Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019020704 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
Het Ziekenhuisnetwerk Antwerpen met als adres Leopoldstraat 26 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Lange Beeldekensstraat 267 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 5 sectie E nr. 412S |
Inrichtingsnummer: |
20180131-0012 (ZNA Stuivenberg) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
hernieuwen vergunning voor het exploiteren van een ziekenhuis |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
De laatste hervergunning van de volledige ziekenhuissite dateert van 14 oktober 1999 (MLAV1/99-153) en is geldig tot 14 oktober 2019. Op 6 april 2006 werd een uitbreiding van de vergunning toegestaan (MLAV1/05-516) en op 11 december 2014 werd akte genomen van een mededeling kleine verandering van de vergunde inrichting (MLVER/2014-133).
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
5.130 m³/uur |
12.1.1.2°b) |
Inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt; |
630 kVA |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
630 kVA |
15.1.1° |
het stallen van 3 tot maximaal 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
6 autovoertuigen of aanhangwagens, andere dan personenwagens |
16.3.1.2° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen - ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van meer dan 200 kW; |
490,550 kW |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; |
2.619 liter |
17.1.2.2.3° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter; |
17.000 liter |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
2.68 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
5.000 kg |
19.3.1°b) |
inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
9,275 kW |
24.3 |
laboratoria die biologische, scheikundige, of organische bedrijvigheid uitoefenen met het oog op opzoekingen, proeven, analyses, toepassing of ontwikkeling van producten, kwaliteitscontrole op producten, en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; |
1 labo |
31.1.2°b) |
stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt; |
1.464,72 kW |
35. |
rouwkamers; |
6 stuk |
39.2.2° |
stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van meer dan 5.000 liter; |
20.400 liter |
43.1.3° |
stookinstallaties zonder elektriciteitsproductie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW; |
6.976 kW |
49.2 |
ziekenhuizen, erkend door de Vlaamse Gemeenschap met toepassing van het koninklijk besluit van 10 juli 2008 houdende coördinatie van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen; |
1 ziekenhuis |
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen |
17 april 2019 |
30 april 2019 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 5 zone voor maatschappelijke functies - gemengd project (ma2) en artikel 7 zone voor publiek domein - (pu).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Deze aanvraag gebeurt in functie van het hernieuwen van een vergunning voor het exploiteren van een ziekenhuis. Het ziekenhuis werd vergund in het vierde kwart van de 19de Eeuw. Het is gelegen in de zone voor maatschappelijke functies volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan 2060.
Er zijn geen stedenbouwkundige bezwaren.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De aanvraag omvat de hervergunning – met actualisatie van de vergunningstoestand – van het algemeen ziekenhuis ZNA Stuivenberg gelegen aan de Lange Beeldekensstraat te Antwerpen. De huidige milieuvergunning van ZNA Stuivenberg dateert uit 1999 en eindigt op 14 oktober 2019. Deze vergunning omvatte zowel het algemeen ziekenhuis Stuivenberg als het psychiatrisch ziekenhuis Stuivenberg die samen één milieutechnische eenheid vormden.
Het algemeen ziekenhuis Stuivenberg verhuist eind 2020 – begin 2021 naar het nieuwe ZNA Cadix aan de Kempenstraat. Voor dit grote, nieuwe ziekenhuis werd reeds een milieuvergunning afgeleverd in 2016. Het psychiatrisch ziekenhuis Stuivenberg echter blijft op de huidige locatie en werd daarvoor omgebouwd tot een autonoom werkend bedrijf met alle benodigde technieken. Voor dit psychiatrisch ziekenhuis werd in 2018 een vergunning verleend. Gezien het tijdstip van de verhuis van het algemeen ziekenhuis Stuivenberg niet samenvalt met het aflopen van de vergunning, dient toch nog een nieuwe omgevingsvergunning aangevraagd te worden voor de verdere exploitatie van het algemeen ziekenhuis op de huidige locatie.
De stookinstallatie, hoewel verminderd in vermogen, en de opslag van gevaarlijke gassen maken van dit dossier een klasse 1 dossier. Aangevraagde klasse 2 rubrieken zijn onder andere de rubrieken voor noodstroomvoorziening, koelinstallaties, rouwkamers, het lozen van bedrijfsafvalwater, … . Wegens de afsplitsing tussen de twee afdelingen en de interne verhuisbeweging binnen ZNA zijn ook een aantal IIOA’s niet langer van toepassing zoals de kleinere stoomvaten, een aantal koelinstallaties, accumulatoren en het labo voor pathogene organismen.
Er werden veel bijlagen aan het dossier toegevoegd, zowel verschillende plannen als allerlei keuringsattesten. Niettemin wordt vastgesteld dat deze niet allemaal van toepassing zijn zoals het proces-verbaal van beproeving van beide stoomketels dat dateert van 1980. Of het verslag van een periodieke controle van een elektrische hoogspanningsinstallatie uit 2016 met vermelding van een vermogen van 3 x 400 kVA terwijl in de rubriekenlijst een transformator met een vermogen van 630 kVA aangevraagd wordt. Zo is er eveneens een conformiteitsattest van een dubbelwandige ondergrondse opslagtank daterend uit 2009. De tank heeft een inhoud van 3.200 liter, verder is het niet duidelijk waar deze zich bevindt op de ziekenhuissite en wat er in opgeslagen wordt. In 2010 wordt deze tank blijkbaar vervangen door een andere ondergrondse, dubbelwandige opslagtank eveneens met een inhoud van 3.200 liter. Het conformiteitsattest van deze tank werd bijgevoegd. Het attest dateert van 2010, een volgende keuring had moeten gebeuren vóór 26/01/2013 … . Enkel voor de medische zuurstofcentrale werd een – op het eerste zicht – correct keuringsattest toegevoegd daterend van 2017. Het verslag van periodieke keuring van een gasinstallatie daterend van 2017 stelt “dat de dichtheidsproef op de bereikbare delen van de installatie geen voldoening gaf”, waarna gevraagd wordt gevolg te geven aan de opmerkingen en een nieuw onderzoek te laten uitvoeren. Voor zeven installaties van drukvaten met perslucht worden keuringsattesten bijgevoegd. Voor drie van deze zeven installaties is het keuringsattest verlopen en had er ondertussen een recenter keuringsattest beschikbaar moeten zijn.
Alle aangevraagde installaties evenals meetputten en dergelijke staan ingetekend op de plannen. Het lozen van bedrijfsafvalwater is weliswaar nog een klasse 2 rubriek maar vermindert significant door afsplitsing van het psychiatrisch ziekenhuis tot een debiet van 5,13 m³/uur. De rubriek voor het lozen van bedrijfsafvalwater zonder zuivering (3.4.2) wordt aangevraagd. In de toelichting over het afvalwater wordt gesteld dat het afvalwater hoofdzakelijk te beschouwen is als huishoudelijk afvalwater. Gezien het een ziekenhuis betreft, dient dit echter aanzien te worden als bedrijfsafvalwater. Regenwater wordt momenteel niet opgevangen en – gezien de nakende verhuis –worden hiervoor ook geen inspanningen meer gedaan. In het omgevingsloket werd ingevuld dat de sectorale lozingsvoorwaarden voor verzorgingsinstellingen (sector 60) aangevraagd worden. Op basis van antwoorden van de exploitant op bijkomende vragen van de provincie blijkt dit toch niet het geval te zijn.
Omwille van de nakende verhuis werd deze vergunning oorspronkelijk aangevraagd voor bepaalde duur. ZNA stelt dat de activiteiten van het algemeen ziekenhuis Stuivenberg eind 2020 begin 2021 worden overgebracht naar het nieuwe ziekenhuis ZNA Cadix aan park spoor Noord. Aangezien de exacte einddatum echter nog niet gekend is, werd de vergunningsaanvraag toch aangepast naar onbepaalde duur. Het lijkt weinig zinvol deze vergunning voor onbepaalde duur te verlenen omdat een exacte datum nog niet gekend is. Er wordt voorgesteld te vergunnen voor bepaalde duur rekening houdend met enige marge.
Advies van het college
Mits in termijnverlenging bijkomende informatie aangeleverd wordt die aantoont dat de exploitatie gebeurt volgens de algemene en sectorale voorwaarden, kan deze aanvraag in overeenstemming zijn met de wetgeving betreffende de omgevingsvergunning. Op basis van deze voorwaarde wordt vanuit milieutechnisch oogpunt voorwaardelijk positief advies gegeven de omgevingsvergunning te verlenen voor een bepaalde duur.
Geadviseerde rubrieken
|
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
5.130 m³/uur |
12.1.1.2°b) |
Inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt; |
630 kVA |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
630 kVA |
15.1.1° |
het stallen van 3 tot maximaal 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
6 autovoertuigen of aanhangwagens, andere dan personenwagens |
16.3.1.2° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen - ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van meer dan 200 kW; |
490,550 kW |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; |
2.619 liter |
17.1.2.2.3° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter; |
17.000 liter |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
2.68 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
5.000 kg |
19.3.1°b) |
inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
9,275 kW |
24.3. |
laboratoria die biologische, scheikundige, of organische bedrijvigheid uitoefenen met het oog op opzoekingen, proeven, analyses, toepassing of ontwikkeling van producten, kwaliteitscontrole op producten, en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; |
1 labo |
31.1.2°b) |
stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt; |
1.464,72 kW |
35. |
rouwkamers; |
6 stuk |
39.2.2° |
stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van meer dan 5.000 liter; |
20.400 liter |
43.1.3° |
stookinstallaties zonder elektriciteitsproductie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW; |
6.976 kW |
49.2. |
ziekenhuizen, erkend door de Vlaamse Gemeenschap met toepassing van het koninklijk besluit van 10 juli 2008 houdende coördinatie van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen; |
1 ziekenhuis |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
De exploitant dient bijkomende informatie aan te leveren die aantoont dat de exploitatie gebeurt conform de algemene en sectorale voorwaarden opgenomen in Vlarem II. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
8 april 2019 |
Start openbaar onderzoek |
22 april 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
21 mei 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
28 mei 2019 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
22 april 2019 |
21 mei 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.4.2° |
het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; |
5.130 m³/uur |
12.1.1.2°b) |
Inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt; |
630,00 kVA |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
630,00 kVA |
15.1.1° |
het stallen van 3 tot maximaal 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
6 autovoertuigen of aanhangwagens, andere dan personenwagens |
16.3.1.2° |
inrichtingen voor het fysisch behandelen van gassen (samenpersen - ontspannen) - koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van meer dan 200 kW; |
490,550 kW |
17.1.2.1.2° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter; |
2.619 liter |
17.1.2.2.3° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter; |
17.000 liter |
17.3.2.1.1.1°b) |
opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
2.68 ton |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
5.000 kg |
19.3.1°b) |
inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied; |
9,275 kW |
24.3. |
laboratoria die biologische, scheikundige, of organische bedrijvigheid uitoefenen met het oog op opzoekingen, proeven, analyses, toepassing of ontwikkeling van producten, kwaliteitscontrole op producten, en waar afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt; |
1 labo |
31.1.2°b) |
stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 500 kW tot en met 5.000 kW als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt; |
1.464,72 kW |
35. |
rouwkamers; |
6 stuk |
39.2.2° |
stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van meer dan 5.000 liter; |
20.400 liter |
43.1.3° |
stookinstallaties zonder elektriciteitsproductie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW; |
6.976 kW |
49.2. |
ziekenhuizen, erkend door de Vlaamse Gemeenschap met toepassing van het koninklijk besluit van 10 juli 2008 houdende coördinatie van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen; |
1 ziekenhuis |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. |
De exploitant dient bijkomende informatie aan te leveren die aantoont dat de exploitatie gebeurt conform de algemene en sectorale voorwaarden opgenomen in Vlarem II. |
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |