Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019081222 |
Gegevens van de aanvrager: |
AV GO! SCHOLENGROEP ANTWERPEN met als contactadres Thonetlaan 106A te 2050 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Hendriklei 67A te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 36sectie B nr. 21X |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
plaatsen van een tijdelijke schoolunit |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 25/08/1986: vergunning (643#270) voor het oprichten van 2 paviljoenen – art. 48 – 3.6.86;
- 01/01/1989: vergunning (1006#12699) voor het bouwen van 2 voorlopige combi-paviljoenen;
- 26/03/1989: vergunning (1055#1363) voor het bouwen van 4 kleuterklassen;
- 13/03/1989: vergunning (1055#1362) voor het bouwen van 2 voorlopige combi-paviljoenen;
- 06/08/1992: vergunning (1055#1364) voor het bouwen van 4 kleuterklassen;
- 16/02/2006: vergunning (3225#135) voor het plaatsen van een afdak op de speelplaats;
- 28/01/2011: vergunning (3473#5511) voor het uitbreiden van de basisschool met een nieuwbouw;
- 27/04/2018: voorwaardelijke vergunning (2018319) voor het slopen en plaatsen van modulaire schoolunits.
Vergunde/ huidige toestand
- schoolgebouwen van 2 en 3 bouwlagen onder een plat dak;
- modulaire tijdelijke schoolunits;
- verharde speelplaats;
- onverharde speelterreinen.
Gewenste toestand
- modulaire tijdelijke schoolunit met 2 klaslokalen, inkomhal en berging;
- verharding in betontegels als toegang tot de schoolunit.
Inhoud van de aanvraag
- plaatsen van tijdelijke (2 jaar) schoolunit;
- aanleg verharding.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
25 juli 2019 |
9 augustus 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen/ luchtkwaliteit en geluid |
25 juli 2019 |
31 juli 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
25 juli 2019 |
31 juli 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag wijkt af van artikel 9§1 van de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
In de beschrijvende nota bij de aanvraag wordt een afwijking gevraagd op artikel 9§1 van de gewestelijke verordening hemelwater aangezien het een tijdelijke unit betreft die gedurende 2 jaar zal gebruikt worden. Het regenwater dat op de unit en de nieuwe verharding errond terechtkomt, zal worden afgeleid naar de naastliggende groenzone en kan op een natuurlijke manier in de bodem infiltreren. Gezien de inplanting van de unit wordt deze afwijking met toepassing van artikel 13 toegestaan.
Functionele inpasbaarheid
Het betreft een aanvraag voor het plaatsen van een tijdelijke unit bedoeld als klaslokalen bij een bestaande scholencampus in afwachting van de realisatie van een nieuwe kleuterschool. De aanvraag heeft geen functiewijziging tot gevolg en blijft verenigbaar met het bestaande gebruik als scholencampus.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De tijdelijke schoolunit is nodig om de groei van de kleuterschool op te vangen. De tijdelijke unit wordt op 6 meter van het bestaande schoolgebouw ingeplant op een grasperk. Het volume is beperkt in hoogte (3,75 meter) waardoor er geen lichtinval wordt weggenomen van het bestaande schoolgebouw. Vanop de bestaande verharding rond de school wordt een pad met een helling aangelegd met een oppervlakte van 22 m² zodat de unit vlot bereikt kan worden. Er dienen geen bomen gerooid te worden zodat de impact op de groenaanleg rond de school tot een minimum beperkt wordt. De aanvraag is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen
De afwerking van de tijdelijke schoolunit met grijsblauw gelakte PVC-panelen en wit PVC schrijnwerk is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging.
Op het terrein van het Atheneum Hoboken worden voor de uitbreiding van de kleuterafdeling 2 modulaire klaslokalen geplaatst voor de periode van 2 jaar.
Per klaslokaal is de parkeerbehoefte 0,75. Er is voor deze uitbreiding een parkeerbehoefte van 2 x 0,75 = 1,5 ? 2 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 0 bijkomende autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er worden geen plaatsen voorzien.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen bedraagt 2 plaatsen.
|
De school beschikt over een eigen parkeerterrein. Er is een mogelijkheid om extra parkeerplaatsen te voorzien. Er zal als voorwaarde worden opgelegd dat er twee bijkomende parkeerplaatsen moeten gerealiseerd worden op eigen terrein.
Het advies van de stedelijke dienst mobiliteit vermeldt ook het volgende:
“De fietsparkeerbehoefte voor kleuterklassen is 3 fietsen per klas. Er is een behoefte van 2 x 3 = 6 fietsparkeerplaatsen. Het is niet bekend of de huidige fietsenstalling de uitbreiding kan opvangen.
Het advies wordt bijgetreden. Er zal als voorwaarde worden opgelegd dat er 6 bijkomende fietsparkeerplaatsen moeten voorzien worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. er moeten 6 fietsenstalplaatsen voorzien worden;
3. er moeten 2 bijkomende parkeerplaatsen gerealiseerd worden op eigen terrein.
Geldigheidsduur
De handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 2 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
Standpunt college
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar, en past de beoordeling van de mobiliteitsimpact als volgt aan:
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen. |
De plannen voorzien in 0 bijkomende autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren plaatsen is 0 |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen bedraagt 0 |
Het aantal ontbrekende plaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
28 juni 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
25 juli 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
23 september 2019 |
Verslag GOA |
5 september 2019 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. er moeten 6 fietsenstalplaatsen voorzien worden.
Geldigheidsduur
De handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 2 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.