2019_CBS_06635 - Stedelijk bedrijfsvastgoed. Jeugd. Keizerstraat 71, 2000 Antwerpen - Renovatie kinderdagverblijf. Wijziging opdracht reeks 4. Vastlegging krediet - Goedkeuring

Artikel 56 §3, 4° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.

Deel 1: Wijziging van de opdracht

Korting op artikel 53.03.05: Soepele vloerbekledingen - Vloermatten

De totale minwaarde bedraagt -151,25 EUR, inclusief 21% btw. Er is geen termijnverlenging van toepassing.

Deel 2: Vastlegging krediet

De opdrachtnemer heeft nog het recht om een aantal posten te vorderen, welke nog niet of op onvoldoende wijze waren uitgevoerd bij de voorlopige oplevering.

De opdrachtnemer heeft, na uitvoering, nog recht op de volgende bedragen:

Een bedrag van 14.868,23 EUR, exclusief 21% btw, exclusief herzieningen mag nog, na uitvoering, gevorderd worden in de eindstaat. Deze opdracht is echter onderhevig aan prijsherzieningen. Gezien de uitvoeringstermijn is overschreden en deze werken allemaal uitgevoerd worden in de periode na de contractuele einddatum, mag de aanbestedende overheid de meest gunstige prijsherzieningscoëfficiënt bepalen, conform de bepalingen opgenomen in artikel 94 van het Koninklijk Besluit AUR.

De bedrijfseenheid Vastgoed heeft de verschillende mogelijke prijsherzieningscoëfficiënten onderzocht. De meest gunstige coëfficiënt is, in deze opdracht en beschouwde periode, de gewogen coëfficiënt, bepaald op 1,02469. Dit houdt in dat het bedrag van 14.868,23 EUR, exclusief 21% btw, verhoogd wordt met 2,469%. Het te vorderen eindbedrag wordt dus als volgt bepaald:

Het bedrag van 15.235,33 EUR + 3.199,42 EUR (21% btw) = 18.434,75 EUR, inclusief 21% btw, is pas vorderbaar na effectieve uitvoering van de werken. Om de tijdigheid van de betalingen te garanderen is het aangewezen dit bedrag nu reeds vast te leggen.

Artikel 37 van het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 22 juni 2017: ongeacht de wijze waarop de prijzen worden bepaald, is de aanbestedende overheid gerechtigd de oorspronkelijke opdracht eenzijdig te wijzigen, voor zover cumulatief aan de volgende voorwaarden is voldaan:

1. het voorwerp van de opdracht blijft onveranderd;
2. buiten de toepassing van de artikelen 26,§1, 2°, a) en b) en 3°, b) en 53,§2, 2° en 4°, a) en b) van de wet en artikel 25, 3°, a) en 4°, b) van de wet defensie en veiligheid, blijft de wijziging in waarde beperkt tot vijftien procent van het oorspronkelijke opdrachtbedrag;
3. zo nodig wordt voorzien in een passende compensatie voor de opdrachtnemer. Van essentiële bepalingen en voorwaarden van de opdracht kan evenwel enkel op gemotiveerde wijze worden afgeweken, en dit:

1° hetzij door een wijzigingsbevel of elke andere eenzijdige beslissing van de aanbestedende overheid;

2° hetzij door een bijakte.

De nog te vorderen som bedraagt 14.868,23 EUR, exclusief herzieningen, exclusief 21% btw. De prijsherzieningscoëfficiënt voor deze opdracht werd op basis van artikel 94 KB AUR bepaald op 1,02469. Dit houdt in dat het bedrag van 14.868,23 EUR verhoogd wordt met 2,469%.

Totaal te vorderen: 14.868,23 EUR + 367,10 EUR (2,469% herzieningen op 14.868,23 EUR) = 15.235,33 EUR, inclusief herzieningen + 3.199,42 EUR (21% btw) = 18.434,75 EUR, inclusief 21% btw.