Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018148211 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Maria Blommaert met als contactadres Coebergerstraat 49B te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Coebergerstraat 51 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 10sectie K nr. 1750P16 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een appartementsgebouw met 5 woonenetiteiten en een ondergrondse parkeergarage |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 25 juni 1971: vergunning (18#54192) voor het verbouwen van een garage.
Laatst vergunde toestand
- voorzien van een verdiepingsvloer in een bestaande bovengrondse garage.
Bestaande toestand
- de verdiepingsvloer conform de laatste vergunning werd nooit uitgevoerd;
- de garage bestaat uit een hoge bouwlaag onder een plat dak.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande bovengrondse parkeergarage en oprichten van een nieuwbouw meergezinswoning met 5 appartementen en een ondergrondse parkeergarage en bergingen;
- de nieuwbouw omvat vier bovengrondse bouwlagen en een teruggetrokken vijfde bouwlaag beide onder plat dak;
- de bouwdiepte van het hoofdvolume, links, bedraagt circa 19 meter en laat de bestaande erfdienstbaarheden (ramen) in de scheimuur vrij van bebouwing;
- aan de rechterzijde sluit het gelijkvloers van de nieuwbouw volledig aan tegen het profiel van het hoekgebouw met de Lange Elzenstraat;
- er wordt een ondergrondse verdieping voorzien met 9 parkeerplaatsen voor wagens, 20 fietsstalplaatsen en bergingen;
- de 5 appartementen situeren zich als volgt:
- de voorgevel wordt afgewerkt met een lichtgrijze gevelsteen en voorzien van aluminium buitenschrijnwerk, achter een horizontaal houten latwerk met een open voeg.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
AQUAFIN NV |
17 januari 2019 |
15 februari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
17 januari 2019 |
15 februari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator |
17 januari 2019 |
28 januari 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
17 januari 2019 |
17 januari 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
17 januari 2019 |
1 februari 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af op de bepalingen van de bouwcode. De aangeleverde informatie bevat onvoldoende gegevens om te beoordelen of de gescheiden afvalberging voorzien is van verluchting conform artikel 26, de afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen uitgevoerd worden conform artikel 35, het dak aangelegd wordt als groendak conform artikel 38, er een privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleiding wordt ingepland conform artikel 40, de inhoud van de septische put conform artikel 43 is ingericht en de aansluiting van deze septische put met het openbaar rioolstelsel voldoet aan artikel 41.
De bovenvermelde onduidelijkheden kunnen in voorwaarden in deze vergunning worden opgenomen indien er strikt wordt voldaan aan de inrichtingsprincipes conform artikel 26, 35, 38, 40, 41 en 43 van de bouwcode.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het slopen van een parkeergarage en het bouwen van een meergezinsgebouw. Wonen is een kenmerkende functie in de omgeving van de Coebergstraat en is verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De Coebergstraat wordt gekenmerkt door burgerwoningen met hoofdzakelijk drie bouwlagen onder zadeldak. Deze worden afgewisseld door pakhuizen en magazijnen die bestaan uit drie of vier bouwlagen onder plat dak. Aan de overzijde van het perceel zijn er pakhuizen te vinden met vier bouwlagen en plat dak.
De aanvraag wenst een bestaande garage met één hoge bouwlaag te slopen en te vervangen door een gebouw met vier bouwlagen en een dakvolume. Het dakvolume bestaat uit een terraslounge met berging dat zich beperkt in hoogte en oppervlakte. Het gevelvlak van de aanvraag kraagt uit boven de kroonlijst van de linker- en rechterbuur maar komt qua hoogte overeen met de schommelende kroonlijsthoogtes in de oneven zijde van de Coebergstraat.
De aanvraag houdt voldoende rekening met de bestaande gebouwen in de omgeving en sluit grotendeels aan op de scheidingsmuren van de aanpalende percelen. De voorgestelde hoogte komt overeen met de kenmerkende nokhoogte van gebouwen in de omgeving. Er wordt voldoende afstand gehouden van de bebouwing in de omgeving zodat er geen zon- en daglicht wordt weggenomen van verblijfsruimtes.
Visueel-vormelijke elementen
De gevel is uitgewerkt met grote raamopeningen in een strak grid van licht metselwerk. Houten horizontaal latwerk met open voegen doet dienst als zonnewering en zorgt voor een ‘massieve’ invulling van het gevelvlak. Het gevelontwerp werd voorgelegd aan de Welstandscommissie (09/03/2018) en komt tegemoet aan de opmerkingen die werden meegegeven in een voorwaardelijk gunstig advies. Het materiaalgebruik, de kleur en afwerking is sober en hedendaags en past zich in binnen een stedelijke context.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aangevraagde wooneenheden zijn ruim, kwalitatief en allen voorzien van voldoende buitenruimte. De aanvraag voorziet de buitenruimtes van de doorzonappartementen zodanig dat inkijk op eigen perceel tot een minimum wordt herleid.
Vastgesteld wordt dat de garagepoort dubbelrichtingsverkeer niet toelaat. In voorwaarden wordt opgenomen om met een lichtensysteem te werken om in- en uitgaand verkeer op elkaar af te stemmen. Fietsers dienen ook gebruik te maken van het lichtsysteem om te vermijden dat zij niet samen met auto’s op de helling komen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 19 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van 5 appartementen. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Er verdwijnen door de verbouwing 14 parkeerplaatsen (gebaseerd op de bijgevoegde foto’s). Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden. De werkelijke parkeerbehoefte is 5 + 14 =19 |
De plannen voorzien in 9 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 9. Dit aantal is voldoende om de parkeerbehoefte van de woongelegenheden op te vangen. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 10. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 10. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 10 plaatsen.
|
Bodemreliëf
Er wordt een ondergronds parkeergarage voorzien. Deze bodemingreep is aanvaardbaar.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. er moet voldaan worden aan de inrichtingsprincipes conform artikel 26 ‘Afvalverzameling’, artikel 35 ‘Afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen’, artikel 38 ‘Groendaken’, artikel 40 ‘Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen’, artikel 41 ‘Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel’ en artikel 43 ‘Septische putten’ van de bouwcode;
3. de inrit naar de parkeergarage moet uitgerust worden met een lichtsysteem;
4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
20 december 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
17 januari 2019 |
Start 1e openbaar onderzoek |
24 januari 2019 |
Einde 1e openbaar onderzoek |
22 februari 2019 |
Beslissing toepassing administratieve lus |
14 maart 2019 |
Start 2e openbaar onderzoek |
27 maart 2019 |
Einde 2e openbaar onderzoek |
25 april 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
1 juli 2019 |
Verslag GOA |
19 juni 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
Administratieve lus
Op de aanvraag wordt een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
Conform artikel 20 §2 van het Omgevingsvergunningsbesluit moet de affiche voor de bekendmaking van het openbaar onderzoek altijd goed leesbaar zijn vanaf de openbare weg. De affiche werd op een garagepoort aangebracht. Tijdens de controle werd er geen affiche aangetroffen en werd er vastgesteld dat de garagepoort open stond. Zodoende vormt dit voldoende bewijs om te besluiten dat de affiche gedurende de periode van het openbaar onderzoek niet altijd goed leesbaar was vanaf de openbare weg.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
24 januari 2019 |
22 februari 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
27 maart 2019 |
25 april 2019 |
0 |
0 |
0 |
1 |
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
Er werd 1 bezwaarschrift ingediend, voornamelijk handelend over:
1. Lichtinval: De hoogte van het gebouw neemt daglicht weg van de bidruimte van het kerkgebouw dat gevestigd is op Lange Elzenstraat 79.
Beoordeling: De kroonlijsthoogte van de aanvraag is gelegen binnen een denkbeeldige hoek van 45°, gemeten vanaf de perceelgrens met Lange Elzenstraat 79. Hierdoor houdt het nieuwe volume voldoende afstand van de bestaande bebouwing achteraan waardoor de daglichttoetreding naar de bidruimte niet wordt belemmerd. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. er moet voldaan worden aan de inrichtingsprincipes conform artikel 26 ‘Afvalverzameling’, artikel 35 ‘Afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen’, artikel 38 ‘Groendaken’, artikel 40 ‘Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen’, artikel 41 ‘Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel’ en artikel 43 ‘Septische putten’ van de bouwcode;
3. de inrit naar de parkeergarage moet uitgerust worden met een lichtsysteem;
4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.