Net zoals bij de eerste lockdown komt ook nu de nood aan ruimte om te wandelen, te sporten, te recreëren, van de natuur te genieten, … duidelijk naar boven. Tijdens de herstvakantie was het koppen lopen in onze grote natuurgebieden: Kalmthoutse Heide, Zoniënwoud, Peerdsbos, Rivierenhof, …
Onder het motto: ook in onze eigen stad moet er voldoende wandel- en recreatieruimte zijn, peilt deze interpellatie naar de initiatieven van dit stadsbestuur om een inhaalbeweging te maken in beschikbare ruimte voor de stadsbewoner en –bezoeker.
Tijdens de vorige lockdown sprongen initiatieven in vele steden in het oog:
Onderzoekers van het World Research Institute maar ook onze eigen UA-prof Tom Coppens pleit voor de 15minuten-stad: een stad waar je binnen vijftien minuten aan alle voorzieningen geraakt – ook groene ruimte. Onderweg daarnaartoe – per fiets of te voet – moet je je verkeersveilig kunnen bewegen – op brede trottoirs en brede – en groene – fietsverbindingen.
De voorzitter van Natuurpunt breekt een lans voor het in gebruik nemen van ‘braakliggende’ gronden, om onze natuur te ontzien.
Onze stad hinkt toch wat achter: er is een zware en lange procedure voor speelstraten en schoolstraten. I.p.v. bestaande open ruimtegebieden open te houden en ze hun rol als spons en verkoeling voor de stad te laten spelen worden ze aangesneden en met weinig inspiratie volgebouwd – ik denk aan de Kwadevelden in Merksem, de verkaveling naast het Hof van Eden in Wilrijk, Hoekakker in Ekeren, … Kansen om meer water in de stad te krijgen worden niet of met mondjesmaat ingevuld; ik denk hier aan die Schijn-Scheldeverbinding die volgens een eigen studie uit 2018 perfect haalbaar is, maar die toch niet uitgevoerd wordt, ondanks Vlaams geld. Of de Brouwersvliet terug open leggen, de Wapper, de Minderbroedersrui, …
Zo zie je dat de strijd tegen een pandemie hand in hand gaat met het klimaatrobuust inrichten van een stad, met minder autoverkeer, meer fiets en voetgangersverkeer, meer groen en meer water. Meer groen en meer water zorgt ook voor meer beleving. En als dat in de nabijheid van iedereen kan, is dit ook een beste sociale maatregel, voor mensen die klein behuisd zijn.
Vragen: