Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019158244 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Oesem Ajaha met als adres Wipstraat 51 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Wipstraat 51 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 8sectie H nr. 1120A2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
regulariseren van een functiewijziging van een garage naar horecaruimte |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 02/06/1978: vergunning (18#59584) voor een verbouwing.
Vergunde/vergund geachte toestand
- meergezinsgebouw bestaande uit 4 bouwlagen onder plat dak;
- gelijkvloerse bergplaats en autobergplaats.
Huidige toestand
- meergezinsgebouw bestaande uit 4 bouwlagen onder plat dak;
- gelijkvloerse bergplaats en horecaruimte.
Gewenste toestand
- meergezinsgebouw bestaande uit 4 bouwlagen onder plat dak;
- gelijkvloerse bergplaats en horecaruimte.
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van een functiewijziging van een autobergplaats naar een horecaruimte;
- regulariseren van de gelijkvloerse voorgevel
- de bovenliggende verdiepingen maken geen deel uit van de aanvraag.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
17 januari 2020 |
10 februari 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Onroerend Erfgoed |
17 januari 2020 |
19 februari 2020 |
Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
17 januari 2020 |
30 januari 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
17 januari 2020 |
23 januari 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
17 januari 2020 |
14 februari 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer op volgend punt:
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften;
De aanvraag is in strijd met artikel 27 van de bouwcode dat bij functiewijziging een minimum van 20% open ruimte op het maaiveldniveau oplegt om de leefbaarheid binnen bouwblokken te vergroten. Rekening houdende met de beperkte grootte en de inplanting op de hoek van het bouwblok, kan hier een afwijking op worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode.
Binnen een beschermd stads- of dorpsgezichten geldt op basis van artikel 33 van de bouwcode dat publiciteit op het gevelvlak enkel mag bestaan uit losse letters. Gezien de ligging aan de rand van dit beschermd stads-of dorpsgezicht en de vormelijke inpasbaarheid van de specifieke publiciteit zoals op de foto’s weergeven in de voorliggende aanvraag, kan hier een afwijking op toegestaan worden met toepassing van artikel 3 van de bouwcode.
Functionele inpasbaarheid
Het pand bevindt zich op een hoek. De vergunde toestand voorzag in een afgesloten gelijkvloers met bergruimte en een autoparkeerplaats. De voorgestelde functiewijziging naar een reca-gelegenheid is gezien de ligging op de hoek en de nabijheid van het Mediaplein inpasbaar in zijn omgeving. Het verhoogt de levendigheid van de straat.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
Het pand is gelegen aan de rand van de zone die het beschermde stadsgezicht ‘Deel Plantin en Moretuslei met omgeving’ afbakent. Vanuit het beeldondersteunende karakter van het pand kan geargumenteerd worden dat de voorgestelde wijzigingen aan het gelijkvloers een positieve impact hebben op de beeldkwaliteit van de omgeving. Zo worden de gesloten poorten uit de laatst vergunde toestand opengewerkt en wordt er een levendige plint gecreëerd wat de omgeving ten goede komt.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Voor deze kleine recazaak (50m²) moeten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden. Links in de gevel van de Wipstraat bevindt zich een garagepoort. Echter is de achterliggende ruimte te beperkt om er effectief een auto in te stallen. Deze ruimte wordt omgevormd tot berging maar wordt, gezien de beperkte diepte, in de bestaande toestand niet beschouwd als een garage en dus niet bijgeteld bij de parkeerbehoefte. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval bij deze aanvraag. Het betreft een hoekperceel dat gelegen is in een beschermd stad- en dorpsgezicht. De recafunctie verhoogt het beeldondersteunende karakter van het pand binnen dit beschermd stads- en dorpsgezicht ten opzichte van de vergunde indeling als bergruimte en parking. Daarnaast heeft deze nieuwe levendige functie, gelegen op een hoek en grenzend aan de nieuwe ontwikkeling “Kievit fase 2” een gunstige impact op de ruime omgeving.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit niet dus van toepassing.
|
Links in de gevel van de Wipstraat blijft de garagepoort behouden. Echter bevindt zich achter deze poort een berging. Dit heeft tot gevolg dat er voor deze garagepoort, op het openbaar domein niet kan geparkeerd worden, waardoor er een parkeerplaats op de straat onnodig verdwijnt. Daarom wordt in voorwaarde opgelegd om de garagepoort te vervangen door een deur van maximaal 1,50 meter. De overige delen van de bestaande opening dienen te worden dichtgemetst (met gelijke gevelafwerking als de gelijkvloerse plint) of te worden voorzien van een vast, glazen raam.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Op de plannen van de voorliggende aanvraag is geen afzonderlijke afvalberging voorzien zoals opgelegd in artikel 26 van de bouwcode. Als voorwaarde wordt aan de vergunning toegevoegd dat deze nog voorzien dient te worden. Dit kan bijvoorbeeld in de afzonderlijke bergplaats of in de kelder.
Tot slot stelt artikel 44 van de bouwcode dat horeca-inrichtingen en andere bedrijven en instellingen waar voedsel wordt verwerkt en/of waar warme maaltijden ter plekke worden geconsumeerd, zijn verplicht hun afvalwater via vetafscheiders te lozen. De implementatie van een vetafscheider wordt als voorwaarde aan de aanvraag toegevoegd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. een afzonderlijke afvalberging te voorzien, conform artikel 26 van de bouwcode;
3. een vetafscheider te voorzien, conform artikel 44 van de bouwcode;
4. garagepoort te vervangen door een deur van maximaal 1,50 meter. De overige delen van de bestaande opening dienen te worden dichtgemetst (met gelijke gevelafwerking als de gelijkvloerse plint) of te worden voorzien van een vast, glazen raam.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
19 december 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
17 januari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
17 maart 2020 |
Verslag GOA |
26 februari 2020 |
naam GOA |
Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. een afzonderlijke afvalberging te voorzien, conform artikel 26 van de bouwcode;
3. een vetafscheider te voorzien, conform artikel 44 van de bouwcode;
4. garagepoort te vervangen door een deur van maximaal 1,50 meter. De overige delen van de bestaande opening dienen te worden dichtgemetst (met gelijke gevelafwerking als de gelijkvloerse plint) of te worden voorzien van een vast, glazen raam.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.