Terug
Gepubliceerd op 01/07/2019

2019_CBS_05118 - Omgevingsvergunning - OMV_2019048742. Steenstraat 26. District Ekeren - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 28/06/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Ludo Van Campenhout, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_05118 - Omgevingsvergunning - OMV_2019048742. Steenstraat 26. District Ekeren - Weigering 2019_CBS_05118 - Omgevingsvergunning - OMV_2019048742. Steenstraat 26. District Ekeren - Weigering

Motivering

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019048742

Gegevens van de aanvrager:

BV FEB 247 BV met als adres Tramsingel 23 bus A16 te 4814 AB Breda (Nederland)

Ligging van het project:

Steenstraat 26 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 35sectie F nr. 385C2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van de functie 'handel' naar 'fitness' (=dagrecreatie) zonder structurele werken

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          4 mei 1970: vergunning (803#3464) voor het vergroten van een garage en het bouwen van een appartementsgebouw en showroom.

-          26 juni 2008: vergunning verleend door deputatie (20074734) voor het regulariseren van de geplaatste schouwen van een carrosserieatelier;

-          4 november 2016: vergunning (20161937) voor het schilderen van de voorgevel;

Vergunde/vergund geachte toestand

-          twee gebouwen met aan de straatzijde een afzonderlijk gelijkvloers, de werkplaats achteraan is samengevoegd;

-          functie van het gelijkvloers is werkplaats (= bedrijvigheid) met showroom (= detailhandel) vooraan;

-          op de hoger gelegen verdiepingen zijn er appartementen;

-          de gevelpui van beide panden is afzonderlijk opgebouwd en afgewerkt.

Huidige toestand

-          twee gebouwen met samengevoegd gelijkvloers;

-          functie van het gelijkvloers is handel;

-          op de hoger gelegen verdiepingen zijn er appartementen;

-          de gelijkvloerse gevel pui vormt één geheel en is afgewerkt met zwart plaatmateriaal ;

-          er is telkens een afzonderlijke inkomhal voor de hoger gelegen appartementen.

Gewenste toestand

-          omvormen functie van het gelijkvloers naar fitness (= dagrecreatie);

-          regularisatie van de gelijkvloerse gevel pui die nu één geheel vormt en is afgewerkt met zwart plaatmateriaal.

Inhoud van de aanvraag

-          het regulariseren van het samenvoegen van het linker en rechter deel van het gelijkvloers;

-          het wijzigen van de functie van werkplaats met showroom tot fitness;

-          het regulariseren van het afwerken van de gelijkvloerse gevelpui met zwart plaatmateriaal.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

30 april 2019

22 mei 2019

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

30 april 2019

14 mei 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

30 april 2019

10 mei 2019

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 18: Niveauverschillen:

het niveauverschil tussen de buiten- en binnenruimte is niet overbrugd met een helling waar dat dit vereist is;

o artikel 24: Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
de plannen geven onvoldoende duidelijkheid of er voldoende lichtinval en luchttoevoer is;

  • artikel 29/2: Publiek toegankelijke toiletten en doucheruimtes:

Een aangepast toilet en aangepaste doucheruimte worden niet voorzien waar dat dit vereist is.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 11: Afwerken van gevels en materiaalgebruik:

voor de afwerking van de gelijkvloerse gevel pui met plaatmateriaal wordt de rollaag boven de oorspronkelijke ramen van het linkerpand op het gelijkvloers half bedekt;

  • artikel 26: Afvalverzameling:

er is geen afvalverzameling voorzien waar dat dit vereist is;

  • artikel 27: Open ruimte:

het perceel heeft geen open ruimte waar dat bij een functiewijziging  minstens 20% onbebouwd dient te zijn;

  • artikel 29: Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

er zijn geen fietsstalplaatsen voorzien waar dat dit vereist is;

  • artikel 30: er zijn geen autostalplaatsen  en autoparkeerplaatsen voorzien waar dat dit vereist is.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

o artikel 18: Niveauverschillen:
Het niveauverschil tussen de buiten- en binnenruimte wordt niet overbrugd met de vereiste helling. Om de aanvraag in overeenstemming te brengen met het voorschrift, dient er een grondige hertekening te gebeuren van de toegangssas, waarbij mogelijks constructieve werken dienen te gebeuren. Deze aanpassing kan bijgevolg niet via voorwaarden worden opgelost.
o artikel 29/2: Publiek toegankelijke toiletten en doucheruimtes:
Een aangepast toilet en een aangepaste doucheruimte worden niet voorzien. Bij een eventuele vergunning kunnen deze aanpassingen als voorwaarden worden gekoppeld aan de vergunning.

De aanvraag wijkt op volgende punten af van de bouwcode:
o artikel 11: Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
zie infra – bespreking visueel-vormelijke elementen
o artikel 24: minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
Uit de ingediende plannen kan niet afgeleid worden of er voldoende luchtinval en luchttoevoer mogelijk is. (zie infra – bespreking hinder en woonkwaliteit)
o artikel 26: Afvalverzameling:
Er is geen afvalverzameling voorzien. In geval van een vergunning kan dit als voorwaarde worden opgelegd.
o artikel 27: Open ruimte:
Bij een functiewijziging dient  minimaal 20 % van het perceel onbebouwde ruimte te voorzien. In de voorliggende aanvraag wordt geen ontpitting voorzien. Het is mogelijk minder dan 20% van het perceel onbebouwd te laten indien het perceel in het kernwinkelgebied gelegen is en geen woonbestemming heeft op het gelijkvloers. Dit perceel voldoet aan deze randvoorwaarden. Een ontpitting van minder dan 20 % zou hier toegelaten kunnen worden. Het perceel is op dit moment evenwel op het gelijksvloerse niveau volledig omsloten door bebouwing. Een ontpitting op dit perceel in de huidige constellatie van het betrokken deel in dit bouwblok zou bijgevolg geen maatschappelijke meerwaarde of herwaardering opleveren. Bijgevolg is een afwijking op dit voorschrift via de toepassing van artikel 3 van de bouwcode verantwoord.
o Artikel 29: Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
Voor de bezoekers dienen er fietsenstallingen voorzien te worden. Deze ontbreken momenteel. Er dienen fietsenstallingen te worden voorzien voor 1/3de van het geschatte aantal bezoekers van de fitness. Ingeval van een vergunning zal dit als voorwaarde worden gekoppeld aan de vergunning.


Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt de omvorming van een werkplaats met showroom tot fitnessruimte en gelet op de ligging van het pand in kwestie in een voldoende ontwikkeld woongebied is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 7 parkeerplaatsen.

 

De aanvraag betreft het omvormen van de functie handel naar fitness.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwe functie. De fitnessruimte zal even groot zijn als de vorige functie, namelijk 489 m². De parkeerbehoefte voor een fitnessstudio gelegen in centrumgebied bedraagt 1,4 plaatsen per 100 m². Voor dit project bedraagt de parkeerbehoefte dusdanig 6,89 plaatsen (=7).

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het project voorziet geen nieuwe parkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Dit is onaanvaardbaar. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein of in samenwerking met het achtergelegen Belfius kantoor mits volgende randvoorwaarden:
-  de beoogde plaatsen dienen in eigendom te zijn van de aanvrager;
- er moet een fysieke doorgang/ verbinding worden gecreëerd tussen de parking en de fitness; 
- er mogen geen noodzakelijke plaatsen voor Belfius worden afgestaan. Het bankkantoor dienst ten alle tijden in zijn eigen parkeerbehoefte te voorzien.
 

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Er worden geen wijzigingen doorgevoerd aan het bestaande en vergunde volume van beide aanpalende panden waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik  gunstig is.

 

Visueel-vormelijke elementen

De materialisatie van de gewijzigde en te regulariseren geveldelen, zwart plaatmateriaal, wordt doorgaans niet als een duurzame afwerking aanzien, zeker niet voor een gelijkvloerse gevelpui; dit laatste voornamelijk gelet op het soms problematische vermogen tegen beschadigingen waaraan voornamelijk dit geveldeel wordt blootgesteld. Een meer duurzame keuze zou hier bijvoorbeeld natuursteen zijn. Er is echter geen voorbehoud bij de gemaakte kleurkeuze, dewelke op zijn plaats is in de commerciële aard van de etalage en de aanwezige functie. Bijkomend dient wel duidelijk opgemerkt te worden dat het uitzicht van het aangepaste gelijkvloerse geveldeel niet in verhouding staat tot het hogere stuk van het gebouw; dit laatste vertaalt zich vooral door het doortrekken in de hoogte van de bekleding, dit tot over de bestaande rollagen en tot net onder de ramen van de eerste verdieping. Dit laatste zorgt voor een opvallende onbalans in het visuele geheel van de gevel. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is ongunstig.


Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot
Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met voldoende ventilatie met verse lucht zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de gebruikers van de fitnessruimte  en voor een minimale verblijfskwaliteit van deze ruimte.  Uit de plannen kan niet afgeleid worden of de fitnessruimte voldoet aan deze basiskwaliteit. Bovendien vereist het toevoegen van bijkomende dakkoepels een constructieve ingreep. Dergelijke constructieve ingrepen worden op dit moment niet opgetekend in de aanvraag. Bijgevolg dient de aanvraag op dit aspect ongunstig te worden beoordeeld.

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van:

-          strijdigheid met de wetgeving inzake integrale toegankelijkheid;

-          strijdigheid met een aantal voorschriften van de bouwcode,

-      onvoldoende verblijfskwaliteit.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 april 2019

Volledig- en ontvankelijk

30 april 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

29 juni 2019

Verslag GOA

11 juni 2019

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.