Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2019144177 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV Bouwonderneming Vooruitzicht met als adres Leopold de Waelplaats 26 te 2000 Antwerpen, NV EKSTERLAER met als contactadres Leopold de Waelplaats 24B te 2000 Antwerpen en NV P x 3 Development met als adres Leopold de Waelplaats 26 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Vuurwerkstraat 65 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 31sectie B nr. 431G2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een appartementsgebouw met 21 appartementen, binnen het project Eksterlaer (Blok D) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 07/06/2019: vergunning (OVM/NR/2019962) voor de exploitatie van een tijdelijke bronbemaling;
- 25/05/2018: vergunning (OVM/AV/2018643) voor een tijdelijke bemaling met (eventuele) zuivering en lozing van het grondwater 16/11/2012: vergunning (DE/2011/V/0023) voor het verkavelen van binnengronden in 319 kavels voor eengezinswoningen en 23 kavels voor meergezinswoningen, tezamen goed voor 560 à 580 wooneenheden, en de aanleg van nieuwe wegen;
- 07/09/2017: vergunning (20172271) bouwen van 2 appartementsgebouwen met in totaal 38 wooneenheden, het bouwen van één ondergrondse parking en de terreinaanleg van de private percelen;
- 30/08/2012: vergunning (DE/2011/V/0023) voor het verkavelen van binnengronden in 319 kavels voor eengezinswoningen en 23 kavels voor meergezinswoningen, tezamen goed voor 560 à 580 wooneenheden, en de aanleg van nieuwe wegen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- braakliggend stuk grond.
Huidige toestand
- braakliggend stuk grond.
Gewenste toestand
- een nieuwbouw appartementsgebouw met 21 woongelegenheden (Blok D) op lot 176 van de verkaveling ‘Eksterlaer’;
- met betrekking tot de oppervlakte van de aangevraagde zelfstandige woningen zijn volgende gegevens beschikbaar:
- in de nieuwbouw met 21 woningen is de gemiddelde netto-vloeroppervlakte van alle woningen 67 m²;
- 6 bovengrondse bouwlagen en een ondergrondse bouwlaag;
- gevels in een lichtkleurig gevelmetselwerk en uitpandige terrassen in zichtbeton;
- buitenschrijnwerk in champagne-/bronskleurig aluminium.
Inhoud van de aanvraag
- nieuwbouw met 21 appartementen en een ondergrondse bouwlaag.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
AQUAFIN NV |
17 januari 2020 |
26 februari 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
17 januari 2020 |
14 februari 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator |
17 januari 2020 |
25 februari 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
PROXIMUS |
17 januari 2020 |
28 januari 2020 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
17 januari 2020 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsbeheer/ stadsreiniging - sorteerstraatjes |
17 januari 2020 |
17 februari 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
17 januari 2020 |
28 januari 2020 |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
17 januari 2020 |
31 januari 2020 |
stadsontwikkeling/ ruimte (inzake grond- en pandendecreet) |
17 januari 2020 |
27 januari 2020 |
stadsontwikkeling/ ruimte (inzake SOK) |
|
20 januari 2020 |
stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester - welstandscommissie |
17 januari 2020 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
17 januari 2020 |
22 januari 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woonuitbreidingsgebied. De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan en de verkavelingsvergunning.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Toegankelijkheid
De aanvraag wijkt af van artikel 22 en artikel 25 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid:
Bij de deuren op kelderniveau ligt de kruk op meer dan 20cm diep en is er geen 50cm vrije en vlakke vloer- en wandbreedte naast de klink, waardoor deze niet bereikbaar is vanuit de draaicirkel.
Dot dient te worden voorzien in het ontwerp.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag betreft het bouwen van een appartementsblok gelegen aan de Vuurwerkstraat, namelijk blok D van de zogenaamde parkflats en de daarbij horende terreinaanleg van de private percelen. Blok D is gelegen op lot 176 in de verkaveling ‘Eksterlaer’ en maakt deel uit van een cluster van 4 appartementsblokken. Gelijktijdig met deze aanvraag werd een aparte vergunningsaanvraag ingediend voor blok A gelegen aan de Freddy Damstraat op lot 121. Verder zijn op lot 176 reeds 2 appartementsblokken vergund en momenteel in aanbouw, namelijk blok B en C.
Blok D omvat in totaal 21 wooneenheden en wordt voorzien van een kelder voor bergingen, fietsenberging en technische lokalen. Het gebouw is gekoppeld aan de ondergrondse parking van de blokken B en C. Blok D valt binnen de uiterste contouren zoals voorgeschreven in de goedgekeurde verkaveling. Het gebouw is naar functie inpasbaar in de omgeving en conform de verkavelingsvoorschriften.
Mobiliteitsimpact
Parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 28 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Er worden in totaal 21 wooneenheden gerealiseerd in blok D. - 4 appartementen < 60m² met parkeernorm 1.1 ? 4 x 1.1 = 4.4; - 15 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1.35 ? 15 x 1.35 = 20.25; - 2 appartementen > 90m² met parkeernorm 1.55 ? 2 x 1.55 = 3.1.
De werkelijke parkeerbehoefte voor blok D is 28.
|
De plannen voorzien in 28 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Voor blok B,C en D werden in vergunning 20172240 66 parkeerplaatsen voorzien. Voor blok B en C waren er 48 nodig waardoor er nog 18 beschikbaar zijn voor blok D. De overige 10 plaatsen voor blok D worden voorzien in de parking van blok A in dossier 20194179.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 28.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde)aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit is het verschil tussen het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen, dus 28 – 28 = 0.
|
Fietsvoorzieningen
De fietsstalplaatsen zijn vergund in dossier 20172240. Er zijn 50 fietsstalplaatsen voorzien in de ondergrondse parking onder blok D.
In blok D zijn er:
- 15 appartementen met 1 slaapkamer: 30 fietsstalplaatsen;
- 5 appartementen met 2 slaapkamers: 15 fietsstalplaatsen;
- 1 appartement met 3 slaapkamers: 4 fietsstalplaatsen.
Het aantal dat voorzien werd in vergunning 20172240 is toereikend maar de afmetingen moeten voldoen om in de praktijk zoveel fietsen te kunnen stallen.
Ook dienen voldoende elektrische laadpunten te worden voorzien.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De plaatsing, de bouwdiepte en de bouwhoogte van de nieuwbouw is in overeenstemming met het bestemmingsplan en de voorschriften van de verkaveling. Het appartementsblok stemt overeen met de reeds aanwezige bebouwing en met de geplande ontwikkeling van Eksterlaer.
Visueel-vormelijke elementen
Het appartementsgebouw bestaat uit een plint met een gearticuleerde inkomhal, een middenstuk en een bekroning. Het gebouw vertoont een horizontale geleding. De betonstrip ter hoogte van de vloeren versterkt deze geleding. Spijlenborstwering, licht kleurpalet en generieke raamopeningen zorgen voor een rustige ritmiek in de gevelarchitectuur.
Alle gevels zijn opgetrokken in gevelmetselwerk in lichtkleurige handvormsteen, binnen het voorziene kleurenpalet uit het verkavelingsdossier. Zichtbeton wordt toegepast voor de uitpandige terrassen en een horizontale accentstrook per bouwlaag. Ook het beton is lichtkleurig.
Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in aluminium in een brons/champagne kleur. Type en kleur van gevelsteen, buitenschrijnwerk en zichtbeton zijn identiek voor de 4 appartementsblokken van loten 121 en 176. Ondanks de beperkte verschillen in architecturale expressie over de 4 blokken heen, versterkt hetzelfde materiaalgebruik de homogeniteit van dit ensemble.
Het project werd voorgelegd aan de welstandscommissie op 21/02/2020 en werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd. Wat betreft het onderscheid tussen de plint en de dakverdieping moet het nieuwe thema van de plint ook worden toegepast voor de kroonlijst.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In het appartementsgebouw wordt geen afvalberging voorzien zoals bepaald in artikel 26 §1 van de bouwcode. Voor het ganse project ‘Eksterlaer’ worden evenwel voldoende sorteerstraten voorzien op openbaar domein, zodat dan ook een afwijking kan toegestaan worden van dit artikel van de bouwcode.
Om een mix op vlak van stedenbouwkundige, maatschappelijke en woonkwaliteitseisen te garanderen is het noodzakelijk de juiste verhoudingen te zoeken tussen verschillende woningtypes enerzijds en de juiste oppervlakteverhoudingen tussen de functies binnen deze woningen anderzijds.
Om de kwaliteit van een appartementsblok te garanderen dient per blok een mix van verschillende slaapkamerappartementen te zijn. 4 studio’s, 11 een-slaapkamerappartementen, 5 twee-slaapkamerappartementen en 1 drie-slaapkamerappartement vormen geen aanvaardbare mix, gezien de gemiddelde netto-vloeroppervlakte van alle zelfstandige woningen circa 68 m² bedraagt. Dit gemiddelde dient minstens 80 m² te bedragen voor een aanvaardbare woningmix.
In de beschrijvende nota geeft de aanvrager aan dat de doelstelling van de woningmix reeds ruimschoots bereikt werd in de verkaveling ‘Eksterlaer’ en motiveert zo de te kleine gemiddelde oppervlakte van de appartementen. Echter moet de woningmix bekeken worden per appartementsblok. Overigens moet worden benadrukt dat deze door het beleid gewenste woningmix voor het project ‘Eksterlaer’ in het bijzonder onderzocht werd binnen het ganse gebied Eksterlaar met een grote hoeveelheid aan appartementen.
Bijgevolg is de aanvraag niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van een goede ruimtelijke ordening.
Standpunt college
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en meent dat voor voorliggend project de vergunning onder voorwaarden verleend kan worden.
In de beschrijvende nota geeft de aanvrager aan dat de doelstelling van de woningmix reeds
ruimschoots bereikt werd in de verkaveling ‘Eksterlaer’ , in het bijzonder wordt aangetoond dat voor de vier torens samen A, B, C en D (A en D zijn onderwerp van een omgevingsaanvraag, B en C zijn reeds in aanbouw) een gemiddelde van 80m² NVO wordt gehaald per woonunit.
Echter stelt de omgevingsambtenaar dat een mix van woninggroottes moet bekeken worden per bouwdeel. Het college onderschrijft deze visie in zijn algemeenheid; het gros van omgevingsaanvragen in stedelijke context bestaat uit individuele percelen en gebouwen in buurten die een bijzondere typologische verscheidenheid kunnen hebben. De noden en tekorten in het woningaanbod, het eventuele overaanbod zijn quasi onmogelijk in kaart te brengen per buurt of wijk. Het realiseren van een gezonde woningmix (in termen van woonoppervlakte) kan derhalve enkel bewaakt worden binnen elke individuele aanvraag.
In dit geval echter betreft het een sterk typologisch geheel van vier quasi identieke woongebouwen in een parksetting, die exact voldoen aan de verkavelingsvoorschriften en vooral aan de onderliggende stedenbouwkundige visie, die voor eventuele toekomstige gebouwaanpassingen nog bijzonder weinig flexibiliteit toelaat. Ze kunnen beschouwd worden als één onlosmakelijk complex, waarbij het gemiddelde van de woningoppervlaktes (mix) over het geheel kan worden berekend. 80m²/woning is een aanvaardbare mix.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
20 december 2019 |
Volledig- en ontvankelijk |
17 januari 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag |
25 februari 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
17 maart 2020 |
Verslag GOA |
28 februari 2020 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
Wijzigingslus
De aanvrager heeft een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke aanvraag te wijzigen.
Dit verzoek werd aanvaard, waardoor de wijzigingen mee beoordeeld worden.
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden:
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Fluvius zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
3. de voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Aquafin zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
4. de voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Proximus zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
5. er zijn elektrische oplaadpunten voor fietsen te voorzien cfr. art 29 van de bouwcode;
6. er zijn elektrische oplaadpunten voor wagens te voorzien cfr. art 30 van de bouwcode;
7. er moet voldaan worden aan de verordening toegankelijkheid;
8. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.