Terug
Gepubliceerd op 20/03/2020

2020_CBS_02072 - Omgevingsvergunning - OMV_2019134458. Veltwijcklaan 242. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 13/03/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Fons Duchateau, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_02072 - Omgevingsvergunning - OMV_2019134458. Veltwijcklaan 242. District Ekeren - Goedkeuring 2020_CBS_02072 - Omgevingsvergunning - OMV_2019134458. Veltwijcklaan 242. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019134458

Gegevens van de aanvrager:

Mariaburght Vastgoed met als contactadres Bist 72 bus 2 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Ligging van het project:

Veltwijcklaan 242 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 35sectie F nr. 241F5

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van een eengezinswoning en het bouwen van een meergezinswoning met 9 woonentiteiten

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          09/02/1959: toelating (802#7970) voor het bouwen van een woning;

-          14/02/2014: vergunning (3582#6209) voor het vellen van 3 bomen;

-          10/08/2018: weigering (20181353) voor het slopen van een eengezinswoning en het bouwen van een meergezinswoning met 9 woonentiteiten;

-          25/10/2019: weigering (20182847) voor het slopen van een eengezinswoning en het bouwen van een meergezinswoning met 9 woonentiteiten.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          een vrijstaande eengezinswoning van één bouwlaag onder hellend dak.;

-          de vergunde eengezinswoning heeft een bruto-oppervlakte van ± 222 m2.

Huidige toestand

-          conform de laatst vergunde toestand.

Gewenste toestand

-          meergezinswoning bestaande uit 2 bouwlagen en 1 teruggetrokken daklaag met 9 appartementen;

-          in de nieuwbouw met 9 woningen is de gemiddelde netto-vloeroppervlakte van alle woningen 86,97 m²;

-          het gebouw wordt 5 meter uit het voetpad geplaatst van zowel de Veltwijcklaan als de Bist;

-          het gebouw wordt 3 meter uit de perceelsgrenzen met de buren geplaatst;

-          er worden in totaal 14 autoparkeerplaatsen voorzien waarvan 9 ondergronds en 5 in openlucht. Verder worden ondergronds 28 fietsstalplaatsen ondergebracht;

-          de verharding en het groen rondom het gebouw worden herzien en hiervoor worden enkele bomen gerooid;

-          er worden een regenwaterput en een septische put van telkens 10.000 liter voorzien;

-          de gevels worden uitgevoerd in gevelsteen, terwijl de terugspringende daklaag bekleed wordt met houten gevelbekleding.

Inhoud van de aanvraag

-          het slopen van een bestaande eengezinswoning van 221,56 m² bruto-vloeroppervlakte;

-          de nieuwbouw van een appartementsgebouw met 9 wooneenheden met een ondergrondse parkeergarage;

-          met betrekking tot de oppervlakte van de aangevraagde zelfstandige woningen zijn volgende gegevens beschikbaar:

  • 2 x drie-slaapkamerappartement op het gelijkvloers met een netto-oppervlakte van circa  127,28 m² (01) en circa  113,97m(0.3);
  • 1 x één-slaapkamerappartement op het gelijkvloers (02) met een netto-oppervlakte van circa 60 m²;
  • 3 x één-slaapkamerappartement op de eerste verdieping met een netto-oppervlakte van circa 71 m² (1.1), 65 m² (1.2) en 66 m² (1.3);
  • 1 x drie-slaapkamerappartement op de eerste verdieping (1.4) met een netto-oppervlakte van circa 115,18m²;
  • 2 x twee-slaapkamerappartement op de tweede verdieping met een netto-oppervlakte van circa 90 m² (2.1) en 93 m² (2.2);
  • de gemiddelde oppervlakte van de woningen bedraagt 86,97 m2. 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

30 november 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

brandweer/ risicobeheer/ preventie

30 november 2019

13 december 2019

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

30 november 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

29 november 2019

23 december 2019

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

29 november 2019

10 december 2019

stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen

29 november 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

stadsontwikkeling/ mobiliteit

29 november 2019

19 december 2019

stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester - welstandscommissie

29 november 2019

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 21 – Verticale Plateauliften:
    de afmetingen van de liftschachten worden op 165 x 180 cm (D x B) voorzien, waar deze 180 x 165 cm (D x B) zouden moeten zijn. De diepte van de liftschachten dient minstens 180 cm te zijn;
  • artikel 24 – Draairuimte:
    vóór en achter elke toegang of deur moet voor een vlakke draairuimte met een minimale diameter van 150 cm  worden gezorgd. Gezien aan beide inkomdeuren een helling van meer dan 2% wordt voorzien, wordt er niet gezorgd voor een vlakke draairuimte;
  • artikel 27 – Parkeerplaatsen:
    de optimale afmetingen voor een aangepaste en/of voorbehouden parkeerplaats zijn steeds minimaal 3,50 m op 6 m waar deze slechts 5,70 m diep werd opgetekend. Ook bevindt deze zich niet zo dicht mogelijk bij de toegang tot de lift of traphal.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 14 – Insprongen en openingen aan voorgevels:
    de vrije hoogte van een insprong moet minstens 2,50 m bedragen, waar deze slechts 2,37 m hoog is;
  • artikel 27 – Open ruimte:
    §5 enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten. Een toegangspad mag slechts een maximumbreedte van 1,50 m hebben, waar deze aan de zijde van Veltwijcklaan 6,8 m bedraagt – er is hier echter geen sprake van een inrit maar louter van het stallen van een aantal auto’s in de voortuinzone; ook aan de zijde van Bist wordt een oprit verhard aan de linkerzijde van de inrit naar de ondergrondse parkeergarage en dit voor het stallen van 2 wagens, hetgeen het begroende karakter van de tuinzone niet ondersteunt. Hetzelfde geldt aan de rechterzijde van de inrit voor het buiten stallen van fietsen;
  • artikel 28 – Minimale oppervlakte buitenruimte:
    appartement 1.04 heeft een buitenruimte van 5,20 m², waar deze minstens 8 m² zou moeten zijn.

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er is geen gegronde reden om af te wijken van de geldende voorschriften.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet het optrekken van een meergezinswoning met 9 wooneenheden op het terrein van een voormalige eengezinswoning en gelet op de ligging hiervan een voldoende ontwikkeld woongebied is er sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 15 parkeerplaatsen.

 

De aanvraag betreft het slopen van de bestaande eengezinswoning en het bouwen van een meergezinswoning, bestaande uit 9 units.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw.

 

4 appartementen tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1,55 ? 4 x 1,55 = 6,2

5 appartementen > 90 m² met parkeernorm 1,8 ? 5 x 1,8 = 9

 

De parkeerbehoefte bedraagt: 15,2 = 15.

 

De plannen voorzien in 11 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er worden parkeerplaatsen voorzien buiten op het gelijkvloers (5), alsook inpandig ondergronds (9) – 14 in totaal dus.

 

Parkeerplaats 1 (ondergronds) is echter niet in overeenstemming met de voorschriften aangezien het een hoekplaats betreft en deze 2,80 m breed dient te zijn, hetgeen niet het geval is.

 

Bovendien worden in tegenspraak met artikel 27 van de bouwcode parkeerplaatsen zonder meer in de voortuinstrook voorzien, louter om het te beperkte aantal in de ondergrondse parkeergarage aan te vullen. De parkeerplaatsen in de zijtuinstroken komen overeen met richtlijnen die doorgaans gehanteerd worden voor halfopen bebouwing en kunnen bijgevolg behouden blijven maar plaatsen 2 en 3 ter hoogte van de inkomzone zullen worden uitgesloten uit de vergunning, mede doordat op deze wijze het aantal opritten naar de site beperkt blijft tot 2 (één langs elke straatzijde), dat de nabijheid van de rotonde het in- en uitrijden langs voor deze plaatsen bemoeilijkt en dat dit de kwaliteit van de inkomzone sterk beperkt.

 

Er worden 11 nuttige plaatsen voorzien.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 11.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

 

‘Dit perceel betreft een hoekperceel waar de maximale bouwomtrek wordt ingenomen, zowel boven- als ondergronds. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 15 – 11 = 4.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 15 – 11 = 4.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 4 plaatsen.

 

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Ondanks het feit dat de meerderheid van de panden in de onmiddellijke omgeving slechts beschikt over een gelijkvloers onder hellend dak zijn er echter beperkt voorbeelden aanwezig van gebouwen met 2 bouwlagen onder hellend dak en dit voornamelijk langsheen de zijde van de Veltwijcklaan. Principieel is deze schaalvergroting aanvaardbaar, voornamelijk langsheen de zijde van de Veltwijcklaan, en door de inname van het grondvlak op voldoende afstand van de achterste perceelsgrens, naar het buurpand in de Bist, te nemen, is er geen sprake meer van ontoelaatbare inkijk enerzijds of wegname van lichtinval anderzijds.

Bijkomend is de lange gevel aan de zijde van de Veltwijcklaan visueel duidelijk in twee delen geknipt waardoor het volume op schaal is en in overeenstemming met de meerderheid van de omliggende gebouwen. Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is gunstig.

  

Visueel-vormelijke elementen

Het gebruik van een combinatie van donker aluminium schrijnwerk, grijze gevelsteen en een gevelbekleding in hout (in natuurkleur) is inpasbaar in de omgeving en er is sprake van materialen die reeds in deze gebouwde omgeving voorkomen. Het visuele beeld is specifiek qua materialisatie daarmee aangepast aan het bestaande straatbeeld en het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is gunstig.

 

Woninggrootte

Te behouden eengezinswoning

De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Ook zijn er steeds minder vergunningen voor de bouw van eengezinswoningen. Om gezinnen in de stad te kunnen blijven aantrekken en behouden is het nodig om de eengezinswoningen te beschermen.

In een vervangend nieuwbouwproject is het van belang dat er een voldoende grote woongelegenheid wordt voorzien die kan dienen voor de huisvesting van een groot gezin.

De grootste woongelegenheid in het project bedraagt circa  127, 28m² netto. Deze oppervlakte is onvoldoende om een groot gezin te herbergen. De aanvraag dient ongunstig te worden beoordeeld.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening. 


Standpunt college

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Het voorstel tot weigering komt in grote mate voort uit de vaststelling dat voor het nieuwe project een te behouden eengezinswoning wordt gesloopt. Conform de BGO Wonen dient in dergelijk geval minstens een woongelegenheid van 130 m² voorzien te worden in het nieuwe project. De opmetingen uitgevoerd door de dienst wijzen er echter op dat de grootste unit in het nieuwe project 127,28 m² groot is.
Een aangepaste planschikking die een vergroting van deze woongelegenheid met 2,72 m² zou inhouden waardoor aan de vereiste van minimaal 130 m² voldaan wordt, zou evenwel niet leiden tot een optimalere indeling van de woongelegenheden. Het draagt niet dermate bij aan de woonkwaliteit van deze woongelegenheid, maar zou integendeel leiden tot een inperking van de leefruimte van het naastliggende appartement en bijgevolg eerder een afnamee van de woonkwaliteit van naastliggend appartement betekenen. Om die reden acht het college de voorgestelde indeling en dus een beperkte afwijking aanvaardbaar. Dit leidt ertoe dat het college voorliggende aanvraag mits voorwaarden voor vergunning vatbaar acht.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar merkt verder op dat er vijf parkeerplaatsen in openlucht voorzien worden. Plaatsen 2 en 3 worden daarbij als ongunstig beschouwd. Het college is evenwel van mening dat deze twee plaatsen wel voor vergunning in aanmerking komen. Hierdoor wijzigt evenwel de berekening van de parkeerparagraaf:

  • Er is een werkelijke parkeerbehoefte van 25 parkeerplaatsen.
  • De plannen voorzien in 13 nuttige autostal- en parkeerplaatsen.
  • Het aantal te realiseren autostal- en parkeerplaatsen bedraagt 13.
  • Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en parkeerplaatsen bedraagt dan 15-13 = 2.
  • Het belastingreglement is bijgevolg van toepassing op 2 plaatsen

Er wordt opgemerkt dat appartement 1.4 slechts over een buitenruimte van 5,31 m² beschikt, daar waar dit 8 m² zou moeten zijn. Evenwel valt uit de plannen af te leiden dat een vergroting van de voorziene buitenruimte slechts zou kunnen door een deel van de leefruimte in te nemen. Gelet op de specifieke vorm van de leefruimte is dit evenwel niet wenselijk. Het college meent dat de voorziene oplossing volstaat, een afwijking kan hier toegelaten worden.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

12 november 2019

Volledig- en ontvankelijk

29 november 2019

Start openbaar onderzoek

9 december 2019

Einde openbaar onderzoek

7 januari 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

13 maart 2020

Verslag GOA

28 februari 2020

naam GOA

Brenda Dierckx

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

9 december 2019

7 januari 2020

0

0

0

2

 

Bespreking van de bezwaren

Er werden binnen de looptijd van het openbaar onderzoek 2 bezwaarschriften ingediend, die zich als volgt laten samenvatten:

 

1.      Precedent: het project werd voor de derde maal ingediend, na 2 eerdere weigeringen, hetgeen voldoende grond is om de conclusie te trekken dat het project onvoldoende kwalitatief is.

Beoordeling:

Het feit dat het project reeds in een andere vorm werd ingediend heeft geen invloed op het feit dat de huidige aanvraag dient te worden beoordeeld op basis van de heden aangeleverde informatie. Of de vorige dossiers al dan niet werden geweigerd is in deze dus niet van tel, vooral niet aangezien er aanzienlijke wijzigingen werden doorgevoerd ten opzichte van de voorafgaande dossiers.

Het bezwaar is ongegrond.

2.      Inbreuk op de privacy:het dakterras op de 2de verdieping zal onaanvaardbare hinder veroorzaken door inkijk in de 2 aanpalende tuinen – het voorzien van enkele planten aan deze zijde is onvoldoende om dit tegen te gaan; een vast en ondoorzichtig scherm zou te verkiezen zijn. Bijkomend zal er eveneens inkijk en overlast zijn vanwege de parkeerplaatsen in de zijtuinstrook aan de zijde Bist, aangezien de aanpalende woning hier over een grote glaspartij beschikt en er op deze plaats geen haag wordt voorzien.

Beoordeling:

De afstand van het terras in kwestie tot aan de naburige tuin bedraagt bijna 9 m, hetgeen al ruim is, en de terugsprong van het terras tot de dakrand bedraagt 1,80 m waardoor er nagenoeg geen rechtstreeks schuin inzicht in de naburige tuinen mogelijk is. Bovendien bevinden er zich ter hoogte van de perceelsgrens een aantal bomen die de inkijk al beperken. Vermelde overlast door de parkeerplaatsen in de zijtuinstrook is verwaarloosbaar aangezien op deze locatie het planten van een haag of het optrekken van een afsluiting tot een hoogte van 2 m vrijgesteld is van vergunning en dus zonder meer kan worden uitgevoerd.

Het bezwaar is ongegrond.

3.      Afbreuk typische karakter van de buurt: het perceel is gelegen net buiten de perimeter van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan Mariaburg, dat behoud van het gebouwde patrimonium en het groene karakter nastreeft en verdichting wil tegengaan. Door dit project gaat precies deze betrachting verloren aangezien niet gehandeld wordt in de geest van dit Ruimtelijk Uitvoeringsplan.

Beoordeling:

Zoals vermeld in het bezwaarschrift is het perceel in kwestie niet gelegen binnen de perimeter van betreffend Ruimtelijk Uitvoeringsplan en gelden de voorschriften en de betrachting ervan bijgevolg niet voor deze aanvraag. Bijkomend is gemakkelijk te argumenteren dat de ligging met de langste zijde langsheen de Veltwijcklaan, met een geheel andere schaal en omvang dan de centrumstraten van de wijk Sint-Mariaburg, voldoende motief zijn om niet dezelfde drijfveren en voorschriften te hanteren.

Het bezwaar is ongegrond.

4.      Niet kwalitatieve parkeerplaatsen:in de voortuinstrook worden langsheen de Kapelsesteenweg 3 parkeerplaatsen voorzien (hetgeen in tegenspraak is met artikel 27 van de Antwerpse bouwcode) en aan de zijde Bist worden in de zijtuinstrook 2 parkeerplaatsen achter elkaar voorzien. Dit dient slechts om het vereiste aantal te halen, daar waar deze plaatsen eigenlijk niet bruikbaar zijn als dusdanig. Het feit dat op deze manier extra parkeerplaatsen bovengronds en in open lucht worden gecreëerd en de ondergrondse garage dus te klein is, duidt er nogmaals op dat de draagkracht van het perceel overschreden wordt. Bovendien is de situatie van de meest rechtse parkeerplaats onveilig bij in- en uitrijden.

Beoordeling:

Dergelijke opstelling, 2 parkeerplaatsen achter elkaar, wordt toegelaten indien beide plaatsen samen worden verkocht en er in het project sprake is van op zijn minste 1 wooneenheid van meer dan 90 m² oppervlakte; dit laatste is hier het geval zodat in alle redelijkheid kan worden aangenomen dat beide plaatsen praktisch bruikbaar zijn door de eigenaar(s) van één en hetzelfde appartement. Het is wel een feit dat bijkomende parkeerplaatsen werden gecreëerd in de voortuinzone aan de zijde Veltwijcklaan, daar waar dit effectief strijdig is met artikel 27 van de Antwerpse bouwcode; het betreft hier echter slechts 2 of 3 parkeerplaatsen die zouden worden uitgesloten waardoor het geheel op 12 of 13 zou komen, hetgeen geen al te grote afwijking is van de vereiste 15 plaatsen. Wat de ligging van de meest rechtse parkeerplaats betreft: de afstand tot aan de brug enerzijds en de rotonde anderzijds bedraagt telkens ongeveer 45 à 50 m waardoor op dit rechte stuk weg voldoende garantie kan geboden worden inzake veiligheid bij het in- en uitrijden.

Het bezwaar is ongegrond.

5.      Atypische bouwtypologie: de straat wordt gekenmerkt door nagenoeg uitsluitend eengezinswoningen in open bebouwing. Het voorgestelde bouwproject met 9 wooneenheden is bijgevolg niet ingepast in zijn omgeving, mede tevens omwille van het feit dat hier een gabarit met een bouwlaag meer wordt gehanteerd dan de meeste woningen in de omgeving, die slechts over een gelijkvloers onder hellend dak beschikken.

Beoordeling:

De vermelding van eengezinswoningen met 1 bouwlaag onder zadeldak is correct maar betreft hier voornamelijk de bebouwing langsheen de Bist. Het project is met zijn langste zijde echter gelegen langsheen en gericht naar de Veltwijcklaan, een bredere straat waar een andere typologie voorkomt, namelijk meergezinswoningen met 2 bouwlagen onder hellend dak; waaronder een voorbeeld recht aan de overzijde van het project. Het uitgangspunt van het project, een meergezinswoning met 2 bouwlagen, is wat dat aspect betreft wel degelijk aanvaardbaar.

Het bezwaar is ongegrond.

6.      Verkeersveiligheid: de specifieke ligging van het project, net voorbij een brug en zeer dicht bij een rotonde, en de sterke vermeerdering van het aantal autobewegingen (van 1 of 2 naar 15 wagens) zal een nadelige invloed hebben op de woonkwaliteit in de omgeving en op de veiligheid van de zachte weggebruikers. Dit laatste wordt nog verergerd door het feit dat de helling van de ondergrondse parkeergarage tot aan de rooilijn stijgt. Bijkomend zullen de meeste wagens verplicht zijn rechtsaf de Bist in te rijden omwille van de niet-overrijdbare verkeersgeleider en de te korte draaicirkel aan de rotonde.

Beoordeling:

Na uitsluiting van de parkeerplaatsen in de voortuinstrook langsheen de Veltwijcklaan komt het totale aantal plaatsen op 12. Deze vermeerdering kan in overeenstemming gebracht worden met de schaal van vermelde straat, die geen specifieke woonstraat is maar één van de belangrijkste toegangswegen van Ekeren, met een overeenstemmend verkeersgabarit. Het feit dat een deel van deze wagens rechtsaf de Bist zullen moeten inrijden is bovendien juist een verkeerstechnisch voordeel aangezien hierdoor een conflict bij filevorming richting de rotonde wordt vermeden. Bijkomend is de helling wel degelijk voorzien volgens de geldende veiligheidsvoorschriften waarbij in de eerste 5 meter na de rooilijn een maximale helling van 4% wordt gehanteerd, hetgeen hier het geval is.

Het bewaar is ongegrond. 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

      Het college sluit zich integraal aan bij: 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt.


Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij:

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren goed te keuren onder voorwaarden:

stedenbouwkundige voorwaarden:


1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zij op het moment van 1  ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2. er moet voldaan worden aan de verordening toegankelijkheid;

3. de voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Aquafin strikt na te leven;

4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids-en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.