Terug
Gepubliceerd op 16/03/2020

2020_CBS_02333 - Omgevingsvergunning - OMV_2019152438. Meir 13-15. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 13/03/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Fons Duchateau, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_02333 - Omgevingsvergunning - OMV_2019152438. Meir 13-15. District Antwerpen - Weigering 2020_CBS_02333 - Omgevingsvergunning - OMV_2019152438. Meir 13-15. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019152438

Gegevens van de aanvrager:

BVBA VERPO met als adres Willem Ogierplaats 5 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

BV BC FOODS met als adres Leuvensesteenweg 375 te 1930 Zaventem en BV Deli Anvers met als adres Meir 13 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Meir 13-15 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 3 sectie C nr. 1510B

Inrichtingsnummer:

20191205-0033 (Deli Anvers BV) en 20191205-0039 (BC FOODS)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen. Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van de handelsfunctie naar twee horecafuncties (stedenbouw) en het uitbaten van 2 eetgelegenheden (milieu)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          09/04/2009: vergunning deputatie (20085683) voor het regulariseren van een stedenbouwkundige vergunning van 3 appartementen;

-          16/01/2004: vergunning (20032588) voor het bouwen van 4 appartementen/kantoren + handelsruimte.

Vergunde en huidige toestand

-          hoekpand van 7 bouwlagen onder een plat dak met in de kelder-, gelijkvloerse en eerste verdieping een handelsfunctie;

-          appartementen op de bovenliggende verdiepingen.

Gewenste toestand

-          hoekpand van 7 bouwlagen onder een plat dak met in de kelder-, gelijkvloerse en eerste verdieping 2 horeca-units;

  • op de kelder-, gelijkvloerse- en eerste verdieping wordt een horecazaak (Délifrance) voorzien met een netto vloeroppervlakte van ca. 480 m²;
  • op de gelijkvloerse- en eerste verdieping wordt een horecazaak (Belchicken) voorzien met een netto vloeroppervlakte van ca. 466m²;

-          appartementen op de bovenliggende verdiepingen;

-          publiciteit op de voorgevels.

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van de handelsfunctie naar twee horecafuncties (stedenbouw) en IIOA: het uitbaten van 2 eetgelegenheden (milieu);

-          wijzigingen aan de voorgevel en voorzien van publiciteit;

-          interne stabiliteitswerken;

-          plaatsen van technische kokers.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De exploitatie van 2 eetgelegenheden.

 

Aangevraagde rubrieken

BC Foods


 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.200,00 m³/jaar

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

900,00 liter

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

18,03 kW

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

100,00 liter

 

Deli Anvers

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

735,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

19,90 kW

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

100,00 liter

45.8.1°b)

inrichtingen voor het bereiden van voedingsproducten op basis van plantaardige melen (brood, banket, koek, biscuit, deegwaren, enzovoort) of op basis van suiker of cacao, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied.

37,50 kW

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

21 januari 2020

10 februari 2020

Ongunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

21 januari 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

21 januari 2020

5 februari 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

21 januari 2020

24 januari 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

21 januari 2020

31 januari 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde, overdruk - detailhandel (dh), overdruk - reca (r), artikel  6:   zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6) en artikel  8:   zone voor publiek domein - (pu).

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 28 Onthaal:

als een vast inrichtingselement met het oog op het onthaal van het publiek of een daarmee gelijkgestelde constructie wordt aangebracht, moet vóór dat element voor een vrije en vlakke draairuimte worden gezorgd. Aan alle elementen als vermeld in het eerste lid moet een verlaagd gedeelte aangebracht worden. De hoogte tot de bovenzijde van het verlaagde gedeelte bedraagt hoogstens 80 cm. Onder het

verlaagde gedeelte moet een opening zijn van minstens 70 cm hoog, minstens 90 cm breed en minstens 60 cm diep.

  • artikel 29/2 Publiek toegankelijke toiletten:

er worden geen aangepaste toiletten voorzien in de sanitaire blokken.

  • artikel 30 Afmetingen sanitaire cellen:

de ruwbouwmaten van een aangepast toilet moeten minstens 1,70 meter op 2,25 meter zijn, zodatna de afwerking van de wanden en met inbegrip van de ruimte voor plinten een ruimte van minstens 1,65 meter op 2,20 meter gegarandeerd wordt. Bij die minimale maten moet de deur in de kortezijde aangebracht worden.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 16 Technische uitsprongen:

klimaatbeheersingstoestellen en alle bijbehorende leidingen mogen niet zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, mogen niet uitwendig tegen voor- of zijgevels geplaatst worden, dienen op minstens 2 meter van de perceelgrenzen geplaatst te worden. De leidingen van de airco-installatie worden tegen de zijgevel geplaatst en zijn zichtbaar op het gevelbeeld in de Twaalfmaandenstraat;

  • artikel 33 Zaak-gebonden publiciteit:

de lichtbak haaks op het gevelvlak, op de hoek, is hoger dan 0,60 meter en steekt meer dan 0,60 meter uit de gevel;

  • artikel 35 Afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen:

het aanbrengen van afvoerroosters in de gevels is verboden.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het voorzien van reca op het gelijkvloers, op de verdieping en in de kelder is in overeenstemming met de overdruk reca van het RUP Binnenstad. De dienst ondernemen  en stadsmarketing neemt in hun advies op dat hetpand is gelegen in afgebakend kernwinkelgebied Centrum Antwerpen (Meir-as), waar een mix van een handel en andere commerciële functies nagestreefd wordt. Zij adviseren dan ook gunstig. Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd.

 

Visueel-vormelijke elementen

Er worden verschillende reclamepanelen voorzien op de straatgevels. De publiciteit wordt op verschillende hoogten geplaatst voor de verschillende recafuncties. Dit doet afbreuk aan het gevelbeeld van het gebouw in de straat. De reclamedragers voor beide partijen moeten op elkaar worden opgestemd qua grootte, hoogte en inplanting op de gevel.

De haakse lichtbak op de hoek is ook te groot en overschrijdt de maximale afmetingen volgens artikel 33 van de bouwcode. Naar inpassing in het straatbeeld wordt voorgesteld om de haakse publiciteit op de straatgevels te voorzien en niet op de hoek.

De aanvraag voorziet ook een omvangrijk verluchtingsrooster in de glaspartij in de Twaalfmaandenstraat. Dit is storend in het straatbeeld. Artikel 35 van de bouwcode legt op dat er geen afvoerroosters mogen worden voorzien in de gevels.

Deze opmerkingen betreffende publiciteit en verluchtingsroosters zouden kunnen opgenomen worden als voorwaarde bij de vergunning.

 

Cultuurhistorische aspecten

De wijzigingen hebben geen impact op het omliggende CHE-gebied. De stedelijke dienst monumentenzorg heeft geen bezwaar. Dit advies wordt gevolgd.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte. Horecazaken in het centrum worden bezocht samen met andere winkels en horecazaken in het centrum. Bezoekers kunnen gebruik maken van publieke parkings in de omgeving. Er moeten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden.

 

Laden en lossen kan gebeuren via de voetgangerszone Meir binnen de venstertijden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De leidingen naar de airco-installatie op het hoogste dak worden geplaatst tegen de zijgevel van het pand. Het is niet duidelijk waar deze precies voorzien worden ten opzichte van de raamopeningen van de verdiepingen en welke impact ze hebben op het straatbeeld. Volgens artikel 16 van de bouwcode mogen ze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte. Gelet op de zichtbaarheid op de omliggende percelen is noodzakelijk dat deze leidingen inpandig worden voorzien. Indien een vergunning verleend wordt, zou dit als voorwaarde opgenomen moeten worden.

 

De aanvraag is strijdig met bepalingen van de gewestelijke verordening toegankelijkheid. In beide units worden publiek toegankelijke toiletten voorzien, maar worden geen aangepaste toiletten voorzien. Dit is in strijd met artikel 29/2 van de verordening. Er moeten toegankelijke aangepaste toiletten voorzien worden in beide units. De afmetingen moeten voldoen aan artikel 30 van de verordening.

Bij vaste inrichtingselementen met het oog op het onthaal van het publiek of een daarmee gelijkgestelde constructie moet vóór dat element voor een vrije en vlakke draairuimte worden gezorgd. Aan alle deze elementen moet een verlaagd gedeelte aangebracht worden. De hoogte tot de bovenzijde van het verlaagde gedeelte bedraagt hoogstens 80 cm. Onder het verlaagde gedeelte moet een opening zijn van minstens 70 cm hoog, minstens 90 cm breed en minstens 60 cm diep conform artikel 28 van de verordening.

Indien een vergunning verleend zou worden, zou in voorwaarde opgelegd moeten worden om de aanvraag in regel te brengen met de verordening toegankelijkheid.

 

Het advies van de brandweer is ongunstig waardoor de aanvraag dient te worden geweigerd.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het DABM betreffende verbods- en afstandregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening en het ontbreken van een gunstig advies van de brandweer.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Gezien de stedenbouwkundige handelingen worden geweigerd, kan eveneens geen akte genomen worden van de meldingsplichtige activiteiten.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

23 december 2019

Volledig- en ontvankelijk

21 januari 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

21 maart 2020

Verslag GOA

9 maart 2020

naam GOA

Katrijn Apostel en Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.