Terug
Gepubliceerd op 16/03/2020

2020_CBS_02327 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020002141. Scheldelaan 10. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 13/03/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Fons Duchateau, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_02327 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020002141. Scheldelaan 10. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_02327 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020002141. Scheldelaan 10. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020002141

Gegevens van de aanvrager:

NV TOTAL OLEFINS ANTWERP met als adres Scheldelaan 10 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan 10 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 14 sectie A nr. 70K

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

Afbraak van de aromaten unifining eenheid

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-        Op 16 juni 1986 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1985/B/18/67601-18004) voor het uitbreiden van de aromateneenheid;

-        Op 17 oktober 1991 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1991/B/18/78352-91/329) voor een aromatentank.

 

Bestaande toestand

De aromateneenheid wordt hoofdzakelijk vergund geacht.


Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft de afbraak van de aromateneenheid.

 

Argumentatie

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Marshalldok – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Scheldelaan op circa 470 meter ten zuiden van de aanvraag heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Op het terrein van een olieraffinaderij bevindt zich op circa 80 meter van de oostzijde van het Marshalldok een aromateneenheid. Deze eenheid werd in 2015 reeds uit dienst genomen en zal nu afgebroken worden uit veiligheidsoverwegingen en om plaats te maken voor nieuwe projecten. De aromateneenheid betreft volgende installaties en constructies:

-        een reactor;

-        twee torens;

-        zes procesvaten;

-        acht pompen;

-        twee zuigcompressoren;

-        19 warmtewisselaars.

 

De aangevraagde afbraak is inclusief alle structuren, bordessen, platformen, piping, kabels van elektrische en instrumentele toestellen en alle bovengrondse betonwerken.

De oprichting van nieuwe, vervangende constructies maakt geen deel uit van voorliggende aanvraag.

 

De aanvraag omvat de sloop van constructies op een industrieel ontwikkeld blokveld. De afbraak van deze constructies omvat eveneens de verwijdering van structuur en funderingen die niet verder noodzakelijk zijn voor de stabiliteit van nog in bedrijf zijnde nabijgelegen delen van de fabriek. Al leidt de afbraak bijgevolg niet tot het weer bouwrijp maken van het terrein, wat niet van zuinig en efficiënt ruimtegebruik getuigt, is verdere afbraak dus thans technisch onhaalbaar en slechts uitvoerbaar op het ogenblik dat ook de aanpalende constructies mogelijk op termijn worden gesloopt. Het behoud van een industriële constructie zonder enige culturele, historisch of esthetische waarde zou bovendien net zoals volledige afbraak tot onveilige situaties op het terrein kunnen leiden. De sloop kan bijgevolg wel gunstig worden geadviseerd.

 

Het terrein is tevens na de sloopwerkzaamheden vochtig te houden of in te zaaien met een streekeigen grasmengsel om stofhinder naar de omgeving te voorkomen.

 

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag betreft de sloop van niet historisch of architecturaal waardevolle constructies midden in industriegebied. De ruimtelijke impact is hierdoor beperkt. De sloop is te verantwoorden daar deze installatie al sinds 2015 uit dienst is genomen en wordt afgebroken uit veiligheidsoverwegingen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De toegang tot en de bereikbaarheid van de werfzone en omgeving dient te allen tijden verzekerd en toegestaan aan de hulpdiensten.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

De bijzondere aandacht wordt ook gevestigd op het gegeven dat de afbraak van de thans niet mee vervatte sloop van bepaalde funderingen en ondergrondse constructies als voorwaarde zal opgelegd worden zodra de sloop van de aanpalende constructies die anders thans instabiel worden, wordt aangevraagd.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-        Voor zover mogelijk zonder de stabiliteit van aanpalende nog in gebruik zijnde constructies in het gedrang te brengen zijn alle ondergrondse constructies van de te slopen gebouwen te verwijderen; uitzondering hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2,00 meter onder de paalkop; ongebruikte rioleringen en leidingen moeten tevens voor zover als mogelijk zonder de stabiliteit in het gedrang te brengen uit de ondergrond verwijderd worden; het is verboden aan te vullen met puin of ander afval.

-        De toegang tot en de bereikbaarheid van de werfzone en omgeving dient te allen tijde verzekerd en toegestaan aan de hulpdiensten.

-        Het terrein is na de sloopwerkzaamheden vochtig te houden of in te zaaien met een streekeigen grasmengsel om stofhinder naar de omgeving te voorkomen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

25 februari 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

26 maart 2020

 

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.


De bijzondere aandacht wordt gevestigd op het gegeven dat de afbraak van de thans niet mee vervatte sloop van bepaalde funderingen en ondergrondse constructies als voorwaarde zal opgelegd worden zodra de sloop van de aanpalende constructies die anders thans instabiel worden, wordt aangevraagd.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-        Voor zover mogelijk zonder de stabiliteit van aanpalende nog in gebruik zijnde constructies in het gedrang te brengen zijn alle ondergrondse constructies van de te slopen gebouwen te verwijderen; uitzondering hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2,00 meter onder de paalkop; ongebruikte rioleringen en leidingen moeten tevens voor zover als mogelijk zonder de stabiliteit in het gedrang te brengen uit de ondergrond verwijderd worden; het is verboden aan te vullen met puin of ander afval.

-        De toegang tot en de bereikbaarheid van de werfzone en omgeving dient te allen tijde verzekerd en toegestaan aan de hulpdiensten.

-        Het terrein is na de sloopwerkzaamheden vochtig te houden of in te zaaien met een streekeigen grasmengsel om stofhinder naar de omgeving te voorkomen.

 

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst  Taak
SW/V Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.