Terug
Gepubliceerd op 23/01/2020

2020_CBS_00096 - Omgevingsvergunning - OMV_2019085959. Groenenborgerlaan 224 - 230 . District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/01/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_00096 - Omgevingsvergunning - OMV_2019085959. Groenenborgerlaan 224 - 230 . District Wilrijk - Goedkeuring 2020_CBS_00096 - Omgevingsvergunning - OMV_2019085959. Groenenborgerlaan 224 - 230 . District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019085959

Gegevens van de aanvrager:

de heer Siu Tang met als adres Koning Leopoldstraat 2 te 2610 Antwerpen en Tang, Siu met als adres Koning Leopoldstraat 2 te 2610  Wilrijk (Antwerpe)n

Ligging van het project:

Groenenborgerlaan 224 - 230 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 42sectie B nr. 365M2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van de functie handel naar horeca en het plaatsen van gevelreclame

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          04/10/1965: vergunning (222#1024 ) voor het oprichten van een appartementsgebouw met enkele winkels;

-          06/10/1969: vergunning (222#2450) voor het plaatsen van lichtreclame;

Vergunde en huidige toestand

-          hoekpand opgevat als meergezinswoning van drie bouwlagen onder een plat dak;

-          op de gelijkvloerse verdieping bevinden zich 2 woonentiteiten met een winkelruimte en 1 winkel.

Gewenste toestand

-          het wijzigen van de functie van een wooneenheid met winkel tot een horecaruimte;

-          inrichten van een afvalberging op de gelijkvloerse verdieping;

-          reclame:

  • plaatsen van een lichtbak tegen de voorgevel (hoek Groenenborgerlaan en Prins Boudewijnlaan van 0,60m x 0,60m;
  • plaatsen van baniermasten met een totale hoogte van 6m;

-          herinrichten van de voortuin;

  • gedeeltelijk in gebruik nemen als terras;
  • een deel van de voortuinstrook wordt ingevuld als parkeerplaats voor auto’s.

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van de functie wonen en handel naar horeca;

-          plaatsen van gevelreclame;

-          inrichten van de voortuin.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer

26 november 2019

23 december 2019

Voorwaardelijk gunstig

brandweer/ risicobeheer/ preventie

26 november 2019

20 december 2019

Voorwaardelijk gunstig

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

26 november 2019

2 december 2019

Ongunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

26 november 2019

29 november 2019

stadsontwikkeling/ mobiliteit

26 november 2019

29 november 2019

stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers

26 november 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen)

26 november 2019

27 november 2019

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund

26 november 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • artikel 16 Technische uitsprongen:
    Alle technische installaties worden bij voorkeur inwendig in het gebouw ondergebracht. Indien dit onmogelijk is kunnen ze uitwendig aan het gebouw worden aangebracht en dit enkel op het hoogst gelegen dak.

Voorliggende aanvraag voorziet een airco-unit in de voortuin;

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:
    De haag in de voortuin is circa 2m20 hoog. Ook wordt een houten scheidingswand voorzien volgens terreinprofiel AA;
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    Tegenover de laatst vergunde toestand wordt een badkamer en kookhoek omgevormd tot bijkeukens. Hierdoor dienen deze voorzien te worden van een vrije hoogte van minimaal 2,60 meter in plaats van de voorziene vrije hoogte van 2,45 meter;

Tegenover de laatst vergunde toestand is er een functiewijziging van winkelruimte naar horecaruimte waardoor deze dient te voldoen aan een vrije hoogte van minimaal 2,60 meter in plaats van de voorziene vrije hoogte van 2,45 meter;

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    Er is geen natuurlijk licht of lucht in de bijkeukens;
  • artikel 27 Open ruimte:
    Voortuinen dienen vrij te zijn van constructies met uitzondering van de noodzakelijke verhardingen. In de aanvraag worden parkeerplaatsen, vlaggenmasten, een terras en een airco-unit voorzien in de voortuin;

Het pad in de voortuin voor leveringen is voorzien met een breedte van 1,58 meter in plaats van de maximale breedte van 1,50 meter.

  • artikel 33 Zaak-gebonden publiciteit:
    Zaakgebonden publiciteit wordt enkel toegestaan op steigerdoeken, gevels (gelijklopend, haaks of op uitsprongen), op het dak en op totems. In de voortuin worden vlaggenmasten voorzien voor publiciteit.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)

Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De bijkeukens voldoen niet aan artikel 21 en 24 van de bouwcode. De vrije hoogte in deze ruimtes bedraagt volgens de plannen 2,51 meter. Verder wordt er geen daglicht en openingen die rechtstreeks uitmonden in open lucht voorzien. Het gaat hier echter om een vergunde ruimtes die waren ingericht als badkamer en kookhoek. In voorliggende aanvraag worden deze omgevormd tot bijkeukens in functie van de nieuwe horecaruimte. Hierdoor kan aangenomen worden dat deze niet als verblijfsruimtes dienst zullen doen. Een afwijking op artikel 21 en 24 kan, met toepassing van artikel 3 van de bouwcode, voor de bijkeukens toegelaten worden.

Het toegangspad ter hoogte van de afvalberging wordt voorzien met een breedte van 1,58 meter. Volgens artikel 27 van de bouwcode is dit maximaal 1,50 meter breed. Gelet op de functie van dit pad, namelijk leveringen en aanbieden van vuilniscontainers, is een beperkte afwijking toegestaan. Een afwijking op artikel 27 kan, met toepassing van artikel 3 van de bouwcode, voor dit toegangspad toegelaten worden.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het inrichten van een horecazaak in een hoekpand gelegen op de hoek van de Groenenborgerlaan en de Prins Boudewijnlaan. Het voorzien van een horecaruimte vormt in deze stedelijke omgeving een aanvaardbare aanvulling op de aanwezige woonfuncties. Verder zijn in de Prins Boudewijnlaan handelsruimtes kenmerkend op het gelijkvloers van de meergezinswoningen. De functie is in overeenstemming met de toegelaten bestemming volgens het gewestplan.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken beperken zich binnen het bestaande en vergunde volume. Tegenover de laatst vergunde toestand verdwijnen de bijhorende woonruimtes achteraan. Omwille van de goede werking van de horecaruimte, waarbij ook ruimte wordt voorzien voor een afvalberging en bijkeukens, is deze indeling aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels blijven gelijk aan de bestaande toestand. Een lichte gevelsteen met antraciet buitenschrijnwerk en blauwe hardsteen is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

De tuinmuur wordt hersteld en voorzien op een hoogte van 0,40 meter.

 

Het plaatsen van zaakgebonden publiciteit is functioneel aanvaardbaar voor een horecafunctie om zich kenbaar te maken in de omgeving.

De lichtreclame die aan het pand wordt voorzien voldoet mits voorwaarden aan de voorschriften die de verkeerspolitie vanuit veiligheidsoogpunt heeft opgesteld en is bijgevolg aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het project omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.  Bij het frituren ontstaan onmiskenbaar frituurdampen en dus risico op geurhinder. De evacuatie van de afgezogen dampen zal plaatsvinden via een inpandige schouw uitkomend 115 cm boven het dak. Om een snelle en effectieve dispersie te verzekeren en het risico op geuroverlast maximaal te beperken, dient rekening gehouden te worden met de hoogte van de omliggende bebouwing. Als de schouw niet voldoende hoog uitgevoerd kan worden, is als alternatief een zo hoog mogelijke evacuatie in combinatie met een voor- en aktiefkoolfilter aangewezen.

 

De lokale politie geeft een ongunstig advies voor voorliggende aanvraag met volgende afweging: ‘De verkeerspolitie heeft vanuit veiligheidsoogpunt onderstaande opmerking tegen de aanvraag omgevingsvergunning voor het wijzigen van de functie handel naar horeca en het plaatsen van gevelreclame.

Het inrichten van haakse parkeerplaatsen vlakbij een kruispunten met verkeerslichten kan leiden tot een verhoogde verkeersonveiligheid en een verhoogd ongevallenbeeld.

Volgens art. 80.2 van het verkeersreglement (K.B. van 1 december 1975) is het verboden om op de openbare weg reclameborden, uithangborden of andere inrichtingen aan te brengen die de bestuurders verblinden, die hen in dwaling brengen, die, zij het ook maar gedeeltelijk, verkeersborden voorstellen of nabootsen, die van verre met deze verkeersborden worden verward, of die op enige andere wijze de doelmatigheid van de reglementaire verkeersborden verminderen. Bovendien is het verboden een luminositeit met een rode of groene tint te geven aan alle reclameborden, uithangborden of inrichtingen die zich, binnen een afstand van 75 meter van een verkeerslicht bevinden, op minder dan 7 meter boven de grond. Reclame- en voorlichtingsborden langs de weg kunnen de bestuurder afleiden van de rijtaak. Vooral borden met bewegende onderdelen, emotionele reclame-uitingen, borden die zich in het centrale gezichtsveld bevinden en borden die op verkeersrelevante informatie lijken, trekken de aandacht van de automobilist en kunnen daardoor gevaar opleveren voor de verkeersveiligheid.

Bestuurders werpen meer blikken op reclameborden die in het centrale gezichtsveld zijn geplaatst dan op borden in de periferie. Op complexe kruispunten moet worden vermeden om bewegende of wisselende beelden of boodschappen aan te brengen. Dergelijke inrichting zou de aandacht van de weggebruikers immers kunnen afleiden.’

 

Ook het Agentschap Wegen & Verkeer verleent ongunstig advies voor de parkings, het terras en de vlaggenmasten.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

Een bestaande winkel wordt omgevormd naar een frituur. De oppervlakte van het pand wijzigt niet. De oppervlakte is klein (<500m²)

De werkelijke parkeerbehoefte is 0 parkeerplaatsen omdat er geen uitbreiding is.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Voor de recaruimte is de strook te ondiep om wagens te plaatsen. Bovendien is dit absoluut niet wenselijk om zo dicht op de verkeerslichten over het fietspad en de fietsopstelstrook te rijden. Ook voor de voordeur van de appartementen en de frituur kan er niet geparkeerd worden omwille van een toegangspad naar de voordeur.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Voor de wijziging is er geen bijkomende fietsparkeerbehoefte. Het zou wel zeer aan te raden zijn om in de voortuin ter hoogte van de frituur aan de Groenenborgerlaan enkele stallingen voor bezoekers te voorzien.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de haag maximaal 1m hoog te voorzien;

3.      de verlichte gevelreclame te voorzien conform artikel 80.2 van het verkeersreglement (K.B. van 1 december 1975) en geen bewegende of wisselende beelden of boodschappen te voorzien;

Uitsluitingen

4.      de airco in de voortuin;

5.      een houten scheidingswand in de voortuin;

6.      valse plafonds in de horecaruimte;

7.      de parkeerplaatsen, vlaggenmasten en het terras in de voortuin.


Standpunt college

Het college sluit zich grotendeels aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar adviseert op basis van het advies van de lokale verkeerspolitie en het Agentschap Wegen en Verkeer om de parkeerplaatsen en de vlaggenmasten uit de vergunning
uit te sluiten. Het college sluit zich aan bij deze beoordeling.

Evenwel wordt geadviseerd ook het terras uit de vergunning uit te sluiten. Enerzijds wordt opgemerkt dat het terras in strijd is met artikel 27 van de Antwerpse Bouwcode, anderzijds adviseert het Agentschap de aanleg van dit terras ongunstig. Het advies stelt dat het terras vlak naast het voetpad gelegen is waardoor de tafels en stoelen zeer dicht tegen het voetpad geplaatst zouden worden, met risico op hinder voor de voetgangers (en de gebruikers van de frituur).

Het college volgt de argumentatie uit dit advies evenwel niet. Uit het inplantingsplan blijkt duidelijk dat de voortuin van het voetpad wordt gescheiden door een tuinmuur met een hoogte van 0,40 meter. Tussen de tuinmuur en het terras is er bovendien nog een voldoende ruime strook onverharde groene ruimte. Het college is van mening dat het terras, aangelegd in waterdoorlatend grind, op voldoende afstand is gelegen van het voetpad waardoor er geen hinder is voor de voetgangers en/of de gebruikers van het terras. De voorziene terraszone is ook voldoende ruim waardoor tafels en stoelen op voldoende afstand van het voetpad geplaatst kunnen worden.

Gelet op bovenstaande argumentatie, het feit dat de voortuin voldoende groenzone bevat, het terras in dienst staat van een reca-ruimte (frituur) en dit terras aangelegd wordt in waterdoorlatend grind, meent het college dan ook dat een afwijking op artikel 27 van de Antwerpse Bouwcode toelaatbaar is en het terras vergund kan worden. Om die reden schrapt het college de uitsluiting van het terras.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

11 november 2019

Volledig- en ontvankelijk

26 november 2019

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

25 januari 2020

Verslag GOA

27 december 2019

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de haag maximaal 1m hoog te voorzien;

3.      de verlichte gevelreclame te voorzien conform artikel 80.2 van het verkeersreglement (K.B. van 1 december 1975) en geen bewegende of wisselende beelden of boodschappen te voorzien;

Uitsluitingen

4.      de airco in de voortuin;

5.      een houten scheidingswand in de voortuin;

6.      valse plafonds in de horecaruimte;

7.      de parkeerplaatsen en vlaggenmasten in de voortuin.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.