Terug
Gepubliceerd op 12/06/2019

2019_DCDE_00175 - Masterplan Silsburg, Deurne. Herontwikkeling Van Strydoncklaan_Noord - Definitief ontwerp masterplan. Advies - Goedkeuring

districtscollege Deurne
di 11/06/2019 - 00:00 Districtshuis Deurne
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Tjerk Sekeris, districtsburgemeester; Elke Brydenbach, districtsschepen; Frank Vercammen, districtsschepen; Freddy Lorent, districtsschepen; Philip Van Acker, districtsschepen; Mieke De Wispeleir, plaatsvervangend districtssecretaris

Verontschuldigd

Erwin Eestermans, districtssecretaris

Secretaris

Mieke De Wispeleir, plaatsvervangend districtssecretaris

Voorzitter

Tjerk Sekeris, districtsburgemeester
2019_DCDE_00175 - Masterplan Silsburg, Deurne. Herontwikkeling Van Strydoncklaan_Noord - Definitief ontwerp masterplan. Advies - Goedkeuring 2019_DCDE_00175 - Masterplan Silsburg, Deurne. Herontwikkeling Van Strydoncklaan_Noord - Definitief ontwerp masterplan. Advies - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Aanleiding en context

Het projectgebied Silsburg is gesitueerd in het zuidoosten van het district Deurne tussen het Park Groot Schijn en de begraafplaats Silsburg en wordt doorsneden door de Van Strydoncklaan.

Het projectgebied Silsburg is één van de deelplannen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplen (GRUP) Afbakening grootstedelijk Gebied Antwerpen (BVR 19 juni 2009). In het deelplan werd het woonuitbreidingsgebied volgens het gewestplan omgezet naar woonreservegebied. Sinds 31 december 2015 is het gebied bestemd voor wonen.
Het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA), dat op 18 september 2006 door de gemeenteraad werd goedgekeurd (jaarnummer 1779), stelt binnen het beeld "Dorpen en Metropool" als doel dat er bijzondere aandacht moet zijn voor het aanbieden van nieuwe woningen en nieuwe woonvormen. In het s-RSA wordt Silsburg aangeduid als een gebied dat moet ontwikkeld worden als een landschapspark met woningen.

In het Bovenlokaal Groenplan wordt Silsburg aangeduid als onderdeel van het Superpark Stadvallei. Woonverdichting is mogelijk waarbij rekening moet gehouden worden met de typische eigenschappen van de Koudebeekvallei en de landschappelijke context.

Het totale gebied heeft een oppervlakte van ongeveer 10 hectare en wordt momenteel hoofdzakelijk gebruikt voor stadslandbouw, onder meer onder de vorm van een samentuin en volkstuinen. De eigendomsstructuur in het projectgebied Silsburg is sterk versnipperd.

Op 20 mei 2016 (jaarnummer 4435) keurde het college de opstart en voorbereidende stakeholdergesprekken van het masterplan Silsburg goed.

Op 24 maart 2017 (jaarnummer 2250) keurde het college de analyse en visie goed voor het totale projectgebied. 

Op 6 juni 2017 (jaarnummer 42) besliste de districtsraad van Deurne om gunstig advies te geven op de fase "analyse en visie" van het Masterplan Silsburg mits een aantal voorwaarden. 

Op 30 maart 2018 (jaarnummer 2834) keurde het college het wedstrijdbestek en de projectdefinitie "opmaak masterplan Van Strydoncklaan_Noord" goed, en mandateert AG VESPA om te handelen in naam van de stad Antwerpen voor de stadsgronden gelegen in het projectgebied " Van Strydoncklaan_Noord".

Op 6 juli 2018 ging de raad van bestuur van AG VESPA akkoord om, op basis van het gunningsverslag, de opdracht voor de opmaak van een masterplan voor de herontwikkeling Van Strydoncklaan_Noord te gunnen aan HUB.

Op 21 februari 2019 (jaarnummer 125) besliste de districtsraad Deurne om gunstig advies te geven op het voorontwerp masterplan Silsburg Van Strydoncklaan_Noord.

Op 22 maart 2019 (jaarnummer 2534) keurde het college het voorontwerp masterplan Van Strydoncklaan_Noord goed. 

Op 4 april 2019 werd dit goedgekeurd voorontwerp masterplan Van Strydoncklaan_Noord toegelicht en besproken op een infomoment voor de buurt.

Argumentatie

Versnipperde eigendomsstructuur vraagt perceelsoverschrijdende aanpak
In het besluit van van 24 maart 2017 (jaarnummer 2250) besliste het college om aan de coalities van eigenaars/ontwikkelaars te vragen, onder regie van de stad, om een masterplan uit te werken waarin de volgende voorwaarden worden uitgewerkt :

  • doorwaadbaarheid voor langzaam verkeer tussen de Herentalsebaan (met tramhaltes) en Park Groot Schijn;
  • de nabijheid van openbaar vervoer vraagt om een project met een voldoende hoge dichtheid en een brede mix van woningtypologieën. Bijzondere aandacht gaat naar grondgebonden gezinswoningen;
  • ruimte voor stadslandbouw conform de ruimte die in de bestaande situatie door volkstuinen en een samentuin wordt ingenomen;
  • een stedenbouwkundige invulling die intermedieert tussen de stedelijke context van de Van Strydoncklaan en de Herentalsebaan enerzijds en de landschappelijke context van het aangrenzend Park Groot Schijn anderzijds. In het deel ten noorden van de Van Strydoncklaan dient de bebouwingsindex bijgevolg lager te liggen;
  • voldoende aandacht voor publieke groene ruimten op buurtniveau;
  • dat een coalitie van eigenaars uit het deel ten noorden van de Van Strydoncklaan minstens een visie geeft op het volledige noordelijk deel van het projectgebied Silsburg;
  • dat een coalitie van eigenaars uit het deel ten zuiden van de Van Strydoncklaan minstens een visie op het zuidelijk deel geeft.

Daarnaast vraagt het college aan de coalitie van eigenaars/ontwikkelaars om een samenwerkingsvorm uit te werken waarbij de kosten en baten evenredig verdeeld worden onder de verschillende eigenaars in verhouding tot de waarde van de individuele eigendommen.

Het te herontwikkelen gebied Van Strydoncklaan_Noord is ongeveer 30.000 m² groot. De eigendomsstructuur van de Van Strydoncklaan_Noord is sterk versnipperd, waardoor een perceelsoverschrijdende aanpak een vereiste is om een kwaliteitsvol masterplan op te maken. In het verleden vroegen enkele particuliere eigenaars een bouwaanvraag aan in functie van de realisatie van een aantal woningen en appartementen, maar zonder succes.

Er zijn in totaal twee eigenaars van een perceel met een eigen woning en acht eigenaars die één of meerdere onbebouwde percelen in eigendom hebben. AG VESPA is eigenaar van drie afzonderlijke percelen met een totale oppervlakte van 8.710 m². Ook de stad Antwerpen heeft in het noordelijk gedeelte drie onbebouwde percelen, met een totale oppervlakte van 1.242 m².

Aangezien AG VESPA ongeveer 30% van de eigendommen heeft in het projectgebied ten noorden van de Van Strydoncklaan, hierna Van Strydoncklaan_Noord genoemd, nam ze het intitiatief om met alle eigenaars contact op te nemen met de ambitie een proces op te starten voor het projectgebied "Van Strydoncklaan_Noord" met een perceelsoverschrijdende ontwikkeling als doel, met in eerste instantie een goedgekeurd masterplan als noodzakelijke tussenstap. Dit masterplan moet immers duidelijkheid verschaffen over de ontwikkelingsmogelijkheden en zodoende ook inzicht geven in een realistische grondwaarde van alle percelen. 

Verkenningsronde eigenaars resulteert in engagement en informele samenwerking
Ondertussen heeft AG VESPA met de negen andere eigenaars in het projectgebied  "Van Strydoncklaan_Noord" contact opgenomen en een of meerdere gesprekken gehad. De gesprekken hebben volgend resultaat opgeleverd :

  • drie private eigenaars zijn bereid gevonden om hun gronden te ontwikkelen, samen de opmaak van een masterplan op te starten en ook te financieren. Dit werd ondertussen geformaliseerd in een samenwerkingsovereenkomst met afspraken over de verdeling van de kosten voor een opmeting van het projectgebied, de ontwerpwedstrijd en de opmaak van het masterplan " Van Strydoncklaan_Noord";
  • twee private eigenaars zijn informeel bereid hun gronden in te brengen en te herlocaliseren, op voorwaarde dat ze hun huidige activiteiten - eventueel met minder oppervlakte - verder kunnen zetten in het projectgebied;
  • twee private eigenaars/bewoners geven uitdrukkelijk aan hier te willen blijven wonen. Zij participeren dus niet in de totale ontwikkeling;
  • één private eigenaar is eventueel bereid om een deel van zijn tuin te verkopen, zodat een logischer en rechtlijniger geheel van projectgrond ontstaat. Voorwaarde is wel dat hij elders buiten de stad een ruimte krijgt voor het stallen van zijn kermiswagens. Dit is voorlopig niet aan de orde. Er moet nog bekeken worden wie dit kan opnemen en hoe dit eventueel kan opgelost worden;
  • de stad Antwerpen is ook een van de eigenaars van een grond met oppervlakte van 1.242 m². Dit perceel is vandaag een onbebouwd en onverhard driehoekig terrein waar informeel wordt geparkeerd door de volkstuinders. De dienst Sociale Dienstverlening/Gemeenschapsvorming stelt, na afstemming en goedkeuring van de raad van bestuur van Volkstuin vzw, voor te onderzoeken of een formele kleine parking kan aangelegd worden op de volkstuinsite zelf. De vzw hoeft hiervoor maar één perceel op te offeren. 
    Na overleg tussen AG VESPA en de bedrijfseenheid Stadsbeheer lijkt het logisch en voor het proces ook eenvoudiger om deze stadsgrond mee in het geheel van het projectgebied op te nemen, waarbij  AG VESPA het mandaat krijgt om te handelen in naam van de stad Antwerpen. Deze grond wordt achteraf overgedragen aan AG VESPA eenmaal het masterplan wordt goedgekeurd, zodat de ontwikkelingsmogelijkheden en dus de grondwaarde is gekend. De waarde van de grond min de gemaakte kosten (wedstrijdvergoeding, opmeting, studiekosten zoals opmaak masterplan, aanleg openbaar domein) pro rata van het grondaandeel moet dan door AG VESPA aan de stad Antwerpen worden uitbetaald.

Ondertussen hebben verschillende projectontwikkelaars reeds interesse getoond in deze toekomstige ontwikkeling en namen zij reeds initiatief om de participerende partijen reeds te contacteren. Dit resulteerde in een ondertekende samenwerkingsovereenkomst tot en met goedkeurong definitief masterplan Van Strydoncklaan_Noord tussen vier partijen. 

Projectdefinitie als basis voor een ontwerpwedstrijd
Op basis van de constructieve gesprekken en in nauw overleg met de drie andere eigenaars die akkoord gaan met een actieve betrokkenheid en samenwerking, werd door AG VESPA een projectdefinitie en een wedstrijdbestek opgemaakt. Deze projectdefinitie is de basis voor de opstart van een ontwerpwedstrijd onder supervisie van de stadsbouwmeester. De projectdefinitie kwam tot stand onder andere door input van de eigenaars, maar ook van een aantal diensten binnen de bedrijfseenheid Stadsontwikkeling: Ruimte, Mobiliteit, Vergunningen, Openbaar domein/Ontwerp en Uitvoering, Energie en Milieu Antwerpen, team Stadsbouwmeester en de Verkeerspolitie.

Deze projectdefinitie werd ook al toegelicht aan districtscollege Deurne op 19 februari 2018, de stedelijke plangroep op 20 februari 2018, het coördinatieoverleg openbaar domein op 5 maart 2018 en de raadscomissie van 19 maart 2018. Deze projectdefinitie werd ook door het directiecomité AG VESPA van 19 maart 2018 goedgekeurd.

De krachtlijnen van deze projectdefinitie zijn toegespitst op vijf thema's:

Algemeen:

  • het is van belang dat beide masterplannen " Van Strydoncklaan_Noord" en masterplan " Van Strydoncklaan_Zuid" worden afgestemd met betrekking tot programma, fietsverbindingen, ontsluiting, blauwe en groene verbindingen, een samenhangende inrichting van het openbaar domein, en de huidige Van Strydoncklaan als 'gemeenschappelijke zone' tussen beide projectgebieden in het bijzonder. 

Wonen:

  • hedendaagse invulling “ wonen in/aan het park";
  • mix van woningtypologieën;
  • V/T van minimum 0,6 en een richtinggevende maximum V/T van 0,9. De maximale V/T is richtinggevend, waarbij het aan het ontwerpteam is om de functionele en ruimtelijke draagkracht van het projectgebied af te tasten;
  • intermediair tussen stedelijke en landschappelijke context;
  • alzijdige goed georiënteerde gevels, typologie op maat van de context.

Publieke ruimte:

  • publieke open groene ruimte;
  • inrichting houdt rekening met de watergevoeligheid, natuurlijk reliëf, waterbuffering- en infiltratie;
  • groene dooradering en visuele en fysieke relaties tussen Park Groot Schijn en Van Strydoncklaan;
  • doordachte overgang publiek-privaat en synergie tussen gelijkvloers programma en de publieke ruimte.

Mobiliteit:

  • er moet rekening gehouden worden met een 'reservatiestrook' als overdruk op de huidige Van Strydoncklaan, op basis van een nieuw dwarsprofiel [berm + 2X (twee rijstroken, parkeerstrook, buffer, vrijliggend fietspad, voetpad)] zodanig dat binnen dit nieuw dwarsprofiel kan nagedacht worden over eventuele nieuw dwarsprofiel in functie van een betere ontsluiting en aantakking van beide ontwikkelingen op de Van Strydoncklaan en een optimalere oversteekbaarheid voor fietsers en voergangers. Dit betekent dat er een strook binnen het projectgebied gevrijwaard dient te worden van bebouwing in functie van dit aangepast dwarsprofiel Van Strydoncklaan en van een geheel nieuwe landschappelijke inrichting die naast de mobiliteitsaspecten ook rekening houdt met aanwezige groen-blauwe dooradering door beide gebieden;
  • slim en helder ontsluitings- en parkeerconcept (bezoekers met auto, in-uitrit ondergrondse parking(s), fietsers, voetgangers, postbedeling, vuilnisophaling);
  • herprofilering Boterlaarbaan op maat van de context en enkel voor bestemmingsverkeer.

Duurzaamheid:

  • onderzoek naar haalbaarheid of realisatie van een aardgasloze wijk met een wijkcentrale die flexibel uitbreidbaar is naar (ontwikkelingen in) de ruimere omgeving; 
  • natuurlijke waterhuishouding/ bovengronds buffering volgens de hemelwaterverordening;
  • extra akoestische maatregelen zijn wenselijk en noodzakelijk.

Krachtlijnen van het definitief ontwerp masterplan Van Strydoncklaan_Noord 

1. Stedenbouwkundig concept 

Kamers en voegen

Met de ontwikkeling van Park Groot Schijn werd het voormalige 'Boterlaer' waar dit projectgebied deel van uitmaakt alvast mentaal opnieuw aangehecht aan zijn historisch waardevolle landschappelijke structuur. Dankzij de realisatie van deze nieuwsoortige parkruimte is de potentie voor een kwaliteitsvol maar ook 'apart' woonmilieu op deze plek eigenlijk heel groot. Tegelijk is de site eigenlijk te klein om een eigen, leesbaar autonoom concept te ontwikkelen. Dit voorstel vertrekt dan ook van het doorzetten van het conceptueel kader van 'kamers' en 'voegen' voor de ontwikkeling van dit gebied.

Daarbij vormen de voegen groene verbindingsruimtes tussen de Van Strydoncklaan en het achterliggende parkgebied. In deze verbindingen is er een prioriteit voor langzaam verkeer en een profiel dat duidelijk afwijkt van het klassieke straatprofiel. Hierdoor opent het Park Groot Schijn zich naar Deurne Zuid en maakt het er duidelijke en uitnodigende verbindingen mee. De tegenhanger van de voeg is de kamer, die het te ontwikkelen programma in zich kan opnemen en daarbij ingezet wordt als bouwveld voor de ontwikkeling van een nieuwsoortig woonmilieu.

Van een stedelijke naar een landschappelijke morfologie

Dat eigen karakter van het nieuwe woongebied wordt in zijn essentie gemaakt door de kamers niet te behandelen als een klassiek bouwblok met een publieke buitenzijde en een private binnenzijde, maar als een ruimte om verschillende woontypes te combineren met een collectief karakter. De binnenzijde van de kamer wordt niet volledig afgesloten door een continue randbebouwing maar opent zich naar het omliggende landschap. Daardoor ontstaat niet alleen meer perspectief op de omliggende open ruimte, maar biedt zich ook de kans aan om de relatie tussen publieke en private ruimte opnieuw te definiëren.

Ook wordt vooral ingezet op de overgangen van publieke ruimte met het karakter van een woonerf naar private, collectieve ruimtes en voorzieningen. De grens tussen publiek en privaat blijft daarmee duidelijk maar het karakter van beide kent een veel genuanceerdere, subtiele overgang dan bij het klassieke bouwblok. Op die manier dragen de kamers als nieuwe bouwvelden bij aan de overgang van een meer stedelijk weefsel naar de landschappelijke structuur van het park. Deze transitie van peri-stedelijk weefsel naar open ruimte is één van de meest boeiende aspecten bij de verdere verdichting van dit soort plekken in de twintigste eeuwse gordel rond Antwerpen.

Respect voor de hydrologische structuur

Bij de conceptie van het masterplan wordt een duidelijke keuze gemaakt om de zuidelijke tip van het projectgebied, die het dichtst bij de Koude Beek ligt, niet te bebouwen. Daarmee geeft het meest waardevolle, waterrijke en overstromingsgevoelige deel van het gebied ruimte terug aan de hydrologische structuur van het gebied. Door middel van wadi's en bufferzones in de voegen wordt de waterstructuur gevoegd met regenwater dat afkomstig is van de nieuwe ontwikkelingen. In dit concept is rekening gehouden met de afstroomrichting van de Beekvallei zodat dit blauwe netwerk kan aangesloten worden op de bestaande waterstructuren in Park Groot Schijn.

Programma en woningtypologie

Bij de invulling van de kamers is er gezocht naar een organisatieprincipe om een duidelijk, haalbaar maar ook gedifferentieerd woonmilieu tot stand te doen komen. Daarbij is er voor gekozen om aan de Van Strydoncklaan als toekomstige woonstraat de gestapelde meergezinswoningen te concentreren, samen met een ondergrondse oplossing voor het parkeren per kamer. Hierdoor hebben deze hogere volumes een duidelijke bufferende werking maar ook een interessante oriëntatie op het zuidwesten. Aan de parkzijde van de verschillende kamers worden grondgebonden woningen gedacht. Deze kunnen op eigen kavels met volle grond voorzien worden, waarbij de parkeerplaatsen opgenomen zijn in de aanliggende collectieve parkeergarages.

Alle adressen van de woningen zijn gepositioneerd aan de buitenzijde van de kamers waar ze bijdragen aan de levendigheid en de sociale controle in de publieke ruimte van de voegen. Op de hoeken van de kamers aan de Strydoncklaan en de woonerven/doorsteken worden de gelijkvloerse collectieve voorzieningen en fietsenstallingen gepositioneerd. Het onderscheiden van een woonmilieu voor de grondgebonden woningen enerzijds en de meergezinswoningen zorgt steeds per kamer voor een samenhang tussen doelgroepen maar ook voor een differentiatie van woningtypes.

Fasering en groeimodel

In het stedenbouwkundig raamwerk wordt geanticipeerd op het vertrek van de geïsoleerde vrijstaande woningen centraal in het projectgebied. Door het open karakter van de aanliggende kamer kan deze gecomplementeerd worden met een gelijkaardige bebouwing op de huidige privatieve terreinen. Anderzijds kan het stedenbouwkundige concept perfect gerealiseerd worden en volwaardig functioneren ook zonder de reconversie van beide woningen.

Eenzelfde groeimodel werd in gedachten gehouden om een oplossing te bieden aan de tijdelijke huisvesting van Floringo in het gebied. Door de wisselende invulling, de wens tot afsluitbaarheid en de noodzakelijke (parkeer)infrastructuur lijkt het geen goed idee om deze functie te bestendigen als een volwaardig onderdeel van de nieuwe publiek ruimtestructuur. Er is dus geopteerd om deze functie op zijn huidige plek te laten zolang ze bestaat. De bereikbaarheid en het parkeren is voorzien langsheen de Van Strydoncklaan zoals dit vandaag ook het geval is. Zo noodzaakt deze oplossing ook geen grote investeringen in nieuwe infrastructuur voor Floringo die mogelijk niet duurzaam blijkt op langere termijn. Wanneer het uitdoofscenario realiteit wordt, kan het gereduceerde kavel van 1.000 m² ingezet worden voor de ontwikkeling van een meergezinswoning op de hoek aan de eerste doorsteek richting Park Groot Schijn. Ook de opening en doorgang in de straatwand van de Boterlaarbaan, die nu gebruikt wordt voor de leveringen kan dan afgewerkt worden met een nieuwe grondgebonden woning. 

2. Landschapsontwerp en Ecologie

Landschapsontwerp en ecologie

De indeling en inrichting van het projectgebied gaat voort op de inrichtingsprincipes van Park Groot Schijn. Er worden ‘kamers’ afgebakend met daartussen ‘voegen’. De voegen zullen wat vormgeving, afmetingen en inrichting betreft verder bouwen op het reeds aangelegde deel van het park dat aansluit op het projectgebied.

Park Groot Schijn is een hedendaags park waar verschillende functies (volkstuinen, wandelaars, fietsers, spelende kinderen) samengaan met respect voor bestaand groen en inbreng van nieuw groen. Deze visie wordt doorgetrokken in het projectgebied met het behoud van waardevolle bomen en aanplant van nieuwe bomen of groenvolumes en natuurlijkheid door de aanleg van grazige vegetaties of prairiebeplanting. De paden maken er een doorwaadbaar gebied van.

De afmeting van de voegen is afgestemd om de hoogtes en volumes van de aanpalende gebouwen. Zodoende ontstaat er een ruimte waar het aangenaam verblijven of passeren is. De afwisseling in breedtes en lengte van de verschillende voegen vermijd monotonie en moedigt aan om op ontdekking te gaan in het hele projectgebied en verder in het park. De veilige verbindingen met het park laten toe dat ouders hun kinderen met een gerust geweten kunnen laten spelen. Op de knooppunten van voegen en paden, kunnen rustpunten gecreëerd worden waar functies aan gekoppeld worden zoals een gemeenschappelijke moes- of fruittuin of een speeltuin.

De inrichting van deze plek kan ook maken dat deze bijzonder is ten opzichte van de rest van de voegen. De keuze van de beplanting zal dit ondersteunen. Terwijl er langs de voegen hoge en lange grassen en bloemenmengsels in combinatie met enkele hoogstammen zijn voorzien, zal de verfijningsgraad op de knooppunten hoger liggen door het gebruik van bijvoorbeeld prairiebeplanting. De exacte keuze van de vaste planten zal met ecologische achtergronden gebeuren om bijvoorbeeld vlinders of bijen aan te trekken.

Groenkwaliteit

Voor de aan te planten bomen denken we eraan de boomsoorten van Park Groot Schijn door te trekken. Quercus robur (zomereik) en Betula pendula (ruwe berk) aangevuld met solitaire hoogstamfruitbomen zoals Juglans regia (notelaar) of Castanea sativa (eetbare kastanje). De bestaande oude gemengde hagen van Crataegus monogyna (meidoorn), Carpinus betulus (haagbeuk) en Acer Campestre (veldesdoorn) zijn kenmerkend voor de oorspronkelijke landelijke uitstraling van het gebied. Waar mogelijk zullen deze behouden blijven en ingepast in het concept. Naast de landschappelijke waarde hebben zij ook een ecologische waarde als stapsteen, fourageergebied of nestgelegenheid voor vele vogels.

De aangelegde padenstructuur in Park Groot Schijn is overzichtelijk en leid eenvoudig naar je bestemming. In het projectgebied wordt het hoekig tracé van de paden zodanig ingepast dat het aansluit op de omliggende reeds aangelegde en geplande (wandel)verbindingen. Zodoende wordt het projectgebied een schakel in een groter netwerk van paden voor stappers en trappers. De fietsers uit het projectgebied maar ook rondom krijgen zo een verbeterde aansluiting op de fietsostrade langs de E313. 

Waterstructuur

Het projectgebied zit in de vallei van de Koude Beek. In het Park Groot Schijn zijn de wadi’s aangelegd om de grillen van de Koude Beek op te vangen.

Het hemelwater binnen het projectgebied zal in eerste instantie ondergronds worden opgevangen in bufferbekkens en worden gebruikt voor het besproeien van de collectieve binnentuinen en toilet-spoeling.

De wadi’s in het projectgebied zullen dienen om het overtollige hemelwater te bufferen, te laten infiltreren en vertraagd af te voeren. In die zin is het opportuun om de wadi’s aan te sluiten op het grachten en wadi systeem van Park Groot Schijn om het water finaal naar de Koude Beek te leiden. Bij gebrek aan voldoende verval kunnen de wadi’s aangesloten worden op RWA riolering die dan met poreuze buizen zal worden aangelegd. 

3. Mobiliteitsconcept

Ontsluitingsprincipe

Het ontsluitingsprincipe is toegang verlenen voor autoverkeer en inzetten op een maximale doorwaadbaarheid voor fietsers en voetgangers. Het doel is een autovrije woonwijk die onderdeel vormt van het Park Groot Schijn.

Voor louter bestemmingsverkeer en de volkstuinen in het Park Groot Schijn wordt de oude Boterlaarbaan in zijn huidige profiel behouden. Mogelijk kan het knippen van deze veldweg ter plaatse van de zuidelijke punt van het projectgebied doorgaand verkeer de facto onmogelijk maken.

Het toegang verlenen aan autoverkeer voor de nieuwe woonwijk gebeurt vanaf de Van Strydoncklaan en vanaf de bestaande Boterlaarbaan. Via deze wegen wordt rechtstreeks toegang verleend tot drie ondergrondse parkeergarages voor bewoners volgens het rechts in / rechts uit principe. Daarbij worden in- en uitrijbewegingen van of naar de andere rijrichting onmogelijk gemaakt. Dit resultaat in relatief eenvoudige aanpassingen het bestaande wegprofiel. Op deze manier kan autoverkeer optimaal naar de parkeerplaatsen geleid worden, zonder een extra barrière te vormen tussen het ontwikkelingsgebied en het park. De centrale doorsteek voor voetgangers en fietsers tussen Van Strydoncklaan en park blijft op deze manier volledig gevrijwaard van autoverkeer. Er ontstaat een veilige verbinding doorheen het gebied waar voetgangers en fietsers, en ook kinderen zelfstandig het park kunnen bereiken. De ontsluiting voor fietsers is niet enkel gericht op de Van Strydoncklaan, maar in hoofdzaak via de Boterlaarbaan en de Peter Benoitlaan richting fietsostrade F107.

Fietsers en voetgangers kunnen gebruik maken van de erfontsluitingswegen en woonerven die ook toegang verlenen voor het autoverkeer. Deze wegen zijn doorlopend voor fietsers en voetgangers. Er zijn bovendien bijkomende zachte assen die exclusief voor voetgangers, fietsers en kinderen beschikbaar zijn om op een veilige manier het gebied fijnmazig in alle richtingen te kunnen doorsnijden. De ontwikkelingen worden ook maximaal op deze assen gericht.

Parkeren

Het autoparkeren wordt in de eerste plaats geconcentreerd in ondergrondse parkings voor bewoners. Bezoekersparkeren wordt op verschillende plekken opgelost. Enerzijds worden een aantal kleine parkeerpockets voorzien op maaiveldniveau. Deze pockets werden ingepast ten noorden van het projectgebied en ter hoogte van de groene zuidelijke tip, dit om autoverkeer zoveel als mogelijk uit het projectgebied te weren. Het overige saldo bezoekersparkeren wordt ondergronds voorzien.

Het fietsparkeren wordt voorzien in collectieve zones op de hoeken van de verschillende kamers.

Deze hiërarchie is belangrijk om van de fiets een meer voor de hand liggende keuze te maken voor de verplaatsingen. Enerzijds zijn er afgesloten fietsenstallingen voor de bewoners, anderzijds ook open fietsenstallingen voor bezoekers en kort fietsparkeren, deze worden ingepland in open zones ter hoogte van een aantal kruispunten van fiets- en wandelpaden. Een meer afgesloten ruimte zoals de berging kan ook gebruikt worden voor het parkeren van meer recreatieve fietsen. Die ruimtes kunnen met hellingen bereikt worden.

Het aantal parkeerplekken wordt voorzien overeenkomstig de bouwcode. Parkeerplaatsen op straatniveau fungeren in hoofdzaak voor bezoekers en kortparkeren. De ondergrondse bewonersparkeerplaatsen worden gekoppeld aan de verkoop van een wooneenheid. 

Van Strydoncklaan

De Van Strydoncklaan is vandaag een brede invalsweg met twee maal twee rijstroken en een snelheidsregime van 70 km per uur. Op termijn zal de Van Strydoncklaan een dwarsprofiel krijgen zoals De Singel. Een herprofilering zal meer garantie bieden op meer leefbaarheid voor de omwonenden, een betere en veiligere oversteekbaarheid om ook het zuidelijke deel aansluiting te laten vinden naar het park, een grotere verkeersveiligheid,enzovoort. Daarbij biedt dit ook garantie op meer ruimte voor parkeren, ruime fietspaden, aangename voetpaden en kwaliteitsvol groen.

Naarmate de realisatie van de woonbuurten aan weerszijden van de Van Strydoncklaan en de verdere realisatie van het Park Groot Schijn vordert zal er een evaluatie worden gemaakt van het snelheidsregime op de Van Strydoncklaan, waarbij enerzijds de doorstroming en anderzijds de leefbaarheid en oversteekbaarheid worden afgewogen.

4. Woonkwaliteit en woningtypologie

Bij de verdere ontwikkeling van de kamerstructuur tot gedifferentieerde woonmilieus hebben we een typologische onderzoek gevoerd om te komen tot een logische voorbeeldinvulling. De variatie en mix van verschillende woningtypes per kamer is één mogelijke variant zoals wij ons die op basis van het gevoerde onderzoek kunnen voorstellen. Belangrijk om te benadrukken echter is dat de stedenbouwkundige armatuur van de verschillende kamers de flexibiliteit in zich heeft om tot zeer verschillende invullingen te komen. Gezien de langere ontwikkelingshorizon van het gebied lijkt ons dit een noodzakelijke openheid om tot een haalbare ontwikkeling te komen. Ook is deze voorbeeldinvulling een goede test om te onderzoeken welke dichtheid haalbaar leek met een zo compact mogelijke bebouwing en een flink aandeel grondgebonden woningen. De invulling zoals ze geschetst is per kamer resulteert in een V/T van ongeveer 0,78 en een bruto bovengronds oppervlak van een kleine 20.000 m². Dankzij de compacte structuur van kamers en de royale voegen wordt slechts 10.000 m² van de 25.000 site ingenomen. Er wordt dus een kleine 15.000 m² terug toegevoegd aan het openbaar domein.

Ondanks deze openheid en flexibiliteit om op toekomstige marktvraag en woonwensen in de spelen, zijn er een aantal duidelijke keuzes gemaakt bij de invullingen zoals die getoond worden. De invulling is gebaseerd op een heldere keuze om de rijkdom aan woningtypes tot stand te brengen met een eerder beperkt aantal bouwstenen zodat de samenhang tussen de verschillende kamers gewaarborgd blijft. Daarbij werd de keuze gemaakt om de meergezinswoningen zoveel als mogelijk te concentreren aan de zijde Van Strydoncklaan. Hier worden ze gekoppeld met de onderliggende compacte parkeerinfrastructuur. Per kamer is op die manier de balans bewaakt tussen het woonprogramma en het parkeren. Stijgpunten van gestapelde woongebouwen geven daarbij rechtstreeks uit in de ondergrondse parkeerlaag. Per kamer is er minstens één collectief stijgpunt dat de parking verbindt met de gelijkvloerse fietsenstalling. Op die manier hebben ook de grondgebonden woningen, die samen met hun tuin op volle grond gerealiseerd kunnen worden, eenvoudig toegang tot de parkeerinfrastructuur. Aan de binnenzijde van het bouwblok zijn centraal collectieve, private buitenruimte gemaakt. Deze gemeenschappelijke ruimte kan bereikt worden vanuit de private tuinen van de woningen, via het stijgpunt van de appartementen of via de collectieve toegangen tot fietsenstalling en/of parking. Bij de ontwikkeling van de variatie in de woningtypes is dus een koppeling gemaakt tussen de verschijningsvorm van het gebouw, de positie in de kamer en het gewenste woonmilieu. Zodoende wordt een grote samenhang bewerkstelligd tussen woningtypologie en beeldkwaliteit. Zowel voor de gestapelde als grondgebonden woningen werd dus een coherentie betracht tussen architectuurbeeld en woonmilieu. Daarbij werden verschillende typologische bouwstenen ontwikkeld om tot een samenhang te komen bij de invulling van de verschillende kamers. Die bouwstenen zijn de grondgebonden woning (130-150 m²), het familieappartement (110-130 m²), het 3-slaapkamerappartement (90-110 m²) en de meer compacte appartementen (60-90 m²). Deze rijkdom aan woningtypes werd dan gecombineerd tot herkenbare gebouwstempels in het plan.

Beeldkwaliteitsplan architectuur

Om de kwaliteit en de eenvormigheid van de toekomstige gebouwen te garanderen, wordt tevens een beeldkwaliteitsplan architectuur opgemaakt, dat uitsprakenndoet over verscgillende thema's met betrekking tot de architectuur. 

Materialisering

De bebouwing in het masterplan wordt gegroepeerd in collectieve ‘kamers’, die als objecten in de groene ruimte van het park staan. Het ontwerp stuurt aan op een duidelijke samenhang in de beeldtaal van de bebouwing, waardoor de wijk als geheel leesbaar zal zijn. Dit zorgt ervoor dat de continuïteit van de openbare groene ruimte ook wordt benadrukt. De kamers zijn objecten die zijn geland in het groene veld van het park.

Om die reden wordt er vast materialenpallet voorgeschreven voor het gehele masterplan.

De exacte kleuren en de exacte toepassing van de materialen kan per kamer bekeken worden. Tussen de kamers zullen er dus subtiele verschillen zijn tussen de materialen. Maar binnen de kamer wordt er steeds met dezelfde materialen gewerkt.

Binnen de kamers kan er verder gespeeld worden met de manier waarop materialen worden toegepast: metsel-verbanden, vormgeving van borstweringen, type dorpels en lateien, etc.

Korrelgrootte / bouwstenen

Hoewel de kamers steeds een geheel vormen, dient de bebouwing een kleinschalig karakter te hebben, waarbij ieder individueel gebouw afleesbaar is. Ieder appartementsgebouw is opgebouwd rond één centraal stijgpunt, met twee of drie appartementen per laag, en deze entiteit is ook van buiten afleesbaar. Er zijn een aantal middelen waarmee dit bereikt kan worden:

  • accentueren van de voegen tussen de verschillende gebouwen;
  • werken met dakvormen die variëren tussen de verschillende gebouwen;
  • het maken van een gevelcompositie/ -ritme per gebouw;
  • variatie in vormgeving tussen de gebouwen, door verschillen in types ramen, in vormgeving van lateien en dorpels, in metselverbanden, enzovoort;
  • het benadrukken van de toegangen tot ieder individueel gebouw.

Dakvorm

Er wordt gewerkt met een afwisseling van platte daken en zadeldaken.

Voor de hoek- en kopgebouwen wordt er steeds gewerkt met platte daken. De tussenliggende appartementsgebouwen kunnen ofwel met een plat dak, ofwel met een zadeldak worden uitgevoerd. Belangrijk is dat deze daken altijd lager zijn dan de aanliggende daken van de koppen en hoeken. De grondgebonden woningen hebben steeds een zadeldak, waaronder een volwaardige zolderruimte ontstaat.

Bij de uitwerking ervan dient het gebruik van het dak verder bekeken te worden. De platte daken worden voorzien in groendaken, en kunnen plaats bieden aan zonnepanelen. Daarbij is het belangrijk dat de dakopstand hoog genoeg is om deze panelen en de lift-uitloop uit het zicht te houden. De zadeldaken op de appartementsgebouwen kunnen ook gebruikt worden om technieken  onder te plaatsen. Of er kan voor gekozen worden om met een soort mansardedak te werken, waarachter de technieken zijn weggewerkt.

Alzijdigheid

De keuze van de half-open bouwblokken in de parkomgeving betekent ook een keuze voor een sterk alzijdig karakter van de bebouwing.

De kamers liggen als alzijdige volumes in de groene omgeving, en gaan een relatie aan met de publieke ruimte in de verschillende richtingen. Zowel richting de groene voegen als richting de Van Strydoncklaan. Maar het is ook belangrijk dat de bebouwing niet alleen een relatie aangaat met de publieke ruimte, maar zeker ook met de collectieve tuinen.

Op deze manier kunnen de woningen maximaal profiteren van de verschillende kwaliteiten van de verschillende oriëntaties. En dit zorgt er ook voor dat de open ruimtes steeds een zo levendig mogelijk karakter krijgen en geen onaangename achterkanten ontstaan.

Dit betekent iets voor de manier waarop de ruimtes in de gebouwen georganiseerd worden, en hoe de gevels vormgegeven worden.

Om deze alzijdigheid maximaal te benutten, wordt er zoveel mogelijk ingezet op doorzon-woningen, met leefruimtes aan beide gevels. Voor de appartementen aan de Van Strydoncklaan zorgt dit ervoor dat de woningen zowel een goed bezonde zuid-west oriëntatie hebben met zicht op de drukkere Van Strydoncklaan, als een noord-oost oriëntatie richting de verkeersvrije groene omgeving van park en tuin. Ruimtelijke configuraties van de appartementen kunnen verder uitgezocht worden, maar het uitgangspunt is steeds dat beide gevels gelijkwaardig zijn, en dat aan beide gevels leefruimtes grenzen.

Voor de appartementen op de hoeken is een doorzonkwaliteit niet mogelijk. Hier dient daarom maximaal ingezet te worden op een overhoekse kwaliteit, waarbij de leefruimte zoveel mogelijk op de hoek ligt, waardoor beide gevels zoveel mogelijk gelijkwaardig zijn.

Er wordt bewust gekozen om de straatgevel en de tuingevel zoveel mogelijk gelijkaardig en gelijkwaardig te maken. Dus de materialisering, detaillering en vormgeving van beide dient met elkaar samen te hangen.

Waar in een klassiek bouwblok vaak wordt gekozen een verschil te maken tussen binnen- en buitengevel, is dat hier anders. Immers, het blok is half-open en de bebouwing niet even hoog aan beiden zijden. Dit zorgt er voor dat de binnenzijde van het blok zeer zichtbaar zal zijn, zeker ook vanaf de park-zijde van het plan. Dit betekent dat de tuingevels net zoveel voorgevel zijn als de straatgevels.

Daarbij zijn beide gevels ook programmatisch gelijkwaardig: beide bevatten een mix van leefruimtes en slaapkamers. Dit betekent dat het soort openingen aan beide zijdes dus ook zoveel mogelijk dezelfde zijn.

Door die dubbele oriëntatie kan er ook gekozen worden aan welke zijde er een buitenruimte voorzien wordt. Daarbij is het wel de logica dat terrassen grenzend aan de iets formelere buitenzijde van de kamers inpandig zijn, terwijl de terrassen aan de meer informele tuinzijde juist uitpandig zijn.

In beide gevallen is het belangrijk dat de terrassen een duidelijk integraal deel zijn van de vormgeving van de gehele gevel. Dus hierbij dient met dezelfde materialen gewerkt worden, en met dezelfde proporties. Bij de inpandige terrassen verhouden de gevelopeningen zich in afmetingen zoveel mogelijk tot de raamopeningen van de leefruimtes. De uitpandige terrassen sluiten aan op de ramen van de leefruimtes, en nemen in materiaal en vormgeving de eigenschappen van de gevel over.

De hoekgebouwen vragen een verbijzondering in volume en typologie. Deze verbijzondering dient enerzijds om de overhoekse kwaliteit maximaal te benutten, en anderzijds om de groene voegen die hier beginnen te benadrukken.

Gevelelementen

Voor iedere kamer wordt met één architectuurtaal en een eenduidige materialisering gewerkt, waardoor een coherent beeld ontstaat en de kamer als een geheel gelezen wordt. Hier benoemen we een aantal elementen die daarin steeds terugkomen.

De toegangen worden steeds met extra aandacht en detailniveau ontworpen.

Er is steeds een nadruk op een brede raamopeningen. Het schrijnwerk is steeds uit hetzelfde materiaal gemaakt, en met een zelfde soort vormgeving van opengaande delen en borstweringen.

Lateien, dorpels, dakranden, enzovoort worden als details expliciet vormgegeven. Hiervoor wordt gewerkt met betonnen elementen, die als een verbijzondering binnen de bakstenen gevels worden toegepast. Ook de luifel van de fietsenstalling sluit hierop aan, en kan gelezen worden als een heel brede latei.

De tuinmuren worden steeds met dezelfde baksteen vormgegeven als de gevels, en houden zo de kamer bijeen. Deze komen ook voor ter plaatse van de fietsenstallingen.

Het hekwerk van de fietsenstalling wordt ook gebruikt voor de afscherming van de doorgangen van de appartementsgebouwen, en bovenop de tuinmuurtjes.

Juridische grond

Artikel 1 38 Decreet Lokaal Bestuur: " Naast de beslissingsbevoegdheden waarover de districtsraad beschikt op grond van dit decreet, heeft de districtsraad een algemene adviesbevoegdheid voor alle aangelegenheden die betrekking hebben op het disttict. De disrctsraad kan bij reglement die algemene adviesbevoegdheid of delen ervan overdragen aan het districtscollege."

Beleidsdoelstellingen

1 - Woonstad
1SWN06 - De stad bouwt aan een aantrekkelijke stad en een duurzame, kwaliteitsvolle omgeving waar mensen graag wonen, werken en zich ontspannen
1SWN0601 - De stad realiseert stadsprojecten in eigen regie en in samenwerking met publieke en private partners
1SWN060104 - De realisatie van stadsprojecten binnen het programma stedelijke ontwikkeling draagt bij tot aantrekkelijke wijken, buurten en districten

Besluit

Het districtscollege deurne legt het volgende voor aan de districtsraad deurne:

Artikel 1

De districtsraad beslist om gunstig advies te geven op het definitief ontwerp masterplan Silsburg | Van Strydoncklaan_Noord, mits volgende aanpassing:

Het snelheidsregime op de Van Strydoncklaan is vandaag 70 km per uur. Het district Deurne pleit voor een profiel dat beter aansluit bij de voorgestelde bebouwing en vraagt daarom om de snelheid op de Van Strydoncklaan te beperken tot 50 km per uur. Het district verzet zich tegen het voorgestelde profiel. Profielen zoals de Singel of de Slachthuislaan horen niet thuis in woonwijken.

Een aanvaarbaar wegprofiel zou zijn: voetpad – fietspad – veiligheidstrook – parkeerstrook – rijweg – parkeerstrook - groenstrook – parkeerstrook – rijweg – parkeerstrook – veiligheidstrook – fietspad – voetpad. Op die manier worden er heel wat parkeerplaatsen bij gecreëerd. Bezoekers van buiten de stad kunnen op de Van Strydoncklaan parkeren en hun weg vervolgen met het openbaar vervoer of een deelfiets (“Velo” station te voorzien aan eindhalte tram).

Het ontwerp moet ook aandacht besteden aan de doorwaadbaarheid van het hele gebied en gemakkelijke oversteekmogelijkheden voorzien voor voetgangers en fietsers.

Tenslotte dringt het district aan op een verdere vergroening van de straat.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Bijlagen

  • 20190603_Van Strydoncklaan_definitief ontwerp masterplan.pdf
  • MSND.presentatie raadscommissie 20190617.pdf