Terug
Gepubliceerd op 07/01/2020

2020_CBS_00014 - Omgevingsvergunning - OMV_2019127541. Platanenlaan 28. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
ma 06/01/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_00014 - Omgevingsvergunning - OMV_2019127541. Platanenlaan 28. District Wilrijk - Goedkeuring 2020_CBS_00014 - Omgevingsvergunning - OMV_2019127541. Platanenlaan 28. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019127541

Gegevens van de aanvrager:

Amir Hossein en Manizheh Asthari Nakhay Someh Olyay - Mahryazdan met als adres Platanenlaan 28 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Ligging van het project:

Platanenlaan 28 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 42sectie B nr. 89S2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning aan de achtergevel op de gelijkvloerse- en eerste verdieping

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          04/05/1953: vergunning (238#8112) voor het bouwen van eengezinswoning.

Vergunde toestand

-          eengezinswoning van 2 bouwlagen onder plat dak met souterrain;

-          op de gelijkvloerse verdieping is een uitbouw aan de linker perceelgrens met een bouwdiepte van 11,60 m;

-          tussen de uitbouw van de keuken  en de rechter perceelgrens vindt zich een overdekt terras.

-          de totale bouwdiepte van de eerste verdieping bedraagt 8,90 m.

Huidige toestand

-          de totale bouwdiepte van de gelijkvloerse verdieping bedraagt 11,60 m;

-          het overdekt terras tussen de keuken en de rechter perceelgrens werd bij het volume betrokken;

-          langs de rechter perceelgrens, aansluitend aan de nieuw gevormde achtergevel werd er een nieuw terras voorzien op gelijke pas als deze van de gelijkvloerse verdieping.

Gewenste toestand

-          het bestaande, overdekte terras op de gelijkvloerse verdieping wordt gesupprimeerd en betrokken bij het bouwvolume;

-          de eerste verdieping wordt uitgebreid tot op gelijke diepte met de gelijkvloerse verdieping, tot ca. 11,70 m;

-          het aantal slaapkamers vermeerder van 2 naar 3;

-          de afwerking van de achtergevel bestaat uit witte cementering;

-          het nieuwe buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in aluminium (antraciet en wit).

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van een eengezinswoning op de gelijkvloerse- en eerste verdieping;

-          nieuwe achtergevel;

-          plaatsen van een nieuwe septische put van 1500 liter.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

er is geen opstand van 0,30 meter voorzien ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;

  • artikel 43 Septische putten:

voor de dimensionering van de septische put geldt een minimale inhoud van 2000 liter, overeenkomstig het aantal gebruiksequivalenten.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De straat wordt gekenmerkt door eengezinswoningen. De vergunde eengezinswoning met gewenste uitbreiding is functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Het volume van de woning breidt zich in de diepte uit en dit zowel op de gelijkvloerse als de 1ste verdieping. Hierdoor wordt de eethoek vergroot en kan er een 3de slaapkamer worden gecreëerd. De uitbreiding op het gelijkvloers heeft geen negatieve impact op de open ruimte van het perceel.

De bestaande scheidingsmuur op de linker perceelgrens wordt met 3 meter opgehoogd in functie van de uitbreiding op de 1ste verdieping. De volume-uitbreiding is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. De voorgestelde aanpassingen kunnen bijgevolg gunstig beoordeeld worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De wijzigingen gebeuren aan de achterzijde van de woning waardoor er geen visuele impact is op het straatbeeld.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De uitbreiding creëert een verruiming van het wooncomfort en gebruiksgenot van de eengezinswoning.

Echter wordt opgemerkt dat de tuinmuur op de rechter perceelsgrens  slechts 1,40 meter hoog is en dat er een raam voorzien wordt tot tegen de perceelsgrens. Deze combinatie creëert een rechtstreekse inkijk naar de rechter buur. Aangezien een verhoging van de scheidingsmuur stedenbouwkundig niet wenselijk is, zal in voorwaarde worden opgelegd om het gelijkvloerse raam op een afstand van 60 cm van de scheimuur te realiseren. Ten gevolge van deze gevelwijziging is het, in functie van een harmonieus gevelbeeld, wenselijk om de raamopening op de 1ste verdieping hiermee af te stemmen.

 

De scheidingsmuur heeft geen opstand van minstens 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan, met het oog op het voorkomen van brandoverslag, niet afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen. Dit wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.

De inhoud van de nieuwe septische put bedraagt 1500 liter waar dat dit minstens 2000 liter dient te zijn, conform artikel 43 van de bouwcode. Een grotere septische put wordt opgelegd als voorwaarde bij de vergunning.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      een dakbekleding te voorzien die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen;

2.      de raamopeningen in de achtergevel, aan de rechter perceelsgrens, te voorzien op een afstand van 60 cm van de scheidingsmuur;

3.      de inhoud van de nieuwe septische put dient minstens 2000 liter te bedragen;

4.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 oktober 2019

Volledig- en ontvankelijk

18 november 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 januari 2020

Verslag GOA

23 december 2019

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      een dakbekleding te voorzien die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen;

2.      de raamopeningen in de achtergevel, aan de rechter perceelsgrens, te voorzien op een afstand van 60 cm van de scheidingsmuur;

3.      de inhoud van de nieuwe septische put dient minstens 2000 liter te bedragen;

4.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.