Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019088663 |
Gegevens van de aanvrager: |
BVBA MAX REAL ESTATE met als adres Stokerijstraat 68 te 2110 Wijnegem |
Ligging van het project: |
Karel Rogierstraat 26 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 11sectie L nr. 3622L2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- geen plannen voor Karel Rogierstraat 26 in de archieven terug te vinden;
- voorgevel staat wel opgetekend op plan Karel Rogierstraat 28: vergunning (18#23257) voor gevel- en binnenverandering.
Vergunde/vergund geachte toestand
- meergezinsgebouw met 3 appartementen;
- 3 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing;
- achterbouw van 3 bouwlagen onder plat dak;
- voorgevel afgewerkt met gele siersteen, plint en dorpels in arduin. Het schrijnwerk werd voorzien in ijzer.
Huidige toestand
- meergezinsgebouw met 1 appartement en 4 studio’s;
- 3 bouwlagen onder zadeldak met dakkapel;
- achterbouw van 3 bouwlagen onder plat dak.
Gewenste toestand
- meergezinswoning met 4 appartementen;
- 4 bouwlagen onder zadeldak;
- achterbouw van 3 bouwlagen onder plat dak;
- voorgevel afgewerkt met gelijkvloerse gevelplint in blauwe hardsteen en lichtgekleurde crepi op de verdiepingen. Het schrijnwerk wordt voorzien in zwart aluminium. Dakbedekking in zwarte kunstleien.
Inhoud van de aanvraag
- toevoegen van een extra bouwlaag en verhogen van kroonlijsthoogte en nokhoogte;
- uitbreiden van het gelijkvloers, zonder verhogen van de scheimuur;
- wijzigen van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
9 augustus 2019 |
6 september 2019 |
Ongunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
29 oktober 2019 |
21 november 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
9 augustus 2019 |
12 augustus 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
9 augustus 2019 |
23 augustus 2019 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
9 augustus 2019 |
4 september 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund |
9 augustus 2019 |
28 oktober 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- 2.1.9 Dakvormen en dakkapellen:
dakkapellen mogen maximum 1,50m breed zijn. Tussen twee dakkapellen bevindt zich minstens een afstand van 1 meter. Dakkappellen zijn toegelaten tot minimum 0,75 meter van het midden van scheidsmuren. De kroonlijst mag ook niet onderbroken worden.
De dakkapel aan het achterste dakvlak voldoet hier niet aan. De kroonlijst van de achterbouw wordt bovendien onderbroken.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag wenst een vergund appartementsgebouw met 3 woningen te verbouwen tot een meergezinswoning met daarin 4 appartementen. De woonfunctie blijft behouden en blijft functioneel inpasbaar in de omgeving.
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is strijdig met artikel 2.1.9 van RUP Binnenstad. De dakkapel aan de achterzijde is breder dan de toegelaten breedte van 1,50 meter, onderbreekt de kroonlijst en bevindt zich op 60 cm met de rechterbuur, in plaats van de vereiste 75 cm.
Anderzijds wordt het onderscheid tussen de voor- en achterbouw versterkt doordat de achterbouw wordt verlaagd. Ook wordt het dak opgehoogd zodat het aansluit op de nokhoogte en kroonlijsthoogte van de rechterbuur.
De verfraaiingswerken die gepaard gaan met het uitzuiveren van het volume van het gebouw zorgen voor een betere uitstraling van de achtergevel. Het openbaar onderzoek leverde daarenboven geen bezwaren op over de nieuwe dakkapel. Er kan gesteld worden dat deze ingreep geen nadelige invloed heeft voor de bezonning op de eigendommen in de omgeving. Gelet op bovenstaande argumentatie is een dakkapel die niet volgens de voorschriften van RUP Binnenstad wordt voorzien, uitzonderlijk stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De omgeving van de Karel Rogierstraat wordt in hoofdzaak gekenmerkt door aaneengesloten burgerwoningen met 3 bouwlagen onder zadel- of mansardedak. Daarachter bevinden zich entresols of achterbouwen met een variërende hoogte van 2 of 3 bouwlagen die zowel perceelbreed als over de helft van de perceelbreedte voorkomen.
De aangevraagde verbouwingswerken zorgen ervoor dat het aantal bouwlagen van het gebouw toeneemt van 3 naar 4 en voorzien een nieuw zadeldak. Een toename van het aantal bouwlagen zorgt niet voor een aanzienlijke toename in hoogte van het bouwvolume en het gebouw past zich dan ook in binnen het maximaal aanvaardbare bouwvolume. De bestaande achterbouw wordt verlaagd en behoudt haar 3 bouwlagen. Aan de achterzijde van de achterbouw worden de terrassen uitgebreid en wordt er op het hellend dak aan de achterzijde een dakkapel toegevoegd.
Achteraan wijzigt het bouwvolume van de achterbouw niet beduidend.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Het vermeerderen van 3 naar 4 bouwlagen is niet storend voor het straatbeeld. Hierbij wordt een extra bouwlaag toegevoegd waarbij de kroonlijst beperkt wordt verhoogd zodat deze wordt uitgelijnd met de kroonlijst van de linkerbuur. De voorgestelde materialisatie is sober, hedendaags en niet storend voor de omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag vormt een verbetering van de woonkwaliteit van de woongelegenheden in het appartementsgebouw. De bestaande appartementen worden allen voorzien van een buitenruimte en er is in de kelder een fietsenberging ingericht. De woongelegenheden bevatten voldoende kwaliteit om te functioneren als een éénslaapkamerappartement.
De aangeleverde plannen geven onvoldoende informatie over het gescheiden rioolstelsel van het gebouw. Conform artikel 40 moet de droogweerafvoer en de hemelwaterafvoer gescheiden en correct aangeboden worden op de straat. In voorwaarden wordt opgelegd om te voldoen aan artikel 40 van de bouwcode.
De geplande verbouwingswerken maken het mogelijk om een septische put te voorzien. In voorwaarden wordt daarom opgelegd om een septische put conform artikel 43 van de bouwcode in te richten.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om bepaalde stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan 8 meter. Volgens artikel 12, §3, 1° van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats in dat geval niet toegelaten. |
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats. |
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. na het uitvoeren van de werken dient er voldaan te zijn aan artikel 40 en 43 van de bouwcode;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
11 juli 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
9 augustus 2019 |
Start 1e openbaar onderzoek |
20 augustus 2019 |
Einde 1e openbaar onderzoek |
18 september 2019 |
Beslissing toepassing administratieve lus |
26 augustus 2019 |
Start 2e openbaar onderzoek |
27 augustus 2019 |
Einde 2e openbaar onderzoek |
25 september 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
21 januari 2020 |
Verslag GOA |
23 december 2019 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
Administratieve lus
Op de aanvraag wordt een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
Het openbaar onderzoek is niet correct verlopen.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
20 augustus 2019 |
18 september 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
27 augustus 2019 |
25 september 2019 |
0 |
0 |
1 |
0 |
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
Er werd 1 bezwaarschrift ingediend, voornamelijk handelend over:
1. Inkijk vanaf de terrassen: Het bezwaar tegen inkijk vanaf de terrassen op de 1ste en 2de verdieping naar de eigendommen en verblijven aan de Volkstraat.
Beoordeling: De terrassen op de 1e en 2e verdieping zijn een uitbreiding van de vergunde buitenruimtes. Deze worden vergroot ten behoeve van de algemene woonkwaliteit van de bestaande appartementen en worden voorzien binnen de contour van het maximaal aanvaardbare bouwvolume. Het klopt dat de situatie in de oksel van het bouwblok intiem is en dat inkijk van en naar de achtergevels van de panden aan de Volkstraat en de Karel Rogiersstraat onvermijdelijk is. Deze wordt echter beperkt tot het minimum. Bovendien zijn de oppervlakten van de terrassen beperkt tot de minimale afmetingen conform de geldende voorschriften. Het gebruik van de terrassen hoeft een goed nabuurschap niet in de weg te staan. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. na het uitvoeren van de werken dient er voldaan te zijn aan artikel 40 en 43 van de bouwcode;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.