Terug
Gepubliceerd op 22/07/2020

2020_CBS_06129 - Omgevingsvergunning - OMV_2020016836. Oosterveldlaan 191. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/07/2020 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Fons Duchateau, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_06129 - Omgevingsvergunning - OMV_2020016836. Oosterveldlaan 191. District Wilrijk - Goedkeuring 2020_CBS_06129 - Omgevingsvergunning - OMV_2020016836. Oosterveldlaan 191. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020016836

Gegevens van de aanvrager:

Philippe en Lieve Delbeke - Heylen met als adres Oosterveldlaan 191 te 2610 Antwerpen

Ligging van het project:

Oosterveldlaan 191 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 42 sectie B nr. 375F3

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          20/07/1953: toelating (238#8240) voor het bouwen van een huis.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          eengezinswoning in gesloten bebouwing met twee bouwlagen en souterrain onder plat dak;

-          kroonlijsthoogte circa 9,40 m;

-          bouwdiepte circa 13,10 m met achteraan de benedenverdieping een terras;

-          gevelafwerking:

  • rood gevelmetselwerk;
  • erker in lichte natuursteen;
  • trap in blauwe hardsteen.

Huidige toestand

-          conform vergunde toestand;

-          het buitenschrijnwerk in de voorgevel is gewijzigd naar wit pvc.

Gewenste toestand

-          eengezinswoning in gesloten bebouwing met drie bouwlagen en souterrain onder plat dak;

-          bouwhoogte circa 11,60 m (originele kroonlijst blijft behouden);

-          bouwdiepte ongewijzigd;

-          gevelafwerking:

  • conform huidige toestand;
  • nieuwe bouwlaag afgewerkt met licht grijze gevelplaten en detaillering in houten gevellatten, antracietkleurig buitenschrijnwerk.

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van de eengezinswoning met een extra bouwlaag;

-          slopen van de terrasconstructie ter hoogte van de benedenverdieping en het voorzien van een nieuwe;

-          wijzigen van de verticale circulatie;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          gedeeltelijk inrichten van de kelderverdieping als verblijfsruimte;

-          regulariseren van de gevelafwerking;

-          vellen van twee bomen in de achtertuin.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

29 mei 2020

15 juni 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

29 mei 2020

15 juni 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
    de afwerking van de nieuwe bouwlaag sluit niet aan bij deze van het reeds bestaande volume. De grote verscheidenheid aan materialen welke op deze manier gecreëerd wordt gaat in tegen de voorwaarde een esthetisch verantwoord materiaalgebruik te voorzien;
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    de polyvalente ruimte in de souterrain beschikt niet over een minimale vrije hoogte van 2,60 m;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    gezien de gedeeltelijke omvorming van de garage naar bergruimte is het niet duidelijk of er nog voldoende ruimte voorzien wordt voor het stallen van een auto;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    de scheidingsmuren werden ter hoogte van de nieuwe daklaag niet voorzien van een minimale opstand van 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak.
    De ophoging van de scheidingsmuur wordt voorzien als enkelvoudige muur met een beperkte dikte van 0,14 m. Een enkelvoudige scheidingsmuur dient echter te beschikken over een minimale dikte van 0,18 m;
  • artikel 43 Septische putten:
    de bestaande septische put wordt gesloopt. De plannen voorzien geen nieuwe septische put.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Voorliggende aanvraag wijkt af van artikel 21 van de bouwcode. De polyvalente ruimte wordt ingericht als verblijfsruimte, maar beschikt niet over de minimale vrije hoogte van 2,60 meter. Een voldoende vrije hoogte voor verblijfsruimten garandeert dat elk vertrek over een minimale verblijfskwaliteit beschikt. De minimale vrije hoogte van 2,60 meter garandeert ook dat er voldoende daglicht tot centraal in de woning kan komen. Echter gaat het hier om een ruimte die beperkt is in oppervlakte en zorgt voor een rechtstreeks contact met een terras en de tuin. Inpandig sluit de ruimte aan op bergruimtes. Er kan dus geoordeeld worden dat er zich geen probleem stelt naar gebruiksgenot. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het echter niet mogelijk een vergunning te verlenen voor deze polyvalente ruimte als verblijfsruimte. Dit wordt opgenomen in de voorwaarden.

 

De aanvraag is strijdig met artikel 34 van de bouwcode op twee punten. Van dit artikel kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag enkel worden afgeweken indien het voorziene groendak wordt voorzien van  een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed tussen de scheidingswand en de vegetatie. Daarnaast dient de enkelvoudige scheidingsmuur minimaal 0,18 meter dik te zijn. Beide aspecten worden opgelegd als voorwaarde voor vergunning.

 

Door de sloop van de septische put achteraan de woning voldoet deze niet meer aan de voorschriften van artikel 43 van de bouwcode. In voorwaarde zal opgenomen worden om hier aan te voldoen.

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken met volume uitbreiding bestaan uit een bijkomende bouwlaag op de woning in functie van een bijkomende slaapkamer, badkamer en hobbyruimte. Centraal op het bestaande dak wordt een oppervlakte van circa 20 m² aangelegd als plat dak met overloopbare koepel. Hierdoor ontstaat er een patio waarop de nieuwe kamers aansluiten. De bestaande kroonlijst blijft behouden en sluit aan op beide buren. De nieuwe bouwhoogte is hoger dan het referentiebeeld, maar geeft de aanpalenden de kans om een gelijkaardige uitbreiding aan hun woning te doen. Bovendien zijn panden met drie bewoonbare bouwlagen kenmerkend in de omgeving.

 

Verder wordt de half ondergrondse kelderverdieping achteraan omgevormd tot een polyvalente ruimte. Aansluitend wordt er een perceelsbreed terras voorzien. Op het gelijkvloers verkleint het terras en verschuift de buitentrap naar de rechterperceelgrens. Op de eerste verdieping wordt de woning heringedeeld en blijven er drie slaapkamers behouden.

 

De woning wordt door de aanpassingen voorzien van de vereiste woonkwaliteit. Bijgevolg wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel, noch van de omgeving wordt overschreden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De bestaande voorgevel uit rood metselwerk, lichte natuursteen en wit buitenschrijnwerk blijft behouden. De nieuwe daklaag wordt aan de straatzijde afgewerkt met een lichtgrijze gevelplaat en houten gevellatten. Het buitenschrijnwerk bestaat uit antracietkleurig aluminium. Er worden op die manier drie materialen gebruikt die geen aansluiting vinden bij de bestaande voorgevel. Doordat de kroonlijst behouden blijft is een niet kenmerkend materiaal voor een bijkomende bouwlaag aanvaardbaar. Toch dient de uitwerking bescheiden te blijven. Het gebruik van houten gevellatten werkt storend voor het straatbeeld en de eenvoud van deze bijkomende bouwlaag. Bovendien worden de houten gevellatten geplaatst in functie van privacy in de achterliggende hobbykamer en badkamer. Deze privacy kan ook bekomen worden door interventies aan de binnenzijde van het pand. In voorwaarde zal daarom opgenomen worden om de houten gevellatten niet te voorzien.

 

De nieuwe bouwlaag wordt aan de tuinzijde afgewerkt in dezelfde lichtgrijze gevelplaten, antracietkleurig buitenschrijnwerk en een houten gevelbekledingsplaat boven de grote raamopening. Verder wordt er een nieuwe buitentrap voorzien in cortenstaal. 

Mits het weglaten van de houten gevellatten aan de voorgevel, is de voorgestelde materialisatie voor voor- en achtergevel stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De stedelijke dienst groen en begraafplaatsen geeft aan dat in het najaar van 2020 het voetpad in dit deel van de straat vernieuwd zal worden. Als de bouwwerken na deze heraanleg plaatsvinden dan moet de nieuw aangeplante straatboom optimaal beschermd worden, zowel boven- als ondergronds. Dit aandachtspunt wordt overgenomen als voorwaarde.

De aanvraag voorziet het vellen van twee bomen. Het is echter niet duidelijk over welke bomen dit precies gaat. Er staan twee bomen ingetekend op het inplantingsplan bestaande toestand die niet meer ingetekend staan op het inplantingsplan nieuwe toestand. Evenwel tonen de foto’s dat er op deze plaatsen geen bomen staan. Er blijkt wel een boom te staan in de rechterachterhoek, maar hierbij is het niet duidelijk of deze op het perceel van de aanvraag staat. Bijgevolg wordt er van uitgegaan dat er geen bomen worden gerooid. Omwille van de onduidelijkheden tussen de plannen en de foto’s wordt het rooien van bomen, indien ze niet vrijgesteld zouden zijn van vergunning, uitgesloten van deze vergunning.

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

Omwille van de aanpassingen aan de bestaande garage is er advies gevraagd aan de stedelijke dienst mobiliteit. Dit advies is voorwaardelijk gunstig en luidt als volgt: ‘De garage blijft behouden, maar er wordt een nieuwe fietsenberging voorzien aan de rechterkant. Om fietsen binnen en buiten te rijden is het nodig dat de wagen die in de garage staat tot voorbij de opening van de fietsenberging wordt gezet. Hiervoor is voldoende ruimte. Er is ook voldoende breedte om de wagen te parkeren, maar het wordt dan wel heel moeilijk om ook nog de ingetekende kasten te plaatsen. Er kunnen geen kasten met deuren geplaatst worden. Open bergingsrekken of kasten met schuifdeuren zijn eventueel wel te combineren met een binnenstaande wagen.

Er worden in de nieuw voorziene fietsberging 4 fietsen geplaatst. Terwijl er in de beschrijvende nota sprake is van 5 gezinsleden. De ruimte is voldoende groot om mits een andere indeling wel 5 fietsen te stallen.’

De voorwaarden uit dit advies worden integraal overgenomen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed, tussen het groendak en de scheidingswand;

2.      de enkelvoudige scheidingsmuur te voorzien met een dikte van minimaal 0,18 meter, conform artikel 34 van de bouwcode;

3.      te voldoen aan artikel 43 van de bouwcode;

4.      de wagen moet steeds tot voorbij de opening van de fietsenberging geplaatst worden;

5.      de fietsenberging zo inrichten dat er 5 fietsen gestald kunnen worden;

6.      indien de bouwwerken na de heraanleg van het voetpad plaatsvinden, dan moet de nieuw aangeplante straatboom optimaal beschermd worden, zowel boven- als ondergronds;

7.      de polyvalente ruimte niet te gebruiken als verblijfsruimte;

8.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Uitsluitingen

9.  de houten gevellatten aan de voorgevel;

10 het vellen van bomen in de achtertuin indien deze niet vrijgesteld zijn van vergunning.


 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 mei 2020

Volledig en ontvankelijk

29 mei 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 juli 2020

Verslag GOA

8 juli 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed, tussen het groendak en de scheidingswand;

2.      de enkelvoudige scheidingsmuur te voorzien met een dikte van minimaal 0,18 meter, conform artikel 34 van de bouwcode;

3.      te voldoen aan artikel 43 van de bouwcode;

4.      de wagen moet steeds tot voorbij de opening van de fietsenberging geplaatst worden;

5.      de fietsenberging zo inrichten dat er 5 fietsen gestald kunnen worden;

6      indien de bouwwerken na de heraanleg van het voetpad plaatsvinden, dan moet de nieuw aangeplante straatboom optimaal beschermd worden, zowel boven- als ondergronds;

7.      de polyvalente ruimte niet te gebruiken als verblijfsruimte;

8.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Uitsluitingen

9.  de houten gevellatten aan de voorgevel.

10. het vellen van bomen in de achtertuin indien deze niet vrijgesteld zijn van vergunning.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.