Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019137267 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Damien Van Dael met als adres Gangstraat 20 te 1050 Elsene en NV FACQ met als adres Gangstraat 20 te 1050 Elsene |
Ligging van het project: |
Boomsesteenweg 801 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 44sectie D nr. 419F2 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
wijzigen van de gevel, plaatsen van publiciteit en herinrichting van een groothandelsruimte met expozone en opslagplaats |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 05/05/2017: vergunning (2017464) voor het bouwen van een afvalopslag en palletopslag;
- 21/3/2014: vergunning (2014117) totem publiciteit ‘Peugeot’;
- 12/4/2013: vergunning (201379) voor het verbouwen van een magazijn tot een automobielbedrijf.
Vergunde toestand
- vrijstaand pand van 2 bouwlagen ingericht als automobielbedrijf met toonzaal, magazijn, kantoorruimtes, werkplaatsen, stockage ruimte en buitenparking.
Huidige toestand
- vrijstaand pand van 2 bouwlagen ingericht als automobielbedrijf met toonzaal, magazijn, kantoorruimtes, werkplaatsen, stockage ruimte en buitenparking.
Gewenste toestand
- vrijstaand pand van 2 bouwlagen ingericht als groothandel in badkamers en verwarming met interne herinrichting, gewijzigde gevelreclame en een gewijzigde buitenparking;
- het volume blijft ongewijzigd.
Inhoud van de aanvraag
- het voorste gedeelte van het gebouw wordt heringericht als groothandel met expozone, kantoren, sociale lokalen en een opslagplaats;
- het magazijngedeelte achteraan blijft ongewijzigd;
- de voorgevel wordt groen, wit en donkergrijs geschilderd;
- op de voor- en beide zijgevels worden logo’s aangebracht, verlicht met een horizontale led-strook;
- de voormalige stockparking wordt als hoofdparking en laad- en losparking ingericht, toegankelijk vanaf de Geleegweg;
- van de toegangen langs de Boomsesteenweg naar de parking vooraan wordt er één afgesloten en de andere versmald.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Innoveren en Ondernemen |
30 november 2019 |
2 december 2019 |
Geen advies |
Agentschap Wegen en Verkeer |
30 november 2019 |
20 december 2019 |
Gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
30 november 2019 |
23 december 2019 |
Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) |
29 november 2019 |
6 december 2019 |
Geen bezwaar |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
29 november 2019 |
9 december 2019 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
29 november 2019 |
2 december 2019 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
29 november 2019 |
23 december 2019 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
29 november 2019 |
6 december 2019 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Omwille van de aard van de aanvraag is advies gevraagd aan de stedelijke dienst Business en Innovatie en het agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO). Deze diensten adviseren voorliggende aanvraag respectievelijk als volgt:
- ‘Het voorziet in de omvorming van een voormalige autogarage met werkplaats naar een groothandel voor sanitair en verwarming met opslag.
Op basis van het dossier gaat het hier niet over een groothandel maar ook kleinhandel waarvoor men de sociaal economische vergunning afgeleverd aan het autobedrijf, overneemt.
Daar het dus ook kleinhandel is, geeft dit ook een ander mobiliteitsprofiel wat slechts zeer summier aan bod komt in het dossier.
De site is gelegen binnen de industriezone Neerland zoals voorzien in de beleidsnota industrie.
Het autobedrijf werd destijds op deze locatie vergund omwille van de duidelijke samenhang tussen enerzijds de showroom en de daarbij horende diensten EN anderzijds de technische werkplaats en onderhoudsafdeling. Door deze samenhang was er een motivatie om de activiteit toe te laten binnen de industriezone.
Bij de voorliggende aanvraag is er wel een showroom (deels consument / deels professioneel) met wat magazijn maar volstrekt geen technische functie. Hierdoor kan men bezwaarlijk spreken dat er voldoende basis is om deze activiteit toe te laten binnen de industriezone.
Daar het hier eigenlijk om een winkelruimte gaat voor consumenten en professionelen met opslag en er geen technische ruimte aanwezig is, wordt voor het dossier ongunstig advies gegeven wegens niet verantwoordbaar binnen de schaarse industriezone op Antwerps grondgebied.’
- ‘VLAIO moet enkel een advies verstrekken indien de aanvraag betrekking heeft op kleinhandelsactiviteiten én die kleinhandelsactiviteiten uitgeoefend worden op een (totale) netto handelsoppervlakte van meer dan 1.000 m².
Dit dossier heeft alleen betrekking op stedenbouwkundige handelingen.
Er is geen omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten aangevraagd. Ook de bijlagen die ingeval een omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten wordt aangevraagd, moeten toegevoegd worden, ontbreken.
In deze omstandigheden kan VLAIO geen advies geven, zodat het logisch is dat de afwezigheid van advies niet kan beschouwd worden als een gunstig advies.’
Gelet op deze informatie zal een functiewijziging worden uitgesloten.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De parking van de groothandelsruimte wordt aangepast. Een bestaande inrit wordt dichtgemaakt en er wordt op de plannen een nieuwe aftakking van het fietspad en een voetpadzone tot aan de parking voorzien.
De aanvraag vereist een aanpassing van de inritzone. De afgeschuinde boordsteen dient gewijzigd te worden naar een opstaande boordsteen. De fiets- en voetpadzone dient door te lopen in hetzelfde materiaal. Het is niet wenselijk dat er een aftakking wordt gemaakt van het fietspad naar de parking. De voetpadzone dient door te lopen naast het fietspad omdat dit het duidelijkste is voor de leesbaarheid van de fietser die langs de Boomsesteenweg rijdt.
Voor aanpassingen aan het openbaar domein wordt Stadsontwikkeling – dienst Beheer en Onderhoud, gecontacteerd. De bouwheer zal voor de werken contact opnemen met Stadsontwikkeling – Dienst Beheer & Onderhoud voor de opmaak van een plaatsbeschrijving en voor de herstellingen aan het openbaar domein na afloop van de bouwwerken.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande gevels worden voorzien in groen, wit en donkergrijs. Deze kleuren zijn aanvaardbaar in industriegebied.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag heeft enkel betrekking op het voorste gedeelte van het gebouw met een diepte van 50m. Uit de aanvraag is niet af te leiden wat men gaat opslaan en exposeren. De exploitant dient dan ook na te gaan of er voor de exploitatie van het gebouw (stookinstallatie, airconditioning, lozing huishoudelijk afvalwater, warmtepompen, opslag van gevaarlijke producten,…) een meldings- of vergunningsaanvraag noodzakelijk is.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 bijkomende parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De Peugeotgarage die daar zat en verhuist is naar de andere kant van de Boomsesteenweg wordt nu een groothandel voor badkamers en verwarming. De oppervlakte van het bebouwde volume wordt niet gewijzigd. Enkel de buitenkant van het gebouw wordt veranderd. De stockparking van de autogarage wordt heringericht en zal de hoofdparking voor de bedrijfsvoering (bestelwagens) worden. Ook via deze zijde (Geleegweg) zal worden geladen en gelost. De parking voor het gebouw (20 plaatsen) blijft ongewijzigd. Van de toegangen voor het gebouw zal er één gesloten worden (heraangelegd met groen en een doorgang voor fietsers en voetgangers) en de andere toegang zal worden versmald (dit is in overleg met AWV gebeurd). Er verdwijnen dus enkel auto stockage plaatsen, geen parkeerplaatsen voor bezoekers of werknemers. Deze worden niet bijgeteld bij de parkeerbehoefte. De werkelijke parkeerbehoefte is 0 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 59 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er zijn voor het gebouw 20 parkeerplaatsen voor bezoekers. Aan de zijkant van het gebouw worden 40 plaatsen voor bestelwagens en personeel ingetekend. De plaatsen voor bestelwagens zijn 3.00m op 8.00m. Dit zijn er 18. Er worden ook plaatsen voor gewone personenwagens voorzien, maar niet volgens afmeting. Deze worden voorzien 2,40m op 5,15m, in plaats van de normale breedte van 2,50m. Er kunnen dus minder plaatsen voorzien worden op dezelfde breedte. Hier passen maar 21 wagens in plaats van 22 wagens. Aantal nuttige plaatsen is dus 39 + 20 = 59 parkeerplaatsen. Met een beperkte herschikking is er nog veel plaats om meer parkeerplaatsen te voorzien. Ook met de nodige groenvoorziening tussen de parkeerplaatsen is er plaats voor meer indien nodig.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 59.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. te voldoen aan de bepalingen van de verordening toegankelijkheid;
3. minimaal drie hoogstammige inheemse bomen aan te planten;
4. slechts 1 logo te voorzien van 2,3m x 2,3m;
5. de buffervoorziening voor het regenwater niet te verminderen;
6. de afgeschuinde boordsteen ter hoogte van de inrit die verdwijnt dient gewijzigd te worden naar een opstaande boordsteen;
7. de fiets- en voetpadzone ter hoogte van de inrit die verdwijnt door te laten lopen in hetzelfde materiaal;
8. parkeerplaatsen voorzien van 2,50m breedte.
Uitsluitingen
Een functiewijziging.
Alle zaakgebonden publiciteit uitgezonderd 1 logo van 2,3m x 2,3m.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
12 november 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
29 november 2019 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
28 januari 2020 |
Verslag GOA |
7 januari 2020 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. te voldoen aan de bepalingen van de verordening toegankelijkheid;
3. minimaal drie hoogstammige inheemse bomen aan te planten;
4. slechts 1 logo te voorzien van 2,3m x 2,3m;
5. de buffervoorziening voor het regenwater niet te verminderen;
6. de afgeschuinde boordsteen ter hoogte van de inrit die verdwijnt dient gewijzigd te worden naar een opstaande boordsteen;
7. de fiets- en voetpadzone ter hoogte van de inrit die verdwijnt door te laten lopen in hetzelfde materiaal;
8. parkeerplaatsen voorzien van 2,50m breedte.
Uitsluitingen
Een functiewijziging.
Alle zaakgebonden publiciteit uitgezonderd 1 logo van 2,3m x 2,3m.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.