Terug
Gepubliceerd op 16/03/2020

2020_CBS_02328 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019154558. Zomerweg zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 13/03/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Fons Duchateau, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_02328 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019154558. Zomerweg zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_02328 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2019154558. Zomerweg zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2019154558

Gegevens van de aanvrager:

NV BOORTMALT met als adres Zandvoort 2 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Zomerweg ZN 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 15 sectie A nrs. 261M3, sectie B nrs. 21W, 21X en 349A

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

Aanleg van een nieuwe toegangsweg

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-        Op 9 juni 2018 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/2017315) voor het bouwen van een tankterminal – project baron.

-        Op 23 januari 2020 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning (OMV_2019199313) voor de aanleg van een nieuwe toegangsweg.


Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft:

-        het slopen van bestaande verhardingen;

-        het aanleggen van nieuwe verharding;

-        het plaatsen van 4 lichtmasten;

-        het plaatsen van draadafsluitingen;

-        het aanleggen van ondergrondse leidingen.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE)

27 januari 2020

17 februari 2020

Geen bezwaar

Water-link (AWW)

27 januari 2020

12 februari 2020

Voorwaardelijk gunstig

 









Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

27 januari 2020

7 februari 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Churchilldok, het Hansadok en het 6de Havendok – Gebied voor waterweginfrastructuur.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag.

Er wordt een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

De aanvrager vraagt een afwijking op de aspecten infiltratie en buffering met als motivatie de onmiddellijke nabijheid van de dokken waardoor er weinig meerwaarde is om te infiltreren vermits er zo weinig invloed is op de grondwaterkwaliteit en grondwaterreserves. Tevens kunnen de dokken beschouwd worden als een collectieve buffer. Het grondwater in de omgeving van de aanvraag stroomt in de richting van de dokken. De gevraagde afwijking op vlak van infiltratie kan gunstig geadviseerd worden. Op vlak van buffering is er geen sprake van een afwijking.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Op een industrieel terrein, gelegen tussen het 6de Havendok en het Churchilldok, wordt een nieuwe toegangsweg naar een bestaande terminal aangelegd. Hiervoor dienen eerst de bestaande asfalt- en betonverharding en private ongebruikte sporen uitgebroken te worden. Deze verhardingen hebben een totale oppervlakte van circa 5.450 m². Daarnaast worden eveneens de bijhorende draadafsluitingen, betonblokken en ondergrondse leidingen (voor zover buiten gebruik) verwijderd.

 

De nieuwe toegangsweg wordt aangelegd met een asfaltverharding en heeft een oppervlakte van circa 6.876 m². Vanaf de openbare weg wordt er één inkomend rijvak voorzien dat verder verbreedt naar twee rijvakken. Voor het oprijden van de terminal worden twee in-gates voorzien, die bestaan uit een betonnen eiland met een slagboom, een verkeerslicht en een aanmeldingskiosk. Na de in-gates worden beide rijvakken terug samengevoegd tot één rijvak.

Het verlaten van de terminal gebeurt via één uitgaand rijvak dat na het kruisen van een spoorweg verbreedt naar twee rijvakken. Er worden out-gates voorzien die identiek zijn aan de nieuwe in-gates.

 

Naast het aanleggen van de nieuwe verharding worden tevens ondergrondse leidingen, vier lichtmasten en draadafsluitingen voorzien. De lichtmasten worden geplaatst op een betonnen funderingssokkel met een oppervlakte van circa 17,6 m² en hebben een maximale hoogte van 30 meter. De nieuwe draadafsluitingen hebben een maximale hoogte van 2 meter.

 

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)

De bestaande in- en uitrit naar de bedrijfssite wordt vervangen door een nieuwe toegang. De aantakking op de openbare weg wordt voorzien ter hoogte van de huidige inrit.

De aanvraag genereert bijgevolg geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

 

Er werd advies gevraagd aan de lokale politie/verkeerspolitie. Zij hebben geen bezwaar tegen voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag betreft het vervangen van een bestaande verharding en kadert in de herontwikkeling van een industrieterrein. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Visueel – vormelijke elementen

De lichtmasten worden opgetrokken in een stalen constructie.

De draadafsluitingen worden geplaatst op een betonnen schampkant en hebben een zwarte kleur.

 

Cultuurhistorische aspecten

Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. De aanvrager is niet publiekrechtelijk. Het projectgebied is gelegen buiten woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte boven 3.000 m² (101.520 m²) en een ingreep in de bodem groter dan 5.000 m² (circa 6.900 m²). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.

 

De archeologienota werd ingediend door ABO op 19/12/2020 en door het agentschap Onroerend Erfgoed bekrachtigd op 04/01/2020. Het bijhorende programma van maatregelen beveelt geen verder archeologisch onderzoek aan (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/13442).

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Wegens de nabijheid van een hoofdwaterleiding is het advies ingewonnen van Water-Link, de beheerder van deze leiding. De voorwaarden uit dit advies, gericht op het vrijwaren van de integriteit van deze leiding, kunnen integraal aan dit advies worden gehecht.

 

Gelet op de aard van de aanvraag heeft de vergunningverlenende overheid het advies ingewonnen van brandweer/risicobeheer/preventie.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-        De aanvrager moet op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat en in geen geval de doorstroming naar de naburige terreinen belemmerd wordt;

-        De bijgevoegde voorwaarden uit het advies van Water-Link dienen strikt nageleefd te worden.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

24 januari 2020

Start openbaar onderzoek

31 januari 2020

Einde openbaar onderzoek

29 februari 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

14 maart 2020

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

31 januari 2020

29 februari 2020

0

0

0

1

 

 

Bespreking van de bezwaren

 

Het bezwaar betreft een opmerking met betrekking tot het doorgangsrecht ten voordele van de aanvrager over de voormalige openbare weg op concessieterrein van een naburig bedrijf, een recht dat volgens bezwaarindiener evenwel beperkt is tot de duurtijd van de concessie van dat naburig bedrijf, aangezien dit recht door dit naburig bedrijf is toegekend. Bezwaarindiener wenst dit opgemerkt te zien in de vergunning.
Tevens wordt in het bezwaar aangegeven dat het niet uitgesloten is, wegens het sluiten van de bestaande in- en uitrit en de situering van een bufferparking voor de pre-gates nabij het kruispunt Zomerweg - Westeind, dat er wachtrijen zouden ontstaan die de vrije doorgang voor auto’s of trucks naar een naburig bedrijf belemmeren, wat niet wenselijk is.
 
Een omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter. Ze wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed, zoals een private erfdienstbaarheid. Het is niet noodzakelijk deze rechten daarvoor aan te stippen aan de omgevingsvergunning.
Het kan echter wel het geval zijn dat dergelijke rechten (of het gebrek eraan) een omgevingsvergunning onuitvoerbaar maken. 
Opgemerkt wordt dat het terrein van de aanvraag alsook de gronden in de directe omgeving in eigendom zijn van het Havenbedrijf Antwerpen nv van publiek recht, dewelke terreinen in concessie verleent en van wie het advies in deze lopende procedure tevens is ingewonnen.
Voor de bestaande in- en uitrit, dewelke wordt opgeheven, wordt tevens gebruik gemaakt van de Zomerweg. De aantakking op de openbare weg wordt voorzien ter hoogte van de huidige inrit. Er is in de vergunde situatie reeds elders een bufferparking voorzien. Ter hoogte van de nieuwe in- en uitrit biedt de ruimte voor de gate-in plaats aan een 5-tal vrachtwagens.
Er werd advies gevraagd aan de lokale politie/verkeerspolitie. Zij hebben geen bezwaar tegen voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag.
Aan de vergunning kan de voorwaarde worden gehecht dat de aanvrager op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties moet ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat en in geen geval de doorstroming naar de naburige terreinen belemmerd wordt.

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-        De aanvrager moet op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat en in geen geval de doorstroming naar de naburige terreinen belemmerd wordt;

-        De bijgevoegde voorwaarden uit het advies van Water-Link dienen strikt nageleefd te worden.

 

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst  Taak
SW/V Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.