Terug
Gepubliceerd op 16/03/2020

2020_CBS_02092 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019049910. Ekeren, zone rond spoorlijn 27A vanaf brug Kloosterstraat (KW06) tot en met het vormingsstation Antwerpen Noord (Laarse Beek - A12). District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 13/03/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Fons Duchateau, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_02092 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019049910. Ekeren, zone rond spoorlijn 27A vanaf brug Kloosterstraat (KW06) tot en met het vormingsstation Antwerpen Noord (Laarse Beek - A12). District Ekeren - Goedkeuring 2020_CBS_02092 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019049910. Ekeren, zone rond spoorlijn 27A vanaf brug Kloosterstraat (KW06) tot en met het vormingsstation Antwerpen Noord (Laarse Beek - A12). District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen;

- het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen voor beslissing over de zaak van de wegen.

 

Projectnummer:

OMV_2019049910

Gegevens van de aanvrager:

NV PR INFRABEL met als contactadres Marcel Broodthaersplein 2 te 1060 Brussel

Gegevens van de exploitant:

NV TUC RAIL met als adres Fonsnylaan 39 te 1060 Sint-Gillis

Ligging van het project:

Ekeren, zone rond spoorlijn 27A vanaf brug Kloosterstraat (KW06) tot en met het vormingsstation Antwerpen Noord (Laarse Beek - A12)

Kadastrale gegevens:

afdeling 7 sectie G nrs. 2320K, 2325B, afdeling 17 sectie E nrs. 212/2 , 278D, 282C, 317A, 317B, 318A, sectie G nrs. 122K, 123B, 125F, 127B, 128A, 130E, 133E, 136C, 159D, 164E, 164F, 164D, 164G, 167G, 167K, 168E, 170D, 170F, 171B, 173B, 174B, 175B, 178B, 179B, 202C, 208B, 209B, 210D, 269F, 288B2, 345F, sectie H nrs. 341D, 342A, 344B, 345B, 346A, 348B, 351M, afdeling 33477C, 485E, 485G, 485F, 486K, 486N, 489L, 489G, 489K, 490B, 491B, 492K, 492L, 493C, afdeling 34 sectie E nrs. 80V, 81K, 81H, 81A, 81C, 81G, 81F, 82F, 82C, 82G, 82A, 82H, 82K, 83K, 83L, 83E, 84A, 84C, 85S, 85G, 85T, 85E, 85/2 A, 85P, 85/2 B, 85V, 85Z, 88D, 88C, 153E, 180R, 181R, 181S, 181F, 182E, 185W, 188S, 188R, 190P, 190L, 190M, 208C, 208H, 209B, 209C, 210F, 210G, 210H, 211C, 211E, 213F, 214E, 214G, 217F, 218E, 219E, 219D, 220D, 221C, 222E, 223D, 223E, 223K, 225D, 225C, 226F, 226N, 226K, 227A, 228D, 228E, 229G, 230B, 231B2, 231C2, 240D, 240E, 241D, 241E, 241F, 242B, 242A, 243/2 B, 243B, 243A, 243/2 A, 243/2 C, 244M, 244G, 244E, 244D, 244H, 244C, 244N, 244P, 245F, 245B, 245H, 245G, 245A, 245C, 246S, 246P, 246M, 246N, 246/2 , 246R, 246H, 246K, 246L, 247F2, 248H, 248Y, 248T, 248M, 248X, 248F, 248V, 248S, 248L, 248W, 249H, 249V, 249R, 249W, 249S, 249A, 249N, 249M, 249T, 250, 251, 252, 253B, 253C, 254C, 255C, 256C, 269F, 269E, 269D, 270, 271, 272E, 272A, 272D, 273A, 273B, 274B, 274A, 275, 276E, 278C, 279G, afdeling 35 sectie F nrs. 29X, 29Y, 31X, 31/2 B, 31F, 31V, 31K, 31W, 31T, 31L, 32F, 33E, 33A, 34K2, 35S3, 35E2, 35V, 35W3, 35P3, 35X, 35V3, 35R3, 35A2, 35Z, 35B2, 39P, 42C3, 42B3, 45M, 45N, 45P, 48D, 54Y, 54X, 56E, 56C, 59E, 115C, 119C, 120C, 121G, 121C, 121F, 121E, 121D, 122F, 123R, 123V, 125K, 127T, 127X4, 127W, 127V, 128R, 128X, 128S, 128P, 217B, 218C, 219C, 241H4, 241B4, 241H3, 241L5, 241V3, 241X4, 241S2, 241M2, 241G5, 241K5, 241K, 241V4, 241C5, 241B5, 241D5, 241V2, 245D, 245E, 246E, 247D, 248P, 252K5, 252L4, 252M4, 252R5, 252S5, 252T5, 253F, 253D, 254D, 254H, 254Z2, 257P2, 257R2, afdeling 39 sectie A nrs. 217E, 218/2 C en afdeling 41 sectie B nrs. 44K

Inrichtingsnummer:

20190910-0039 (Stockage in toekomstig natuurpark)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

aanleggen van spoorvertakking "Oude Landen" en exploiteren stockagezones

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Huidige toestand

- de huidige dubbelsporige goederenlijn (A27), vertrekkende vanuit de Antwerpse haven, loopt via een lange bocht doorheen Ekeren;

- deze spoorlijn ligt op een verhoogde berm;

- inkomende en uitgaande treinen kruisen elkaar via wissels;

- onverharde dienstwegen langsheen de spoorweg;

- thv. Prinshoeveweg is er een geïsoleerd landbouwlandschap; 

- oude stalen brug thv. de kruising van L27A met L12;

- smalle onderdoorgang van Prinshoeveweg met de L27A.

 

Gewenste toestand

-   een verhoogde capaciteit van de huidige goederenspoorlijn met een nieuwe, ongelijkgrondse, vertakking “Schijn” en vernieuwde spoorbruggen;

-  aangelegd natuurpark “Oude Landen”;

- vervolledigen van het fietsnetwerk;

- aanleg van een speelbos;

- tussen de bebouwing en de spoorlijn voorzien van geluidschermen.


Inhoud van de aanvraag

-       aanleggen van bijkomende spoorlijnen, zodat de huidige spoorlijn verhoogt in capaciteit;
-       aanleggen van het natuurpark “Oude Landen”, met nieuwe waterlopen, afwateringsgreppels, vlonderpaden en aanplantingen;
-       bestaande gelijkgrondse vertakking “Schijn” omvormen tot een ongelijkgrondse vertakking Oude Landen;
-       afbreken bestaande spoorbruggen en plaatsen nieuwe bruggen over Statiestraat en Kloosterstraat (viaduct Leugenberg) en verbreden van bestaande spoorbrug Prinshoeveweg;
-       plaatsen van geluidsschermen, aanleggen van nieuwe fietspaden die aansluiten op de fiets-o-strade en het plaatsen van spoortrappen;
-       aanplanten van groenschermen en speelbos;
-       heraanleg van de onderdoorsteek Prinshoeveweg;
-       aanleg van vrijliggend fietspad en parkrand in de Prinshoeveweg.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft het Vlaamse project “ontsluiting Oude Landen”. Hierbij wordt een vertakkingscomplex op taluds aangelegd in het toekomstige “parkgebied Oude Landen” ter vervanging van het bestaande gelijkgrondse vertakkingscomplex “Schijn” aan de ingang van het vormingsstation aldaar.

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

2.2.2.f)2°

opslag en mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen van meer dan 100 ton;

14.000,00 ton

61.2.2°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het VLAREBO met een capaciteit van meer dan 10.000 m³.

260.000,00 m³

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

3 februari 2020

21 februari 2020

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen

3 februari 2020

 

Bij de opmaak van het verslag was nog geen advies voorhanden

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen

5 februari 2020

7 februari 2020

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

3 februari 2020

21 februari 2020

stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ ruimtebeheer

12 februari 2020

Bij de opmaak van het verslag was nog geen advies voorhanden

stadsontwikkeling/ mobiliteit

12 februari 2020

13 februari 2020

  

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen, goedgekeurd op 30 april 2013.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen, goedgekeurd op 27 mei 2011.

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-       Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

Sectorale regelgeving

-       Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-       Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-        BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Dit geheel is gelegen deels binnen een zone voor dagrecreatie, deels binnen het GRUP “Spoorweginfrastructuur en Natuurpark Oude Landen”. Er werden in de aanvraag geen afwijkingen geconstateerd aangaande de geldende voorschriften, noch wat betreft de Antwerpse bouwcode en de richtlijnen van het gewestplan als betreffende de specifieke bepalingen van het van kracht zijnde GRUP.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt de omvorming van de tweede spoorwegontsluiting naar de haven van Antwerpen door aanpassingen ter hoogte van de bocht “Oude Landen” in het district Ekeren, waarbij voornamelijk een verdubbeling van de spoorwegbundel wordt voorzien, een aanpassing van de gelijkvloerse spoorwegkruising naar een ongelijkgrondse vertakking en de aanleg van het aanpalende natuurpark “Oude Landen”.

Betreffend voorstel is voor elk van vermelde onderdelen geheel in overeenstemming met de specifieke bestemmingsbepalingen van de zonering van het gewestplan, namelijk dagrecreatie, en die van het van kracht zijnde GRUP, dat spoorweg- en parkinfrastructuur voorschrijft.

Er wordt geconcludeerd dat er sprake is van een correcte functionele inpasbaarheid. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Er werd advies ingewonnen bij de bevoegde dienst mobiliteit en zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. Dit klinkt als volgt:
De dienst mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
- de zebra op het kruispunt Prinshoeveweg/Oude Landen ingetekend ter hoogte van de fietsoversteek dient verwijderd te worden gezien dit een foutieve verkeersinrichting is. Een zebrapad is geen fietsoversteek.
- er dient bij het vrijliggend fietspad parallel met de Prinshoeveweg rekening gehouden te worden met eventuele toekomstige opportuniteiten voor lokale aansluitingen op de Poorthoflaan en Leerhoeklaan.

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag voorziet op het gehele terrein geen op te trekken gebouwen of infrastructuur waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik gunstig is.

Visueel-vormelijke elementen
De enige visueel-vormelijke elementen in het project betreffen de materialisatie voor de verschillende aan te leggen ondergronden en de civieltechnische infrastructuren zoals bruggen/tunnels/geluidschermen/vlonderpad/keermuren enzovoort. In het eerste geval is er sprake van elementen die voldoen aan de algemeen gehanteerde richtlijnen voor de aanleg van gelijkaardige buitenvoorzieningen, een combinatie van hout, beton en staal voor de structurele elementen zoals trappen, vlonderbruggen, zitbanken en perrons, steenslag, kiezel en asfalt voor de verscheidene verharde fiets-, wandel- en onderhoudspaden. Algemeen gezien zijn de gebruikte elementen in overeenstemming met een goede ruimtelijke inpassing en aanvaardbaar vanuit visueel oogpunt. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is gunstig. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Zoals voorgeschreven, kijkt het MER inzake geluidsoverlast enkel naar het verschil tussen voor en na het project. Hier wordt duidelijk aangetoond dat hier een positieve impact, geluidsreductie, gerealiseerd wordt door het project.

Door overleg tussen de stad Antwerpen, de initiatiefnemer en het district Ekeren is besloten dat er, niet tegenstaande de conforme geluidsbelasting van het spoorproject, er toch bijkomende geluidschermen moeten geplaatst worden in de nabijheid van de woonwijken. Op datum van 10 mei 2019 besliste het college om een reeks flankerende maatregelen goed te keuren betreffende dit project. (Jaarnummer 2019_CBS_03990). Deze flankerende maatregel geeft een bijkomende geluidsreductie, bovenop de wettelijke verplichtingen vanuit het MER. Het MER heeft deze ook berekend en inzichtelijk gemaakt wat de winsten zijn.

Echter lijkt het aangewezen een verdere optimalisering van de geluidschermen door te voeren bij de aanlegwerken. Zo was er gevraagd geluidschermen te voorzien langsheen de huizenkant. Er wordt opgemerkt dat aan de oostzijde niet alle sporen een geluidscherm gekregen hebben, het bovenste spoor dient ook een scherm te krijgen om zo te voldoen aan het concept van de flankerende maatregelen. Het is aangewezen om het geluidscherm aan de Prinshoeveweg, langs de westzijde, minstens over een 200 m door te trekken.

Er kan verder ook worden opgemerkt dat een geluidsreductie bekomen kan worden, bovenop de noodzakelijke ingrepen van het MER, in de spoorbocht zelf, tussen Prinshoeveweg en Bist. Hier zijn reeds 2 schermen voorzien aan beide zijden van de 4 sporen, echter zou een laag tussenscherm tussen de 2 x 2 sporen het uitdragen van geluid overheen de buitenste schermen sterk kunnen verminderen. Dit zal vooral effect hebben voor de iets verder gelegen woningen in de woonwijken van Ekeren. Algemeen geven we ook mee dat de transparante geluidschermen op de verschillende bruggen naadloos moeten aansluiten op de geluidschermen op de verhoogde spoorbeddingen. Dit om geluidslekken te voorkomen. Deze vaststellingen zullen als voorwaarden worden meegenomen in het advies.

Voor het advies over het deelaspect geluid geldt dan ook “gunstig met aanbevelingen”:

  1. bijkomende geluidsafscherming langs de hoger gelegen L27G in het segment ten zuiden van de kruising van de spoorlijnen in de spoorbundel Oude Landen;
  2. maatregelen om de geluidsverhoging teniet te doen die aan de westzijde ontstaat door reflectie van het oostelijke scherm (meer absorberend maken verkeerszijde oostelijk geluidsscherm tussen Prinshoeveweg en Hertogenlaan; of verlengen westelijke scherm tot voorbij de brug over de Prinshoeveweg over een afstand van minstens 200 m);
  3. overwegen van optimalisering van de bestaande geluidsschermen;
  4. een naadloze connectie te voorzien tussen de vaste geluidschermen op de spoorbedding, met de transparante geluidschermen op alle spoorbruggen die voorzien worden in het project.

Argumentatie:
1. De aanvraag voorziet geluidsschermen over de hele oostzijde van de spoorbundel L27A/G, tot aan het tractieonderstation aan de Salaadweg, zoals afgesproken met de stad Antwerpen.
Het project-MER stelde als milderende maatregel enkel een verlenging van het geluidsscherm aan de westzijde voor op de brug over de Prinshoeveweg. Het project werd wat betreft geluidshinder als globaal positief beoordeeld omdat er na uitvoering van het project minder geluidshinder zal zijn dan voor de uitvoering. De project-MER (12.4.4.1.2) toont echter ook aan dat na uitvoering van het project in 2030 de omliggende woonwijk nog hoge geluidsniveaus kent (Lden 54 dB; Lnight 44 dB) (tabel 11.16, p325). Bijkomende geluidsafscherming is aangewezen.

De akoestische nota, dossierstuk bij de omgevingsvergunning, toont aan dat de bijkomende geluidsschermen langsheen de hele spoorbundel volstaan om een aanzienlijke geluidsreductie te realiseren ter hoogte van de woningen tussen kruisingen Prinshoeveweg en Pagelaan (tot 8dB(A) bij de dichtst gelegen woningen). Tussen kruisingen Pagelaan en Kretenborglaan daalt de geluidsreductie tot onder de 3 dB(A), waardoor er nog weinig verschil te horen is tussen de situatie met of zonder scherm (omwille van de grotere afstand tussen woningen en het spoor, en verspringen van het geluidsscherm naar lager gelegen spoor). Ten zuiden vanaf de kruising Kretenborglaan, is de geluidsreductie verwaarloosbaar, hoewel de woningen daar terug dichterbij gelegen zijn, omdat het geluidsscherm verspringt naar de lager gelegen buitenspoorlijn L27A; de hoger gelegen dubbele L27G wordt daardoor veel minder afgeschermd. Hieruit wordt geconcludeerd dat (enkel) het verder verspringen van het scherm naar het lager gelegen buitenspoor (ten zuiden van de tunnel) geen efficiënte reducerende geluidsmaatregel is. Om ten zuiden van de kruising van de spoorlijnen geluidsreductie te bekomen zou (ook) de hoger gelegen L27G moeten afgeschermd worden. 

2. "Ten westen van de spoorlijnen zorgt de verlenging van het scherm voor een beperkte geluidsverhoging van het specifieke geluid voor de bewoners aan de Poorthoflaan. De geluidsverhoging bedraagt maximaal ca. 1,5 dB(A). In het noordelijk gedeelte van de Poorthoflaan is de geluidstoename van het specifiek geluid nog beperkt tot ca. 0,5 dB(A)." Deze geluidstoename is zeer beperkt, doch binnen de verplichtingen van het MER. Niettegenstaande werd door het college besloten om dit westelijke scherm minstens 200 m door te trekken voorbij de Prinshoeveweg. Door dit te doen zal de positieve geluidsreductie die elders rond het traject bekomen wordt, ook voor de bewoning aan deze kant van de spoorlijn behaald worden.

3. Ook verschillende immissiepunten ter hoogte van de bestaande geluidsschermen (vb Bosstraat 71) hebben in de geplande situatie nog geluidsniveaus die de nodige aandacht vereisen. Waar 4 sporen naast elkaar liggen, is een scherm van 1,5 m hoog aan de buitenrand waarschijnlijk niet de meest optimale geluidswering. Een hoger geluidsscherm, een scherm dichter bij de sporen, of een bijkomend laag scherm tussen de sporen zijn mogelijke oplossingen. Dergelijke aanpassingen van het nieuw te plaatsen oostelijke scherm in deze zone, of een bijkomend laag scherm tussen de sporen ter opvanging van het rolgeluid, zijn in verhouding tot het voorliggende dossier, en in lijn met de maatregelen die de aanvrager voorziet in hun dossier naar geluidsmildering.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

De klemtoon van dit dossier ligt bij het te realiseren kunstwerk, met name het spoorvertakkingscomplex voor goederentransporten van en naar de haven, en de bijhorende herinrichting van het omliggende gebied maar de geplande werken omvatten niettemin tijdens de aanlegfase ook ingedeelde activiteiten. Het gaat om de tijdelijke stockage teeltaarde, grond, steenslag en asballast. Deze materialen zullen zoveel mogelijk hergebruikt worden  binnen de kadastrale werfzone.

Het totale grondverzet wordt geschat op 730.000 m³. Naast de ter plaatse afgegraven grond en de vrijgekomen asballast en steenslagballast wordt er ook grond gebruikt afkomstig van de grondstockage van de haven ter hoogte van Antwerpen Noord. Deze grond werd getest op geotechnische en milieuhygiënische kwaliteit en werd goed bevonden voor gebruik voor de aanleg van de taluds ter hoogte van de te realiseren vertakking Oude Landen. Deze grond wordt per spoor van de stockageplaats in de haven naar de werfzone vervoerd.

Er worden twee stockagezones voorzien langs het traject van het werkspoor van respectievelijk 65.000 m³ en 186.000 m³, uit de bijgevoegde plannen blijkt dat de afstand naar de dichtsbijgelegen woningen voldoende groot is om stofhinder te vermijden, dit neemt niet weg dat de exploitant steeds voorzorgmaatregelen moet nemen om bij droge periodes stofvorming te voorkomen of tenminste te beperken.

Voor volgende artikels worden bijstellingen gevraagd:

Artikel 5.2.1.2§2:
“Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit is de installatie en het gebruik van een geijkte weegbrug met automatische registratie verplicht. De installatie en het gebruik van een geijkte weegbrug is in ieder geval verplicht voor inrichtingen waar bedrijfs- of huishoudelijke afvalstoffen afkomstig van derden worden verwijderd. De ijking gebeurt overeenkomstig de ijkwet. De toegang van de aanvoerende vrachtwagen is slechts toegelaten over de in werking zijnde weegbrug.”

Artikel 5.2.1.2§3:
“Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, mag de normale afvalstoffenaanvoer en –afvoer niet vóór 7.00 uur en niet na 19.00 uur plaatsvinden."

Artikel 5.2.1.5§5: “Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, wordt langsheen de randen van de inrichting een groenscherm van minstens vijf meter breedte aangelegd. Het groenscherm bestaat uit streekeigen laag- en hoogstammige dichtgroeiende gewassen. De exploitant neemt de nodige maatregelen om zo snel mogelijk een efficiënt groenscherm te bekomen. Voor nieuwe inrichtingen wordt het groenscherm aangeplant zodra de bouwwerken dat toelaten en het plantseizoen is aangebroken. Indien geen bouwwerken worden uitgevoerd, wordt het groenscherm aangeplant in het eerste plantseizoen dat bij de aanvang van de uitbating aansluit."

Artikel 5.2.1.6§4:
“Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning en onverminderd andere voorwaarden inzake het voorkomen van geluidshinder, zijn rustverstorende werkzaamheden verboden op werkdagen vóór 7.00 uur en na 19.00 uur evenals op zon- en feestdagen."

Artikel 5.61.2§2:
“Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, is de installatie en het gebruik van een geijkte weegbrug met automatische registratie verplicht. De ijking gebeurt overeenkomstig de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen. De toegang van de aanvoerende vrachtwagens is slechts toegelaten over de in werking zijnde weegbrug."

Artikel 5.61.2§3:
“Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, mag de normale aan- en afvoer van uitgegraven bodem niet vóór 7.00 uur en niet na 19.00 uur plaatsvinden."

De gevraagde bijstellingen worden als volgt gemotiveerd (samenvatting):

Het grondtransport zal per trein gebeuren en om organisatorische redenen zullen deze transporten 7 dagen op 7 en zowel ’s nachts als overdag plaatsvinden. Dit transport zal een beperkte hinder hebben op de omwonenden omdat de treinen op een goederenlijn rijden die altijd dag en nacht gebruikt wordt. Het vervoer van gronden via het spoor heeft vooral positieve effecten en reduceert omgevingshinder in vergelijking met transport via de weg. Het werfverkeer zal vooral via de A12 gebeuren en minimaal via lokale wegen.

De stockagezone wordt enkel gebruikt om bodemmaterialen te stockeren die nodig zijn voor ophoging en aanvulling binnen de werken van het project “ontsluiting Oude Landen”. Bovendien zullen de bodemmaterialen enkel afkomstig zijn van één specifieke zone in de haven. Om deze redenen is geen geijkte weegbrug met automatische registratie nodig om de traceerbaarheid van de bodemmaterialen te garanderen. Registratie van hoeveelheden doorheen de tijd zullen vooral gebeuren via topografische opmetingen maar ook aan de hand van het aantal vrachten doorheen de tijd.

De stockagezones worden bewust voorzien op een zekere afstand van de omwonenden op een locatie waar reeds natuurlijke schermen aanwezig zijn. Hierdoor wordt geprobeerd visuele hinder en stofhinder te beperken. De tijd nodig om een groenscherm conform artikel 5.2.1.5§5 te laten ontwikkelen is te groot rekening houdend met de duur van de exploitatie.

De gevraagde afwijkingen kunnen op basis van de motivering hoofdzakelijk worden toegestaan gezien het gaat om spoortransporten en geen wegtransporten via vrachtwagens waar in de sectorale voorwaarden duidelijk allusie op gemaakt wordt. Uitzondering wordt echter gemaakt voor de rustverstorende activiteiten (5.2.1.6§4). De stad Antwerpen adviseert dergelijke verzoeken steeds ongunstig tenzij het gaat om zeer uitzonderlijke werken en zeer beperkte tijdsstippen. Anderzijds moet worden verduidelijkt dat uiteraard niet alle werkzaamheden die plaatsgrijpen in het tijdsvenster 19.00 uur – 7.00 uur vanzelfsprekend als rustverstorend moeten worden beschouwd. Activiteiten kunnen bijgevolg plaatsvinden binnen dit tijdsvenster in zoverre zij de rust niet verstoren.

Advies van het college

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven om de vergunning te verlenen, mits voldaan wordt aan de aanbevelingen met betrekking tot de geluidshinder en de detailopmerkingen met betrekking tot mobiliteit.

  1. bijkomende geluidsafscherming langs de hoger gelegen L27G in het segment ten zuiden van de kruising van de spoorlijnen in de spoorbundel Oude Landen;
  2. maatregelen om de geluidsverhoging teniet te doen die aan de westzijde ontstaat door reflectie van het oostelijke scherm (meer absorberend maken verkeerszijde oostelijk geluidsscherm tussen Prinshoeveweg en Hertogenlaan; of verlengen westelijke scherm tot de noodzakelijke afstand voorbij de brug over de Prinshoeveweg);
  3. optimalisering van de bestaande geluidsschermen omdat ook daarlangs de advieswaarden van de WGO worden overschreden.

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden en milderende maatregelen in het project-MER, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen. De gevraagde bijstellingen worden gunstig geadviseerd met uitsluiting van de gevraagde bijstelling voor wat betreft de rustverstorende activiteiten.

Geadviseerde rubrieken 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

2.2.2.f)2°

opslag en mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen van meer dan 100 ton;

14.000,00 ton

61.2.2°

tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die voldoet aan een toepassing overeenkomstig het VLAREBO met een capaciteit van meer dan 10.000 m³.

260.000,00 m³

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarde:
Rustverstorende activiteiten mogen niet plaatsvinden tussen 19.00 uur en 7.00 uur.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

31 januari 2020

Start 1e openbaar onderzoek

2 februari 2020

Einde 1e openbaar onderzoek

2 maart 2020

Start 2e openbaar onderzoek

2 februari 2020

Einde 2e openbaar onderzoek

5 maart 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

30 maart 2020

Uiterste adviesdatum

14 maart 2020

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

Wegens laattijdig verschijnen van de bekendmaking van het eerste openbaar onderzoek in de krant werd een tweede openbaar onderzoek opgestart.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

2 februari 2020

2 maart 2020

0

0

0

0

2 februari 2020

5 maart 2020

17

0

0

13

Bespreking van de bezwaren

Er werden 30 bezwaren ingediend. Een gedeelte hiervan is stedenbouwkundig van aard, zoals onvoldoende aansluitingen op de fiets-o-strade, hinder door de keuze van de ligging van de werfwegen, aanleg van een park in plaats van een bos, te lage vegetatie aanplantingen op de bermen enzovoort. Dit gaat eerder om technische bezwaren. De beoordeling hiervan kan worden overgelaten aan de vergunningverlenende overheid.

Verder werd er één bezwaar ingediend dat de meerwaarde van het project in vraag stelt. Dit bezwaar is gestoeld op volgende redeneringen:

  • het project is een politieke keuze;
  • het project is een makkelijke keuze;
  • dit project maakt onderdeel uit van een groter geheel en mag niet los gezien worden van dit grotere geheel;
  • door het uitvoeren van dit project worden belangrijke alternatieven onmogelijk gemaakt;
  • door dit project uit te voeren worden de schaarse financiële middelen opgemaakt ten koste van kleinere projecten die een belangrijke bijdrage kunnen leveren om het goederenspoorvervoer te optimaliseren.
Hierbij wenst het stadsbestuur te benadrukken dat dit spoortraject voor de haven van Antwerpen, de stad Antwerpen, de vervoersregio Antwerpen en Vlaanderen een belangrijk en strategisch spoortraject is. De Vlaamse overheid en de stad hebben in het Toekomstverbond besloten een duurzame modal split te behalen in de Vervoersregio Antwerpen. Om dit te halen werd een breed pakket van maatregelen opgestart, waaronder ook investeringen in spoortransport. De stad staat dan ook achter het principe van het omzetten van vervoer via de weg naar vervoer via het spoor.

De milieutechnische aspecten van de ingediende bezwaren omvatten vooral de geluidshinder, het vervoer van gevaarlijke producten doorheen een woonzone en de uitstoot ten gevolge van diesel. In het project-MER wordt gesteld dat ondanks het groeiend aandeel in spoortrafiek er toch een verminderde geluidsbelasting zal ontstaan ten gevolge van de geplande situatie ten opzichte van de referentiesituatie aangezien de verminderde emissie van het rollend materieel een groter (positief) effect heeft dan de vermeerderde emissie door toename in aantal treinpassages.

Voor het vervoer van gevaarlijke producten per spoor wordt verwezen naar het KB (Koninklijk Besluit) van 28 juni 2009 betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen via de weg of per spoor. Dit KB zorgt voor de omzetting van de richtlijn 2008/68/CE van de Europese Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land in Belgisch Recht.

In het project-MER wordt bij de discipline “Mens – ruimte, hinder en gezondheid” het effect van de uitstoot ten gevolge van het gebruik van diesel besproken. Er wordt gesteld dat “Door de toename van het treinverkeer, inclusief dieseltreinen, wordt echter ook een beperkt negatieve impact op de luchtkwaliteit (NO2) verwacht. Als flankerende maatregel wordt voorgesteld om in te zetten op de elektrificatie van de (goederen)treinen.” Dit is een positieve impact in de ruimere omgeving gezien er minder vrachtwagens zullen zijn.

Informatievergadering
Een informatievergadering werd gehouden op 14 februari 2020 in Den Bell, Francis Wellesplein 1 te 2020 Antwerpen. Het verslag zal worden opgeladen via het omgevingsloket.

Wegenwerken

Artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet stelt dat indien de vergunningsaanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen neemt, alvorens de bevoegde overheid een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.

De gemeenteraad zal op 30 maart 2020 een beslissing nemen over de zaak van de wegen. Deze beslissing zal worden overgemaakt aan de vergunningverlenende overheid.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.


Stedenbouwkundige voorwaarden:

Er dient voldaan te zijn aan de voorwaarden met betrekking tot de geluidshinder: 

  1. bijkomende geluidsafscherming langs de hoger gelegen L27G in het segment ten zuiden van de kruising van de spoorlijnen in de spoorbundel Oude Landen;
  2. maatregelen om de geluidsverhoging teniet te doen die aan de westzijde ontstaat door reflectie van het oostelijke scherm (meer absorberend maken verkeerszijde oostelijk geluidsscherm tussen Prinshoeveweg en Hertogenlaan; of verlengen westelijke scherm voorbij de brug over de Prinshoeveweg over een afstand van minstens 200 m);
  3. optimalisering van de bestaande geluidsschermen;
  4. een naadloze connectie te voorzien tussen de vaste geluidsschermen op de spoorbedding, met de transparante geluidsschermen op alle spoorbruggen die voorzien worden in het project;
  5. de breedte van de nieuwe fietssnelweg aan de oostzijde van de nieuwe spoorwegbundel moet worden aangepast naar 4 meter exclusief boordstenen.

Bijzondere milieuvoorwaarde:

Rustverstorende activiteiten mogen niet plaatsvinden tussen 19.00 uur en 7.00 uur. 

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Taak

SW/V

Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.