Bevoegdheid: Rechtspositieregeling leden directiecomité
Sinds de installatie van een nieuw strategisch directiecomité, worden de leden van het directiecomité aangesteld conform de rechtspositieregeling van de stad, zoals ook bepaald in de beheersovereenkomst met de stad. De raad van bestuur blijft bevoegd om eventuele afwijkingen aan deze rechtspositieregeling door te voeren, wanneer de specificiteit van het autonoom gemeentebedrijf dat verantwoordt, maar elke wijziging moet vooraf worden goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.
Eventuele wijzigingen zijn steeds een collectieve maatregel en vertrekken nooit vanuit de individuele situatie van een personeelslid. Omdat er dus geen sprake is van privacy-gevoelige informatie en individuele personeelsleden niet worden gehoord, kunnen deze dossiers onmiddellijk in de raad van bestuur worden besproken.
Omdat de rechtspositieregeling, met daarin het kader voor de verloning bepaalt, wordt de bevoegdheid met betrekking tot remuneratie (punt 2.2.1) geschrapt. De vaste verloning wordt bepaald op het ogenblik dat de raad van bestuur de aanstellingsvoorwaarden vastlegt, conform de rechtspositieregeling. De variabele verloning hangt samen met de evaluatie van de leden. Daarom wordt het advies van het HR-comité hierover in dat punt mee opgenomen.
De raad van bestuur beslist volgens artikel 4 van Titel 6 van de rechtspositieregeling over het toekennen van een variabele verloning aan leden van het directiecomité die een gunstige waardering kregen. Het HR-comité adviseert zowel over de waardering als over het percentage dat wordt toegekend (tegenover het bedrag dat kan worden toegekend bij het behalen van 100% van de vooropgestelde resultaten).
Het item loopbaan wordt geschrapt omdat dit volledig is opgenomen in de rechtspositieregeling en specifieke loopbaanadviezen mee worden opgenomen in het luik evaluatie.
Het HR-comité adviseert de raad van bestuur over de beëindiging van de aanstelling van een lid van het directiecomité.
Bevoegdheid: Opdrachthouders
Op 24 november 2017 keurde de raad van bestuur de (aanvullende) rechtspositieregeling van de netwerkdirecteurs goed (2017_RVBAGSO_00171). Daarin is de bevoegdheid voor het aanstellen en ontslaan van opdrachthouders (gesubsidieerde personeelsleden) gedelegeerd naar het directiecomité. Aangezien het HR-comité geen adviesbevoegdheid heeft ten aanzien van het directiecomité, wordt deze bevoegdheid geschrapt.
Bevoegdheid: Voordracht bestuurders
Om de beslissingsprocessen administratief niet zwaarder te maken, dan nodig, wordt het advies van het HR-comité geschrapt bij het voordragen van leden en bestuurders in organen van organisaties waaraan Stedelijk Onderwijs, via de Private stichting, deelneemt. Deze beslissingen bevatten geen beoordeling over het gedrag of de competenties van de individuele personeelsleden, waardoor zij zo privacy-gevoelig zijn dat een bespreking voor de voltallige raad van bestuur niet aangewezen is.
Interne werking: bijeenkomst
Het HR-comité komt samen in functie van de noden van de raad van bestuur. De verplichting om twee maal per jaar bijeen te komen, gaat daar tegen in. Enkel de jaarlijkse evaluatie van de leden van het directiecomité is een jaarlijks terugkerend item. Het HR-comité zal bijeenkomen in functie van de noden van de raad van bestuur, op initiatief van de voorzitter.
Omdat het HR-comité enkel op "afroep" werkt worden ook het jaarlijks verslag aan de raad van bestuur en de evaluatie van het intern reglement geschrapt. Indien de werking van het HR-comité niet meer dienstig is voor de werking van de raad van bestuur, beslist de raad van bestuur hierover.
Interne werking: Voorzitter
Opdat de verslaggeving en informatiedoorstroming van het HR-comité naar de raad van bestuur vlot zou verlopen, is het aangewezen dat de voorzitter van de raad van bestuur ook voorzitter van het HR-comité is. Dit principe wordt daarom in het intern reglement verankerd.
Interne werking: Verslag
Het HR-comité formuleert een advies aan de raad van bestuur. De leden van het HR-comité moeten vooraf kennis kunnen nemen van het verslag en eventueel aanmerkingen maken zodat het verslag het advies correct en in alle nuances weergeeft. Om de doorlooptijd van dossiers met betrekking tot de personeelsaangelegenheden, wordt voor het goedkeuren van het verslag een digitale flow voorzien.
Kennisgeving verslag en dossier aan de raad van bestuur
De statuten bepalen dat de uitnodiging minstens 8 dagen voor de vergadering van de raad van bestuur moet worden verstuurd. Samen met de uitnodiging moeten ook alle bijhorende stukken worden bezorgd.
Het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur vermeldt in artikel 15, §4 dat de bijlagen ter inzage liggen op het secretariaat, ter inzage van de bestuurders, tenzij de voorzitter besluit dat dit omwille van de vertrouwelijkheid van de stukken niet mogelijk is.
Adviezen met betrekking tot individuele personeelsaangelegenheden zijn in principe vertrouwelijk van aard en moeten dus met de nodige omzichtigheid worden behandeld. Dit is echter geen reden om ze in principe van inzage uit te sluiten. De leden van de raad van bestuur zijn immers gebonden door een discretieplicht.
Voor agendapunten waarbij de raad van bestuur moet beslissen over een individuele personeelsaangelegenheid, zullen alle stukken 8 kalenderdagen voor de vergadering, dit is vanaf het toesturen van de agenda, ter inzage liggen op het secretariaat van het Stedelijk Onderwijs. Indien dit bij een concrete beslissing toch niet aangewezen zou zijn, dan zal dit in de uitnodiging worden opgenomen en door de voorzitter worden gemotiveerd.
De stukken zijn zowel het advies van het HR-comité (dit is het goedgekeurde verslag) als de stukken die aanleiding gaven tot dit advies.
Omdat dit een toepassing vormt van het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur, moet het reglement op dit punt niet worden aangepast.
Het decreet Lokaal Bestuur.
De statuten van het autonoom gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen.
Artikel 9 van de beheersovereenkomst afgesloten tussen de Stad Antwerpen en het autonoom gemeentebedrijf bepaalt dat de rechtspositieregeling en deontologische code van de stad van toepassing zijn op het autonoom gemeentebedrijf en dat elke afwijking voorafgaandelijk moet worden goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen van de stad.
Context
Bij de oprichting van het autonoom gemeentebedrijf, besliste de raad van bestuur om in haar schoot een renumeratiecomité op te richten, bevoegd om haar te adviseren over een aantal personeelsaangelegenheden met name:
In mei 2013 werd een naamswijziging doorgevoerd naar HR-comité.
De huidige raad van bestuur nam kennis van het intern reglement van het HR-comité bij de opstartvergadering op 22 maart 2019 (2019_RVBAGSO00032).
Het HR-comité is geen apart orgaan van het Stedelijk Onderwijs, het heeft geen beslissingsbevoegdheid. Het HR-comité is een vorm van interne organisatie binnen de raad van bestuur, een werkgroep die individuele personeelsdossiers voor de raad van bestuur voorbereidt. Omwille van de privacy-gevoeligheid maar ook omwille van de werkbaarheid is het aangewezen dat de bespreking van dergelijke dossiers, waartoe ook steeds het horen van (kandidaat)personeelsleden behoort door een beperkte delegatie gebeurt.
De raad van bestuur behoudt echter volheid van bevoegdheid en moet zich het advies van het HR-comité, indien het dit volgt, eigen maken. Alle fracties van de gemeenteraad van de stad, vertegenwoordigd in de raad van bestuur, zijn ook vertegenwoordigd zijn in het HR-comité. Hierdoor worden de adviezen van het HR-comité voldoende gedragen en vergemakkelijken zij het besluitvormingsproces van de raad van bestuur.
Aanleiding
Het huidige intern reglement van het HR-comité is niet meer aangespast aan een de gewijzigde context van het Stedelijk Onderwijs, met name:
De raad van bestuur is bevoegd en verantwoordelijk voor alle beslissingen waarbij zij zich door het HR-comité laat adviseren. Om die reden is het belangrijk dat alle leden van de raad van bestuur kennis kunnen nemen van de volledige dossiers waarover ze beslissen om het advies van het HR-comité geïnformeerd te kunnen volgen of afwijzen. De huidige praktijk laat dit niet steeds toe en doet zo afbreuk aan de volheid van bevoegdheid van de raad van bestuur.
De raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen beslist om het intern reglement van het HR-comité goed te keuren.
De raad van bestuur keurt de wijziging van het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur goed, met betrekking tot het opnemen van het HR-comité als intern adviesorgaan, zoals voorzien in bijlage.
De raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen neemt kennis van de interne werkafspraak dat, conform artikel 15 van het huishoudelijk reglement, de stukken die horen bij beslissingen over individuele personeelsleden ter inzage liggen op het secretariaat, in principe vanaf het toesturen van de agenda.
Uitvoering beslissing:
Taak | Verantwoordelijke | Timing |
organiseren HRcomités, rekening houdend met timing in huishoudelijk reglement raad van bestuur | BON |