Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019033380 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV TRIPLE LIVING met als adres Jan van Gentstraat 7 bus 402 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Jef Cassiersstraat 10 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 11sectie L nrs. 3917T en 3917Y |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
aanpassen van een reeds verleende vergunning dossier 20182798 (striga 4 - Blok 20) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 06 februari 2019: vergunning (20182798) voor het bouwen van 67 appartementen, 3 winkelruimtes en een circularity center met ateliers op Nieuw Zuid (Striga 4 - Blok 20);
- 29 januari 2014: vergunning (20135602) voor het uitvoeren van infrastructuurwerken op de site van ‘Antwerpen Nieuw Zuid’.
Vergund/vergund geachte toestand
- appartementsgebouw bestaande uit een ondergronds circularity center, 3 gelijkvloerse winkelruimtes en 67 appartementen;
- 7 bouwlagen en een teruggetrokken technische bouwlaag onder plat dak.
Huidige toestand
- braakliggend terrein.
Gewenste toestand
- appartementsgebouw bestaande uit een ondergronds circularity center, 3 gelijkvloerse winkelruimtes en 67 appartementen;
- 7 bouwlagen en een teruggetrokken technische bouwlaag onder plat dak.
Inhoud van de aanvraag
- aanpassen van de verticale circulatie;
- verkleinen van het kelderverdieping en herinrichten van de fietsenberging met extra fietslift;
- kleine gevelwijzigingen met betrekking tot het buitenschrijnwerk en het veranderen van loggia’s naar terrassen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
11 april 2019 |
10 mei 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ centrale preventie (LP/CP) |
11 april 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Vlaamse Milieumaatschappij |
11 april 2019 |
18 april 2019 |
Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
11 april 2019 |
12 april 2019 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
11 april 2019 |
15 april 2019 |
stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester - welstandscommissie |
11 april 2019 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Nieuw Zuid, goedgekeurd op 17 juli 2014. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor centrumfuncties (ce1).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van artikel 20 van de verordening toegankelijkheid. Aan beide zijden van de trap moet een trapleuning aangebracht worden, die doorloopt ter hoogte van eventuele tussenbordessen. Het dossier bevat onvoldoende gegevens om dit artikel te kunnen beoordelen. Het aanbrengen van een trapleuning zoals voorgeschreven in de verordening toegankelijkheid zal dan ook opgelegd worden in de voorwaarden van deze aanvraag.
Functionele inpasbaarheid
De bestemming van meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De beperkte interne wijzigingen en gevelwijzigingen veranderen de bestaande draagkracht van de omgeving niet en zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. Alle voorwaarden uit vergunning d.d. 06 februari 2019 (20182798) blijven onverminderd gelden.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voorziet kleine wijzigingen aan de bestaande buitenstructuur. Om een vermeerdering van lichtinval te krijgen in het circularity center worden er nieuwe lichtkoepels geplaatst welke verwerkt worden in de binnentuin. De vormgeving van deze koepels sluiten aan bij het landschapsontwerp.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Fietsvoorziening:
De laatst afgeleverde vergunning voorzag 197 fietsstalplaatsen. Het project voorziet nu in 229 fietsstalplaatsen wat een vermeerdering betekent van 32 fietsstalplaatsen. Deze worden voorzien op verdiepingen -1 en -2. Omwille van optimaal gebruikscomfort moet er naar gestreefd worden om fietsstalplaatsen zo dicht mogelijk bij de woningen te voorzien. Hierdoor zouden de fietsstalplaatsen op verdieping -2 minder gunstig gelegen zijn, in vergelijking met deze op verdieping -1. Aangezien de fietsvoorziening op beide verdiepingen te bereiken is met een fietslift, is het gebruiksgenot van beide verdiepingen quasi evenwaardig en dus te verantwoorden. De minimale afmetingen van een fietslift bedragen 2m10 op 1m20. Slechts één lift is groot genoeg. Dit is onvoldoende in verhouding tot de grootte van de fietsstalling. Daarom zal in voorwaarde worden opgelegd om een tweede lift te voorzien die voldoet aan de minimale afmetingen. Beide liften moeten zowel verdieping -1 als verdieping -2 bedienen.
Achter elke fietsstalplaats moet minimum 1m70 vrije ruimte voorzien worden wat niet overal het geval is. Deze bepaling zal daarom opgenomen worden als voorwaarde.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag is afwijkend van volgende artikels van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Aan beide zijden van alle trappen moet een trapleuning aangebracht worden, die doorloopt ter hoogte van eventuele tussenbordessen. Voor het begin en aan het einde van de trap moet de trapleuning minstens 40 cm horizontaal verderlopen. Als de leuning in het ijle stopt, moet ze worden afgerond naar de grond of naar de wand.
In de voorwaarden wordt opgenomen dat de aanvraag in overeenstemming moet zijn met het vermelde artikel.
Het voorwaardelijk gunstig advies Brandweer wordt integraal aan de vergunning gekoppeld.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van de eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. De fietsenstalplaatsen op verdieping -1 en verdieping -2 moeten bereikbaar zijn door minimaal 2 fietsenliften, welke voldoen aan de minimale vereiste afmetingen van 2,10 meter op 1,2 meter;
3. De inrijlengte van alle fietsstalplaatsen moet minstens 1,70 meter zijn;
4. De trappen moeten conform de verordende bepaling zijn voor toegankelijkheid publieke gebouwen, artikel 20.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
14 maart 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
11 april 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
10 juni 2019 |
Verslag GOA |
16 mei 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van de eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. De fietsenstalplaatsen op verdieping -1 en verdieping -2 moeten bereikbaar zijn door minimaal 2 fietsenliften, welke voldoen aan de minimale vereiste afmetingen van 2,10 meter op 1,2 meter;
3. De inrijlengte van alle fietsstalplaatsen moet minstens 1,70 meter zijn;
4. De trappen moeten conform de verordende bepaling zijn voor toegankelijkheid publieke gebouwen, artikel 20.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.