Terug
Gepubliceerd op 01/07/2019

2019_CBS_05280 - Omgevingsvergunning - OMV_2019046053. Infirmerieplein zn. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/06/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Ludo Van Campenhout, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_05280 - Omgevingsvergunning - OMV_2019046053. Infirmerieplein zn. District Antwerpen - Goedkeuring 2019_CBS_05280 - Omgevingsvergunning - OMV_2019046053. Infirmerieplein zn. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019046053

Gegevens van de aanvrager:

de heer Toon Vanobbergen met als adres Infirmerieplein 24 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Infirmerieplein zn te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 6sectie F nr. 1307C11

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een gemeenschappelijke fietsenberging in een collectieve tuin

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          geen relevante voorgeschiedenis.

Vergunde en huidige toestand

-          de collectieve tuin maakt deel uit van de tuinzone tussen de rijwoningen op het Infirmerieplein en de westelijke huizenrij van de Van Luppenstraat.

Gewenste toestand

-          voorzien van twee afzonderlijke overkappingen aan weerzijden van een open tuinzone.

Inhoud van de aanvraag

-          bouwen van een gemeenschappelijke fietsenberging in een collectieve tuin;

-          voorzien van twee afzonderlijke overkappingen aan weerzijden van een open tuinzone;

-          de noordelijke overkapping functioneert als fietsenberging voor 44 fietsen, opgesteld langsheen een centraal pad;

-          de zuidelijke overkapping biedt plaats voor gemeenschappelijk bergkasten voor tuingereedschap en voor 4 bakfietsen;

-          de daken van de overkappingen worden als groendak aangelegd.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het voorzien van een fietsenberging is functioneel aanvaardbaar en compatibel met het typisch gebruik van de tuinzone. Een voldoende groot deel blijft voorbehouden als (gemeenschappelijke) tuin.

 

Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag doet geen afbreuk aan de herkenbare, cultuurhistorisch waardevolle figuur van de muur rond het voormalig militair hospitaal.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

De aangevraagde gemeenschappelijke fietsenberging zorgt voor bijkomende nuttige stalplaatsen voor de fietsen van de aanliggende bewoners. De fietsenberging is gemakkelijk bereikbaar en praktisch in gebruik.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aangevraagde volumes hebben een beperkte ruimtelijke impact op de aanliggende tuinen door hun lage hoogte en doordachte inplanting.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het karakter van de open groene tuinzone blijft bewaard door het behoud van een centrale open ruimte en lage kleine bijgebouwen in hout en staal onder groendaken. De aanvraag is visueel aanvaardbaar en kwalitatief.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 april 2019

Volledig- en ontvankelijk

29 april 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 juni 2019

Verslag GOA

19 juni 2019

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

1.Strijdig met bestemming: het bezwaar dat in deze groene tuinzone geen bouwwerken of behuizingen toegelaten zijn. Enkel (kleine) tuinhuizen of een speeltuin van algemeen nut zou toegelaten zijn.

Beoordeling: Het betreffende perceel valt volgens het gewestplan onder woongebied. Vanuit een goede ruimtelijke ordening is dit een zone die wenselijk wordt ingevuld als tuinzone. Er bestaan geen verordenende bepalingen over de mogelijke constructies in deze tuinzone. Constructies kunnen worden toegelaten zolang zij het gebruik van de tuinen ondersteunen en geen onevenredige hinder veroorzaken. Het voorliggende ontwerp kan worden beschouwd als een efficiënte bundeling van de tuinbergingen uit de aanpalende tuinen, zodat het groen open karakter van de tuinzone optimaal kan worden behouden. Er is geen stedenbouwkundig bezwaar tegen de plaatsing van deze constructies. Het bezwaar is ongegrond;

2.Waterinsijpeling: de bestaande hoge tuinmuur is een oude binnenmuur die zeer poreus is en water doorlaat. Deze muur werd hier niet behandeld om waterinsijpeling te voorkomen. Er wordt voorgesteld om hiervoor gepaste maatregelen te treffen.

Beoordeling: de bouwfysische afwerking van een gemene muur vormt strikt gezien geen stedenbouwkundige aangelegenheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontzien van burgerrechtelijke plichten. Het bezwaar is ongegrond;

3.Licht en zicht: over de ganse lengte van het perceel wordt een gebouw geplaatst tegen de perceelsgrens, zodat licht en zicht wordt weggenomen in de aanpalende tuin. De bezwaarindiener verwijst hierbij naar de hoogte van 2m57 op het hoogste punt van het gebouwtje en het feit dat er geen 2 meter afstand gehouden wordt vanaf de perceelsgrens. De bezwaarindiener merkt op dat zulke constructie beter zou geplaatst worden tegen de bestaande hoge tuinmuur, in plaats van langs de andere tuingrenzen.

Beoordeling: De aangevraagde tuinberging ten opzichte van de tuin van de bezwaarindiener heeft een hoogte van slechts 2m10 ter hoogte van de perceelsgrens. Dan wordt er een lichthellend dak voorzien waarvan het hoogste punt (2m60) op 3 meter ligt van de perceelsgrens. Dit kan bezwaarlijk beschouwd worden als een oplossing die hinder veroorzaakt voor het gebruik van de aanpalende tuin. Tuinscheidingen met een hoogte tot 2 meter zijn volgens de Vlaamse regering vrijgesteld van de vergunningsplicht. Volgens de bouwcode zijn tuinafscheidingen zelfs aanvaardbaar met een maximum van 2m60. De hinder van het lage gebouwtje komt dus overeen met die van een zeer gebruikelijke scheiding en heeft ook duidelijke voordelen inzake privacy. Er is geen bezwaar tegen de voorgestelde constructie tegen de perceelsgrens. Het bezwaar is ongegrond;

4. Teveel fietsen en brommers: de bezwaarindiener uit bezorgdheden over het aantal fietsen en de noodzaak om hiervoor de tuinzone te bebouwen. Werden er geen fietsstalplaatsen voorzien in de ondergrondse parking

Beoordeling: Het vermoeden dat de inrichting van deze gemeenschappelijke tuinberging en fietsenstalplaats zal leiden tot bijkomende overlast voor de omwonenden is gebaseerd op vermoedens. De bewoners van de huizen aan het Infirmerieplein gebruiken reeds hun tuintoegang via het collectief pad om fietsen en tuinspullen tot in hun tuin te brengen. De aanvraag bundelt dit gebruik op een kwalitatieve manier. Dit zorgt voor een grote meerwaarde van het gebruiksgemak van deze bewoners. De bezwaarindiener vermeldt brommers waarvan in de aanvraag geen sprake is, enkel plaatsen voor fietsen en bakfietsen werden voorzien. Vanuit een goed nabuurschap is het evident dat overlast, van welke aard dan ook, steeds beperkt wordt. Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.