Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019150806 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV PR Havenbedrijf Antwerpen met als adres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Kruispunt tussen verbindingsweg Bevrijdingsdok en Antwerpsebaan |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 18 sectie B nrs 164K2 en 176B |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
regularisatie van de aanleg van een kruispunt tussen de Antwerpsebaan en het Bevrijdingsdok |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Op 25 juli 2018 verleende de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar een stedenbouwkundige vergunning (DBA_2017056993) voor de aanleg van een verbindingsweg tussen het Delwaidedok (heden Bevrijdingsdok) en Antwerpsebaan.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de bestaande toestand die afwijkt van de vergunde toestand ten gevolge van een plaatselijke verbreding van de weg.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
22 januari 2020 |
29 januari 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) |
22 januari 2020 |
3 februari 2020 |
Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
22 januari 2020 |
5 februari 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier geldt voornamelijk het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en - voor de Kruisweg - Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Het Kanaaldok B2 in het westen heeft als bestemming Gebied voor Waterweginfrastructuur. Parallel langs de Kruisweg lopen overdrukken met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur en Verbinding voor fietsers.
Het goed is tevens deels gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Liefkenshoekspoortunnel, goedgekeurd op 9 mei 2008 door de Vlaamse regering.
Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan loopt een overdruk met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.
Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aansluiting van de nieuwe verbindingsweg met de Antwerpsebaan, gelegen ten zuiden van het Bevrijdingsdok, werd anders uitgevoerd dan vergund. De wijzigingen hebben betrekking op maatregelen die genomen zijn om de verkeersveiligheid voor fietsers te verhogen. Zo werd de Antwerpsebaan ten oosten van de verbindingsweg, plaatselijk verbreed tot 3 rijbanen met telkens een verhoogd verkeerseiland zodat fietsers slechts één rijbaan per keer moeten kruisen. Bijkomend werd aan de zuidkant van de Antwerpsebaan het bestaande fietspad uitgebogen om opstelruimte te voorzien voor overstekende fietsers.
Om het aantal rijbanen terug op twee rijbanen te laten aansluiten, werd ten westen van de verbindingsweg een invoegstrook aangelegd om aan te sluiten op het typeprofiel van de Antwerpsebaan.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Naar aanleiding van deze regularisatie wordt geen nieuwe ruimte ingenomen.
Visueel-vormelijke elementen
De invoegstroken hebben een klassieke opbouw in asfalt en worden afgeboord met betonnen boordstenen in opstand. Het fietspad wordt aangelegd in rode asfalt. De verkeerseilanden worden aangelegd in betonstraatstenen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Advies werd gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen. Zij herhalen een voorwaarde uit een vorig advies waarin ze vragen om de zuidoostelijke invoegstrook voor verkeer op de Antwerpsebaan komende uit het oosten, eerder aan te vatten en vroeger te beëindigen zodat de invoegstrook niet zo dicht bij de fietsoversteek en het kruispunt eindigt.
Een tweede voorwaarde stelt dat de noordwestelijke invoegstrook gesupprimeerd moet worden. Vanuit oogpunt van verkeersveiligheid dient het verkeer komende vanuit het noorden via de verbindingsweg tot stilstand gebracht te worden aan het kruispunt om daar in te schatten of het veilig is de Antwerpsebaan op te draaien. Een gelijkaardige situatie was ook voorzien in de oorspronkelijk vergunde situatie.
Beide voorwaarden kunnen worden opgelegd aan de vergunning. Hoewel de voorwaarden optimaal zouden leiden tot aangepaste verhardingen en of het uitbreken van verhardingen, zijn beide voorwaarden tevens uitvoerbaar door het aanbrengen van een aangepaste markering en signalisatie.
Advies werd gevraagd aan de brandweer/risicobeheer/preventie. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit.
Advies werd gevraagd aan de verkeerspolitie van de stad Antwerpen. Zij brachten een gunstig advies uit.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
- Volgende wijzigingen zijn aan te brengen, via aangepaste markering en signalisatie, en/of door aangepaste verharding of het opbreken van verharding (zoals aangeduid op bijgevoegde schets “aanpassingen inplantingsplan nieuwe toestand”):
- Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
6 januari 2020 |
Volledig- en ontvankelijk |
22 januari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
22 maart 2020 |
Verslag GOA |
5 maart 2020 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
- Volgende wijzigingen zijn aan te brengen, via aangepaste markering en signalisatie, en/of door aangepaste verharding of het opbreken van verharding (zoals aangeduid op bijgevoegde schets “aanpassingen inplantingsplan nieuwe toestand”):
- Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.