De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
26 juli 2019 |
24 augustus 2019 |
2 |
0 |
0 |
0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Bespreking van de bezwaren
Tijdens het openbaar onderzoek werd een brief ontvangen van PSA Antwerp nv. Met deze brief reageert PSA Antwerp op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. Men heeft geen bezwaar tegen het gevraagde project voor zover de werkzaamheden en ingebruikname / exploitatie geen enkele restrictie of hinder inhouden voor de activiteiten van PSA Antwerp / PSA Breakbulk. Men verzoekt om in de vergunning te voorzien dat de werkzaamheden en exploitatie geen hinder of beperkingen met zich mogen meebrengen aan de omliggende bedrijven. Op basis van de beoordelingselementen in onderhavig omgevingsverslag, kan er geoordeeld worden dat de hinder tot een aanvaardbaar niveau kan worden beperkt. Het schrijven van PSA Antwerp wordt aan de provincie, als vergunningverlener, bezorgd.
Tijdens het openbaar onderzoek werd een brief ontvangen van Coil Terminal nv. Met deze brief reageert Coil Terminal op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. Men heeft geen bezwaar tegen het gevraagde project voor zover de werkzaamheden en ingebruikname / exploitatie geen enkele restrictie of hinder inhouden voor de activiteiten van Coil Terminal. Men verzoekt om in de vergunning te voorzien dat de werkzaamheden en exploitatie geen hinder of beperkingen met zich mogen meebrengen aan de omliggende bedrijven. Op basis van de beoordelingselementen in onderhavig omgevingsverslag, kan er geoordeeld worden dat de hinder tot een aanvaardbaar niveau kan worden beperkt. Het schrijven van Coil Terminal wordt aan de provincie, als vergunningverlener, bezorgd.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019067278 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV CARGILL met als contactadres Muisbroeklaan 43 haven 506 te 2030 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: |
NV CARGILL met als contactadres Muisbroeklaan 43 haven 506 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Muisbroeklaan 43 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 16 sectie C nr. 268/2 |
Inrichtingsnummer: |
20181106-0100 (Cargill NV) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
Bouwen en exploiteren van een WKK-installatie |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Na weigering door het college op 9 januari 1992 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen op 1 april 1993 een stedenbouwkundige vergunning (RO/607/92/121/BW/IK) voor het oprichten van een container en een rondboogloods, gelegen Muisbroeklaan kaai 506 te Antwerpen.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft:
- het slopen van een loods;
- het slopen van verhardingen;
- het slopen van een hoogspanningscabine;
- het slopen van een gasstation;
- het rooien van bomen;
- het bouwen van een WKK-installatie;
- het bouwen van een hoogspanningscabine;
- het bouwen van een aardgasstation.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 8 december 2005 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een bedrijf voor de productie van plantaardige oliën, voor een termijn verstrijkend op 8 december 2025. Nadien werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofzaak een nieuwe WKK-installatie.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
12.1.1.2°a) |
Inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 800 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; |
9.000 kVA |
12.2.2° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; |
+ 9.000 kVA |
31.1.3° |
stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW;
|
+ 15.600 kW |
39.1.1° |
stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van 25 liter tot en met 500 liter; |
345 liter |
39.1.3° |
stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van meer dan 5.000 liter; |
+ 72.844 liter |
39.2.1° |
stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van 300 liter tot en met 5.000 liter; |
5.000 liter |
43.1.3° |
stookinstallaties zonder elektriciteitsproductie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW; |
+ 8.700 kW |
43.3.1° |
het stoken in installaties, inclusief stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW tot 50 MW; |
+ 24,30 MW |
43.4. |
installaties voor het verbranden van brandstof met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW, met uitzondering van installaties voor het verbranden van gevaarlijke afvalstoffen of huishoudelijk afval. |
+ 24,30 MW |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Havenbedrijf Antwerpen - milieu |
23 juli 2019 |
21 augustus 2019 |
Gunstig |
Fluxys |
22 juli 2019 |
/ |
Het advies werd niet uitgebracht binnen de termijn, zodat aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan. |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
22 juli 2019 |
31 juli 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing.
Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Kanaaldok B1 – Gebied voor waterweginfrastructuur. Op circa 360 meter ten zuiden van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Het hemelwater dat in de inkuiping van de nieuwe WKK valt, wordt beschouwd als potentieel verontreinigd hemelwater. Dit hemelwater zal via de bestaande riolering afgevoerd worden naar de eigen waterzuivering.
Het hemelwater dat op het aardgasstation valt, kan op natuurlijk wijze op eigen terrein in de bodem infiltreren. Het grondplan bij de aanvraag vermeldt een infiltratievoorziening met een inhoud van 1.425 liter en een oppervlakte van circa 2,88 m³; er wordt vanuit gegaan dat hiermee enkel gedoeld wordt op een eventueel later aan te leggen infiltratievoorziening op het ogenblik dat natuurlijke infiltratie door aanpassingen in de omgeving gehypothekeerd zou worden.
Het hemelwater dat op de hoogspanningscabine valt, valt in principe niet onder de gewestelijke hemelwaterverordening daar de hoogspanningscabine een oppervlakte heeft kleiner dan 40 m². De aanvrager voorziet echter wel een infiltratievoorziening met een inhoud van 900 liter en een oppervlakte van 1,44 m².
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Op een industrieel terrein ten oosten van het Kanaaldok B1 wordt een nieuwe warmtekrachtkoppelingsinstallatie met bijhorend gasstation en hoogspanningscabine gebouwd.
Op de locatie waar de nieuwe WKK-installatie voorzien wordt, staat momenteel een boogloods. Deze boogloods met een oppervlakte van circa 220 m² zal eerst afgebroken worden. Tevens dienen eerst twee verhardingen in stelconplaten met respectievelijk oppervlaktes van circa 125 m² en 51 m² uitgebroken te worden en dienen 9 populieren met een maximale diameter van 1,5 meter gerooid te worden. De nieuwe WKK-installatie betreft een gasturbine, een stoomketel, een transformator en een schouw. De installatie wordt geplaatst in een betonnen inkuiping met een oppervlakte van 400 m² (40 meter x 10 meter) en een opstaande rand van 20 centimeter. De WKK-installatie heeft zelf een maximale hoogte van 12 meter.
Ten noorden van de nieuwe WKK-installatie wordt een nieuwe hoogspanningscabine geplaatst. Hiervoor dient eerst een bestaande verharding in stelconplaten met een oppervlakte van circa 32 m² uitgebroken te worden en dienen 8 populieren met een maximale diameter van 1,5 meter gerooid te worden. De nieuwe HS-cabine heeft een oppervlakte van 36 m² en een hoogte van 3,5 meter.
Ten zuidoosten van de nieuwe WKK-installatie wordt op een braakliggende groene ruimte een nieuw aardgasstation geplaatst. Hiervoor dienen eerst 9 coniferen gerooid te worden. Het aardgasstation heeft een oppervlakte van circa 57 m² (12,1 meter x 4,7 meter) en een hoogte van 3,2 meter.
Eenmaal de nieuwe hoogspanningscabine en het aardgasstation gebouwd zijn, zullen een bestaande hoogspanningscabine en een bestaande aardgascabine gesloopt worden. Beide cabines hebben een onvoldoende capaciteit voor de nieuwe WKK.
De aanvraag geeft niet aan hoe de vrijgekomen ruimte na sloop zal worden afgewerkt.
Alle ondergrondse constructies van de te slopen gebouwen dienen te worden verwijderd; uitzondering hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2 meter onder de paalkop; ongebruikte rioleringen en leidingen moeten uit de ondergrond verwijderd worden; het is verboden aan te vullen met puin of ander afval.
De plaats die vrijkomt na sloop van de bestaande aardgascabine is in te zaaien met een streek- en bodemeigen grasmengsel en de plaats die vrijkomt na sloop van de bestaande hoogspanningscabine is hetzij in te zaaien met een streek- en bodemeigen grasmengsel, hetzij te verharden met stelconplaten, in aansluiting op de aanleg van de directe omgeving.
Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag betreft een nieuwbouw na sloop. Er wordt een relatief beperkte vrije ruimte op een industriële site ingenomen. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Visueel – vormelijke elementen
De af te breken loods heeft geen culturele, noch bouwkundige of esthetische waarde.
De nieuwe HS-cabine wordt gefundeerd op een betonnen kelder en opgetrokken in rood metselwerk.
Het nieuwe aardgasstation wordt gefundeerd op een betonplaat met funderingsbalken. Het station wordt opgetrokken in rood metselwerk.
Ecologische aspecten
Om de werken te kunnen uitvoeren, dienen 26 hoogstammige bomen geveld te worden. Advies werd gevraagd aan stads- en buurtonderhoud van de stad Antwerpen. Zij hebben geen bezwaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gelet op de aard van de aanvraag heeft de vergunningverlenende overheid het advies ingewonnen van brandweer/risicobeheer/preventie.
Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van een pijpleiding werd het subadvies ingewonnen van de beheerder van deze leiding. Het advies werd niet uitgebracht binnen de gestelde termijn, zodat aan de adviesvereiste kan worden voorbijgegaan.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Cargill produceert plantaardige olie uit koolzaad en zonnebloempitten. In de crushafdeling worden zaden gescheiden tot ruwe olie en meel. In de raffinaderij wordt de ruwe olie vervolgens gezuiverd tot olie die geschikt is voor menselijke consumptie.
De exploitant wil een WKK-installatie (warmtekrachtkoppeling) plaatsen bestaande uit een gasturbine met een nageschakelde recuperatieketel (HRSG: heat recovery steam generator) met bijstook voor de aanmaak van stoom. De gasturbine drijft een generator aan waarmee elektrische stroom wordt opgewekt. De rookgassen verlaten de gasturbine op een temperatuur van circa 500 °C en worden in de HRSG gebruikt om stoom te produceren. De stoom wordt gebruikt in de processen van Cargill. Het kan nodig zijn om de rookgassen afkomstig van de gasturbine op een hogere temperatuur te brengen door middel van bijstook met aardgasbranders. De rookgassen worden uit de HRSG afgevoerd via een schoorsteen met een hoogte van 12 meter.
De gasturbine van de WKK heeft een thermisch ingangsvermogen van 15,6 MW. De HRSG heeft een thermisch ingangsvermogen van 13 MW. De generator van de WKK heeft een geïnstalleerd elektrisch vermogen van 9.000 kVA. Er wordt ook een transformator met nominaal vermogen van 9.000 kVA voorzien.
De huidige stoomketel zal dienst doen als back-up ketel. De branders van deze stoomketel worden daarom in vermogen aangepast (- 1,6 MW). Daarnaast wenst men ook de graandroger (2,7 MW) te verwijderen uit de vergunning.
Met betrekking tot de stoomtoestellen en warmwatertoestellen werd de loosketel in het verleden vergund als een hogedrukketel van 15.000 liter in plaats van een stoomketel van 43.294 liter. Verder heeft de GEKA hogedrukketel een inhoud van 345 liter in plaats van 450 liter en is deze ingedeeld in rubriek 39.1.1 in plaats van 39.1.3. Voor de WKK wordt een stoomketel (HRSG) voorzien met een inhoud van 45.000 liter. Er wordt ook een stoomvat met een inhoud van 5.000 liter geplaatst.
De WKK zal in openlucht worden geplaatst in een betonnen inkuiping. Hemelwater dat in de inkuiping valt, wordt als potentieel verontreinigd beschouwd en zal naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie worden geleid. De transformator is een droge transformator.
Voor de WKK-installatie zijn de emissies van NOx het meest relevant. Het aanvraagdossier bevat een simulatie van de NOx-emissie. In de geplande situatie is de jaargemiddelde bijdrage van Cargill ter hoogte van de beoordelingspunten verwaarloosbaar. Ter hoogte van het pluimmaximum, ten noordoosten van Cargill, is de bijdrage hoger dan 3 % waardoor de bijdrage als negatief wordt beoordeeld. De te verwachten immissieconcentraties bij slechte meteorologische condities (99,79-percentiel, 18 uur op jaarbasis) zijn als beperkt negatief te kwalificeren ter hoogte van de beoordelingspunten. In het pluimmaximum is er sprake van een negatief effect. Ten opzichte van de bestaande situatie is er echter sprake van een verbetering van de luchtkwaliteit ten gevolge van de plaatsing van de WKK en het gebruik van de huidige stoomketel als back-up. Bovendien werden de berekeningen uitgevoerd op basis van de emissiegrenswaarde voor NOx, wat dus een worst case benadering betreft volgens het aanvraagdossier aangezien de te verwachten emissies op basis van gegevens van de leverancier lager zullen liggen.
De installatie zal voorzien worden van een geluidsisolerende omkasting. Volgens de leverancier kunnen op 1 meter afstand van de turbine nog geluidsniveaus worden gemeten in de grootteorde van 80 à 85 dB(A). Er wordt in het aanvraagdossier gesteld dat er gezien de ruime afstand tot woon-en natuurgebieden geen geluidshinder wordt verwacht ten gevolge van de exploitatie van de WKK.
Gelet op het opgegeven geluidsniveau wordt er verwacht dat er ook in industriegebied kan voldaan worden aan de geluidsnormen. De geluidsnormen blijven evenwel onverminderd van toepassing.
Het aanvraagdossier bevat een energiestudie. In deze studie werd een berekening uitgevoerd voor de warmtekrachtbesparing, zijnde het verschil in primaire energie tussen de gescheiden opwekking van elektriciteit en stoom en de opwekking door middel van een WKK. De warmtekrachtbesparing bedraagt respectievelijk 39.600 MWh/j en 49.200 MWh/j voor de twee meest geschikt bevonden types gasturbines.
De in het dossier bijgevoegde WKK-potentieel studie van 25/6/2015 geeft aan dat de WKK met gasmotor (die typisch warmte levert aan 70/90°C , geen stoom), beter scoort dan de WKK met gasturbine die wordt aangevraagd (die wel stoom produceert). De terugverdientijd van de WKK-gasmotor lag op 3,8 jaar (met IRR >17%), deze met de gasturbine op 5 jaar. Dat in de voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag toch voor een gasturbine wordt gekozen, heeft wellicht meer te maken met de gewijzigde banding-factor (hogere steun) voor warmtekrachtcertificaten (zie ook bijlage mbt KBA).
De warmte die door een WKK-gasmotor kan geleverd worden (nog altijd investering met kortste TVT), kan dus evengoed uit het geplande warmtenet (warmtecollector Noord = restwarmte Indaver-verbrandingsoven) worden gehaald. Beter zelfs, gezien de hogere temperatuur op het warmtenet.
Bij aansluiting op het warmtenet, zal de volledige warmtevraag die de WKK-motor nuttig zou leveren, klimaatneutraal met restwarmte kunnen worden ingevuld. Dat levert een nog grotere primaire energiebesparing op.
In dit geval valt de elektriciteitsproductie weg, maar deze vindt in de WKK ook slechts plaats aan een elektrisch rendement van 40,6%. Een STEG haalt 60% en kan dus uit eenzelfde hoeveelheid aardgas, de helft meer elektriciteit halen. In dit geval toch voor WKK kiezen ipv warmteafname uit restwarmte, leidt dan toch een hoger ipv lager primair energieverbruik.
Samenvattend: een aansluiting op het toekomstige warmtenet kan nog steeds de meeste primaire energiebesparing (en vermeden emissies) opleveren. Het kan ook een economische win-win zijn die ook voor Cargill voordeliger uitvalt. Het vormt een alternatief dat niet afhankelijk is van bijkomende subsidies (WKK certificaten).
Gelet op deze nieuwe info en de reeds 4 jaar oude WKK-studie, is het uiterst relevant de EBO-studie van een update met dit concept te voorzien, en het warmtenet Noord mee in het Cargill-Energieplan op te nemen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
- Alle ondergrondse constructies van de te slopen gebouwen dienen te worden verwijderd; uitzondering hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2 meter onder de paalkop; ongebruikte rioleringen en leidingen moeten uit de ondergrond verwijderd worden; het is verboden aan te vullen met puin of ander afval.
- De plaats die vrijkomt na sloop van de bestaande aardgascabine is in te zaaien met een streek- en bodemeigen grasmengsel. De plaats die vrijkomt na sloop van de bestaande hoogspanningscabine is hetzij in te zaaien met een streek- en bodemeigen grasmengsel, hetzij te verharden met stelconplaten.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
12.1.1.2°a) |
Inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 800 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; |
9.000 kVA |
12.2.2° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; |
+ 9.000 kVA |
31.1.3° |
stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW;
|
+ 15.600 kW |
39.1.1° |
stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van 25 liter tot en met 500 liter; |
345 liter |
39.1.3° |
stoomgeneratoren, andere dan lagedruk stoomgeneratoren, met een individuele inhoud van meer dan 5.000 liter; |
+ 72.844 liter |
39.2.1° |
stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van 300 liter tot en met 5.000 liter; |
5.000 liter |
43.1.3° |
stookinstallaties zonder elektriciteitsproductie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 5.000 kW; |
+ 8.700 kW |
43.3.1° |
het stoken in installaties, inclusief stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW tot 50 MW; |
+ 24,30 MW |
43.4. |
installaties voor het verbranden van brandstof met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW, met uitzondering van installaties voor het verbranden van gevaarlijke afvalstoffen of huishoudelijk afval. |
+ 24,30 MW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
17 juli 2019 |
Start openbaar onderzoek |
26 juli 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
24 augustus 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
5 september 2019 |
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
- Alle ondergrondse constructies van de te slopen gebouwen dienen te worden verwijderd; uitzondering hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2 meter onder de paalkop; ongebruikte rioleringen en leidingen moeten uit de ondergrond verwijderd worden; het is verboden aan te vullen met puin of ander afval.
- De plaats die vrijkomt na sloop van de bestaande aardgascabine is in te zaaien met een streek- en bodemeigen grasmengsel. De plaats die vrijkomt na sloop van de bestaande hoogspanningscabine is hetzij in te zaaien met een streek- en bodemeigen grasmengsel, hetzij te verharden met stelconplaten.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |