Terug
Gepubliceerd op 01/07/2019

2019_CBS_05307 - Omgevingsvergunning - OMV_2019051454. Statiestraat 65. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/06/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Ludo Van Campenhout, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_05307 - Omgevingsvergunning - OMV_2019051454. Statiestraat 65. District Berchem - Goedkeuring 2019_CBS_05307 - Omgevingsvergunning - OMV_2019051454. Statiestraat 65. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019051454

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw An Kerckhofs met als contactadres Appelstraat 70 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) en Huisartsengroep Statiestraat met als contactadres Godtsstraat 17 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Ligging van het project:

Statiestraat 65 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 21sectie B nr. 42G6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van de gelijkvloerse verdieping en wijzigen schrijnwerk in de voorgevel

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          24 september 1990: vergunning (961#887) voor een verbouwing en uitbreiding op het gelijkvloers;

-          02 februari 1977: vergunning (956#2192 ) voor het bouwen van een bankfiliaal met appartementen.

Vergunde toestand

-          besloten meergezinswoning van 4 bouwlagen en een teruggetrokken  daklaag;

-          op de gelijkvloerse verdieping bevindt zich een bankkantoor. De volledige gelijkvloerse verdieping is volgebouwd;

-          op elke verdieping telkens 2 woonentiteiten en één op de teruggetrokken daklaag.

Gewenste toestand

-          het omvormen van het bankkantoor naar een tandartsenpraktijk;

-          het intern verbouwen en optimaliseren van de praktijkruimte;

-          het voorzien van patio’s in de aanbouw.

Inhoud van de aanvraag

-          intern verbouwen en optimaliseren van een bankkantoor naar een huisartsenpraktijk;

-          op de gelijkvloerse verdieping wordt het schrijnwerk in de voorgevel gewijzigd;

-          de achterbouw op de gelijkvloerse verdieping wordt voorzien van een groendak (57m2) met openingen voor interne patio’s.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

9 mei 2019

27 mei 2019

Voorwaardelijk gunstig

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

(Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):

de publiek toegankelijke oppervlakte  van de praktijk is groter dan 150m2 waardoor alle vertrekken, gangen, doorgangen en deuren moeten voldoen aan de verordening toegankelijkheid.

  • artikel 29 Onthaal: De opening van het onthaal werd niet weergegeven op een snede, het is niet duidelijk of deze voldoet aan dit artikel. De hoogte tot de bovenzijde van het lage gedeelte bedraagt hoogstens 0,80 m. Onder het bovenste gedeelte moet een opening zijn van minstens 70 cm hoog, minstens 0,90m  breed en minstens 0,60 m diep;
  • artikel 30 Afmetingen sanitaire cellen. Er zijn drie sanitaire cellen aanwezig, waarvan één centraal gelegen sanitaire cel. Deze dient integraal toegankelijk uitgevoerd te worden. Door de ruimte die ingenomen wordt door de koker, voldoen de ruwbouwmaten niet aan de minimale afmeting van 1,70 m op 2,25 m. Na de afwerking van de wanden en met inbegrip van de ruimte voor plinten moet een ruimte van minstens 1,65 m op 2,20 m gegarandeerd worden. Bij die minimale maten moet de deur in de korte zijde aangebracht worden.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: kabinet 5 is niet voorzien van direct daglicht of luchttoevoer. Er wordt wel een verluchtingssysteem D voorzien;
  • artikel 34 stabiliteit en scheidingsmuren: de aangeleverde plannen en sneden tonen onvoldoende duidelijk of er een opstand ten opzichte van het hoogst aangerende dakvlak voorzien wordt van minimaal 0,30 m na het plaatsen van een groendak.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Bouwcode:

-          artikel 24: Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:

Kabinet 5 zal gebruikt worden als alle andere kabinetten volzet zijn. Het is echter ook niet de bedoeling om hier een arts te laten werken, maar eerder korte consultaties door een verpleegkundige te laten doorgaan.
Er wordt geen rechtstreeks daglicht voorzien, maar er wordt bovenaan (over de volledige breedte van de wand tussen kabinet 4 en 5) een raam met ca. 50cm hoogte voorzien.
Gelet op het feit dat deze kleinere ruimte niet permanent bezet zal zijn en enkel gebruikt zal worden voor korte consultaties, gelet op het feit dat er voldoende verse lucht voorzien zal worden via een ventilatiesysteem D is een afwijking aanvaardbaar.

 

Functionele inpasbaarheid

Het gelijkvloerse bankkantoor wordt omgevormd naar een dokterspraktijk. De functie gemeenschapsvoorziening blijft behouden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het perceel werd volledig volgebouwd. De scheimuren worden met 30cm verhoogd om achteraan een groendak te kunnen voorzien. Binnen het bestaande bouwvolume worden twee patio’s gemaakt om voldoende daglicht in de kabinetten te voorzien. De geplande werken hebben een beperkte, positieve impact op het binnengebied.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het gelijkvloerse schrijnwerk in de voorgevel wordt gewijzigd naar houten schrijnwerk. Dit is in harmonie met het schrijnwerk van de bovenliggende verdiepingen. Dit is inpasbaar in het straatbeeld.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Voor de wachtzaal wordt een tocht-sas voorzien. Omwille van de levendige plint aan de straatzijde wordt in voorwaarden opgelegd dat de wand en deur tussen de wachtzaal en de tocht-sas voorzien wordt in doorzichtig glas.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte. 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de centraal gelegen sanitaire cel dient integraal toegankelijk uitgevoerd te worden, conform artikel 30 van de verordening toegankelijkheid publieke gebouwen. Na afwerking van de wanden en met inbegrip van de ruimte voor plinten moet een ruimte van minstens 1,65 m op 2,20 m gegarandeerd worden. De deur dient in de korte zijde aangebracht te worden;

2.      de opening van het onthaal moet voldoen aan artikel 29 van de verordening toegankelijkheid publieke gebouwen. De hoogte tot de bovenzijde van het lage gedeelte bedraagt hoogstens 0,80 m. Onder het bovenste gedeelte moet een opening zijn van minstens 0,70 m hoog, minstens 0,90 m breed en minstens 0,60 m diep;

3.      in kabinet 5 moet een verluchtingssysteem D voorzien worden;

4.      het gedeelte van de scheidingsmuren moet ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak over een opstand van minimaal 0,30 meter beschikken. Deze opstand is echter niet vereist indien aan een van de volgende voorwaarden voldaan is:

-          de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          er ligt een groendak en tussen de scheidingswand en de vegetatie is een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig;

5.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

18 april 2019

Volledig- en ontvankelijk

9 mei 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

8 juli 2019

Verslag GOA

18 juni 2019

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de centraal gelegen sanitaire cel dient integraal toegankelijk uitgevoerd te worden, conform artikel 30 van de verordening toegankelijkheid publieke gebouwen. Na afwerking van de wanden en met inbegrip van de ruimte voor plinten moet een ruimte van minstens 1,65 m op 2,20 m gegarandeerd worden. De deur dient in de korte zijde aangebracht te worden;

2.      de opening van het onthaal moet voldoen aan artikel 29 van de verordening toegankelijkheid publieke gebouwen. De hoogte tot de bovenzijde van het lage gedeelte bedraagt hoogstens 0,80 m. Onder het bovenste gedeelte moet een opening zijn van minstens 0,70 m hoog, minstens 0,90 m breed en minstens 0,60 m diep;

3.      in kabinet 5 moet een verluchtingssysteem D voorzien worden;

4.      het gedeelte van de scheidingsmuren moet ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak over een opstand van minimaal 0,30 meter beschikken. Deze opstand is echter niet vereist indien aan een van de volgende voorwaarden voldaan is:

-          de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          er ligt een groendak en tussen de scheidingswand en de vegetatie is een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed aanwezig;

5.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.