Terug
Gepubliceerd op 07/01/2020

2020_CBS_00043 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Ongunstig advies - OMV_2019130769. Vrieskaai 131. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
ma 06/01/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_00043 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Ongunstig advies - OMV_2019130769. Vrieskaai 131. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_00043 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Ongunstig advies - OMV_2019130769. Vrieskaai 131. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2019130769

Gegevens van de aanvrager:

Zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV VEEMNATIE met als adres Vrieskaai 1 bus 125-127 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Albertdok-Westkaai 131 te 2030 Antwerpen en Vrieskaai 131 te 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 7 sectie G nrs. 1758/2 B, 1759/7 , 1759F, 1759/2 K, 1759/6 B, 1759/3 A, 1759/2 L, 1759E, 1759/4 A, 1759/9 , 1760F en 1760G

Inrichtingsnummer:

20171027-0003 (C. Steinweg Belgium NV)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

Een verandering door wijziging en uitbreiding (fase II en III)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-         Op 22 juli 2012 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20121336) voor het vernieuwen en uitbreiden van verharding op terminal Vrieskaai (haven 125-133), gelegen Vrieskaai ZN;

-         Op 23 augustus 2018 verleende de deputatie een omgevingsvergunning (OMV_2018042301) voor de afbraak van een loods, de bouw van 5 bulkloodsen en de exploitatie van een op- en overslagbedrijf;

-          Op 13 december 2019 verleende het college een voorwaardelijk gunstig advies over een omgevingsvergunningsaanvraag (OMV_2019128195) voor het slopen van drie magazijnen en verwijderen van de afsluiting met toegangspoorten.


Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft:

-          Het oprichten van tien bulksilo’s met aansluitend een kantoorgebouw,

-          Het bouwen van een magazijn met laaddokken en aansluitend een kantoorgebouw;

-          Het aanleggen van een asfaltverharding en een vloeistofdichte piste;

-          Het voorzien van parkeerplaatsen voor personenwagens, vrachtwagens en stallingen voor fietsen.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 23 augustus 2018 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen aan C. Steinweg Belgium nv en Duval Service Company nv een omgevingsvergunning voor het exploiteren van een op- en overslagbedrijf, voor onbepaalde duur. Nadien werd de vergunning voor de ingedeelde inrichting of activiteit van C. Steinweg Belgium nv overgedragen aan Veemnatie nv.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft hoofdzakelijk een uitbreiding van de op- en overslagcapaciteiten.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

900 m³/jaar

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

600 kVA

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA;

+1.250 kVA

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

+20 voertuigen

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

+40,80 kW

19.6.1°c)

opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal;

211.200 m³ in een lokaal

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt;

1 labo

28.1.f)2°

opslagplaatsen van kunstmest met een opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

+142.000 ton

45.14.1°b)

opslagplaatsen met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, voor losse granen en voor groenvoeders, met uitsluitsel van groenvoeders zonder sapverliezen (bijv. niet-gemalen bieten, aardappelen en andere knol- en wortelvruchten), in een gebied ander dan woongebied met landelijk karakter en agrarische gebieden, met een capaciteit van meer dan 10 m³;

+163.200 m³

48.1.2.

doorvoeropslagplaatsen gelegen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen.

+163.200 m³

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Fluxys Belgium NV

20 november 2019

18 december 2019

Ongunstig

Havanbedrijf Antwerpen - milieu

21 november 2019

20 december 2019

Voorwaardelijk gunstig

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

20 november 2019

2 december 2019

Voorwaardelijk gunstig

Ministerie van Landsverdediging

20 november 2019

9 december 2019

Ongunstig

Water-link (AWW)

20 november 2019

3 december 2019

Voorwaardelijk gunstig

 













Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

20 november 2019

12 december 2019

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

20 november 2019

6 december 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Stedenbouwkundige gegevens uit de plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.De twee geplande kantoorgebouwen vormen duidelijk een inherent onderdeel van de geplande industriële bedrijfsactiviteiten.

 

Voor een straal van 500 m rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Grotendeels gelden hier de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Albertdok en de Verbindingsgeul naar het Leopolddok – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Wilmarsdonksteenweg en Oosterweelsteenweg in het westen van de aanvraag hebben als bestemming Gebied voor Verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel aan de Oosterweelsteenweg loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Ten noorden en ten westen-zuidwesten van de aanvraag geldt het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Spoorinfrastructuur.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag.

Bij de twee kantoorgebouwen wordt telkens een hemelwaterput geplaatst met een inhoud van 10.000 liter waarbij het opgevangen hemelwater zal worden hergebruikt bij het sanitair. De aanvrager vraagt een afwijking op het aspect infiltratie. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

De aanvrager vraagt een afwijking op het aspect infiltratie zonder enige motivatie. In de omgeving van de aanvraag stroomt het grondwater in de richting van de dokken en infiltratie heeft hier een verwaarloosbare invloed op het tegengaan van verzilting in de polders. Bovendien moet de verharding bestand zijn tegen zware belastingen. De afwijking kan gunstig worden geadviseerd.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is van toepassing op de aanvraag. Opgemerkt wordt dat er geen sanitair voor mindervaliden voorbehouden is. Als voorwaarde wordt opgelegd dat de normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 meermaals gewijzigd) dienen te worden nageleefd, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening.

 

Sectorale wetgeving

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een bekrachtigde archeologienota worden toegevoegd

In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota toe te voegen aan de aanvraag.

Advies hierover werd gevraagd aan de dienst archeologie van de stad Antwerpen. Zij brachten een ongunstig advies uit daar de toegevoegde archeologienota de verkeerde ingrepen vermeldt (met name de ingrepen die vergund werden onder dossiernummer OMV_2018042301). De aanvrager vermeldt in voorliggende aanvraag nieuwe ingrepen waarvan nog geen archeologienota werd opgemaakt en waarvan dus nog geen aktename door het agentschap Onroerend Erfgoed gebeurd is. Indien de behandelingstermijn van de aanvraag verloopt zonder dat een aktename van de archeologienota over de aangevraagde werken bekomen is, moet de omgevingsvergunning van rechtswege geweigerd worden overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Aan de westzijde van het Albertdok (ter hoogte van kaaien 125 – 133) wordt een terrein heringericht. De nieuwe ontwikkeling volgt op de sloop van magazijnen en bouwrijp maken van het terrein welke het voorwerp uitmaken van een aparte vergunningsaanvraag (OMV_2019128195).

Voorliggende aanvraag omvat volgende werken:

-          Ter hoogte van kaai 133 wordt een complex gebouwd bestaande uit 10 bulksilo’s met een gezamenlijke oppervlakte van 20.448 m² en een hoogte van circa 15 meter. In de bulksilo’s worden niet-gevaarlijke goederen opgeslagen zoals kunstmeststoffen, granen, houtpellets en andere niet-IMDG-goederen. Aan de noordoostzijde wordt aansluitend een kantoorgebouw gebouwd met een oppervlakte van 135 m² en een hoogte van circa 7 meter;

-          Ter hoogte van kaai 125 wordt een magazijn gebouwd voor de opslag van metalen rollen en platen. Het magazijn heeft een totale oppervlakte van 7.560 m² maar is ingedeeld in drie te onderscheiden zones met een verschillende hoogte. De opslagzone voor metalen rollen (zone aan de westzijde) en platen (zone in het zuidoosten) hebben een hoogte van 12 meter, de opslagzone voor metalen platen in het noordoosten (zone 2) heeft een hoogte van bijna 30 meter. In de noordoostelijke hoek van het magazijn worden twee laadplaatsen voorzien. Aan de noordzijde van het magazijn wordt aansluitend een kantoorgebouw gebouwd met een oppervlakte van 300 m² en een hoogte van 12 meter;

-          Aan de westzijde van het bulksilogebouw en aan de zuidwest-, zuid- en zuidoostzijde van het magazijn wordt nieuwe asfaltverharding aangelegd. Aan de oostzijde van het kantoorgebouw bij het magazijn wordt een vloeistofdichte betonverharding voorzien;

-          De bestaande verharding en riolering bleef na de sloopwerken behouden. Enkel de belijning werd weggenomen. De interne verkeerscirculatie op het terrein wordt, via nieuwe belijning, aangepast aan de nieuwe bebouwing. Er worden parkeerplaatsen voor personen- en vrachtwagens aangelegd en fietsstalplaatsen voorzien. Een fietssuggestiestrook dient om het fietsverkeer van het gemotoriseerd verkeer te scheiden;

-          Het plaatsen van twee hoogspanningscabines;

-          Het plaatsen van poorten.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Daar de bebouwde oppervlakte binnen voorliggende aanvraag de schijf van 15.000 m² overschrijdt, dient een MOBER toegevoegd te zijn aan de aanvraag. Advies werd gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen die opmerkt dat de werkelijke parkeerbehoefte voorgesteld in de MOBER onderschat wordt. Echter is deze onderschatting beperkt zodat de gegenereerde verkeersvolumes geen grote impact zullen hebben op de openbare weg. Verder worden er voorwaarden opgelegd in verband met de stalplaatsen voor fietsen en de te voorziene parkeerplaatsen voor (vracht)wagens. In verband met de fietssuggestiestroken adviseert de dienst mobiliteit om geen fietssuggestiestroken te markeren die de rijbaan dwarsen om verwarring rond de voorrangsregeling te voorkomen. Verder wordt geadviseerd om de fietssuggestiestroken te verbreden tot 1,50 meter. De resterende rijbanen zijn nog minstens 7 meter breed hetgeen ruim voldoende is voor dubbelrichtings(vracht)verkeer. Dit wordt ook opgemerkt in het advies van de verkeerspolitie.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

De silo’s worden opgetrokken uit een betonstructuur met betonnen wanden tot 6 meter hoogte. Daarboven worden prefab betonpanelen (silex) geplaatst. De metalen vluchtdeuren die op 6 meter hoogte geplaatst worden en bereikbaar zijn langs de buitenzijde met een kooiladder, hebben een antracietgrijze kleur. Het dak wordt gedicht met roofing maar centraal in elke bulksilo is er een opening aanwezig die gedicht kan worden door toeschuivende aluminiumstructuur.

 

De twee kantoorgebouwen worden opgetrokken uit een betonnen skeletstructuur. De gevels worden bekleed met geïsoleerde silexpanelen in een antracietgrijze kleur.

 

Het magazijn wordt tevens opgetrokken uit een betonnen skeletstructuur waarbij de gevels bekleed worden met geïsoleerde prefabpanelen in een antracietgrijze kleur. In het dak worden lichtstraten voorzien. De gevels van het verhoogde gedeelte ter hoogte van opslagzone 2 wordt bekleed met een grijze metalen bekleding. Het dak wordt uitgevoerd in steekdeck.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Vanwege de nabijheid van pijpleidingen werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen. Het Ministerie van Landsverdediging en Fluxys nv brachten een ongunstig advies uit daar een deel van de voorziene werken binnen de voorbehouden zone van aanwezige pijpleidingen vallen. Zowel het silogebouw, als de hoogspanningscabine bevinden zich inderdaad tot nabij pijpleidingen.

 

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Veemnatie baat een op- en overslagbedrijf uit aan het Albertdok bestaande uit vijf bulkloodsen voor de opslag van gevaarlijke en niet-gevaarlijke goederen, kunstmeststoffen en losse granen. De zwavelpastilles (maximum 25.000 ton), geproduceerd door Duval Service Company, zijn de enige gevaarlijke stoffen die in de loodsen (twee specifieke loodsen) worden opgeslagen.

 

De op- en overslag op de site omvat:

- Langdurige opslag van goederen;

- kortstondige opslag in afwachting van verder transport;

- behandeling (laden, lossen, intern transport en stapelen) van goederen;

- controleren (meten, wegen, bemonsteren en tellen) van de goederen.

 

Met onderhavige aanvraag wenst de exploitant 10 bijkomende bulksilo’s te bouwen (fase II) voor de bulkopslag van niet-gevaarlijke goederen zoals kunstmeststoffen, granen, houtpellets en andere niet-IMDG-goederen.

 

Voor de opslag van houtpellets is men nog niet vergund. Men vraagt de opslag van 211.200 m³ hout aan in 13 bulksilo’s. Voor de opslag van kunstmeststoffen, granen en losse groenvoeders en andere dan IMDG-goederen is men reeds vergund. De opslag neemt toe met respectievelijk 142.000 ton, 163.200 m³ en 163.200 m³ tot een totaal van respectievelijk 194.800 ton, 211.200 m³ en 211.200 m³. De opslag vindt plaats in de 13 bulksilo’s.

 

In de toekomst (fase III) wenst men nog een multifunctioneel gebouw te bouwen, onder meer bestaande uit magazijn, kantoren en verlaadkades. Het gebouw zal verhuurd worden. In het aanvraagdossier wordt gesteld dat de huurder, als exploitant, zelf moet instaan voor het bekomen van de nodige omgevingsvergunningen voor de inrichtingen en activiteiten. Veemnatie neemt al wel de lozing van huishoudelijk afvalwater op in de vergunningsaanvraag.

 

Het huishoudelijk afvalwater, afkomstig van het keukentjes, douches en toiletten van de verschillende kantoorgebouwen wordt telkens via een IBA-installatie in de dokken geloosd. Het betreft een debiet van 900 m³/jaar. Er wordt geen proceswater aangewend, er is dus geen bedrijfsafvalwater.

 

Verder voorziet men nog een labo, twee bijkomende transformatoren met een individueel vermogen van 600 kVA en 1.250 kVA, 20 bijkomende voertuigen tot een totaal van 25 voertuigen en een aantal warmtepompen met een geïnstalleerde drijfkracht van 40,8 kW zodat de totaal geïnstalleerde drijfkracht voor indelingsrubriek 16.3.2.a 180,4 kW bedraagt.

 

Het aanvraagdossier bevat een MOBER, opgesteld door een erkend MER-deskundige mens-mobiliteit. De aan- en afvoer gebeurt voornamelijk met zeeschepen en lichters. Momenteel zijn er gemiddeld 25 à 30 vrachtwagentransporten per dag. Dit aantal blijft ongewijzigd in de beoogde toestand, maar uitzonderlijk (maximaal 2 x per jaar) kan de afvoer van producten van Veemnatie ook met vrachtwagens gebeuren. Het betreft in dat geval maximaal 40 vrachtwagenbewegingen per week extra. In de MOBER wordt geconcludeerd dat het project een positief effect zal hebben op de bereikbaarheid en ontsluiting van de site per schip en ook op de verkeersleefbaarheid omwille van de duurzame modal shift gelet op de volumeverhoging over het water (1.000 ton per dag) en een stand still in het aantal vrachtwagenbewegingen. Er zullen volgens de MOBER geen significante effecten zijn op de multimodale verkeersveiligheid.

Momenteel is Veemnatie vergund voor de op- en overslag van 500.000 stuivende stoffen ton/jaar. Men plant nu een uitbreiding met de op- en overslag van 650.000 ton/jaar waardoor de totale verwachte overslaghoeveelheid van stuivende stoffen op termijn circa 1.150.000 ton/jaar zal bedragen. Het aanvraagdossier bevat een stofrapport.

 

De opgeslagen stoffen zoals zwavelpellets, (niet als gevaarlijke ingedeelde) kunstmeststoffen, houtpellets en granen worden gecatalogeerd onder stuifklasse SC1 gezien deze stuifgevoelig en niet-bevochtigbaar zijn. Alle stuifgevoelige producten worden in de 15 gesloten bulksilo’s opgeslagen, niet in openlucht. Er zijn enkel functionele openingen in de bulksilo’s. Het aantal openingen in de bulksilo’s is geminimaliseerd en er zijn geen openingen die continu open staan. De poorten blijven gesloten bij de opslag van de goederen. De werkwijze voldoet volgens het stofrapport aan de BBT (best beschikbare technieken).

 

Het bulkgoed wordt nagenoeg uitsluitend aangevoerd via schepen. Het lossen van de schepen gebeurt met een walkraan die verplaatsbaar is langsheen de kade van het Albertdok met behulp van halfgesloten grijpers. Doordat deze bulksilo’s gebouwd worden met een openschuivend dak en alle bulksilo’s aanpalend aan de kade zijn, kan de grijper vanuit het schip het bulkgoed onmiddellijk lossen binnen in de bulksilo. Indien nodig kan met behulp van een wiellader het bulkgoed opgestuwd worden in de hoeken en aan de kanten van de bulksilo om meer product gestockeerd te krijgen. Ook de afvoer van bulkgoed gebeurt nagenoeg uitsluitend met schepen. De werkwijze voor het laden van schepen is gelijkaardig aan het lossen. Daarnaast kan er gebruik gemaakt worden van wielladers om het bulkgoed uit de bulksilo te halen. Er wordt dan een stortbak op de voorkade geplaatst, wanneer een schip geladen moet worden. De wielladers deponeren het bulkgoed in de stortbak, waaruit de grijpkraan dan weer kan scheppen om de schepen te laden.

 

In het stofrapport wordt geconcludeerd dat er bij het ontwerp van de site in hoge mate rekening werd gehouden met de verschillende technieken om stofvorming te voorkomen. Alle maatregelen die geïdentificeerd werden als relevant om potentiële stofvorming te voorkomen werden dan ook geïmplementeerd. Een evaluatie ten gronde zal gebeuren eens de site volledig operationeel is.

 

Voor mogelijke toekomstige activiteiten wordt nu reeds een loszone met een vloeistofdichte piste voorzien. Deze loszone wordt aangesloten op een KWS-afscheider met coalescentiefilter. Met betrekking tot morsen wordt in het aanvraagdossier gesteld dat restanten grondstoffen ter hoogte van de bulksilo’s worden opgeruimd.

Gelet op de verhoogde stikstofwaarden van het dokwater en de aanwezigheid van (kunststof)pellets in de dokken, is het aangewezen dat de exploitant de nodige procedures uitwerkt ten einde afstroming van bulkgoederen met hemelwater in de dokken maximaal te voorkomen. Dit wordt opgelegd als bijzondere voorwaarde.

 

In het aanvraagdossier wordt gesteld dat er een explosieveiligheidsdocument zal worden opgesteld zodra de werkzaamheden afgerond zijn. Met betrekking tot de gebruikte apparatuur wordt gesteld dat er zal voldaan worden aan de ATEX-regels. Verder bevat het aanvraagdossier een veiligheidsnota opgesteld door een erkend VR-deskundige waarin wordt aangetoond dat er voldaan wordt aan de voorwaarden uit de concessieovereenkomst met betrekking tot de aanwezige windturbine. De geplande kantoren staan immers op een grotere afstand dan de 10-5-isorisicocontour van de windturbine, er wordt voldaan aan het groepsrisicocriterium en de geplande wijzigingen hebben geen betrekking op de opslag van gevarengoed.

 

Advies van het college

Ongunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning wegens de strijdigheid van de aanvraag, in het bijzonder van één van beide hoofdgebouwen en een bijgebouw, met de direct werkende norm van het koninklijk besluit van 19 maart 2017 betreffende de veiligheidsmaatregelen inzake de oprichting en de exploitatie van installaties voor vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen.

 

Aandachtspunten:

-          Wegens het ontbreken van de verplichte archeologienota waarvan akte is genomen voor de in de aanvraag vervatte stedenbouwkundige handelingen kan de vergunning van rechtswege niet worden verleend tenzij dergelijke nota alsnog tijdig wordt aangeleverd aan de vergunningverlenende overheid;

-          De voorwaarden uit het advies van de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen:

  • de fietssuggestiestroken is overal te verbreden tot 1,50 meter;
  • de fietssuggestiestroken zijn te concentreren op de twee hoofdassen en geen markeringen te voorzien op de kruispunten;
  • op de kruispunten mogen er geen fietssuggestiestroken gemarkeerd worden die de rijbaan dwarsen; dit kan voor verwarring zorgen rond de voorrangsregeling en zo de onveiligheid vergroten;
  • het aantal voorziene parkeerplaatsen voor wagens dient te worden uitgebreid naar minimaal 43 parkeerplaatsen;
  • de voorziene parkeerplaatsen voor vrachtwagens kunnen niet allemaal nuttig gebruikt worden; de locatie van deze parkeerplaatsen moeten herzien worden;
  • voor het comfort van de fietsers en de veiligheid van de stallingen raden we aan om de stallingen te overdekken en minimaal uit te rusten met een aanbindsysteem.

-         Indien de vergunningverlenende overheid toch een vergunning zou verlenen, dient als bijzondere milieuvoorwaarde opgelegd te worden dat de exploitant de nodige procedures uit dient te werken ten einde afstroming van bulkgoederen met hemelwater in de dokken maximaal te voorkomen. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

18 november 2019

Start openbaar onderzoek

27 november 2019

Einde openbaar onderzoek

26 december 2019

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

7 januari 2020

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

27 november 2019

26 december 2019

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een ongunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.