Terug
Gepubliceerd op 01/07/2019

2019_CBS_05305 - Omgevingsvergunning - OMV_2019051863. Antwerpsebaan 4. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/06/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Ludo Van Campenhout, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_05305 - Omgevingsvergunning - OMV_2019051863. Antwerpsebaan 4. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_05305 - Omgevingsvergunning - OMV_2019051863. Antwerpsebaan 4. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019051863

Gegevens van de aanvrager:

CVBA Centrale der Werkgevers aan de Haven van Antwerpen met als adres Brouwersvliet 33 bus 7 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Antwerpsebaan 4 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 18 sectie B nr. 162B

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een nieuwe garage voor ziekenwagens

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-        Op 11 juni 1992 verleende het college stedenbouwkundige vergunning (HV/1991/B/18/79543-91/931 – 1992650) voor het uitbreiden van een haven-hulppost, gelegen Antwerpsebaan 4, Antwerpen;

-        Op 13 juli 1995 verleende het college stedenbouwkundige vergunning (HV/1995/5-95/B/0492 – 19951199) voor een gevelaanpassing achterzijde gebouw en de plaatsing van een zendmast, gelegen Antwerpsebaan 4, Antwerpen.


Inhoud van de aanvraag

-          Uitbreiden van een bestaande hulppost met een garage voor 3 ambulances.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer

6 mei 2019

31 mei 2019

Gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

6 mei 2019

28 mei 2019

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen

6 mei 2019

23 mei 2019

Gunstig

 

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Kanaaldok B2 – Gebied voor waterweginfrastructuur. De omliggende wegenis heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.

Ten noorden en westen van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel daaraan loopt tevens een overdruk met als aanduiding Verbinding voor fietsers. Ten zuiden van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Ten zuiden en ten oosten loopt een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding. Op circa 300 m ten zuiden van de aanvraag bevindt zich de bestemming Gebied voor spoorinfrastructuur.

 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Liefkenshoekspoortunnel van toepassing, goedgekeurd op 9 mei 2008 door de Vlaamse regering. Volgens dit GRUP ligt de aanvraag op circa 150 meter ten zuiden van de overdruk Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur.

 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningslijn Zandvliet – Lillo – Liefkenshoek van toepassing. Volgens dit GRUP ligt de aanvraag op circa 460 meter ten noorden en westen van de overdrukken Hoogspanningsleiding en Gebied met overdruk gebruiksbeperkingen.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. Er wordt een hemelwaterput geplaatst met een inhoud van 7.500 liter waarbij het hemelwater hergebruikt wordt in de garage. De aanvraag gaat er verkeerdelijk van uit dat de aanleg van een infiltratievoorziening niet verplicht is, omdat het goed kleiner zou zijn dan 250 m². Het goed heeft echter een oppervlakte van circa 2.600 m². Om de aanvraag alsnog in overeenstemming met de gewestelijke hemelwaterverordening te brengen, moet men de overloop van de hemelwaterput aansluiten op een infiltratievoorziening, in de aanpalende groene strook tegen de grens van het goed. Het volume van dergelijke infiltratievoorziening bedraagt minimaal 2.000 liter en de oppervlakte ervan bedraagt minimaal 3,20 m².
 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat er geen milieueffecten zijn.

 

Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project veroorzaakt slechts een beperkte toename aan bebouwde oppervlakte, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Temidden van het havengebied, net ten noorden van de Tijsmanstunnel, wordt een bestaande hulppost uitgebreid met een garage voor de stalling van drie ambulancewagens. De nieuwe garage, met een oppervlakte van 140 m², wordt tegen de noordoostzijde van het bestaande gebouw ingeplant. Een bestaande deur in deze gevel verandert van draairichting waardoor het bestaande met het nieuwe gedeelte verbonden wordt. Om deze werken te kunnen uitvoeren, worden drie bomen gekapt.

De hulppost zelf zal tevens een grondige renovatie ondergaan. De werken situeren zich voornamelijk intern, zonder volume- of functiewijziging. Plaatselijk worden gevelopeningen aangepast in functie van de nieuwe invulling van de ruimtes. De hulppost fungeert als uitvalsbasis voor ambulances. Occasioneel kan men hier in geval van nood ook eerste zorgen toedienen, maar de hulppost fungeert niet als een hospitaal of voor het verblijf van zieken of gewonden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag geneert geen bijkomende parkeerbehoefte. De ambulancewagens dienen overdekt opgesteld te staan om in alle omstandigheden vertrekkensklaar te kunnen zijn.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. De hulppost is noodzakelijk gevestigd in het havengebied opdat een ambulance tijdig een persoon in nood zou kunnen bereiken.

 

Visueel-vormelijke elementen

Qua hoogte sluit de nieuwe garage aan op de bestaande garage waar deels tegenaan gebouwd wordt. Qua materiaalgebruik wijkt het nieuwe gedeelte af met het bestaande maar de keuze is met grijze sandwichpanelen wel aanvaardbaar binnen havengebied. In de zuidgevel worden drie sectionaalpoorten geplaatst.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Gezien de aard van de aanvraag, werd het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit.

Gezien de ligging van de aanvraag nabij gewestwegen, werd het advies ingewonnen van het Agentschap Wegen en Verkeer. Zij brachten een gunstig advies uit.

Het Havenbedrijf Antwerpen werd om advies gevraagd als beheerder van het havengebied. Zij brachten een gunstig advies uit maar merken wel op dat de aanvraag is gelegen binnen de 10?? isorisicocontour voor het plaatsgebonden mensrisico van VLS-Group Belgium, een hoge drempel Sevesobedrijf dat ten oosten van de aanvraag gelegen is. Binnen deze contour geldt een beperking inzake de permanente aanwezigheid van personen. Het Havenbedrijf zal met de aanvrager nagaan of er een toename of verplaatsing is van de populatie ten gevolge van de voorliggende uitbreiding en welke impact dit met zich kan meebrengen op het externe mensrisico van VLS-group Belgium.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      om de aanvraag alsnog in overeenstemming met de gewestelijke hemelwaterverordening te brengen, moet men de overloop van de hemelwaterput aansluiten op een infiltratievoorziening, in de aanpalende groene strook tegen de grens van het goed. Het volume van dergelijke infiltratievoorziening bedraagt minimaal 2.000 liter en de oppervlakte ervan bedraagt minimaal 3,20 m²;

2.      er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

18 april 2019

Volledig- en ontvankelijk

6 mei 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

5 juli 2019

Verslag GOA

7 juni 2019

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.     om de aanvraag alsnog in overeenstemming met de gewestelijke hemelwaterverordening te brengen, moet men de overloop van de hemelwaterput aansluiten op een infiltratievoorziening, in de aanpalende groene strook tegen de grens van het goed. Het volume van dergelijke infiltratievoorziening bedraagt minimaal 2.000 liter en de oppervlakte ervan bedraagt minimaal 3,20 m²;

2.    er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.