Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019143951 |
Gegevens van de aanvrager: |
zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
BVBA ATELIER MILLEVACHES met als adres Adriaan Brouwerstraat 13 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Fotografielaan 3 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 44 sectie D nrs. 153Y en 153Z |
Inrichtingsnummer: |
20191118-0004 (Atelier Millevaches) |
Vergunningsplichten: |
Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten. |
Voorwerp van de aanvraag: |
de exploitatie van een slagersatelier |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de exploitatie van een nieuw slagersatelier aan de Fotografielaan 3 te Wilrijk.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
3.4.1°b) |
het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater met één of meer gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; |
1 m³/uur |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1 x 630 kVA |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
55,30 kW |
17.1.2.1.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; |
600 liter |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
5.000 kg |
45.4.c)2°a) |
inrichtingen voor het behandelen van andere producten van dierlijke oorsprong: werkplaatsen, bestemd voor leurhandel, vis- en vleeswarenfabrieken, alsook uitsnijderijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW tot en met 1.000 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
297,10 kW |
45.4.e)2° |
opslagplaatsen voor producten van dierlijke oorsprong met uitzondering van de producten vermeld in rubriek 48, van meer dan 50 ton; |
550 ton |
45.18.1° |
op- en overslag van dierlijke bijproducten. |
25 ton |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Agentschap Zorg en Gezondheid |
18 december 2019 |
23 december 2019 |
Geen advies |
Vlaamse Milieumaatschappij, afvalwater en lucht |
18 december 2019 |
29 januari 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen |
18 december 2019 |
18 december 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Fotografielaan, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 29 april 2005. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor industrie en openbare wegenis.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) en bijzondere plannen van aanleg (BPA) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een Omgevingsvergunning voor de exploitatie van een slagersatelier.
De aanvraag is gesitueerd in een nieuwbouw aan de Fotografielaan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het BPA Fotografielaan.
De aanvraag is deels in overeenstemming met de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning van 05/05/2017.
Voor voorliggende aanvraag kan een gunstig advies gegeven worden op voorwaarde dat de voorwaarden bij de stedenbouwkundige vergunning met dossiernummer ZWI/B/20163017 correct uitgevoerd worden.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De activiteiten van het slagersatelier van Atelier Millevaches omvatten het uitbenen van karkassen, versnijden, verwerken en bewerken van het vlees tot onder andere charcuterie. Hiervoor wordt op de verdiepingen -1, 0 en 1 een slagersatelier voorzien met al de nodige installaties.
Verse karkassen komen het atelier binnen via de loskade en het gekoelde ontvangstsas waar ze onmiddellijk aangehaakt worden en naar de ruimte ‘koelkamer vers vlees’ op het gelijkvloers gerold worden. Hier kunnen de karkassen bewaard worden tot ze uitgebeend en versneden worden. Indien gewenst kunnen de karkassen ook rijpen in deze ruimte.
De karkassen worden tot vers vlees versneden, tot gehakt verwerkt en gemalen of tot worsten gedraaid in de ruimte ‘snijzaal – vleesverwerking’.
Een gekoelde ruimte is voorzien waar zich de nodige installaties bevinden voor het zouten en pekelen van vlees.
Naast deze ruimtes voor het uitbenen van karkassen en verwerken van vlees, bevinden er zich op het gelijkvloers ook ruimtes met een ondersteunende functie, zoals de afwasruimte, installaties voor het verpakken van de eindproducten, opslag voor verpakkingsmateriaal en een tweede los-en laadkade. Vanaf deze tweede los- en laadkade verlaten de eindproducten het bedrijf voor toelevering aan de eigen winkels en/of afnemers.
Op de eerste verdieping bevinden zich de ruimtes die hoofdzakelijk gericht zijn op de bewerking van het vlees en het bereiden van verse meeneemgerechten. Hiervoor is er een industriële traiteurskeuken, voorzien met installaties zoals fornuizen, stomers, snelkokers, et cetera in de ruimte ‘bereiding maaltijden’. Daarnaast is er een ruimte ‘atelier kroketten’ met de nodige installaties voor het maken van kroketten. In beide ruimtes bevinden zich ook installaties voor het roken van de producten. Verder bevindt er zich op de eerste verdieping van het gebouw nog een ruimte die gebruikt kan worden als wasserij en als opslagruimte.
Op de twee verdiepingen (het gelijkvloers en de eerste verdieping), waar het uitsnijden, verwerken en bewerken van vlees plaatsvindt, bevinden zich verschillende diepvriezers, koelcellen en –kamers die bestemd voor specifieke (eind)producten en grondstoffen (onder andere kruiden, groenten, fruit, …). Om steeds een optimale smaak en natuurlijke houdbaarheid te kunnen waarborgen, zijn er daarnaast ook verschillende snelkoelers en –vriezers.
Opslag van eindproducten in deze gekoelde ruimtes is van eerder tijdelijke aard, aangezien de eigenlijke opslag zich bevindt in de kelderverdieping.
Op de tweede verdieping wordt mogelijks nog een opslagruimte voorzien. Volgende bijkomende informatie werd hierover aangeleverd: “Indien in de toekomst er plannen zouden zijn om de ruimte te gebruiken voor de opslag van indelingsplichtige producten, zal hiervoor op dat moment een afzonderlijke vergunningsaanvraag ingediend worden. De exploitant is op de hoogte van welke producten indelingsplichtig zijn en wat de bijhorende indelingsdrempels zijn. In eerste instantie zou het kunnen dat hier verpakkingen opgeslagen zouden worden, maar dan steeds minder dan 20 ton papier en karton en minder dan 10 ton kunststoffen.”
Op de derde verdieping wordt een kantoorruimte ingericht.
Om deze activiteiten te kunnen uitvoeren zijn er een aantal nutsvoorzieningen nodig zoals koelinstallaties voor de opslag van producten, een transformator, een beperkte opslag van reinigingsproducten, opslag van Protadur (argon - inert gas voor het verpakken van producten onder beschermde atmosfeer), …
Effecten op de luchtkwaliteit
Er worden 4 afzuigingen voorzien. De geleide emissies hebben betrekking op de afzuiging van de productieruimtes, vaatwassers en rookkasten. Al deze installaties zijn enkel in werking tijdens de werkuren. Afzuigpunten 1 en 3 worden voorzien van een ionisatiefilter. Daarnaast is er de opslag van dierlijk afval die potentieel kan zorgen voor geuremissie. Om geurhinder te voorkomen wordt dit gekoeld opgeslagen, afgesloten van de omgeving. Deze opslag is steeds maar van tijdelijke aard, in functie van de regelmatige, georganiseerde afvoer naar een erkend verwerker.
Effecten van geluid
Voornaamste bronnen van geluid zijn de afzuigmotoren van het ventilatiesysteem (respectievelijk 54 dB(A) – 57 dB(A) –56 dB(A) – 61 dB(A)) die zich bevinden op het dak. Deze motoren zijn enkel in werking tijdens de werkuren (circa 8 uur/dag, 20 dagen/maand, gedurende het hele jaar). Daarnaast bevindt er zich nog een gaskoeler (40 dB(A)) op het dak. Deze is steeds in werking. De gaskoeler wordt geïnstalleerd op dempend statief. De afzuigmotoren worden verbonden met een dubbelwandige buis (galva spiraliet). Deze maatregelen hebben een dempend effect en zorgen ervoor dat het geluidsniveau van de bijhorende bronnen nog verder daalt. Overige toestellen zijn binnen opgesteld, waardoor deze akoestisch afgeschermd zijn en niet als potentiële bronnen van geluid naar de omgeving beschouwd worden.
Effecten op het watersysteem
Het huishoudelijk afvalwater is afkomstig van de sanitaire voorzieningen in het gebouw. Daarnaast wordt er ook huishoudelijk afvalwater gegenereerd bij het reinigen van de kantoren. Het huishoudelijk afvalwater wordt afgevoerd via een septische put vooraleer het geloosd wordt in de openbare riolering van de Fotografielaan.
Het bedrijfsafvalwater is afkomstig van de vleesverwerkende activiteiten, meer bepaald naar aanleiding van de productie zelf en het reinigingen van installaties en vloeren in de productieruimtes. Het bedrijfsafvalwater zal afgevoerd worden via een vetput vooraleer het geloosd wordt in de openbare riolering van de Fotografielaan.
Omwille van de strenge kwaliteitseisen die gelden ten aanzien van het gebruikte water in de voedingsindustrie is het in de praktijk niet mogelijk hemelwater nuttig te gebruiken in het productieproces. Het hemelwater wordt eerst maximaal geïnfiltreerd via een infiltratiezone met een buffervolume van 11.300 liter, vooraleer het eventueel overtollige water geloosd wordt op de openbare riolering.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
3.4.1°b) |
het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater met één of meer gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; |
1 m³/uur |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1 x 630 kVA |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
55,30 kW |
17.1.2.1.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; |
600 liter |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
5.000 kg |
45.4.c)2°a) |
inrichtingen voor het behandelen van andere producten van dierlijke oorsprong: werkplaatsen, bestemd voor leurhandel, vis- en vleeswarenfabrieken, alsook uitsnijderijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW tot en met 1.000 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
297,10 kW |
45.4.e)2° |
opslagplaatsen voor producten van dierlijke oorsprong met uitzondering van de producten vermeld in rubriek 48, van meer dan 50 ton; |
550 ton |
45.18.1° |
op- en overslag van dierlijke bijproducten. |
25 ton |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
10 december 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
18 december 2019 |
Start openbaar onderzoek |
28 december 2019 |
Einde openbaar onderzoek |
26 januari 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
1 april 2020 |
Verslag GOA |
6 maart 2020 |
naam GOA |
Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
28 december 2019 |
26 januari 2020 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Brandweervoorwaarden
de standaard brandweervoorwaarden dienen strikt nageleefd te worden.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek |
Omschrijving |
Gecoördineerd |
3.4.1°b) |
het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater met één of meer gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; |
1 m³/uur |
12.2.1° |
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; |
1 x 630 kVA |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
55,30 kW |
17.1.2.1.1° |
opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter; |
600 liter |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; |
5.000 kg |
45.4.c)2°a) |
inrichtingen voor het behandelen van andere producten van dierlijke oorsprong: werkplaatsen, bestemd voor leurhandel, vis- en vleeswarenfabrieken, alsook uitsnijderijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW tot en met 1.000 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; |
297,10 kW |
45.4.e)2° |
opslagplaatsen voor producten van dierlijke oorsprong met uitzondering van de producten vermeld in rubriek 48, van meer dan 50 ton; |
550 ton |
45.18.1° |
op- en overslag van dierlijke bijproducten. |
25 ton |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 13 maart 2020 voor onbepaalde duur.