Artikel 4.7.12 van de Vlaamse Codex Ruimgtelijke Ordening stelt dat het college bevoegd is om de beslissing te nemen over een aanvraag tot omgevingsvergunning.
Door een materiële fout werd er in de verleende Omgevingsvergunning (jaarnummer 01796) een voorwaarde opgenomen die niet voorkomt in het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar. Bij nazicht blijkt dat deze voorwaarde niet geschrapt werd in artikel 2 (cursief) bij de aanpassing van het collegebesluit.
Om bovenvermelde reden dient voorwaarde 2 uit de afgeleverde Omgevingsvergunning geschrapt te worden:
1. na sloop dienen de bouwrijpe terreinen voorzien te worden van een tijdelijke groene aanplanting;
2. er dient contact opgenomen te worden met de organiserende diensten van de samentuin op het terrein om een oplossing te voorzien voor de voortzetting ervan;
3. te allen tijde moeten de bepalingen van hoofdstuk 6.12 van Vlarem II met betrekking tot de beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken strikt nageleefd worden.
De Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten.
Neen.
In zitting van 28 februari 2020 werd beslist een omgevingsvergunning (dossiernummer OMV_2019158846, jaarnummer 01796) af te leveren aan BV URBAN LIVING PROJECT MANAGEMENT met als adres Michel De Braeystraat 55 te 2000 Antwerpen de afbraak van leegstaande bedrijfsgebouwen en het verwijderen van de aanwezige omgevinsaanleg op het eigen terrein.
Het college beslist goed te keuren dat in de afgeleverde omgevingsvergunning van 28 februari 2020 de opgelegde voorwaarden worden vervangen door onderstaande voorwaarden:
Stedenbouwkundige voorwaarden:
Het college beslist aan BV URBAN LIVING PROJECT MANAGEMENT met als adres Michel De Braeystraat 55 te 2000 Antwerpen mee te delen dat dit collegebsluit aan de afgeleverde omgevingsvergunning met dossiernummer OMV_2019158846 dient te worden gehecht en er integraal deel van uitmaakt, zonder dat invloed heeft op de beroepstermijnen.