Terug
Gepubliceerd op 19/08/2019

2019_CBS_06601 - Omgevingsvergunning - OMV_2019070345. George Ivanovlaan 44. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
wo 14/08/2019 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Fons Duchateau, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur
2019_CBS_06601 - Omgevingsvergunning - OMV_2019070345. George Ivanovlaan 44. District Deurne - Goedkeuring 2019_CBS_06601 - Omgevingsvergunning - OMV_2019070345. George Ivanovlaan 44. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019070345

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Silke Bossuyt met als adres George Ivanowlaan 44 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Ligging van het project:

George Ivanowlaan 44 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 32sectie B nr. 688V6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          24/4/2015: vergunning (2015400) voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning (volgens de aanvrager zal deze vergunning niet uitgevoerd worden en moet deze dus als vervallen beschouwd worden);

-          11/4/1983: vergunning (627#30480) voor het aanbouwen van een bergplaats en terras;

-          4/3/1964/ : vergunning (627#22385) voor het bouwen van een premiewoning.

 

Vergunde toestand

 

-          een eengezinswoning met 3 slaapkamers;

-          een bouwvolume van 3 bouwlagen onder plat dak, met een hoofdvolume van 8,31 meter diep;

-          een gelijkvloerse bouwdiepte van 12 meter, met op het dak van de uitbouw een terras;

-          gelijkvloerse garage en bergruimte, leefruimte en keuken op +1, slaapkamers op +2;

-          de voorgevel en achtergevel bestaan uit roodbruin metselwerk.

 

Vervallen vergunning uit 2015 (niet uitgevoerd)

 

-          een eengezinswoning met 3 slaapkamers en drie bouwlagen;

-          een bouwdiepte op elk niveau van 12 meter;

-          aangepaste interne indeling met een gelijkvloerse keuken onder een vide (dubbelhoog plafond);

-          de nieuwe achtergevel is afgewerkt in metselwerk.

 

Huidige toestand

 

-          een eengezinswoning met 3 slaapkamers en drie bouwlagen;

-          een bouwdiepte van 12 meter op het gelijkvloers en de eerste verdieping, een bouwdiepte van 8,31 meter op de tweede verdieping;

-          gelijkvloerse garage en bergruimte, leefruimte en keuken op +1, slaapkamers op +2;

-          de nieuwe achtergevel is (enkel op de eerste verdieping) afgewerkt met houten planken.

 

Gewenste toestand

 

-          idem aan huidige toestand;

Inhoud van de aanvraag

 

-          regulariseren van een verbouwing, afwijkend van de verleende vergunning uit 2015;

-          er werd enkel een uitbreiding voorzien op de eerste verdieping ter hoogte van het oorspronkelijke terras;

-          bekleden van de achtergevel ter hoogte van de eerste verdieping met houten planken.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)


De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 (goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014) en herzien op 1 maart 2018.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 34: Stabiliteit en scheidingsmuren
    het gedeelte van de scheidingsmuur ter hoogte van het plat dak van de eerste verdieping heeft geen opstand van minstens 0,30 meter waar dat dit vereist is;
    de zichtbaar blijvende onderdelen van de scheidingsmuur zijn niet esthetisch en volgens de regels van de kunst afgewerkt waar dat dit vereist is;
  • artikel 38: Groendaken
    het dak van de uitbreiding werd niet voorzien van een groendak. De plannen maken geen melding van een regenwaterput, zodat een groendak verplicht is.

 

Sectorale wetgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Het project valt niet onder bijlage III van het project-MER-besluit. Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Naast het feit dat de weergegeven vergunde plannen niet overeenkomen met de wettelijke vergunde toestand (wanneer een vergunning niet wordt uitgevoerd, vervalt deze van rechtswege), bevatten de plannen ook tegenstrijdigheden over de gelijkvloerse achtergevel. Het gelijkvloers plan van bestaande en gewenste toestand toont een groot schuifraam. Dit komt duidelijk niet overeen met de foto’s van de bestaande toestand en de geveltekening van de achtergevel. Dit vormt dan ook geen deel van deze aanvraag.

 

Functionele inpasbaarheid

De bestaande eengezinswoning blijft behouden en is functioneel inpasbaar in de woonomgeving van de George Ivanowlaan.

 

Mobiliteitsimpact

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde toestand ongewijzigd blijven.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De uitbreiding op de eerste verdieping heeft een beperkte impact op de omgeving en is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

Door enkel de eerste verdieping af te werken met een houten gevelbekleding, vormt dit geen visueel geheel met de onderliggende gevel in gevelsteen. Het wijzigen van de gevelbekleding aan een achtergevel is niet zichtbaar in het straatbeeld en heeft een beperkte stedenbouwkundige impact. Daarom kan dit aanvaard worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot

Het plat dak van de uitbreiding dient uitgevoerd te worden als groendak conform artikel 38 van de bouwcode.

De woning voldoet voor het overige aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Veiligheid in het algemeen

Uit de plannen kan niet afgeleid worden hoe het dak of de scheidingsmuren van de uitbreiding worden afgewerkt. Vanuit brandveiligheid is er geen reden om af te wijken van de artikels 34 (scheidingsmuren) en 38 (groendaken) van de bouwcode.

Omdat er toch een groendak moet worden voorzien conform de bouwcode, wordt in plaats van een minimale opstand van 30cm ter hoogte van de scheidingsmuur volgende technische voorwaarde opgelegd om brandoverslag te voorkomen:

-          ter hoogte van de dakopstand van de aangepaste scheidingsmuur een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) te voorzien van minstens 30cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het plat dak van de uitbreiding uit te voeren als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

2.      ter hoogte van de dakopstand van de aangepaste scheidingsmuur een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) te voorzien van minstens 30cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;

3.      de zichtbaar blijvende onderdelen van de scheidingsmuur esthetisch en volgens de regels van de kunst af te werken;

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

27 mei 2019

Volledig- en ontvankelijk

24 juni 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

23 augustus 2019

Verslag GOA

6 augustus 2019

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het plat dak van de uitbreiding uit te voeren als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

2.      ter hoogte van de dakopstand van de aangepaste scheidingsmuur een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) te voorzien van minstens 30cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak;

3.      de zichtbaar blijvende onderdelen van de scheidingsmuur esthetisch en volgens de regels van de kunst af te werken;

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

 

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.