Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019098524 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
Montycars bvba, Pierre Van den Eedenstraat 69 te 2660 Hoboken-Antwerpen |
Ligging van het project: |
Pierre Van den Eedenstraat 69, 2660 Hoboken-Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 37 sectie A nr. 333M |
Inrichtingsnummer: |
20190803-0003 (Montycars) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
een herstelwerkplaats voor motorvoertuigen |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 20 januari 2012 nam het college van burgemeester en schepenen akte (kenmerk AN2011/571) van de exploitatie van een herstelwerkplaats voor motorvoertuigen door Garage Vandenbroucke.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
6.4.1 |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
3.000 liter |
15.1.2 |
het stallen van meer dan 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
29 stuks |
15.3.2 |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motovoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.5, met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; |
5 schouwputten of hefbruggen |
17.4 |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
74 liter |
43.1.1.a |
stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. |
330,6 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Extern advies
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
11 oktober 2019 |
30 oktober 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
Intern advies
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen |
11 oktober 2019 |
15 oktober 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 5 bis - 12 bis - 13 bis j. Pauwelsstraat en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 27 februari 1991. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone bestemd voor kleine en middelgrote ondernemingen-zone ii en openbare weg.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) en bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag wordt gesitueerd binnen de contour van een BPA en binnen de bestemmingszone bedoeld voor kleine en middelgrote ondernemingen. De activiteiten van de aanvraag zijn in overeenstemming met de bestemmingszone.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Huidig verzoek betreft een omgevingsvergunningsaanvraag voor de exploitatie van een garagewerkplaats voor motorvoertuigen. Uit het aanvraagdossier blijkt dat de herstelwerkplaats geëxploiteerd kan worden conform de sectorale milieuvoorwaarden. De werkplaats is uitgerust met een vloeistofdichte vloer, aangesloten op een afwateringssysteem dat voorzien is van een koolwaterstofafscheider. Voor, achter en in het gebouw worden er in totaal 29 parkeerplaatsen voorzien. Verder omvat de aanvraag kleine hoeveelheden gevaarlijke stoffen vervat onder de rubriek 17.4, alsook een afvalolieopslag en stookinstallaties, respectievelijk ingedeeld onder 6.4 en 43.1.
De enkelwandige afvalolietank is voorzien van een inkuiping.
Milieutechnisch is de exploitatie van de inrichting enkel meldingsplichtig. Gezien de garagewerkplaats gelegen is in KMO-zone, is rubriek 15.3.1 van toepassing in plaats van 15.3.2. De indelingsgrens voor garagewerkplaatsen in KMO-zones onder Vlarem- rubriek 15.3.1 ligt op 10 hefbruggen. De betrokken garage is slechts uitgerust met 5 hefbruggen. Verder beschikt de inrichting over de gangbare infrastructuur om personenvoertuigen te onderhouden. Er wordt voorgesteld de aangevraagde rubriek 15.3.2 te vervangen door 15.2 (of werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen). De gegenereerde geluidsoverlast uit de te ontplooien hinderlijke activiteiten wordt minimaal geacht indien de activiteiten inpandig gebeuren.
De aangevraagde activiteiten ressorteren allen onder een meldingsplicht én zijn geenszins vergunningsplichtig.
Tenslotte is het stallen van personenwagens niet ingedeeld onder de Vlarem-reglementering. Het betreffen allemaal personenvoertuigen bestemd voor verkoop. Bijgevolg wordt voorgesteld deze rubriek zonder voorwerp te verklaren.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorgesteld de activiteiten te akteren. De betrokken IIOA is enkel meldingsplichtig.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
6.4.1 |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
3.000 liter |
15.1.2 |
het stallen van meer dan 25 voertuigen en aanhangwagens, andere dan personenwagens; |
zonder voorwerp |
15.2 |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3; |
|
15.3.2 |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motovoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.5, met gebruik van meer dan 4 schouwputten of hefbruggen, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied; |
zonder voorwerp |
17.4 |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
74 liter |
43.1.1.a |
stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. |
330,6 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
18 september 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
11 oktober 2019 |
Start openbaar onderzoek |
18 oktober 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
16 november 2019 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
24 januari 2020 |
Verslag GOA |
9 januari 2020 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
18 oktober 2019 |
16 november 2019 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Er wordt akte genomen van de melding voor de in het aanvraagdossier opgenomen exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten, met volgende rubrieken en onder onderstaande brandweervoorwaarden:
Rubriek |
Omschrijving |
Akte genomen voor |
6.4.1 |
opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; |
3.000 liter |
15.2 |
andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3; |
|
17.4 |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
74 liter |
43.1.1.a |
stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. |
330,6 kW |
Brandweervoorwaarden
de voorwaarden uit het brandweeradvies met kenmerk BW/YS/2019/G.00347.HO.0001 zijn van toepassing