Terug
Gepubliceerd op 20/01/2020

2020_CBS_00035 - Omgevingsvergunning - OMV_2019076309. Berendrechtstraat 33-37. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/01/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_00035 - Omgevingsvergunning - OMV_2019076309. Berendrechtstraat 33-37. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_00035 - Omgevingsvergunning - OMV_2019076309. Berendrechtstraat 33-37. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019076309

Gegevens van de aanvrager:

VZW WIJKGEZONDHEIDSCENTRUM ZUIDRAND met als adres De Bosschaertstraat 289 te 2020 Antwerpen

Ligging van het project:

Berendrechtstraat 33-37 te 2020 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 9sectie I nrs. 2411E7 en 2411R7

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een wijkgezondheidscentrum

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          10/06/1999: vergunning (86#8720057) voor verbouwing carrosseriebedrijf.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          gelijkvloers carrosseriebedrijf  met 2 bovenliggende appartementen;

-          hoofdgebouw 2 bouwlagen onder plat dak;

-          achterbouw 1 bouwlaag onder plat dak.

Huidige toestand

-          gelijkvloers carrosseriebedrijf  met 2 bovenliggende appartementen;

-          hoofdgebouw 2 bouwlagen onder plat dak;

-          achterbouw 1 bouwlaag onder plat dak.

Gewenste toestand

-          wijkgezondheidscentrum:

  • gelijkvloers: fietsenberging, onthaal en achterliggende kabinetten met bijhorende groenzones ter hoogte van de linker, rechter en achterste perceelgrens;
  • 1ste en 2de verdieping: kantoorruimte, fitnesszaal, teamlokaal en ontspanningsruimte met keuken;
  • dakterras ter hoogte van de linker perceelgrens op de eerste verdieping;

-          hoofdgebouw  3 bouwlagen onder plat dak;

-          achterbouw 1 bouwlaag onder plat dak;

-          plint uitgevoerd in een groen geglazuurde gevelsteen met een grijs/beige gevelsteen  voor de bovenliggende verdiepingen en bruin aluminium buitenschrijnwerk.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande bebouwing;

-          bouwen van een wijkgezondheidscentrum.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

19 november 2019

23 december 2019

Voorwaardelijk gunstig

OVAM - Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

19 november 2019

2 december 2019

Gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

19 november 2019

2 december 2019

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

19 november 2019

21 november 2019

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

19 november 2019

9 december 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

19 november 2019

19 november 2019

stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers

19 november 2019

 

stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen)

19 november 2019

26 november 2019

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • Artikel 14:
    de doorgang gang moet minimaal 1,20 meter breed zijn. De gang “deel 2” op de 1ste en 2de verdieping zijn slechts 1,12 meter breed;
  • Artikel 18:
    niveauverschillen tot en met 18 cm moeten, zowel binnen als buiten, minstens met een helling overbrugd worden, met uitzondering van niveauverschillen tot 2 cm bij een overgang tussen binnen- en buitenruimtes.
    De toegang tot het centrum heeft een niveauverschil van 0,05 meter;
  • Artikel 24:
    er is geen vrije en vlakke draairuimte voorzien ter hoogte van de lift in de traphal op de 1ste en de 2de verdieping;
  • Artikel 25:

voor de deur van “kabinet 1”, “kabinet 4”, “kantoor +1” en “kantoor +2”, het lokaal “sociale dienst” en “administratie 2” is er aan de zijde van de klink geen vrije wandruimte van minimaal 0,50 meter.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 36 Zonnepanelen en zonnecollectoren:  
    de plannen geven onvoldoende informatie om te kunnen oordelen of de panelen conform de inrichtingsprincipes uit dit artikel worden geïnstalleerd. De panelen dienen achter elkaar op het platte dak geplaatst te worden. De maximale hoogte is beperkt tot 1,50 meter.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De Berendrechtstraat wordt gekenmerkt door eengezinswoningen en meergezinswoningen. Om Antwerpen als woonstad aantrekkelijk te houden, wordt gestreefd naar levendige woonwijken. Hierbij is het belangrijk dat er een goed voorzieningenaanbod aanwezig is in de nabijheid van de woningen. Een wijkgezondheidscentrum met praktijkruimten voor dokters, kinesisten en psychologen, gericht op de bewoners van de wijk, is zo’n voorziening. Deze is bijgevolg functioneel inpasbaar. Er wordt geoordeeld dat de draagkracht van het pand noch van de omgeving wordt overschreden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 11 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van een wijkgezondheidscentrum waar ruimte is voor 8 dokterspraktijken, 2 kinésisten en 2 psychologen.

 

Voor dokterspraktijken bedraagt de CROW-norm 1,55 parkeerplaatsen per behandelkamer. In Antwerpen hebben huisdokters echter een zeer lokaal verzorgingsgebied. Zo blijkt dat een burger gemiddeld op een wandelafstand van 10 minuten tot een dokterspraktijk woont. Een doktersbezoek kan dan ook op een eenvoudige wijze gebeuren, zonder de wagen. Het spreekt voor zich dat het gebruik van de wagen, om eender welke keuze ook, steeds mogelijk moet blijven. In deze kan de parkeernorm lager bepaald worden voor het voorliggende dossier. Hierbij wordt eveneens rekening gehouden dat de praktijk zich in een districtscentrum bevindt. De bijgestelde norm bedraagt dan 0,6 parkeerplaatsen per praktijkruimte. Voor de 8 dokterspraktijken komt dat neer op 8 x 0,6 = 4,8 parkeerplaatsen

Voor een kinesist bedraagt de CROW-norm 1,45 parkeerplaatsen per behandelkamer. Aangezien er voor psychologen geen specifieke norm is, wordt dezelfde norm gehanteerd als deze voor kinesisten.

Voor de 2 kiné-praktijken en de 2 psychologiepraktijken komt dat neer op 2 x 1,45 + 2 x 1,45 = 5,8.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 11 (= 4,8 + 5,8).

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in deze aanvraag. Het pand heeft een perceelsbreedte van 15,20 meter. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is slechts één toegangspoort per 8 meter toegelaten. In dit geval kan er dus slechts één poort voorzien worden, wat ook het geval is. Deze poort geeft toegang tot de praktijkruimten in het binnengebied en de ruime fietsenstalling. Het is niet mogelijk om deze ook bijkomend te gebruiken als toegang naar een autostalplaats, noch is het wenselijk om een bijkomende inrit te voorzien.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 11.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

 

De laatst vergunde toestand betreft een carrosseriebedrijf op het gelijkvloers en 2 bovenliggende appartementen.

-          Voor het carrosseriebedrijf geldt de norm van een werkplaats (1,75/100m²). Het bedrijf had een oppervlakte van +/- 500m2, wat neerkomt op een parkeerbehoefte van 9 (=1,75 x 500).

-          Voor de 2 appartementen op de 1ste verdieping (1/woning) is er een parkeerbehoefte van 2 (=2 x 1).

 

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 11 (=9 + 2).

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0 (=11 – 11).

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Volgens de bijgevoegde nota zullen er in het totaal 15 medewerkers actief zijn in het wijkgezondheidscentrum. Er worden 15 fietsstalplaatsen voorzien op het gelijkvloers voor het personeel. Ook voor de bezoekers worden er 7 fietsparkeerplaatsen op het gelijkvloers voorzien.

Dit aantal is voldoende.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De Berendrechtstraat kenmerkt zich door een- of meergezinswoningen met twee tot vier bouwlagen onder een plat dak. De hoofdbouwen zijn er aan de achterzijde bijna altijd uitgebreid met achterbouwen. Het bestaande twee-bouwlagen-hoge hoofdvolume met een gelijkvloerse achterbouw worden volledig gesloopt. Het nieuwe volume bestaat aan de straatzijde uit drie bouwlagen. Zowel de linker als de rechter buur hebben eveneens een hoofdvolume van drie bouwlagen waardoor het project zich goed inpast in de omgeving. Achteraan wordt er ten opzichte van de vergunde toestand beduidend meer open ruimte gecreëerd, die groen en kwalitatief is ingericht. Langs de linker, de rechter en de achterste perceelgrens bevindt zich telkens een groene zone wat de inpassing  van de gelijkvloerse achterbouw in het binnengebied ten goede komt.

 

Visueel-vormelijke elementen

De Berendrechtstraat wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door baksteengevels waardoor de gekozen gevelafwerking in grijs/beige gevelsteen in harmonie is met de omgeving. De plint in groen geglazuurde tegels zorgt voor een accentuering in het gevelbeeld, wat omwille van de publieke functie van het gebouw te motiveren is.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De positionering van de backoffice aan de voorgevel op het gelijkvloers, zorgt ervoor dat het wijkgezondheidscentrum een levendige plint heeft die bijdraagt tot een aangename verblijfsruimte en woonomgeving

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
De gangen (“gang deel 2”) op de 1ste en 2de verdieping hebben een breedte van 112cm. Dit is niet conform artikel 14 van de stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid die hier een minimale vrije en vlakke doorgangsbreedte van 150cm voorop stelt. Aangezien dit gedeelte enkel doorgang geeft naar telkens één kantoorruimte, louter gebruikt door het personeel, kan van dit artikel afgeweken worden.

Er is een niveauverschil van 5cm tussen het vloerpeil van de inkomsas en het peil van het trottoir.  Dit niveauverschil dient conform artikels 18 en 19 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid overbrugd te worden met een helling van maximaal 10% of een opstapje van max. 2cm. In voorwaarde wordt opgelegd om het niveauverschil tussen de binnen- en buitenvloerpas conform te stellen met de vermelde artikels.

Aan de trekzijde van de toegangsdeuren naar de trappenhal op het 1ste en 2de verdieping is er onvoldoende ruimte voor een vrije en vlakke draairuimte conform artikel 24 van de verordening toegankelijkheid.  Met betrekking tot gebruiksgemak kan hiervan niet worden afgeweken, Bijgevolg wordt als voorwaarde van de vergunning opgelegd om de aanvraag conform artikel 24 te stellen.

In voorliggende aanvraag zijn de toegangsdeuren op het gelijkvloers naar de ruimten “kabinet 1” en “kabinet 4”, op de 1ste verdieping naar de ruimten “kantoor” en “sociale dienst” en op de 2de verdieping naar de ruimten  “kantoor” en “administratie 2” niet conform artikel 25 van de verordening toegankelijkheid. Om het gebruiksgemak van de gebruikers te waarborgen, wordt opgelegd dat de vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast de krukzijde van de hierboven opgesomde toegangsdeuren dient te worden aangepast zodat deze overal minimaal 50 cm bedraagt.

 

De aanvraag voorziet zonnepanelen op het dak van het hoofdgebouw. De plannen beschikken over onvoldoende informatie om te kunnen oordelen of deze panelen al dan niet conform de inrichtingsprincipes uit artikel 36 van de bouwcode worden geïnstalleerd. Daarom wordt als voorwaarde van de vergunning opgelegd om de maximale hoogte van de zonnepanelen te beperken tot 1,50 meter.

 

Tot slot werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Milieuvergunningen. Dit advies luidt:

“In de toelichting van de aanvraag staat te lezen: “We willen een grote zaal die kan dienen voor preventieactiviteiten en die ook aan initiatieven uit de buurt kan verhuurd worden”. In principe wordt dit aanzien als een “polyvalente zaal” die ingedeeld is in rubriek 32.2.2. Eventueel zouden hier ook nog andere IIOA’s van toepassing kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld het lozen van huishoudelijk afvalwater, airconditioningsinstallaties, opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen, … .

De aanvrager wordt aangeraden de milieutechnische kant van zijn aangevraagde exploitatie te onderzoeken en zich eventueel in regel te stellen met de milieuwetgeving.”

Dit wordt als voorwaarde opgenomen bij de vergunning.

 

Mits het naleven van degestelde voorwaarden voldoet het wijkgezondheidscentrum aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het niveauverschil tussen de binnen- en buitenpas dient conform artikels 18 en 19 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid voorzien te worden;

3.      de ruimtes voor de lift aan de trekzijde van de toegangsdeuren naar de trappenhal op niveau +1 en niveau +2 dienen aangepast te worden zodat ze conform artikel 24 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid zijn;

4.      de toegangsdeuren op het gelijkvloers naar de ruimten “kabinet 1” en “kabinet 4”, op de 1ste verdieping naar de ruimten “kantoor” en “sociale dienst” en op de 2de verdieping naar de ruimten  “kantoor” en “administratie 2” dienen een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast de krukzijde te hebben van minimaal 50cm conform artikel 25 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid;

5.      de zonnepanelen op het platte dak moeten geplaatst worden conform artikel 36 van de bouwcode;

6.      De aanvrager dient de milieutechnische kant van zijn aangevraagde exploitatie te onderzoeken en zich eventueel in regel te stellen met de milieuwetgeving.

Lastvoorwaarden

7.      de aanpassingen aan het openbaar domein zullen worden uitgevoerd via het retributiereglement “herstellingen openbare ruimte na werkzaamheden (vanaf 1/1/2018)” en uitgevoerd onder begeleiding en toezicht van de stad. Alle noodzakelijke aanpassingen aan het openbaar domein zoals opgelegd in de voorwaarden en als gevolg van deze voorwaarden (boven- en ondergronds), zijn integraal ten laste van de aanvrager.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

23 oktober 2019

Volledig- en ontvankelijk

19 november 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

18 januari 2020

Verslag GOA

24 december 2019

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het niveauverschil tussen de binnen- en buitenpas dient conform artikels 18 en 19 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid voorzien te worden;

3.      de ruimtes voor de lift aan de trekzijde van de toegangsdeuren naar de trappenhal op niveau +1 en niveau +2 dienen aangepast te worden zodat ze conform artikel 24 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid zijn;

4.      de toegangsdeuren op het gelijkvloers naar de ruimten “kabinet 1” en “kabinet 4”, op de 1ste verdieping naar de ruimten “kantoor” en “sociale dienst” en op de 2de verdieping naar de ruimten  “kantoor” en “administratie 2” dienen een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast de krukzijde te hebben van minimaal 50cm conform artikel 25 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid;

5.      de zonnepanelen op het platte dak moeten geplaatst worden conform artikel 36 van de bouwcode;

6.      De aanvrager dient de milieutechnische kant van zijn aangevraagde exploitatie te onderzoeken en zich eventueel in regel te stellen met de milieuwetgeving.

Lastvoorwaarden

7.      de aanpassingen aan het openbaar domein zullen worden uitgevoerd via het retributiereglement “herstellingen openbare ruimte na werkzaamheden (vanaf 1/1/2018)” en uitgevoerd onder begeleiding en toezicht van de stad. Alle noodzakelijke aanpassingen aan het openbaar domein zoals opgelegd in de voorwaarden en als gevolg van deze voorwaarden (boven- en ondergronds), zijn integraal ten laste van de aanvrager.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.