Terug
Gepubliceerd op 01/07/2019

2019_CBS_05272 - Omgevingsvergunning - OMV_2018140402. Oudestraat 101-103, Heidestraat 35. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/06/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Ludo Van Campenhout, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_05272 - Omgevingsvergunning - OMV_2018140402. Oudestraat 101-103, Heidestraat 35. District Hoboken - Goedkeuring 2019_CBS_05272 - Omgevingsvergunning - OMV_2018140402. Oudestraat 101-103, Heidestraat 35. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018140402

Gegevens van de aanvrager:

NV DEMOCO met als adres Herkenrodesingel 4 bus B te 3500 Hasselt

Gegevens van de exploitant:

NV DEMOCO met als adres Herkenrodesingel 4 bus B te 3500 Hasselt

Ligging van het project:

Oudestraat 101-103, Heidestraat 35 te 2660 Hoboken-Antwerpen

Kadastrale gegevens:

Antwerpen afdeling 38 sectie B nrs. 469C6, 471P2 en 471Y4

Inrichtingsnummer:

20190228-0070 (Decomo nv - ZBA Hoboken)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

het bouwen van assistentiewoningen en een dienstencentrum

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          25/9/2014: weigering (20124620) voor het slopen van een woning met 2 garages, 4 loodsen en een klein kantoorgebouw, verwijderen van alle verharding, bouwen van een winkel met bijhorende parking.

Laatst vergunde toestand

-          de laatst vergunde toestand is gelijk aan de bestaande toestand.

Bestaande toestand

-          het terrein heeft een toegang gelegen aan de Oudestraat en beslaat het binnengebied parallel aan de Heidestraat;

-          op het terrein staan verschillende gebouwen waaronder een woning en meerdere magazijnen;

-          in het midden van het terrein is er een recht voor doorgang komende vanuit de Heidestraat naar een woning achteraan op het binnenterrein.

Inhoud van de aanvraag

-          het betreft het slopen van de bestaande bebouwing en bouwen van een dienstencentrum met 66 serviceflats door het Zorgbedrijf;

-          op het terrein worden 4 gebouwen opgericht;

-          de omliggende vrije ruimte wordt ingericht als groenzone en te midden van de gebouwen een pleintje;

-          er worden 7 parkeerplaatsen achter gebouw A ingericht;

-          gebouw A:

-          gebouw A aan de straatzijde Oudestraat is een halfopen kopgebouw van 4 bouwlagen onder plat dak;

-          de voorgevelbreedte bedraagt 10,59 meter en de bouwdiepte 16,37 meter;

-          de bouwhoogte bedraagt 13,06 meter;

-          de 3 bovenste bouwlagen hebben in de voorgevel links een inpandig terras, en achteraan een uitkragend terras;

-          op de gelijkvloerse verdieping is een kapsalon en een wellnesscenter gevestigd;

-          op de bovenste verdiepingen zijn er 6 flats ondergebracht;

-          lokaal dienstencentrum (LDC):

-          halverwege tegen de noordelijke grens ligt het lokaal dienstencentrum met een bouwbreedte van 52,35 meter;

-          het heeft een bouwlaag onder plat dak en is aan de pleinzijde volledig in het glas uitgevoerd;

-          tegen het gebouw zijn er banken ingewerkt in de gevel;

-          er zit een cafetaria, wassalon en polyvalente zaal in het gebouw;

-          achter deze faciliteiten loopt de inrit naar een ondergrondse parkeergarage;

-          onder het uitkragend dak zit links een fietsenstalling en rechts een eetzone in open lucht;

-          gebouw B:

-          tegenover het dienstencentrum ligt gebouw B met een voorgevelbreedte van 44,93 meter;

-          het heeft 2 bouwlagen onder plat dak en de toegangen tot de flats, trap en lift bevinden zich allemaal aan de voorzijde onder gaanderijen;

-          gebouw C:

-          bij de oostelijke perceelgrens tegen de bomen aan ligt gebouw C dat bestaat uit 3 haaks op elkaar geplaatste rechthoekige vleugels;

-          het gebouw heeft 3 bouwlagen en de middelste, verbindende vleugel heeft 4 bouwlagen onder plat dak.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

800 kVA

53.2.2°b)1°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan in een beschermd duingebied met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld.

100.000 m³/jaar

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

26 maart 2019

14 mei 2019

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

26 maart 2019

6 mei 2019

Voorwaardelijk gunstig

De Vlaamse Waterweg nv

26 maart 2019

25 april 2019

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

26 maart 2019

4 april 2019

Voorwaardelijk gunstig

lokale politie/ centrale preventie (LP/CP)

26 maart 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

26 maart 2019

10 april 2019

Gunstig

PROXIMUS

26 maart 2019

29 maart 2019

Gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

26 maart 2019

16 april 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

26 maart 2019

12 april 2019

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

26 maart 2019

9 april 2019

stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers

26 maart 2019

1 april 2019

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-        Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-        Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-        Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-        Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • Artikel 44: Vetafscheiders en olieafscheiders: er is geen vetafscheider getekend bij de cafetaria van het dienstencentrum.

 

Sectorale wetgeving

-        MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.

-        Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-        Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-        Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

-        Artikel 44: Vetafscheiders en olieafscheiders: er is geen vetafscheider getekend bij de cafetaria van het dienstencentrum. Als voorwaarde wordt gesteld dat er een vetafscheider wordt voorzien bij de cafetaria van het dienstencentrum.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarde is de aanvraag in overeenstemming met de geldende voorwaarden.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat het slopen van bedrijfsgebouwen en een invulling van het projectgebied met assistentiewoningen. Het projectgebied betreft een binnengebied in een bouwblok dat wordt omsloten door woonstraten. De functiewijziging is verenigbaar met de omgeving.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 26 parkeerplaatsen.

 

Voor de 66 assistentiewoningen in het centrum is er een parkeerbehoefte van 66 x 0,4 = 26,4 dus 26 parkeerplaatsen.

 

De plannen voorzien in 23 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

19 parkeerplaatsen worden ondergronds voorzien onder het gebouw van het dienstencentrum. Hier wordt via een helling binnen gereden. Er worden een aantal plaatsen haaks voorzien, met 6 meter ruimte achter de plaatsen. Deze zijn op 1 na in orde. De hoekplaats moet omwille van het kunnen afdraaien minstens 2,80m worden voorzien. Deze is maar 2,50.

Er worden ook een aantal plaatsen voorzien in langse richting achter de haakse plaatsen. De hoekplaats moet minstens 6m voorzien worden, nu is ze maar 5,50m. Opschuiven kan niet meer, want dan blijft er te weinig doorgang over bij het inrijden. Zoals de langse plaatsen nu zijn ingetekend is het niet mogelijk om te keren. Achteruit de helling terug oprijden wordt niet aanvaard. Wanneer het aantal langse plaatsen beperkt wordt tot 3 en de achterste 2 haakse plaatsen niet voorzien worden om hier een draaibeweging te kunnen maken, zijn het aantal nuttige plaatsen in deze kelder 16. Bovengronds in open lucht worden nog 7 parkeerplaatsen voorzien. Het totale aantal nuttige parkeerplaatsen in het project bedraagt 23.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 26.

 

Aangezien 3 parkeerplaatsen in de kelder niet als nuttig kunnen gerekend worden dienen er 3 bijkomende parkeerplaatsen in open lucht ingericht te worden op eigen terrein. De inplanting van deze parkeerplaatsen dient te gebeuren tussen de rooilijn van de Oudestraat en de westelijke gevel van het lokaal dienstencentrum. Dit zal als voorwaarde worden gekoppeld aan de vergunning.

 

 

Het advies mobiliteit bevat ook het volgende over de ontsluiting en bereikbaarheid en fietsvoorzieningen:

“Via de Oudestraat is de ingang voor wagens. Via de Heidestraat is er nu reeds een servitudeweg. Deze blijft bestaan en wordt zelfs benadrukt. De voetgangers kunnen via deze zijde op een korte manier tot bij de supermarkt in de Heidestraat geraken. Ook bestaat er een mogelijkheid dat de aanpalende woningen hun tuin laten uitkomen op het centrale plein en dus via de tuin met een fiets snel alle kanten weg kunnen. Dit bevordert het fietsgebruik en is positief.

 

Voor de assistentiewoningen vragen we 1 fietsenbergplaats per bewoner. Aangegeven wordt dat de assistentiewoningen voor 70% voor alleenstaanden en voor 30% voor koppels bewoond zullen worden. Dit betekent dat er in totaal 86 fietsbergplaatsen moeten voorzien worden (70% van 66 x 1 is 46) + (30% van 66 x 2 is 40). De fietsenstallingen worden voldoende ruim voorzien zodat er ook plaats is voor scootmobielen.

In gebouw A worden 6 woningen, in gebouw B worden 10 woningen en in gebouw C worden 50 woningen voorzien.

In totaal worden 86 fietsenstallingen voorzien, maar niet in verhouding met het aantal woningen.

 

Gebouw

Aantal woningen

Aantal stallingen nodig

Aantal stallingen voorzien

A

6

8

16

B

10

13

24

C

50

65

32

LDC

0

0

14

 

Iemand die in gebouw C woont gaat zijn fiets of scootmobiel niet aan gebouw LDC willen parkeren. Deze verdeling dient in overeenstemming te zijn.

Aan het lokaal dienstencentrum (gebouw LDC) mogen fietsenstallingen voorzien worden, maar dat zijn er dan extra. Herschikking en herverdeling van de fietsenstallingen is nodig naar verhouding van het aantal woningen.”

 

Het advies wordt niet bijgetreden. De afstand die iemand moet afleggen van een wooneenheid in de meest zuidoostelijke hoek van het C-volume tot aan de fietsenstalling in het C-volume is gelijk aan de afstand die iemand moet afleggen van een wooneenheid in de meest zuidwestelijk hoek van het C-volume tot de fietsenstalling in het B-volume. Deze afstand wordt als een aanvaardbare wandelafstand gezien beschouwd. Het creëren van bijkomende losse volumes in het projectgebied die kunnen dienen als fietsenstalplaats strookt niet met het stedenbouwkundig concept en is bijgevolg niet wenselijk.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het projectgebied betreft een langgerekt perceel, gelegen achter de woningen van de Oudestraat, Heidestraat en Kloosterstraat. De ontsluiting gebeurt via de Oudestraat. Vanuit de Heidestraat is er een recht van doorgang tot een achtergelegen woning in de kern van het binnengebied. De doorgang doorkruist het projectgebied centraal en wordt niet belemmerd door de inplanting van de volumes. In de voorwaarden moet worden opgenomen dat deze recht van doorgang ten allen tijden obstakelvrij moet blijven.

 

Aan de oostzijde van het projectgebied op de grens met de tuinen van de Kloosterstraat bevinden zich een aantal grote bomen. Deze worden bewaard. In de voorwaarden moeten hiervoor specifieke garanties worden opgenomen om de wortels, de stam en de kruin zowel tijdens de werf als erna moeten worden beschermd. 

 

De ‘ gebouwen positioneren zich uitgestrekt in een strokenmodel op de site waardoor een geheel met gevarieerde buitenruimte ontstaat. De 4de bouwlaag aan de meerlaagse clustertypologie ter hoogte van gebouwd C is een verrijking in variatie.

 

De bestaande bebouwing van Oudestraat die het projectgebied omgeeft wordt gekenmerkt door 3 bouwlagen. Ter hoogte van de toegang tot het binnengebied wordt de bestaande wachtgevel afgewerkt met een volume  (A) toegevoegd dat deel uitmaakt van het project. Om de toegang te accentueren wordt dit volume uitgevoerd met 4 bouwlagen.

 

De bestaande bebouwing van de Heidestraat die het projectgebied omgeeft wordt gekenmerkt door overwegend 2 bouwlagen en een zadeldak met af en toe een derde bouwlaag. De percelen hebben een diepte van een 45-tal meter met een gemiddelde tuindiepte van 27 meter. De bebouwing in het project die het dichtst bij de achterste perceelsgrenzen van de percelen langs de Heidestraat staat ingeplant, is uitgewerkt met 2 bouwlagen houdt een afstand van minstens 6 meter ten opzichte van de perceelsgrens. Dit maakt een minimale afstand van 33 meter tussen de bebouwing aan de straat en in het binnengebied. Bij de bebouwing die is uitgewerkt met 3 bouwlagen klimt deze afstand op van 6,64 meter tot 8,18 meter.

 

De bestaande bebouwing van de Kloosterstraat die het projectgebied omgeeft wordt gekenmerkt door overwegend 2 bouwlagen en een zadeldak. De percelen hebben een diepte van een 50-tal meter met een gemiddelde tuindiepte van 33 meter. De bebouwing in het project die het dichtst bij de achterste perceelsgrenzen van de percelen langs de Kloosterstraat staat ingeplant, is uitgewerkt met 3 bouwlagen houdt een afstand van minstens 8 meter ten opzichte van de perceelsgrens. Dit maakt een minimale afstand van 41 meter tussen de bebouwing aan de straat en in het binnengebied.

 

Het deel van het C-volume dat uitgewerkt is met 4 bouwlagen en het lokaal dienstencentrum worden centraal in het binnengebied gepositioneerd.

 

De 4 gebouwen houden door hun afstand en hun bescheiden bouwhoogte voldoende rekening met eisen naar privacy en schaduwwerking in een stedelijke omgeving ten opzichte van de aanpalende percelen en is bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

Er wordt geopteerd voor een metselwerk gevelafwerking gecombineerd met betonnen elementen in de portico structuren en de betonnen zitelementen. De borstwerkingen op de passerelles en de terrassen worden voorzien van een fijne metalen structuur. Daarnaast worden ter hoogte van de passerelles geleidingen voorzien voor beplanting.

 

Het project werd op 24/11/2017 en 21/12/2018 voorgelegd aan de welstandscommissie. Er werd een voorwaardelijk gunstig advies geformuleerd. De aanvraag komt tegemoet aan de voorwaarden en wordt gunstig geadviseerd voor de visueel-vormelijke elementen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Deze aanvraag werd ter advies voorgelegd aan:

-        De stedelijke dienst verantwoordelijk voor ondernemen. Zij geven ongunstig advies:

“Het project voorziet in de afbraak van een oude economische site en de bouw van (assistentie)woningen in een binnengebied. In de motivatie wordt er gewezen naar de onderzoeken in het kader van Labo XX maar toch doet men geen enkele poging om een daadwerkelijke economische herinvulling te voorzien op de site dus geen winkel of kantoor. De motivatie van Labo XX wordt zoals vaak wel gebruikt om de bedrijvigheid weg te krijgen. En dit in tegenstelling tot ook de intensieve werkzaamheden van het Vlaams departement Omgeving en de segmentatie- en verwevingsstudies. De initiatiefnemer doet ook geen enkel voorstel waar het verlies van economische ruimte zal gecompenseerd worden wat in het kader van de betonstop toch zeer relevant is / wordt.”

 

Het advies wordt niet bijgetreden. Op het gelijkvloers van het volume (A) aan de Oudestraat wordt ruimte voorzien voor kleinschalige publieke functies zoals een kapper en een wellness, welke gekoppeld zijn aan de werking van dienstencentrum. In het dienstencentrum wordt een cafetaria, een polyvalente ruimte en een wassalon voorzien. De uitbating van deze functies creëert een tewerkstelling die van dezelfde omvang kan zijn als een louter economische invulling van de site.

 

-        De stedelijke dienst verantwoordelijk voor onroerend erfgoed en archeologie. Zij geven volgend voorwaardelijk gunstig advies:

“Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen binnen woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte boven 3000 m² (6995 m²) en een ingreep boven 1000 m² (gelijk aan projectgebied. Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.

De archeologienota werd ingediend door Annika Devroe op 08/11/2019 en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd op 30/11/2019. Het bijhorende programma van maatregelen beval een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd na de afbraak van de bestaande gebouwen tot op de vloerplaat (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/9197).

Volgende voorwaarden worden opgelegd:

-        de bouwheer is verplicht om het programma van maatregelen voortvloeiend uit de archeologienota uit te voeren. Dit programma van maatregelen legt een proefsleuvenonderzoek op (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/9197);

-       de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);

-       de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.”

Het advies wordt bijgetreden. De gevraagde voorwaarden worden aan de vergunning gekoppeld.

 

-          De stedelijke dienst verantwoordelijk voor openbaar domein. Zij geven volgend advies:

“Het binnengebied van het project blijft privatief. Wat betreft de aansluiting met de Oudestraat wordt de nieuwe inrit enkele meters opgeschoven ten opzichte van de bestaande inrit. Het voetpad vereist daarom een afgeschuinde boordsteen om de toegang tot de nieuwe inrit mogelijk te maken. De afgeschuinde boordsteen aan de bestaande inrit dient gewijzigd te worden in een opstaande boordsteen. Ook het voetpadmateriaal in antraciet kleur (afmeting 22x11) dient gewijzigd te worden in hetzelfde omliggende stadsgrijze voetpadmateriaal. Voor aanpassingen aan het openbaar domein dient Stadsontwikkeling – dienst Beheer en Onderhoud gecontacteerd te worden betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en voor de heraanleg van het openbaar domein na afloop van de bouwwerken. Ter hoogte van de aansluiting met de Heidestraat dienen er geen aanpassingen te gebeuren aan het publieke domein.”

Het advies wordt bijgetreden. De gevraagde voorwaarden worden aan de vergunning gekoppeld.

 

-        De verkeerspolitie. Zij geven volgend advies:

Het laden en lossen voor leveringen dient op eigen terrein te verlopen volgens het principe ‘voorwaarts in voorwaarts uit’.”

Het advies wordt bijgetreden. De gevraagde voorwaarden worden aan de vergunning gekoppeld.

 

De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter verdwijnen deze woningen steeds vaker in functie van het opdelen ervan in kleinere woonentiteiten. Ook zijn er steeds minder vergunningen voor de bouw van eengezinswoningen. Om gezinnen in de stad te kunnen blijven aantrekken en behouden is het nodig om de eengezinswoningen te beschermen.

 

In uitzonderlijke gevallen kan een huis toch gesupprimeerd worden. Dit is bijvoorbeeld mogelijk omwille van een maatschappelijke nood, wat in deze aanvraag het geval is (assistentiewoningen en lokaal dienstencentrum). Bovendien is deze woning slecht ontsloten vanaf het openbaar domein. Deze kan slechts bereikt worden via een recht van doorgang. Omwille van deze motieven kan daarom de sloop van de eengezinswoning uitzonderlijk toegestaan worden.


Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Huidige aanvraag betreft de afbraak van de aanwezige loodsen en de bouw van 66 assistentiewoningen aan de Oudestraat in het centrum van Hoboken. De assistentiewoningen worden ondergebracht in 3 gebouwen verspreid over het projectgebied.

Milieutechnisch wordt er enkel het onttrekken van grondwater en een hoogspanningscabine gemeld.

 

Op 20 mei 2019 werd ons een bemalingstudie aangeleverd. Uit de rekennota blijkt dat de grondwatertafel verlaagd zal worden tot maximaal 3,7 meter onder het maaiveld. Voor het bereiken van het beoogde grondwaterpeil wordt ervoor geopteerd met horizontale drainage te bemalen. De drainagestrengen zullen machinaal geplaatst worden op 3 à 4,5 meter beneden het maaiveld.

 

Voor de realisatie van het project zal er, op circa 7 maanden tijd, gemiddeld 124.200 m³ water onttrokken worden.

 

De zettingen worden uitgerekend op tussenliggende punten, gaande vanaf de rand van de diepste bouwput tot op de rand van de invloedzone. De maximale absolute zetting bedraagt 7 mm en overschrijdt de norm van 15 mm niet. Bijgevolg wordt er geen schade verwacht ten gevolge van de bronbemaling.

 

Er dient wel opgemerkt te worden dat het aanvraagdossier noch de bemalingstudie informatie bevatten over mogelijke bodemverontreinigingen in de onmiddellijke omgeving. Ook is het aangewezen het onttrokken grondwater buiten de onttrekkingszone te infiltreren. Lozingen op openbare riolering worden overwogen nadat blijkt dat de onverharde oppervlakken en bodems minder infiltratriegevoelig of niet geschikt is.

 

Op plan P-N-LDC-0, blijkt dat de gelijkvloerse verdieping van blok LDC voorzien wordt van onder andere een wasruimte, technische ruimte met luchtgroep en een polyvalente zaal. De exploitant werd in kennis gesteld dat deze activiteiten ook ingedeeld zijn volgens bijlage I van Vlarem II. Met toestemming van de aanvrager worden de wasruimte en de polyvalente zaal aan de vergunningsaanvraag gevoegd. Luchtbehandelingskasten worden er niet voorzien, aldus de aanvrager. De wasruimte bevat hoogstens 4 was- en droogtoestellen met een totale vermogen van maximaal 9,2 kW. De polyvalente ruimte zal gebruikt worden voor yoga, dansactiviteiten, cursussen en vergaderingen.

De toe te voegen rubrieken betreffen allen meldingsplichtige activiteiten én hebben geen gevolg voor het openbaar onderzoek.

 

De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of II van het mer-besluit van 2004. Een m.e.r.-ontheffing of project m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist.

 

Tenslotte omvat het aanvraagdossier een sloopopvolgingsplan overeenkomstig de bepalingen van artikel 4.3.3 van het VLAREMA. Dit is vereist voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het slopen van gebouwen boven een bepaalde bouwvolume (1.000 m³ voor niet-residentieel en 5.000 m³ voor residentiele gebouwen). Afvoer van het selectief ingezamelde sloopmateriaalhet is ook vereist indien gewerkt wordt via een erkende sloopbeheerorganisatie (sloopmateriaal met laagmilieurisico-profiel).

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      er moet een vetafscheider voorzien worden bij de cafetaria van het dienstencentrum;

3.      er moeten 3 bijkomende parkeerplaatsen in open lucht ingericht worden op eigen terrein. De inplanting van deze parkeerplaatsen dient te gebeuren tussen de rooilijn van de Oudestraat en de westelijke gevel van het lokaal dienstencentrum;

4.      de bouwheer is verplicht om het programma van maatregelen voortvloeiend uit de archeologienota uit te voeren. Dit programma van maatregelen legt een proefsleuvenonderzoek op;

5.      de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);

6.      de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

7.      de bouwheer neemt contact op met stedelijke dienst voor openbaar domein betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en de heraanleg van het openbaar domein in de Oudestraat na afloop van de bouwwerken;

8.      het laden en lossen voor leveringen dient op eigen terrein te verlopen volgens het principe ‘voorwaarts in voorwaarts uit’;

9.      het recht van doorgang van de Heidestraat naar de bestaande woningen in het binnengebied dient ten allen tijde obstakelvrij te blijven;

10.  de wortels, stam en kruin van de bestaande bomen op de grens met de tuinen van de Kloosterstraat moeten behouden blijven en tijdens de werf beschermd worden;

11.  de bouwheer neemt contact op met de aanpalende eigenaars om te bespreken of zij een toegang wensen tot het project in het binnengebied.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, kan gesteld worden dat de exploitatie plaats kan vinden met een aanvaardbaar risico voor milieu en leefomgeving. Voor het onttrekken van grondwater wordt er geen onacceptabele impact verwacht op hydrologische situatie.

 

Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen. Voor de bemaling van de grondwatertafel, een tijdelijke IIOA, wordt geadviseerd de vergunning te beperken tot 1 jaar.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

800 kVA

32.2.2°

schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte;

1 zaal

46.1°b)

wasserij niet of niet geheel gelegen in industriegebied met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 tot en met 100 kW;

9,20 kW

53.2.2°b)1°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan in een beschermd duingebied met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld.

124.200 m³/jaar

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 maart 2019

Volledig- en ontvankelijk

26 maart 2019

Start openbaar onderzoek

5 april 2019

Einde openbaar onderzoek

4 mei 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

9 juli 2019

Verslag GOA

20 juni 2019

naam GOA

Bieke Geypens en Brenda Dierckx

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

5 april 2019

4 mei 2019

2

0

0

1

 

Bespreking van de bezwaren

MOBILITEIT

1.      Parkeeroverlast: Er is reeds een grote parkeerdruk in de omliggende straten. De 26 voorziene parkeerplaatsen zijn ontoereikend voor de realisatie van het project waarbij ook een dienstencentrum wordt voorzien

Beoordeling: De stedelijke dienst Mobiliteit geeft voorwaardelijk gunstig advies voor deze aanvraag. Het bezwaar is ongegrond.

 

OMGEVINGSAANLEG

2.      Bomen: Kunnen wij de garantie krijgen dat de bomen aan de oostzijde van het projectgebied bewaard blijven?

Beoordeling: Om het behoud van de bomen te garanderen zal specifiek in de voorwaarden worden opgenomen dat deze behouden moeten blijven en dat de wortels, stam en kroon moeten beschermd worden tijdens de werken. Het bezwaar is gegrond.

 

3.      Toegang tot de tuin van het project: In de verantwoordingsnota wordt melding gemaakt dat het plan voorziet in de mogelijkheid om de aanpalende percelen een toegang te verlenen tot de tuin van het project. De bezwaarindiener wil deze toegang graag uitwerken.
Beoordeling: Toegang van de tuinen van de aanpalende woningen tot de tuin van het project kan de doorwaardbaarheid van de site versterken waardoor de assistentiewoningen beter in hun omgeving worden opgenomen. In voorwaarden wordt opgenomen dat de aanvrager contact moet opnemen met de aanpalende eigenaars om deze toegangen uit te werken met de eigenaar die dit wensen.

 

ERFDIENSTBAARHEID

4.      Erfdienstbaarheid: Door het projectgebied loopt een erfdienstbaarheid die recht van doorgang verleent aan twee woningen die in het binnengebied zijn gelegen. Na realisatie van het project zal deze recht van doorgang ook gebruikt worden als doorgangsweg door de bewoners en bezoekers van de assistentiewoningen en het lokaal dienstencentrum. De kans is reëel dat het niet langer om een privatief gebruik van het recht van doorgang zal gaan, doch van een openbaar gebruik, hetgeen in strijd is met de contractueel gevestigde erfdienstbaarheid.

Beoordeling: De vergunningverlenende overheid kan geen rekening houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen van een aanvraag tot omgevingsvergunning. Anderzijds doet een omgevingsvergunning deze rechten niet teniet. Indien zou blijken dat een vergunning strijdig is met een contractuele verbintenis, dan is de vergunning niet uitvoerbaar. De inplanting van de volumes houdt echter rekening met de erfdienstbaarheid. De hoofdontsluiting van het project gebeurt via de Oudestraat. Het bewaar is niet van stedenbouwkundige aard en is ongegrond.

 

WERFFASE

5.      Veiligheid tijdens de werffase: De bezwaarindiener is bezorgd om de veiligheid van zijn woning tijdens en na de werffase. Er dienen maatregelen genomen te worden om de beveiliging tegen inbraak te verbeteren zowel tijdens als na de werffase.

Beoordeling: Het bezwaar betreft een niet aantoonbaar, subjectief element dat niet van stedenbouwkundige aard is. Er is niet noodzakelijk een causaal verband tussen het voorliggend project en de te verwachten overlast inzake veiligheid zoals omschreven. Het bezwaar is ongegrond.

 

PRIVACY

6.      Inkijk: De bezwaarindiener zal inkijk in zijn woning krijgen doordat er 3 verdiepingen worden opgetrokken. Het schermgroen zal onvoldoende zijn om de nodige privacy te garanderen. Er moeten maatregelen genomen te worden om inkijk te verhinderen, door bijvoorbeeld geen ramen te voorzien naar de aanpalende woningen of voldoende dicht schermgroen voorzien of behouden.

Beoordeling: Gelet op de ligging in een stedelijke omgeving met een hoge densiteit en gezien de grote afstand van ongeveer 45 meter tussen de gevel van het C-volume die recht uitkijkt op het perceel van de bezwaarindiener en de woning van de bezwaarindiener, kan deze stelling niet worden bijgetreden. Tussen het perceel van de bezwaarindiener en het C-volume wordt een parkachtige omgeving ingericht met enkele bomen en struiken. Er kan bezwaarlijk worden gesteld dat de privacy geschonden wordt waardoor de woonkwaliteit in het gedrang komt. Het bezwaar is ongegrond.

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      er moet een vetafscheider voorzien worden bij de cafetaria van het dienstencentrum;

3.      er moeten 3 bijkomende parkeerplaatsen in open lucht ingericht worden op eigen terrein. De inplanting van deze parkeerplaatsen dient te gebeuren tussen de rooilijn van de Oudestraat en de westelijke gevel van het lokaal dienstencentrum;

4.      de bouwheer is verplicht om het programma van maatregelen voortvloeiend uit de archeologienota uit te voeren. Dit programma van maatregelen legt een proefsleuvenonderzoek op;

5.      de bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst archeologie (archeologie@antwerpen.be);

6.      de bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen;

7.      de bouwheer neemt contact op met stedelijke dienst voor openbaar domein betreffende de opmaak van een plaatsbeschrijving en de heraanleg van het openbaar domein in de Oudestraat na afloop van de bouwwerken;

8.      het laden en lossen voor leveringen dient op eigen terrein te verlopen volgens het principe ‘voorwaarts in voorwaarts uit’;

9.      het recht van doorgang van de Heidestraat naar de bestaande woningen in het binnengebied dient ten allen tijde obstakelvrij te blijven;

10.  de wortels, stam en kruin van de bestaande bomen op de grens met de tuinen van de Kloosterstraat moeten behouden blijven en tijdens de werf beschermd worden;

11.  de bouwheer neemt contact op met de aanpalende eigenaars om te bespreken of zij een toegang wensen tot het project in het binnengebied.


Brandweervoorwaarden

de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/BO/2019/G.00712.HO.0005. 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

800 kVA

32.2.2°

schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte;

1 zaal

46.1°b)

wasserij niet of niet geheel gelegen in industriegebied met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 tot en met 100 kW;

9,20 kW

53.2.2°b)1°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan in een beschermd duingebied met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en een verlaging van het grondwaterpeil wordt beperkt tot maximaal 4 meter onder maaiveld.

124.200 m³/jaar

 

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 28 juni 2019 voor onbepaalde duur. De bronbemaling wordt vergund voor een periode van 1 jaar.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.