In het weekend van 31 augustus-1 september 2019 vonden in de Antwerpse Haven het zogenaamde “fakkelen” plaats bij de bedrijven Borealis en BASF. Het fakkelen wordt gezien als een standaard veiligheidsprocedure op (petro-)chemische sites en gaat soms gepaard met veel lawaai, hevige steekvlammen en grote rookontwikkeling die tot op vele tientallen kilometers zichtbaar is. Hoewel dit proces door experten beschouwd wordt als een standaard veiligheidsproces, wekt het toch vaak ongerustheid op bij de inwoners, die vervolgens ook -terecht- veel vragen stellen bij het hoe en waarom van dit proces.
Aan de vele reacties over de fakkel-activiteiten tijdens het bewuste weekend te zien, heerste er grote ongerustheid bij de Antwerpenaar over de veiligheid en de luchtkwaliteit in ons district. Het was lang wachten aleer duidelijk werd dat het over standaardprocedures ging en dat er geen direct gevaar voor de antwerpenaar was. Nog later werd via nieuwssites en in kranten meegedeeld dat ook de donkere rookpluimen die boven Antwerpen opdoemden, geen overdreven concentraties giftige stoffen zouden bevatten.
De districten zijn het bestuursniveau die het dichtst bij de bewoners staan. Ze voeren niet alleen beleid dat een grote impact heeft op het leven van de Antwerpenaar, ze communiceren ook op mensenmaat en zorgen voor een nauw en vertrouwensvol contact tussen burger en overheid. Onze fractie stelt zich dan ook de vraag of het district Antwerpen niet beter een pro-actieve houding zou aannemen om bij toekomstige fakkelactiviteiten de burger beter te informeren. Daarom stellen wij de schepen van Communicatie dan ook de volgende vragen:
Wordt het district Antwerpen geïnformeerd over geplande of niet-geplande fakkelactiviteiten in de Antwerpse haven?
De communicatiedienst van het Antwerps Havenbedrijf zou momenteel werken aan een platform waarop burgers kunnen nakijken welke bedrijven er wanneer zullen affakkelen. Is er contact geweest met het Havenbedrijf over hoe het district deze communicatie-planning in de toekomst kan versterken of ondersteunen?
Ziet de schepen nog andere mogelijkheden om, eventueel samen met derde partners, de informatiestroom naar de inwoners te verbeteren?