tunnelelementen ter hoogte van de zone waar de loods staat. Als tijdens of na uitvoering van de werken blijkt dat er wel lekkages zijn ontstaan, dan is dit de verantwoordelijkheid van de aanvrager en dient deze zelf in te staan voor een herstel. Gezien de ligging onder de Schelde en de cruciale rol van de Kennedytunnel in de verkeersafwikkeling op lokaal, bovenlokaal en Europees niveau dient hier onmiddellijk gevolg aan gegeven te worden indien vastgesteld wordt dat er problemen zouden optreden met de stabiliteit en/of waterdichtheid. Bij in gebreke blijven van de aanvrager kan de TOV zelf bepaalde instandhoudingswerken laten uitvoeren door derde aannemer(s) waarvan de kosten van deze werken zullen verhaald worden op de aanvrager. Volgens plan 1/TK5/008, 11/TK1/005, 11/TK1/050 en 11/TK1/055 zijn er verbindingen tussen de ondergrondse dichtheidsdamwanden en caissons van de Kennedytunnel en de funderingszolen van de loods. Bij de opbraak van de fundering mag onder geen beding schade toegebracht worden aan deze constructies. Enkel manuele opbraak zonder gebruik te maken van zware machines wordt toegestaan. Volgens plan 1/TK1/015, 1/TK7/001 en 1/TK7/002 lopen er nog leidingen ten behoeve van de installaties van de Caissons onder de loods door. Er dient te allen tijde voorkomen te worden dat er schade aan deze kabels/leidingen wordt teweeggebracht door de uitvoering van de afbraakwerken. Hiervoor zijn mogelijks tijdelijke beschermingsconstructies noodzakelijk die door de uitvoerder zullen moeten voorzien worden. Volgens de verantwoordingsnota bij de aanvraag is sprake van paalfunderingen die zullen afgebroken worden. Het is niet duidelijk op basis van de beschikbare informatie over welke palen dit gaat en waar deze zich situeren ten opzichte van de Kennedytunnel. Hierin is ook sprake dat alle rioleringen en leidingen worden verwijderd, maar er zijn geen plannen bij de aanvraag gevoegd met voldoende gegevens. Hierover moet nog meer duidelijkheid verschaft worden. Alvorens met uitbraak van riolering en leidingen te beginnen moet alles volledig in kaart gebracht worden en moet beschreven worden waar mogelijke conflicten zijn met de overige ondergrondse constructies van de Kennedytunnel. In het werkplan wordt beschreven hoe de uitvoering zal gebeuren. De af te breken loods situeert zich boven de In-Situ Caisson, dichtheids- (of scheidings)damwanden van de Schelde en vlak naast de grote Caisson II en plaat op palen van de Kennedytunnel (zie plan 1/TK1/010). De afgezonken caissons zijn door middel van stalen membranen met de damwanden en in-situ caisson verbonden. De in-situ caisson sluit aan op de damplankenwanden met zogenaamde damwandenkamers die ook in rechtstreekse verbinding staan met de rijwegkoker en spoorwegkoker. Volgens de archeologienota gevoegd bij de aanvraag, zal bij de afbraak van de funderingszolen uitgegraven worden tot een diepte van 1,60m ten opzicht van het huidige maaiveld. De damwanden en bijhorende bovenliggende betonnen wand liggen op een diepte van slechts 5cm onder de bovenkant van de deksteen van de kaaimuur (plan 1/TK1/011). Ter hoogte van de gevel van de loods verlaagt de betonnen wand zo’n 70cm, maar ligt dus nog steeds ruimschoots binnen de werkdiepte van de 1,60m waarvan sprake. Ook hiervoor dient eerst een volledig en gedetailleerd werkplan opgemaakt te worden alvorens met afbraak kan gestart worden.

 

Besluit:

Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer gunstig onder volgende voorwaarden:

De af te breken loods situeert zich boven de In-Situ Caisson, dichtheids- (of scheidings)damwanden van de Schelde en vlak naast de grote Caisson II en plaat op palen van de Kennedytunnel (zie plan 1/TK1/010). De afgezonken caissons zijn door middel van stalen membranen met de damwanden en in-situ caisson verbonden. De in-situ caisson sluit aan op de damplankenwanden met zogenaamde damwandenkamers die ook in rechtstreekse verbinding staan met de rijwegkoker en spoorwegkoker. Gezien de complexe situatie in de ondergrond tot vlak onder het maaiveld, de leeftijd (Kennedytunnel is 50 jaar oud) en de daarbij horende ongekende staat van bepaalde onderdelen van de onderliggende constructies (voegen, verbindingen, damwanden, -kamers,…) en het belang van de Kennedytunnel dient te allen tijde zeer omzichtig gewerkt te worden bij de afbraak van de loods, zodat geen rechtstreekse of onrechtstreekse schade (bv door trillingen) wordt veroorzaakt. Daarom moet er voorafgaand aan de aanbesteding van de werken een overleg plaats vinden tussen AWV en de aanvrager om dwingende afspraken te maken betreffende de in het bestek op te nemen bepalingen over de afbraak van de loods. Van dit overleg wordt een verslag opgemaakt dat door AWV moet goedgekeurd worden. Alvast kunnen volgende bepalingen meegegeven worden: Voorafgaand aan de uitvoering van de werken moet een overleg plaatsvinden tussen AWV, de aanvrager en de uitvoerder om dwingende afspraken te maken betreffende de uitvoering van de afbraak van de loods. Voorafgaand de uitvoering van de werken moet een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opgemaakt worden van de toegankelijke en zichtbare ondergrondse constructies (delen daarvan kunnen enkel tijdens nachtelijke sluiting van de tunnel gebeuren) door een beëdigd landmeter. Tijdens de uitvoering van de werken moet er met een systeem van (on-line) monitoring ten behoeve van de opvolging van vervormingen en trillingen van de onderliggende constructies gewerkt worden teneinde te kunnen aantonen dat deze aanvaardbaar blijven. De aannemer dient op voorhand een werkplan ter goedkeuring voor te leggen aan TOV. Hierin moet volledig beschreven worden op welke wijze de afbraakwerken zullen uitgevoerd worden per onderdeel, wat de mogelijke risico’s van de afbraakwerken zijn voor de integriteit van de ondergrondse structuren van de Kennedytunnel, welke preventieve maatregelen genomen worden om schade te voorkomen en welke maatregelen voorzien worden in geval er toch (on-)rechtstreekse schade wordt veroorzaakt. In het werkplan moet ook duidelijk beschreven worden welke belastingen de gebruikte machines en werkwijzen veroorzaken op de onderliggende constructies en moet aan de hand van nota’s aangetoond worden dat deze aanvaardbaar zijn. TOV krijgt minstens 8 weken tijd om dit werkplan na te kijken (intern, door Experta, studiebureau, veiligheidsbeambte, afdeling EBS…). De afbraak dient zeer omzichtig te gebeuren. Gewoon neerhalen van de bestaande gebouwen wordt onder geen enkel beding toegestaan. De loods moet VOLLEDIG en omzichtig ONTMANTELD worden, zonder dat de afgebroken/ontmantelde elementen op de vloer vallen, aangezien dit mogelijks trillingen kan veroorzaken die nefast zijn voor de bestaande dichtingen in de voegconstructies van de tunnel en andere ondergrondse leidingen, verbindingen en doorvoeren. Indien de uitvoerder voor een andere, gelijkwaardige uitvoeringsmethode zou kiezen moet dit steeds in overleg met AWV gebeuren en kan enkel mits een goedgekeurd uitvoerings-/werkplan. De bewijslast dat zijn uitvoeringsmethode geen onaanvaardbare trillingen/schade aan de onderliggende constructies zal veroorzaken ligt ook dan bij de uitvoerder.

Momenteel zijn er geen zichtbare lekkages in de rijwegkokers en vluchtkoker van de tunnelelementen ter hoogte van de zone waar de loods staat. Als tijdens of na uitvoering van de werken blijkt dat er wel lekkages zijn ontstaan, dan is dit de verantwoordelijkheid van de aanvrager en dient deze zelf in te staan voor een herstel. Gezien de ligging onder de Schelde en de cruciale rol van de Kennedytunnel in de verkeersafwikkeling op lokaal, bovenlokaal en Europees niveau dient hier onmiddellijk gevolg aan gegeven te worden indien vastgesteld wordt dat er problemen zouden optreden met de stabiliteit en/of waterdichtheid. Bij in gebreke blijven van de aanvrager kan de TOV zelf bepaalde instandhoudingswerken laten uitvoeren door derde aannemer(s) waarvan de kosten van deze werken zullen verhaald worden op de aanvrager. Volgens plan 1/TK5/008, 11/TK1/005, 11/TK1/050 en 11/TK1/055 zijn er verbindingen tussen de ondergrondse dichtheidsdamwanden en caissons van de Kennedytunnel en de funderingszolen van de loods. Bij de opbraak van de fundering mag onder geen beding schade toegebracht worden aan deze constructies. Enkel manuele opbraak zonder gebruik te maken van zware machines wordt toegestaan. Volgens plan 1/TK1/015, 1/TK7/001 en 1/TK7/002 lopen er nog leidingen ten behoeve van de installaties van de Caissons onder de loods door. Er dient te allen tijde voorkomen te worden dat er schade aan deze kabels/leidingen wordt teweeggebracht door de uitvoering van de afbraakwerken. Hiervoor zijn mogelijks tijdelijke beschermingsconstructies noodzakelijk die door de uitvoerder zullen moeten voorzien worden. Volgens de verantwoordingsnota bij de aanvraag is sprake van paalfunderingen die zullen afgebroken worden. Het is niet duidelijk op basis van de beschikbare informatie over welke palen dit gaat en waar deze zich situeren ten opzichte van de Kennedytunnel. Hierin is ook sprake dat alle rioleringen en leidingen worden verwijderd, maar er zijn geen plannen bij de aanvraag gevoegd met voldoende gegevens. Hierover moet nog meer duidelijkheid verschaft worden. Alvorens met uitbraak van riolering en leidingen te beginnen moet alles volledig in kaart gebracht worden en moet beschreven worden waar mogelijke conflicten zijn met de overige ondergrondse constructies van de Kennedytunnel. In het werkplan wordt beschreven hoe de uitvoering zal gebeuren. Volgens de archeologienota gevoegd bij de aanvraag, zal bij de afbraak van de funderingszolen uitgegraven worden tot een diepte van 1,60m ten opzicht van het huidige maaiveld. De damwanden en bijhorende bovenliggende betonnen wand liggen op een diepte van slechts 5cm onder de bovenkant van de deksteen van de kaaimuur (plan 1/TK1/011). Ter hoogte van de gevel van de loods verlaagt de betonnen wand zo’n 70cm, maar ligt dus nog steeds ruimschoots binnen de werkdiepte van de 1,60m waarvan sprake. Ook hiervoor dient eerst een volledig en gedetailleerd werkplan opgemaakt te worden alvorens met afbraak kan gestart worden.”

Deze voorwaarden worden integraal overgenomen en gekoppeld aan de vergunning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      in overleg te treden met AG VESPA en de stad over de afbraak van het resterend deel van de paalfunderingen (wijze, timing, kostprijs) en de tijdelijke aanleg die zal worden voorzien bij afronding van de kaaimuurstabilisatiewerken in de naastgelegen kaaizone van Nieuw Zuid én op de timing van het vervolg van kaaimuurstabilisatiewerken in de zone waar de te slopen loods zich bevindt;

2.      de sloopwerken af te stemmen met De Vlaamse Waterweg voor wat betreft:

- de timing van de afbraakwerken;

- de precieze zone die voor de werken zal worden ingenomen;

- de interferentie met de werken van De Vlaamse Waterweg – ‘Scheldekaaien Antwerpen - Kaaimuurstabilisatie Nieuw Zuid’

De werken van De Vlaamse Waterweg mogen niet gehinderd worden door de afbraak van de loods.

3.      alle noodzakelijke maatregelen moeten worden genomen om de integriteit en de stabiliteit van de waterkering te vrijwaren. De verkrijger is aansprakelijk voor alle verzakkingen, incidenten en ongevallen die kunnen voortvloeien uit de aanleg, het bestaan, onderhoud, verandering of schorsing van de werken. Eventuele gebreken die optreden aan de waterkering na het beëindigen van de werken moeten onmiddellijk aan De Vlaamse Waterweg gerapporteerd worden en in voorkomend geval direct hersteld worden tot de volledige voldoening van De Vlaamse Waterweg, zo niet zullen deze herstellingswerken van ambtswege op kosten en risico’s van de verkrijger worden uitgevoerd;

4.      bij het verwijderen van de laagspanningskabel die naast de loods gelegen is, dient Fluvius hiervan op de hoogte te worden gebracht;

5.      in overleg te treden met het Agentschap Wegen en Verkeer voorafgaand aan de aanbesteding van de werken en de richtlijnen in het advies van het Agentschap strikt op te volgen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 augustus 2019

Volledig- en ontvankelijk

29 augustus 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 oktober 2019

Verslag GOA

18 september 2019

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      in overleg te treden met AG VESPA en de stad over de afbraak van het resterend deel van de paalfunderingen (wijze, timing, kostprijs) en de tijdelijke aanleg die zal worden voorzien bij afronding van de kaaimuurstabilisatiewerken in de naastgelegen kaaizone van Nieuw Zuid én op de timing van het vervolg van kaaimuurstabilisatiewerken in de zone waar de te slopen loods zich bevindt;

2.      de sloopwerken af te stemmen met De Vlaamse Waterweg voor wat betreft:

- de timing van de afbraakwerken;

- de precieze zone die voor de werken zal worden ingenomen;

- de interferentie met de werken van De Vlaamse Waterweg – ‘Scheldekaaien Antwerpen - Kaaimuurstabilisatie Nieuw Zuid’

De werken van De Vlaamse Waterweg mogen niet gehinderd worden door de afbraak van de loods.

3.      alle noodzakelijke maatregelen moeten worden genomen om de integriteit en de stabiliteit van de waterkering te vrijwaren. De verkrijger is aansprakelijk voor alle verzakkingen, incidenten en ongevallen die kunnen voortvloeien uit de aanleg, het bestaan, onderhoud, verandering of schorsing van de werken. Eventuele gebreken die optreden aan de waterkering na het beëindigen van de werken moeten onmiddellijk aan De Vlaamse Waterweg gerapporteerd worden en in voorkomend geval direct hersteld worden tot de volledige voldoening van De Vlaamse Waterweg, zo niet zullen deze herstellingswerken van ambtswege op kosten en risico’s van de verkrijger worden uitgevoerd;

4.      bij het verwijderen van de laagspanningskabel die naast de loods gelegen is, dient Fluvius hiervan op de hoogte te worden gebracht;

5.      in overleg te treden met het Agentschap Wegen en Verkeer voorafgaand aan de aanbesteding van de werken en de richtlijnen in het advies van het Agentschap strikt op te volgen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.