Terug
Gepubliceerd op 27/05/2019

2019_CBS_04282 - Omgevingsvergunning - OMV_2019030993. Poorthoflaan 16. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/05/2019 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Tom Meeuws, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2019_CBS_04282 - Omgevingsvergunning - OMV_2019030993. Poorthoflaan 16. District Ekeren - Goedkeuring 2019_CBS_04282 - Omgevingsvergunning - OMV_2019030993. Poorthoflaan 16. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019030993

Gegevens van de aanvrager:

BVBA Bouwwerken Versnel met als adres Merksemsebaan 264 te 2110 Wijnegem

Ligging van het project:

Poorthoflaan 16 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 35sectie F nr. 249V

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          13 juli 1964: vergunning (EK/1964/V/4/WV) voor het verkavelen van grond in 194 loten.

Laatst vergunde toestand

-          Niet van toepassing.

Bestaande toestand

-          Een braakliggend terrein met één grote boom;

-          Deze boom staat op de plaats waar de woning ingepland staat.

Inhoud van de aanvraag

-          het bouwen van een eengezinswoning die beschikt over drie bouwlagen onder plat dak;

-          de voorgevel van de woning wordt 5 meter uit de rooilijn, op de bouwlijn, geplaatst, aansluitend met de andere gevels in het bouwblok;

-          de bouwdiepte van het gelijkvloers bedraagt 13 meter, op de verdiepingen is dit 9 meter;

-          de bouwhoogte van de woning bedraagt 9 meter te opzichte van het straatniveau;

-          de nieuw te bouwen woning sluit aan bij het gabarit van de woning van de linkerbuur;

-          de gevels van de woning worden opgetrokken in lichtgrijze gevelsteen en het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in antracietgrijs aluminium;

-          de woning heeft een bruto-volume van 632 m³ en vier slaapkamers.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

2 april 2019

2 april 2019

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

2 april 2019

10 april 2019

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

De aanvraag ligt in de verkaveling EK/1964/V/4/WV, goedgekeurd op 13 juli 1964, meer bepaald in lot(en) 17.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan en de verkavelingsvergunning.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op de volgende punten:

  • artikel 12 – Levendige plint:

de woning beschikt aan de straatzijde niet over – verblijfsruimtes met een raamopening zodat geen regelmatig contact tussen de gebruikers van het gebouw en de straat mogelijk is. Per 8 meter gevelbreedte is er maximaal 1 toegangspoort toegestaan. In gevels van minder dan 8 meter breed is derhalve geen toegangspoort toegelaten;

  • artikel 34 – Stabiliteit en scheidingsmuren: de scheidingsmuren hebben geen opstand van minimaal 30 centimeter ten opzichte van het dakvlak.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag vertoont een aantal afwijkingen ten opzichte van de geldende voorschriften waarvan het merendeel in de voorwaarden kan worden opgenomen bij een eventuele vergunning.

Het dossier voldoet echter niet aan artikel 12 van de Antwerpse bouwcode inzake levendige plint, aangezien hier gelijkvloers een inpandige garage wordt voorzien in een gevel die minder dan 8 m breed is. Gelet echter op de specifiek gewijzigde bijzondere voorwaarden van de van kracht zijnde verkaveling die gelden voor de loten 14 tot en met 21 (het betreft hier lot 17) waarin expliciet verplicht wordt opgelegd een garage onder te brengen op de benedenverdieping, kan gefundeerd worden afgeweken van vermeld artikel en aan het college geadviseerd worden dit te bekrachtigen.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt louter het optrekken van een eengezinswoning en gelet op de overeenstemming van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van de van kracht zijnde verkaveling is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

Voor projecten tot en met 5 wooneenheden is de berekende parkeerbehoefte 1 plaats per eenheid. Gelet op het feit dat de aanvraag de bouw van 1 eengezinswoning betreft, is de werkelijke parkeerbehoefte hier dan ook 1.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De geplande volumetrie van de nieuwe woning is geheel in consensus met de voorschriften dienaangaande van de van kracht zijnde verkaveling waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik zonder meer gunstig is.

 

Visueel-vormelijke elementen

De te hanteren materialen, lichtgrijze gevelsteen en donkergrijs schrijnwerk, zijn geheel in harmonie met de omgeving en in overeenstemming met de voorschriften dienaangaande van de van kracht zijnde verkaveling waardoor het advies voor dit deelaspect van de aanvraag dan ook eenduidig gunstig is.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de scheidsmuren dienen te voldoen aan de voorwaarden van artikel 34 van de Antwerpse bouwcode, zowel ter hoogte van het dak van het hoofdgebouw als ter hoogte van dat van de gelijkvloerse uitbouw. Gelet op het feit dat geen verhoging van de scheidsmuur of verlaging van het plafond kan worden opgelegd, dient een zone van het dak van minimaal 30 cm, evenwijdig met de scheidsmuren, te worden uitgevoerd in materiaal met een brandweerstand van minimaal 1 u;

2.      ter compensatie van het verlies van één boom dient er een nieuwe, hoogstammige, boom in de tuin achteraan aangeplant te worden. Deze boom moet van een inheemse boomsoort zijn, met een minimale plantmaat van 16/18 cm en van eerste grootte. De heraanplant dient in het eerstvolgende plantseizoen na de werken uitgevoerd te worden;

3.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 maart 2019

Volledig- en ontvankelijk

2 april 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

1 juni 2019

Verslag GOA

16 mei 2019

naam GOA

Brenda Dierckx

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de scheidsmuren dienen te voldoen aan de voorwaarden van artikel 34 van de Antwerpse bouwcode, zowel ter hoogte van het dak van het hoofdgebouw als ter hoogte van dat van de gelijkvloerse uitbouw. Gelet op het feit dat geen verhoging van de scheidsmuur of verlaging van het plafond kan worden opgelegd, dient een zone van het dak van minimaal 30 cm, evenwijdig met de scheidsmuren, te worden uitgevoerd in materiaal met een brandweerstand van minimaal 1 u;

2.      ter compensatie van het verlies van één boom dient er een nieuwe, hoogstammige, boom in de tuin achteraan aangeplant te worden. Deze boom moet van een inheemse boomsoort zijn, met een minimale plantmaat van 16/18 cm en van eerste grootte. De heraanplant dient in het eerstvolgende plantseizoen na de werken uitgevoerd te worden;

3.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.