Artikel 56, §3, 5° van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 stelt dat het college bevoegd is voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip "dagelijks bestuur".
Met de collegebeslissing van 17 augustus 2007 (jaarnummer 10513) besliste het college om de bevoegdheden waarover het beschikt op grond van de artikelen 56, §3, 4°, 5° en 6° van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en op grond van het gemeenteraadsbesluit van 25 juni 2007 (jaarnummer 1521), binnen de beleidsdomeinen van de districten, over te dragen aan de districtscolleges met ingang van 1 oktober 2007.
Met de gemeenteraadsbeslissing van 17 september 2007 (jaarnummer 1932) besliste de gemeenteraad de bevoegdheidsverdeling tussen het college en de gemeenteraad inzake overheidsopdrachten analoog van toepassing te maken op de districten.
Met de collegebeslissing van 12 mei 2017 (jaarnummer 04463) werden de bevoegdheden van de districtscolleges gecoördineerd. Artikel 11 bepaalt dat het districtscollege bevoegd is voor openbaar domein.
De opdracht wordt gegund aan de inschrijver die de economisch meest voordelige offerte heeft ingediend, rekening houdend met de volgende gunningscriteria:
In toepassing van artikel 42, §1, eerste lid, 1°, a) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, zal deze opdracht worden gegund bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking omdat de goed te keuren uitgave niet hoger is dan het bij het artikel 90, eerste lid, 1° van het Koninklijk Besluit Plaatsing van 18 april 2017 vastgelegd bedrag van 144.000 euro (zonder belasting over de toegevoegde waarde), met name de drempel vermeld in artikel 11, eerste lid, 2° van het Koninklijk Besluit Plaatsing van 18 april 2017.
In toepassing van artikel 81 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, baseert de aanbestedende overheid de gunning van de overheidsopdracht op de economisch meest voordelige offerte. De economisch meest voordelige offerte uit het oogpunt van de aanbestedende overheid wordt vastgesteld rekening houdend met de gunningscriteria. Ze vermeldt de gunningscriteria in de aankondiging van de opdracht of in een ander opdrachtdocument.
Het speelterrein Piep-in-'t-riet gelegen tussen de Antwerpsebaan en de Neerhoefstraat, verkeert in slechte staat en dient vernieuwd te worden. Dit biedt de opportuniteit om over te gaan tot de volledige vernieuwing van het terrein, waardoor de algemene beeldkwaliteit alsook de verblijfs- en belevingswaarde wordt geoptimaliseerd. Er zal eveneens een speelaanleiding voorzien worden dwars over het plein die aanzet tot bewegen.
Door een transparante en natuurlijke vormgeving gaan de speeltoestellen op in de groene omgeving. Het comfort en de veiligheid van de gebruikers wordt gemaximaliseerd. Het groene karakter wordt versterkt.
Om het speelterrein optimaal in te vullen, wordt een design and build opdracht uitgeschreven.
Het districtscollege Berendrecht Zandvliet Lillo keurt eenparig het volgende besluit goed.
Het districtscollege keurt bestek GAC_2019_00772 voor "Heraanleg speelterrein Piep-in-'t-riet" goed en keurt eveneens goed dat hiervoor een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking wordt uitgeschreven.
De financieel directeur verleent zijn visum en regelt de financiële aspecten als volgt:
Omschrijving |
Bedrag |
Boekingsadres |
Bestelbon |
Heraanleg speelterrein Piep-in-'t-riet |
|
budgetplaats: 5021000000 |
volgt later |